Persmededelingen

De Standaard 26 augustus 1996


Vlaams Blok doet couppoging op IJzerweide


Extreem-rechts gebruikt akelige methoden in machtsstrijd om IJzertestament

DIKSMUIDE - Het zou geen normale IJzerbedevaart worden, wisten de meeste bedevaarders die gisteren naar Diksmuide trokken. Zelfs een rake klap werd vooraf niet uitgesloten. Boven de IJzerbedevaart hingen donkere wolken, zowel weerkundig als politiek. In de soms stromende regenbuien wilden de meesten kleur geven aan de jaarlijkse bijeenkomst. Maar de politieke strijd bleef niet uit. De bodem van de IJzerweide werd het terrein van fysiek geweld; van een openlijke machtsstrijd. Het Vlaams Blok en zijn knokploegachtige satellietgroepen - een duidelijke minderheid onder de bedevaarders - deden een couppoging, uit een handboek dat kon dateren uit de jaren dertig. Blok-politici gingen als ongenode gasten op de stoelen van genodigden zitten, terwijl hun stoottroepen het ritueel luidruchtig verstoorden. Enkele heethoofden, met een waas van fanatisme voor ogen, bestormden de IJzertoren.

Boven de 69ste IJzerbedevaart hing voortdurend de spanning van een ontaarding die haaks staat op het IJzertestament. De symboliek drong aan op eenheid en verzoening. Tijdens de eucharistieviering werd het Geef Vrede Heer gezongen, terwijl het gebed voor het vaderland klonk uit volle borst: "Heer, laat het Prinsenvolk der oude Nederlanden niet ondergaan in haat, in broedertwist en schande". Aan het monument hingen ook spreuken als Wat haat vernielt en Bouwt Liefde, terwijl het IJzerbedevaartcomite zelf opriep tot "stilte, bezinning en sereniteit". Een oproep die de Blokkers onthaalden op een luid gejouw.
De politieke realiteit was omgekeerd. Vlak voor het begin wisten politici van het Vlaams Blok op de IJzerweide door te dringen tot het vak dat is gereserveerd voor genodigden. Er werd stevig geduwd en getrokken, maar de Blokkers lieten zich, als ongenodigden, niet aan de kant duwen. VU-voorzitter Bert Anciaux werd omringd door kamerleden van het Blok en Vlaams parlementslid Willy Kuijpers werd omringd door leden van Voorpost, dat zich - onder aanvoering van Luc Vermeulen - gedroeg als de Sturmabteilung van het Blok. Daarmee waren de stellingen voor de confrontatie betrokken. Ook leden van Were Di, het NSV en het VNJ, inclusief geüniformeerde fanfare, zaten klaar. Het was een meewarig beeld. Blok-politici die in de Kamer de indruk geven met twee woorden te spreken en te eten met mes en vork ontpopten zich tot opstandige pubers die hun zin niet kregen. Ze begonnen, gekleed in shirts en voorzien van fluitjes, lawaai te produceren toen Lionel Vandenberghe, voorzitter van het IJzerbedevaartcomite, aan het woord kwam. Onder het dun laagje keurigheid van deze politici uit de Wetstraat bleek een crapuleus gedrag te zitten.

Vernuft

Wat het Blok vorig jaar niet voor elkaar kreeg via zijn alternatieve betoging, en vervolgens via een statutenstrijd werd gisteren verbaal en fysiek bevochten op de IJzerweide. Onder regie van Blok-senator Wim Verreycken bliezen de Blok-politici op fluitjes, terwijl de VNJ-jeugd trommelde aan de overzijde. De geest van de jaren '30 waaide over de weide. Enig politiek vernuft was er nog wel. De Blok-politici hielden zich op de achtergrond. Ze lieten Voorpost en het VNJ het vuile werk opknappen. "Wij doen niets verkeerd", zei Blok-voorzitter Frank Vanhecke, "wij laten een protestgeluid horen." Voorpost-leider Vermeulen had zelfs grote moeite om zijn troepen onder bedwang te houden. Sommige heethoofden braken door de dranghekken en bestormden na de toespraak van Vandenberghe de IJzertoren, alsof het de bestorming van de Bastille betrof. Een dikke rij stevige figuren voorkwam een opmars op de torentrappen. Vandenberghe werd uitgejouwd zoals ook al zijn voorgangers Frans Fransen, Hendrik Borginon en Paul Daels was overkomen. Hij las de rede onverstoord voor, die inhoudelijk radicaal was, maar tactisch defensief. Hij vermeed elke vingerwijzing naar de putchisten van het Blok die echter niets meer van Vandenberghe willen weten. Extreem-rechts vindt hem té zacht en voert een persoonlijke oorlog uit op de IJzerweide, op het grafmonument van de gevallen frontsoldaten. Verontwaardigde IJzerbedevaarders spraken van een "schending, ontheiliging". De toespraak van Vandenberghe zat, handig genoeg, aan het einde van de plechtigheid omdat anders de hele IJzerbedevaart in het water zou vallen. De Vlaamse Leeuw werd als slotlied aangeheven, maar van de bezongen "fierheid" was weinig te merken. Blok-fanatici riepen "België barst" toen ze van de weide afmarcheerden, maar de breuklijn liep dwars door het IJzer-erfgoed zélf.