VAN STENDAL TOT STENDAL
![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
Op 17 augustus 2001 staan we op het station van Stendal voor een fietstocht van drie weken door de voormalige DDR. We hebben al veel gelezen over wegen met kinderkopjes en betonplaten en dat soort ongerief voor fietsers. Maar nu de werkelijkheid !
We overnachten op campings in onze eigen tent en we koken zelf op ons Camping Gaz-je Bleuet 270 micro. Met onze 23kg achterop rijden we door Stendal om er drie weken later weer te eindigen. In de laatste straat die uitkomt op het fietspad naar Wischer maken we al kennis met de gevreesde kinderkopjes. Je ogen dansen door je hoofd en we vluchten naar de stoep waar je tenminste normaal kunt rijden. Al spoedig blijkt dat alle fietsers dat doen.
Buiten de stad gaat de straat over in een onverharde bosweg met apart fietspad.
Het is prachtig weer en door een mooi bos peddelen we zonder problemen naar onze eerste camping in Wischer.
De komende drie weken gaan we het Ruppiner land, De Mecklenburgische Seenplatte, het Nationale Park de Müritz en een aantal eilanden aan de Oostzeekust doorkruisen. Het zullen geweldige vakantiegebieden blijken te zijn die voor ons Nederlanders vrijwel niet bekend zijn. We komen er voor een deel bekende landschappen tegen zoals het coulissenlandschap en Veluwe-achtige landschappen maar ook akkers die zo ver reiken als het oog kan zien. Verder het typische Boddenlandschaft in het Nationale Park Vorpommersche Boddenlandschaft en de andere eilanden.
De meren van de Mecklenburgische Seenplatte zijn het ideaal voor kanoërs. Ze hebben er alle faciliteiten voor onder andere het overzetten van kano's, hoewel de meeste meren met elkaar in verbinding staan. Verder zijn de campings speciaal op ze ingericht.
Naast al dat moois zullen we er ook achter komen dat de verbindingszone tussen de Mecklenburgische Seenplatte en de eilanden een ontouristisch agrarisch gebied is met louter tweebaans autowegen waar keihard gereden wordt. We durven het daar voor fietsers rustig risicovol te noemen. Als we op onze etappe van Born naar Stralsund bij keiharde zijwind rakelings door een auto worden gepasseerd is het allemaal niet leuk meer.
Bart Aardema heeft dus gelijk gekregen. In 1992 schreef hij in het september/oktober nummer van Op Pad dat een wegwerker voorspelde dat er in het voormalige DDR gebied over een paar jaar net zo hard zou worden gereden als in de Alte Bundesrepublik. "Ik vrees dat hij gelijk zal krijgen.", schrijft hij,"Dan is het uit met het rustige fietsen over stille wegen en worden wielrijders, net als in de rest van Duitsland, verplicht gebruik te maken van de verschrikkelijke Duitse trottoirs annex fietspaden of ze worden van de weg geblazen door een Mercedes of BMW."
Overigens valt dat met die trottoirs annex fietspaden nog al mee. Daar waar nog kinderkopjes zijn moet je het trottoir op maar in rap tempo worden de wegen vernieuwd en tegelijkertijd fietspaden aangelegd. Wij hebben nog nooit zo vaak op splinternieuwe wegen en fietspaden gereden.
Wischer-Rheinsberg doen we in twee etappes. Vanuit Wischer gaan we naar Arneburg en steken daar met een gierpont de Elbe over. Arneburg is een rustig stadje van het Zuid Limburgse soort. We dachten er op zaterdagmorgen boodschappen te kunnen doen maar om 11 uur zijn alle winkels al dicht. Zelf eten klaarmaken is er dit weekend dus niet bij. De broodmaaltijden zullen we moeten doen met de "frische Brödchen" van de campings en onze voorraad uit Nederland. Over de kinderhoofdjes en over de stoepen koersen we naar de pond. Het laatste stuk is een weg vol kuilen. Op de pont krijgen we een mooi uitzicht op de rivier en daarna koersen we af op Havelberg. We komen door oude plaatsjes en bossen die aan de Veluwe doen denken. Af en toe krijgen we het uitzicht op een coulissenlandschap zoals je dat in de buurt van Winterswijk ook
hebt. Tegen drieën zijn we in Havelberg. De brug over de Havel geeft een mooi uitzicht op de kade van de stad. We rijden door het mooie oude stadje en komen dan op een autoweg die dwars door de bossen loopt. Bij Kümmernitz kiezen we de verkeerde weg. We komen op een landweg terecht die door een prachtige omgeving loopt. We passeren een kudde schapen waar ooievaars onbekommerd tussendoor lopen. Omdat we herhaaldelijk moeten omfietsen door het slechte wegdek komen we pas tegen half zeven in de camping van Wusterhausen aan, onze kampeerplaats voor deze nacht.
De tweede etappe gaat van Wusterhausen, via Neuruppin, naar een camping ergens in de buurt van Rheinsberg. Wusterhausen is een plaatsje met het in Duits sprekende landen bekende ruime marktplein in het midden met rondom vakwerkhuizen. Als we er doorheen zijn gaan we over een verharde weg door een echt landbouwgebied. Het lijkt hier op Zuid Limburg met overal bruine aarde. We komen langs onafzienbare arealen met graan en soms aardappelen. In Gottberg nemen we de verkeerde weg langs de autobahn. Gelukkig loopt er een fietspad langs. De lucht wordt steeds donkerder en na verloop van tijd begint het te regenen. Met onze regenpakken aan karren we over een enorme brug. Uiteindelijk komen we tegen lunchtijd in Neuruppin. We vinden een gezellig restaurant met degelijke " Hausmannskost". Het zit er hardstikke vol en we krijgen een plaatsje bij anderen aan tafel. De eigenares verzekert ons dat dat hier de gewoonte is en we hoeven ons niet te generen. We bestellen Zanderfilet uit de Rhin. Het smaakt allemaal even heerlijk en na dit uurtje beschaving klimmen we weer op de fiets richting Rheinsberg.
We moeten eerst een stuk over de kasseien en dus zoeken we de stoep op. Na Neuruppin komen we al bij de eerste meren terecht. We passeren het sluisje bij de Molchowsee dat een aparte overhaal heeft voor de kano's. Het wordt een prachtige tocht door de bossen langs de Molchow-, Tietzen-,Zermützel- en Tornowsee. Door bordjes gedwongen moeten we van de kaart afwijken en wordt het een zoektocht met beurtelings raadplegen van kaart, plattegronden langs bospaden en bordjes om richting Braunsberg uit te komen. Vanaf Braunsberg gaan we over de verharde weg naar Rheinsberg. Het is hier heuvelachtig met mooie vergezichten over bossen en graanvelden.
We besluiten de camping aan de Rheinsbergersee,die op de kaart als D99 staat aangegeven ("Campingplatz "Warenthin""), voor die nacht te kiezen. We rijden door prachtige donkere bossen. De keerzijde is dat we ook hier moeten zoeken om goed uit te komen. Maar tegen vijven zijn we er en zetten onze tent op het kanoveldje op. In tegenstelling tot de twee eerdere campings is dit maar een primitieve boel. Hij ligt echter prachtig aan het meer.
Gisteren zijn we al ongemerkt de Mecklenburgische Seenplatte binnengereden, het hele merengebied ten noorden van Rheinsberg. Vandaag fietsen we langs de prachtige meren ten zuiden van het Nationale Park de Müritz.naar kaartje Müritz. De route gaat langs de Rheinsberger See naar Zechliner Hütte en dan via de Fleeth Müle naar Mirow, Roggentin en Zwenzow.
De damp uit het meer heeft alles op het kanoveldje nat gemaakt. Omdat we geen zin hebben om te wachten tot de zon de boel heeft opgedroogd pakken we een kletsnatte tent in. We zetten onze tocht door bossen en langs meren voort en gaan eerst naar Zechliner Hütte. We fietsen over een harde zandweg en zien af en toe een meer of een verbindingskreek. Na Zechliner Hütte slalommen we tussen een aantal meren door naar de Fleeth Mühle. We drinken daar in een campingrestaurant "koffie met". Het is ook hier een echte kanocamping tussen de meren Rätzsee en Vilzsee met allerlei faciliteiten om de kano over te zetten. Bij de Mühle is het een drukte van belang omdat hij net de afgelopen nacht is afgebrand. Als de koffie op is gaan we richting Mirow. Bij Peetsch komen we het bos uit. Het is voor Nederlandse begrippen onvoorstelbaar dat we er een dag geleden indoken. We rijden over een verharde weg met links en rechts de eindeloze korenvelden van Oost Duitsland.
Mirow is een leuk plaatsje. We lunchen op het pleintje tegenover het Gemeentehuis. Als we alles op hebben gaan we naar een fietsenzaak om te zien of ze een geschikte fietsbroek hebben. Han gebruikt namelijk al vanaf Wischer een trainingsbroek als fietsbroek omdat hij last kreeg van doorzitten. Het wordt tijd daar iets definitiefs voor te vinden. Helaas is er niets in voorraad en zo blijft de trainingsbroek tot het einde van de vakantie zijn functie vervullen.
Na Mirow rijden we langs de Mirower See via Granzow naar Roggentin. We willen naar de camping Hexenwäldchen in Blankenforde Kakeldütt. Na enig gezoek en gevraag vinden we hem maar we vinden hem te vies en te vol. Blijkbaar vinden anderen dat ook want wij zijn niet de enigen die rechtsomkeert maken. We gaan dezelfde weg terug tot aan het kruispunt en gaan linksaf naar Zwenzow. Gelukkig vinden we daar wel een goede camping van de Haveltourist organisatie. Het valt op dat alle campings die in privé handen zijn primitief zijn en als ze deel uit maken van een grote organisatie goed zijn. Met een uitzondering waren alle campings die we bezochten boscampings. Dat brengt met zich mee dat, ook bij de goede, de douchegelegenheden moeilijk zijn schoon te houden. Er zijn dan ook overal trekkers neergezet met de stille uitnodiging vieze voetstappen weg te halen.
Onze camping ligt aan de Groszer Labussee en uiteraard zijn de kanoërs daar weer ruim vertegenwoordigd. In Zwenzow wordt druk geïnvesteerd in vakantieverblijven en nieuwe wegen. We blijven hier een dag over om een fietstocht door de omgeving te maken. We maken een rondtour Zwenzow-Wesenberg-Seewalde-Wüstrow-Ahrensberg-Wesenberg-Zwenzow. Het is weer een gebied van bossen, meren en akkers. In de kampwinkel kopen we nog een modelletje van een "Trabbi", de Trabant. Wat in Nederland de klomp is in Oost Duitsland de Trabbi: bij een enkeling nog in gebruik maar verder geliefd bij verzamelaars en toeristen.
De volgende dag is ons einddoel Waren dat aan de Müritz ligt. Omdat de camping ons daar te massaal is komen we in Jabel terecht, aan de Kölpinsee. We fietsen via Blankenforde Kakeldütt, Babke en Boek. Voorbij Babke worden de bospaden heel mul en moeten we vaak lopen. Boek is heel toeristisch en eigenlijk niet veel meer dan een verzameling hotels en restaurants en het eindpunt van de bus uit Waren die ook fietsen meeneemt. Verder is er een bezoekerscentrum van het National Park Müritz. Voorbij Boek duiken we het National Park Müritz in. We doorsnijden alleen het noordwestelijke puntje. De rest moeten we noodgedwongen tot een andere keer uitstellen omdat we ook het kustgebied van de Oostzee nog willen doen. We rijden een eind langs de Müritz en komen over een pad met veel bruggetjes waar je telkens van de fiets af moet.
Waren is het watersportcentrum van de Müritz. Het is er heel gezellig met terrasjes aan de haven en een gezellig centrum. In een winkel voor scheepsbenodigdheden aan de haven kopen we een nieuwe tank voor het Camping Gazje. Na een bezoek aan de supermarkt wordt het tijd een camping te zoeken. Zoals gezegd, bevalt de camping van Waren ons niet en we besluiten naar Jabel, zo'n 12 km verderop te gaan. De camping moet het terrein delen met een jachthaven. Daarom moet je een sleutel hebben voor toiletten, douche en water. Wegens een misverstand krijgen we die pas de volgende morgen. Voor die tijd behelpen we ons voor het eten met het camping restaurant en voor de rest met het gemeente toilet waar je 50 pfennig voor nodig hebt.
We blijven hier een dag over om een fietstocht door de omgeving te maken. We gaan naar Klink, Malchow, Nossentin en dan weer terug naar Jabel. Het is dus een rondje Kölpinsee en Fleesensee.
We fietsen eerst de weg van gisteren terug naar Waren langs de Jabelsee. Het is een prachtige asfaltweg om de Jabelsee heen en je ziet Jabel met z'n torenspitsen aan de overkant liggen. Dan rijden we langs een wisentreservaat en daarna door het bos en door de camping van Waren heen naar Klink. In Klink staat een imposant kasteel dat tot superduur hotel is omgebouwd. We lopen om het hotel heen naar boven tot in het dorp en nemen dan de weg naar Malchow. We rijden over een rustige weg en door een prachtig landschap. Helaas fototoestel vergeten. In Malchow staat een prachtig klooster. We gaan thee en water drinken in een restaurant aan het water. Er leggen daar veel zeilboten aan. Dat is ook logisch want Malchow ligt aan de Malchowersee die de verbinding vormt tussen Kölpinsee, Fleesensee en Plauersee. Daarna gaan we terug naar de camping via Silz en Nossentin. We krijgen een prachtig uitzicht op de Fleesensee wat we helaas niet op de foto kunnen zetten.
Vandaag de etappe via Krakow am See naar Schwaan. Tot Krakow rijden we door het Naturpark Nossentiner Schwinzerheide. Onderweg komen we een gezelschap tegen in Amerikaanse sfeer met huifkar en twee mannen en twee kinderen te paard. Aan de huifkar hangt een Amerikaanse vlag en een vlag van de Zuidelijke Staten. Ondertussen rijden we door een dennenbos later gevolgd door beuken-, eiken- en berkenbossen. Afgezien van de huifkar komen we verder niemand tegen zodat de stilte er de overhand heeft.
Op het kruispunt bij de Lipstowersee staat een oergezellig restaurant met een gaanderij aan de voorkant waar we koffie drinken. Na een tijdje komt het huifkargezelschap ook weer opdagen. Eerst slaan ze een verkeerde weg in en als ze moeten draaien laten ze zien dat ze kunnen mennen en paardrijden.
Tegen half een zijn we in Krakow. Op een bankje vlakbij een druk kruispunt eten we onze boterhammen op. Hier krijgen we de kans een Trabbi op de foto te zetten.
Om tijd te winnen besluiten we via de rechtstreekse weg naar Schwaan te fietsen. Een gedeelte gaat over het fietspad en een gedeelte over de drukke weg. Het is zeer heuvelachtige en we komen akkers tegen zover als je maar kunt kijken.
Tegen vijven zijn we in de camping van Schwaan. Eerst een hele grote cola tegen de dorst en daarna inschrijven. Voor het eerst wordt naar ons Internationale kampeercarnet gevraagd. En hierna is dat bij alle campings het geval totdat we het gebied langs de Oostzeekust weer verlaten. We krijgen een magneetsleutel mee voor douches en toilet. Zoals alle campings in het gebied dat we bezoeken is dit ook weer een echte boscamping. We zetten onze tent op in een rustig stuk aan de bosrand maar na twee uur staat het er vol met trekkerstentjes. Als het al donker is komen we de oorzaak aan de weet. Een grote groep motorrijders komt binnenronken die de rest van het terrein in beslag nemen.
Voor we weg gaan proberen we in een van de winkels van de camping een Camping Gazje te pakken te krijgen. Helaas hebben ze alleen maar grote. Ondersteund door het nog steeds prachtige weer beginnen we daarna aan onze kusttocht van 8 dagen tot Stahlbrode.
We rijden over een prachtige kustweg, deels bos deels open langs het strand. Overal zijn vakantiehuisjes in aanbouw of verbouw en de fietspaden zijn overal nieuw. In Dierhagen gaan we koffie drinken en kaarten schrijven naar het thuisfront. In een soort winkelcentrumpje voor strandgangers doen we de kaarten op de bus en doen we weer een vergeefse poging een Camping Gazje te bemachtigen. Wel tikken we voor Tineke een geschikte zonnepet op de kop die ze hard nodig heeft. Na Dierhagen rijden we over de landengte Fischland het Nationalpark Vorpommersche Boddenlandschaft binnen. Links de Oostzee en rechts de Saaler Bodden. Bodden zijn strandmeren. Het eiland Darsz en Zingst is door deze Bodden van het vaste land gescheiden. Het is de tiende dag van onze vakantie en almaar mooi weer. Op een gegeven moment buigt het fietspad scherp naar rechts. Na ongeveer een kilometer komen we bij een intiem jachthaventje bij Althagen aan de Saaler Bodden. De weg loopt verder langs de Bodden door naar Born. Omdat het nog vroeg genoeg is maken we een ommetje naar Prerow. Als we Fischland hebben verlaten rijden we dwars door de bossen. Er is daar gelukkig een goede bewegwijzering. Maar zoals zo vaak in het Oost Duitse gebied houdt die plotseling op en moet je het verder maar zelf uitzoeken. Hobbelend over de betonplaten maar door prachtig bos zijn we
rond 4 uur bij de vuurtoren van Prerow en het strand. Het is een breed zandstrand zoals we dat in Nederland ook kennen. Via de mooie bosroute en de betonplaten gaan we weer terug, op weg naar Born, om onze camping op te zoeken. Het is een mooie camping, weer van de Regenbogen organisatie maar wel duur. DM 40,= per nacht voor z'n tweeën en het douchen is gratis. We staan onder de bomen maar de ondergrond is duinzand en om te kamperen ideaal. Het is overigens echt een camping voor surfers.
's Nachts barsten er een aantal onweersbuien los en slaat het weer om. De volgende morgen regent het nog steeds en staat de camping vol water. We hadden toch al besloten deze dag de was te doen en daarom dwarsboomt het ons niet. Terwijl de wasmachine staat te draaien gaan we puzzelen, koffie drinken en de "Norddeutsche Neueste Nachrichten" lezen. Er staat onder andere een artikel in dat er op de Oost Duitse wegen veel te hard wordt gereden. Iets wat wij ook al ervaren hebben. Hun website, www.nnn.de, bevat overigens een schat aan informatie over het Noord Duitse gebied. 's Middags is het droog en gaan we wandelen langs de Saaler Bodden.
's Avonds ziet het weer er dreigend uit en waait het hard. Die nacht en ook de volgende dag blijft het droog maar blijft het ook keihard waaien.
Ons volgende einddoel is Stralsund. We fietsen eerst een heel eind langs de Bodstedter Bodden naar Prerow. Het is een prachtige fietsroute door het plaatsje Born en afwisselend dwars door het bos en dan weer open gebied waarbij je uitzicht hebt op de Bodden. Na Wieck wordt het een worsteling tegen de betonplaten en de wind tot we in Prerow zijn. Tegen half twaalf zijn we in het haventje en drinken daar koffie bij een vis- en friettentje. Over klandizie hebben ze niet te klagen want allerlei boten met touristen leggen er aan en lossen daar hun lading.
Daarna gaat het oostwaards over een splinternieuw fietspad richting Ostseebad Zingst. Voor het lapje vliegen we over de weg terwijl onze tegenliggers een wanhopige worsteling met de wind voeren. We hebben zo alle gelegenheid van het uitzicht op de nu ruw geworden Oostzee te genieten. In no time zijn we op de splitsing waar we rechtsaf moeten naar Barth. Omdat we voor het grootste deel beschut rijden hebben we niet te veel last van de wind. In Barth maken we nog een foto van de stadspoort. Na Barth suizen we, weer met de wind in de rug, van de Glowitzer berg af. In Grosz Kordshagen eten we, beschut tegen de wind, een boterham in een kinderspeelplaatsje. Het grenst aan een blok typische DDR-flats waar dit deel van Duitsland vol mee staat. Het blok is keurig gerenoveerd met uitzondering van de rij bergingen die er achter staat en die laten zien hoe het er oorspronkelijk allemaal uit heeft gezien. We vervolgen onze weg tot even voorbij Lassentin en gaan dan linksaf, richting Altenpleen. Hier krijgen we de wind van opzij. En terwijl we proberen zo recht mogelijk te rijden suist ons een auto rakelings voorbij zodat de lol er op dat moment van af is.
Via Altenpleen en Preetz komen we op het kruispunt van de autoweg naar Stralsund. Omdat daar een (splinternieuw) fietspad is nemen we die weg. Plotseling houdt het fietspad op en moeten we onze strijd tegen wind en auto's hervatten. Na ongeveer 1 km zijn stratenmakers bezig aan een nieuw fietspad en even verder kunnen we op het gereed gekomen gedeelte in alle rust onze weg vervolgen. In Stralsund blijven we langs de Strelasund fietsen en komen zo in de haven terecht. In een winkel voor scheepsbenodigdheden proberen we weer een Camping Gaz tankje te bemachtigen en het wordt helaas maar een CV 270 tankje dat zo weer leeg is. Daarna boodschappen in een supermarkt en als een haas door naar de camping. Over de Rügendamm fietsen we in een vreselijke wind naar Altefähr. Om kwart over zes zijn we er.
De camping ligt op een smalle strook grond en doet ons heel erg denken aan die van Passau op de Donau-route. Na een nacht regen en stormachtige wind stonden we op met zon en veel minder wind. We blijven gedwongen een dag over omdat we in Stralsund een gastankje moeten vinden. Eerst in Altefähr nog boodschappen gedaan. Toen hobbeldehobbel over de kinderhoofdjes van Altefähr naar de Rügendamm en Stralsund. In Stralsund foto's gemaakt van een aantal prachtig gerestaureerde koopmanshuizen uit de Hanzetijd. In het geheel gerenoveerde winkelcentrum, in de Heilgeiststrasze, in het oude centrum van de stad vonden we eindelijk een trekkingwinkel,"On Tour", die de vereiste tankjes type CV 470 in voorraad had. Door de ervaring wijs geworden hebben we er meteen maar twee gekocht.
's Middags was er nog tijd voor een fietstochtje. We fietsen alvast een stukje van de route van morgen. Eerst langs de Strelasund en dan langs de Kubitzer Bodden. We fietsen met links van ons het water en rechts eindeloos akkerland en windmolens. Het is intussen weer warm geworden en we krijgen onderweg nog de kans een geparkeerde Trabbi te fotograferen. Na een paar kilometer betonplaten loopt ons pad in de buurt van Grabitz vlak bij zee dood. Als we terug komen in de camping blijken er nog meer Nederlandse tentjes bijgekomen te zijn. Dat is uitzonderlijk omdat we tot nu toe niet veel Nederlanders zijn tegengekomen.
Vandaag gaan we naar het eiland Wittow. Het weer is volledig wat het zijn moet. Het wordt een tocht over bospaden, zandwegen en betonplaten. Er wordt overal volop geoogst en door de oogstmachines stuift het verschrikkelijk. De dorpjes waar we doorheen komen zijn heel eenvoudig en hebben zonder uitzondering kinderkopjes als plaveisel. Op onze weg door Unrow worden we verrast door een splinternieuw buitenverblijf met de allures van een paleisje. Je vraagt je af welke bons dat nou weer heeft laten neerzetten. In Gingst gaan we koffieën in een alleraardigst restaurant aan een groot plein, aan het einde van de Karl Marxstrasze. Daar vernemen we dat het buitenverblijf voor DM 8,9 mln. is neergezet door een West Duitse meubelhandelaar. Het wordt bewoond door zegge en schrijve een man met z'n vrouw en een kind en een huishoudster.
Via Trent komen we daarna bij de Wittower Fähre. De oversteek ligt tussen de Rassower Strom en de Breetzer Bodden en is opwindend en mooi als alle oversteken vlak bij zee. Aan de overkant wordt een geparkeerde Trabbi weer het slachtoffer van ons fototoestel. We fietsen vervolgens langs de Wieker Bodden met weer links het water en rechts de korenvelden. Wiek lijkt een beetje op een Texels dorp. We eindigen onze etappe van vandaag op de camping van Nonnevitz, een Regenbogen camping. Het is weer een echte boscamping. In het hoogseizoen moet het hier stervensdruk zijn. We zetten een tent op die nog kletsnat is van de ochtenddauw uit Altefähr. Hierna koken, eten en afwassen. Het is nu 30 augustus en het begint al aardig vroeg donker te worden. Dat is wel lastig omdat het afwassen tegenwoordig in het donker moet gebeuren, tenzij je al om vier uur stopt met fietsen.
Onze volgende etappe gaat langs Kap Arkona en dat wordt dus een mooie tocht. Kap Arkona en de Wittower noordkust lijkt veel op de Bretonse kust. Je kijkt steil naar beneden en het strand is smal. Het is helder weer en er staat een harde oostenwind wat ideaal is voor dit soort landschappen. De zee is ruw en de zeilschepen met hun volle zeilen komen daar prachtig tegen uit. De tocht langs de kust gaat vrijwel helemaal door bos met hier en daar mooie doorkijkjes op zee en de steile kust. Voordeel is bovendien dat we op deze manier vrijwel geen last hebben van de tegenwind. Na een paar flinke klimmen tegen de duinen op zijn we op de kaap. Je kunt daar alle kanten uit kijken en we zien zeilschepen die tegen de wind moeten opboksen maar ook andere die met uitgedraaid grootzeil voor de wind uit vliegen. Als je je daarna omdraait en je kijkt landinwaarts onderga je een anti climax. Onderaan de kaap staat een complex foeilelijke bouwsels met faciliteiten voor onder andere toeristen. Na koffie drinken en kaartje schrijven gaan we naar Vitt. Dat is een oud vissersdorp dat nu helemaal van de toeristen bestaat. Op het smalle strand verkopen ze er vis in een primitief stalletje. Vanaf deze plaats kan je een mooie foto maken van Kap Arkona. Na onze lunch gaan we verder in zuidelijke richting naar Glowe. Omdat we voortdurend worden beschermd door een wal hebben we geen last van de harde oostenwind. Via een landengte komen we op het eiland Jasmund. De landengte heeft een prachtig fietspad door bosachtig gebied. In Glowe doen we boodschappen en gaan daarna met volle tassen naar bestemming Hagen. In Nardevitz pauseren we even met Sultana's. Het is een rustiek dorpje en we nemen een foto van een fotogeniek punt. Hierna de laatste ruk naar Hagen. Het is een weg met een hoop vervelende hellingen. Op het kruispunt Hagen/Lohme zien we het richtingbord voor de camping aan voor de camping in Lohme. Daarom gaan we rechtsaf naar Hagen wat ons een forse laatste krachtsinspanning die dag kost omdat Hagen op een steile berg ligt. Onverrichterzake sjeezen we na een tijdje de berg weer af terug naar het kruispunt en komen dan op de camping. Het is een echte boscamping. Hij is in privé handen en dus primitief. De camping bestaat uit een laag gelegen middenveld voor de caravans en een hoog gelegen bos daaromheen voor de tenten. Omdat het bos te kil en te zanderig is prefereren de tentkampeerders toch de bosrand met wat grasbegroeiïng en een betere temperatuur.
De volgende dag blijven we een dag hier staan om tochtjes in de omgeving te maken. 's Morgens uiteraard weer frische Brötchen en dan op weg, eerst naar Sassnitz. We willen daar onder andere uitzoeken of er morgen een veerboot naar Usedom gaat. We komen er zolangzamerhand achter dat Jasmund een bergachtig eiland is met heel veel hellingen. We stijgen en dalen tot we in Sassnitz zijn waar onze rit eindigt in een dolle vaart over de kinderkopjes zodat alles voor je ogen trilt. Het blijkt een alleraardigst havenstadje te zijn met een drukke haven en gezellige terrasjes. Er zijn een aantal kiosken waar tickets voor Butterfahrten en rondvaarten worden verkocht. We kunnen mee naar Usedom maar het vertrek is morgenochtend 8 uur. Dat betekent 5 uur opstaan en we weten niet of we dat opbrengen. Met deze informatie in ons achterhoofd gaan we eerst maar eens op een terrasje zitten en daarna een wandelingetje over de boulevard maken. Er staat een kast van een hotel uit de oude gloriedagen van het Kurhaustoerisme. De rest van de dag besteden we aan een bezoek aan de Königsstuhl en de krijtrotsen. We stijgen en dalen weer zo'n anderhalf uur met een laatste forse klim aan het eind. Samen met het talrijke publiek genieten we van het mooie uitzicht en de bijzondere kustlijn met de krijtrotsen. Van daar uit fietsen we door de bossen terug naar de camping.
's Avonds gaat het regenen en stormen. We trekken ons terug in de tent en gaan vroeg slapen. We hebben nog steeds niet besloten of we om vijf uur op zullen staan. 's Nachts houden de regen en de storm aan en dat is een mooi excuus om maar gewoon om zeven uur op te staan en via Stahlbrode aan onze terugtocht naar Stendal te beginnen. Het weer is omgeslagen en het is ons duidelijk dat het ook niet meer goed wordt. Met nog een week voor de terugtocht hebben we er dan drie weken op zitten en dat vinden we wel genoeg. Het is zondag en met, gelukkig, droog weer stijgen en dalen we weer naar Sassnitz met die venijnige knobbel voor Hagen aan het begin. Weer suizen we de laatste helling voor Sassnitz af en stormen over de kinderkopjes de stad binnen. Daar is het "koffie met".
Als alles op is gaan we op weg, richting Binz. We komen langs de veerhaven van Sassnitz en gaan een kijkje nemen of er misschien niet toch een veerboot naar Schwinemünde, Usedom, gaat. Maar nee, er gaan alleen boten naar Russische of Zweedse havens. Dus dan maar door naar Binz. Onderweg komen we langs de spookstad Prora. Het is een propagandistisch NAZI project van de organisatie "Kraft durch Freude" uit de jaren dertig. Het bestaat uit een 4,5 km lang flatgebouw aan zee van 6 verdiepingen, bedoeld als vakantiekolonie voor de gewone man, waar per jaar 20.000 mensen konden recreëeren. In de DDR tijd is het in gebruik geweest voor het leger. We gaan er een kijkje nemen en ontwaren er een 4,5 km lange ellende van gapende vensters en een zich voortdurend herhalende indeling van flats en trappenhuizen. Het gebouw is nog gedeeltelijk in gebruik voor de huisvesting van een museum over het project en de NAZI tijd, een aantal kunsttentoonstellingen en zelfs een kindercrêche. Enigzins mistroostig verlaten we dit trieste oord van fantasieloosheid en verval.
Voor Binz gaan we rechtsaf en nemen daarna een fietspad door een mooi heuvelachtig bos naar Pankow. We willen er warm eten maar de zondagsrust is compleet. Met een voortdurend gehobbel over de kinderkopjes gaan we daarom door naar Putbus. Het is de voormalige zomerresidentie van de kroonprins en een prachtige stad. Veel van de historische gebouwen worden gerestaureerd.
Via Garz komen we tegen vijf uur in de miezerige regen bij de veerboot naar Stahlbrode. Eenmaal aan de overkant, hebben we de camping snel gevonden. Het is een kleine camping die heel mooi aan de Strelasund ligt. Bij onze aankomst is het zowaar droog en we zetten de tent zo snel mogelijk op. Voor onze uitgestelde warme maaltijd gaan we in Stahlbrode naar een Italiaans restaurant. Het eten is er werkelijk voortreffelijk. We vragen ons af hoe een dergelijk restaurant in dit gat met alleen een jachthaven, kan bestaan. De eigenaar, een Italiaan, geeft zelf de verklaring door zijn bedrijf een catastrofe te noemen. Hij zit er nu ruim een jaar en vertrekt binnenkort naar Greifswald waar hij nog een bedrijf heeft.
Die nacht is het rustig weer en 's morgens is het zonnig maar fris. We gaan via Grimmen naar Dargun. We beginnen haast te krijgen om a.s. zaterdag in Wischer te zijn en nemen daarom van nu af aan telkens de meest gerichte weg. We fietsen in een keer door naar Grimmen en nemen om de beurt de kop. Afwisselend rijden we over fietspaden en drukke autowegen. Het is uitsluitend agrarisch gebied en in de plaatsjes waar we doorkomen is geen kip te beleven. Grimmen is een leuk plaatsje en op het marktplein tegenover het raadhuis drinken we koffie en nemen een paar foto's. De zon schijnt nog steeds en het begint zowaar lekker warm te worden. Na boodschappen en lunchboterham eten naast de kerk gaan we op weg naar Dargun.
We rijden over een drukke weg naar Demmin. Net als het eerste stuk is alles saai en agrarisch. Ongeveer 10 km voor Dargun begint het te regenen. Het wordt steeds donkerder en op het laatst giet het van de regen. Dargun ligt aan een meertje en volgens de kaart ligt de camping aan de overkant. We komen in een soort recreatiebos terecht en in de gietende regen volgen we de weg die op een plattegrond bij de ingang staat aangegeven. Hoe we ook zoeken, geen camping te vinden. Het is tegen zevenen en tijd om een hotel op te zoeken. We nemen onze intrek in Hotel "Deutsches Haus". In onze kamer hangen we onze natte spullen over klerenhaken en stoelen. Behalve twee Nederlandse vrachtautochauffeurs zijn we de enige gasten. Het treft ons dat zowel hotel als situatie veel overeenkomst vertonen met ons verblijf in Incisa in Toscane. Overigens vertelt de hoteleigenaar dat de camping al jaren niet meer bestaat.
Ons einddoel voor de volgende dag is Dahmen aan de zuidrand van de Malchiner See. We nemen het fietspad aan de oostkant van de Kummerower See. We moeten daarvoor eerst met het pontje de rivier de Peene oversteken. Na een klap met een hamer tegen een hangende buis komt de pontbaas tevoorschijn en worden we overgezet. De weg langs het meer is erg heuvelachtig. Het is bovendien een zandpad dat door de regen van de vorige dag moeilijk te berijden is. Na allerlei saaie dorpjes komen we in Malchin waar we koffie drinken in een koffietent aan de Marcusplatz. Aan de overkant zien we een hotel dat ook al Marcus heet en er is een gedenkteken waaruit blijkt dat Siegfried Marcus de twee- en de drietakt motor heeft uitgevonden.
Gesterkt beginnen we aan het tweede deel van de etappe. We verlaten Malchin aan de noordkant en volgen een drukke weg richting westoever van de Malchiner See. Al snel komen we in Remplin in een file terecht wegens wegwerkzaamheden. Tenslotte belanden we op een afschuwelijke weg vol gaten, kuilen en betonplaten die langs de westoever loopt. Vlakbij Bristow begeeft een van Tinekes spaken het en boort zich in de binnenband. Hij is niet meer te plakken en omdat we geen reserveband hebben is goede raad duur. Er rest ons niets anders dan een taxibus te laten komen om ons op te halen. Er is echter in de wijde omgeving geen taxibedrijf bereid twee mensen met twee fietsen op te komen halen. Dankzij een paar hulpvaardige mensen uit Bristow komen we tenslotte in Malchin terecht en logeren we die nacht in het eerder genoemde hotel Marcus. Het blijkt bovendien een erkend fietsvriendelijk hotel te zijn. En zo logeren we voor de tweede achtereenvolgende nacht in een hotel!
's Morgens is onze eerste gang naar een fietsenmaker. Na een uur is alles gerepareerd en vertrekken we voor de tweede maal uit Malchin. We willen, wegens de verloren tijd, vandaag minimaal in Waren komen maar het liefst nog een eind verder. Ditmaal nemen we een vlakkere en rechtstreeksere weg dan gisteren. De weg is weliswaar heuvelachtig maar om het ritme er weer in te krijgen douwen we flink door en zijn in twee uur tijds in Waren. Daar uiteraard de tijd genomen voor een lekkere koffie en een lunch. Intussen drijven er voortdurend wolken over de Müritz en in een korte regenbui vertrekken we met bestemming Boek.
Net als op de heenweg doorsnijden we alleen het meest noordwestelijke puntje van het Müritz National Park. Je ondergaat meteen de charme van het gebied en je hebt het gevoel dat je er langer moet blijven. Op de camping van Boek slaan we ons tentje op. Hij is al voor een belangrijk deel verlaten en het weer en de vroege donkerte laten merken dat de zomer voorbij is. We zijn duidelijk met het naseizoen bezig. Daar staat tegenover dat je in alle gemoedsrust een goed plekje kunt uitzoeken. 's Avonds laat de Müritz zich nog een keer van z'n goede kant zien doormiddel van een mooie zonsondergang boven het meer.
De volgende morgen, zowaar alweer de voorlaatste etappe. We gaan naar Wusterhausen via Neuruppin. Ondanks de regen krijgen we de tent droog ingepakt. Gaandeweg begint het steeds harder te regenen. We fietsen door een donker boscomplex aan de oostkant van de Tietzensee. Bij Molchow gaan we, in tegenstelling tot de heenweg, aan de westkant langs de Molchowsee. We gaan over een bruggetje met een mooi uitzicht op het meer. Vervolgens linksaf naar Alt Ruppin. Als we in Neuruppin zijn komt de regen met bakken uit de hemel. Het wordt tijd dat we een restaurantje vinden. Op een groot plein, de Karl Marxstrasze, leggen we aan bij konditorei Huth. Het is een gezellig ding dat we node verlaten ook al om buiten de regen onverminderd z'n best doet. Het kost ons enig gezoek voor we de goede weg naar Wusterhausen te pakken hebben. We letten nu alleen nog maar op de kortst mogelijke route. Via een parallelweg langs het spoor met een sfeerloze bebouwing komen we op de rechtstreekse weg naar Wusterhausen terecht. Het wordt een oersaaie weg in de regen: Kränzlin, Werder, Gottberg, Kantow, Lögow, Dessow, Gartow, Wusterhausen. Met uitzondering van de laatste allemaal saaie boerendorpen waar niets te beleven valt. Tegen drieën arriveren we, kletsnat van het zweet onder onze regenpakken, in Wusterhausen. Omdat koken ons vandaag niet boeit gaan we eerst in het plaatselijke restaurant warm eten. Onze blouses zijn alleen nog maar rijp voor de drooglijn. Desondanks eten we heerlijk en tegen half vijf gaan we naar de camping. We nemen dezelfde van de vorige keer"Campingplatz Wusterhausen", maar nu hebben we ruime keus uit de verschillende "emplacements". We slagen er in de tent op te zetten terwijl het droog is. Als hij staat begint het weer te regenen maar daar zitten we dan niet meer mee. We gaan douchen en daarna theedrinken in het campingrestaurant en bestellen er ook onze broodjes voor morgenochtend.
's Nachts regent en waait het hard. De volgende morgen kunnen we in een pauze tussen de buien de tent droog krijgen en inpakken. Het blijft hard waaien uit het westen dus kunnen we het vandaag voor de kiezen krijgen. Een belangstellende campinggast die hier uit de buurt komt heeft voor ons uitgekiend hoe we het beste met de fiets in Havelberg kunnen komen. Het is een route over fietspaden vrijwel alleen door bebost gebied waar we veel beschutting hebben tegen de wind. Hoewel het niet de kortste weg is levert dat toch winst op in vergelijking tot de open weg waar je tegen de wind moet optornen. Route: Wusterhausen bij het kerkhof rechtsaf naar het riviertje de Dosse. Alles fietspad richting Neustadt. Op een gegeven moment rechtsaf naar Spiegelberg. Daarna rechtsaf en linksaf fietspad naar Goldbeck, door het bos naar Lohm en de rechtstreekse weg naar Havelberg. Je komt uit op een vijfsprong nabij Kümmernitz. Op een golvende autoweg rijden we daarna door het bos tot Havelberg. Tegen het middaguur zijn we er. Na de koffiepauze eten we in een speelparkje onze boterham op onder het afdak van een picknicktafel. Als alles op is trekken we onze regenpakken aan want het is opnieuw begonnen met regenen. We gaan naar Sandau waar we de pont over de Elbe nemen. In de buurt van Sandau rijden we door een hoop glas wat ons een lekke band kost. Gelukkig is het op dat moment droog zodat het plakken geen probleem oplevert. Een flinke brok glas wordt uit de buitenband gepeuterd waarna die er weer omheen kan.
Na de pont nemen we de weg langs de Elbe naar Arneburg. We rijden Büttnershof, Rosenhof, Altenzaun en komen dan na een haakse bocht naar rechts en vervolgens links op het terrein van een voormalige kerncentrale. Hij schijnt nooit in gebruik te zijn geweest omdat het koelwater van de Elbe niet geschikt was. Momenteel is het een bedrijventerrein met hier en daar kantoorgebouwen en opschietend gras tussen de restanten van de centrale. Tesamen met het natte asfalt, de harde wind en de donkere lucht is het maar een luguber geheel. We komen een Oostenrijks echtpaar op de fiets tegen die voor de zekerheid wat informatie willen over de weg waar wij vandaan komen. Kennelijk voelen ze zich niet helemaal je dat.
Tenslotte komen we Arneburg op een heel andere plaats binnen als op de heenweg. We zitten nu in een moderne wijk in plaats van in het oude deel. Na Arneburg rijden we over een geasfalteerde autoweg tussen de windmolens door. Rond vijf uur waaien we de camping van Wischer binnen. In verband met de te verwachten harde wind en regen moeten we zoveel mogelijk aan de oostkant van de camping gaan staan zodat de bomen maximaal beschutting geven. We krijgen het niet voor elkaar de tent geheel met droog weer op te zetten. Door in recordtempo te werken weten we de schade te beperken. We krijgen het zelfs nog voor elkaar ons potje te koken, hoewel dat door de vele wind lang duurt. Daarna afwassen, douchen en slapen. Het is dus gelukt om op zaterdag Wischer te bereiken.
Het is nu zondag en we slapen uit. Geheel volgens plan hebben we een extra dag om in Wischer over te blijven en op ons gemak in Stendal op het station de vertrektijd van de trein van morgen te controleren en lekker te gaan eten. Het bleef de hele dag afwisselend buiïg en hard waaien. 's Nachts viel de wind weg maar het bleef hard regenen. De volgende morgen is de tent omgeven door een plassenlandschap. Je moet van eilandje naar eilandje springen. Gelukkig staat onze tent op zo'n eilandje ...! Gedurende de ochtend blijft het verder droog en slechts enigzins vochtig pakken we de tent in. De trein vertrekt pas om half een en we hebben alle tijd om hem te halen. In het gloednieuwe station van Stendal pakken we nog de laatste "koffie met" om afscheid te nemen van een geweldig vakantiegebied waar we zeker volgend jaar terugkomen.