De Nuremberg Raciale Wetten
De Nuremberg Raciale Wetten van 1935 ontnamen de Duiste Joden hun burgerrechten, waardoor ze de status van "voorwerpen" kregen in Hitler's Reich. De wetten maakten het verboden voor Joden om te trouwen of een seksuele relatie te hebben met 'ariërs' of om jonge 'arische' vrouwen te laten werken als hulp in het huishouden. (Een ariër zijnde een persoon met blond haar en blauwe ogen van Duitse afkomst.)
De eerste twee wetten van de Nuremberg Raciale Wetten waren: "De Wet voor de Bescherming van Duits Bloed en Duitse Eer"(betreffende Joodse huwelijken) en "De Reich Burger Wet"(maakte van Joden objecten of voorwerpen.)
De wetten werden snel opgevolgd door "De Wet voor de Bescherming van de Genetische Gezondheid van de Duitse Mensen," wat er voor zorgde dat alle mensen die wilden trouwen zich moesten onderwerpen aan een medisch onderzoek, waarna er een "Certificaat van Mogelijkheid tot Trouwen" zou worden uitgevaardigt wanneer de persoon ziektevrij werd bevonden. Het certificaat was nodig om een huwelijkscontract te bekomen.
De Nuremberg Wetten hadden het onverwachts resultaat dat er verwarring ontstond en debatten verhitte over wie een "volbloed Jood" was. De Nazi's maakten daarom beschrijvende kaarten zoals op de illustratie om Joden te kunnen onderscheiden van Mischlinge (Duitsers van gemengd ras) en 'Ariërs'. De witte figuurtjes gaven de 'ariërs' weer; de zwarte figuurtjes de Joden; en de grijze figuurtjes gaven de mischlinge weer.
De Nazi's fixeerden zich op het definiëren van de "volbloed Jood" als een persoon die drie Joodse grootouders heeft. Diegenen met minder werden mischlinge genoemd waarin 2 gradaties waren: eerste graad - twee Joodse grootouders; tweede graad - één Joodse grootouder.
Na de Nuremberg Wetten van 1935, werden nog een tiental Nazi decreten uitgevaardigt die de Joden volledig buiten de wet stelden, waardoor hen alle menselijke rechten ontnomen werden.