Dagboek van een herborist september-december 2004

 

SEPTEMBER 2004

Te plukken:

Mijn persoonlijke plant van de maand is natuurlijk Rozenwortel – Rhodiola rosea, onze Europese ginseng, of is hij meer als ginseng. Dus hier natuurlijk een monografie van deze plant, die mijn leven de laatste 4 jaar toch een beetje mede bepaald heeft. Alleen mijn vriendin heeft me nog meer beïnvloed.

Te plukken planten vooral kruiden voor de nieren en urinewegen, vele heideachtigen, bijna allemaal planten die bij blaasproblemen gebruikt worden: Beredruif (in de Drome of in je tuin)), Struikheide, Bosbesblad, Cranberry (de bessen of het sap in de supermarkt) maar ook de bloeitoppen van Echte guldenroede of nog later de Late guldenroede (Solidago).
Ook Hop ( Humulus lupulus), de bellen moeten nu geplukt worden.

1 september

Nog altijd in de bergen, nog altijd letterlijk en figuurlijk in de wolken.
Om 9 uur smorgens al weer bij een refuge. Zo vroeg op de dag, zo laat in het seizoen en zo hoog ben ik natuurlijk alleen bij de berghut. Alleen wil wel zeggen, samen met de 2 gardiennes. Ik wil mezelf tracteren, niet op gardiennes maar op koffie met tarte au rhubarbe sauvage, maar de taart is nog niet klaar of nog niet door de ezel of de helicopter gebracht, dan maar koffie met chocoladepannekoek. Een verlaat ontbijt, wel om 9 uur na bijna 2 uur wandelen.
In de afdaling langs een spectaculaire kloof ontdek ik een overvloed aan Rozenwortels. Hoe ver zouden ze mee afdalen met mij in de vallei? De laatsten zie ik rond 2000 meter op zowat 1 km van de auto. Moet ik daar gelukkig mee zijn? Een plant met ‘standing’ moet niet op een parking tussen de wielen van de auto’s komen groeien, laat dat maar over aan ordinaire soorten zoals Brandnetel en Bijvoet. Met alle respect voor deze kosmopolieten.

2 september

Weer richting naar huis, richting Bellegarde, maar eerst nog een dagje een vallei in het massief van de Ecrin verkennen. Ik rij naar Vallouise en verder tot aan het eind van de berijdbare vallei, Pré de Mme Carle op 1871 meter.

Mijmeren over geluk en gezondheid, naar aanleiding van mijn verblijf op een terrasje.

4 september

Na het geweld van de bergen en de ontdekking van de Rozenwortel, moet ik weer met beidevoeten op de grond komen, de grond van deze aarde. Dus maar weer een nuchtere monografie maken van mijn Rozenwortel.

Monografie van Rhodiola rosea - Rozenwortel

Algemene en botanische informatie

Familie : Crassulaceae – Vetplantachtigen

Naam : Arctic root (E.), Rozenwurz (D.), Rhodiole (F.)

Soorten : verwant aan de Sedum, vooral aan de Hemelsleutel – Sedum telephium
Andere verwante geslachten: Sempervivum, Kalanchoe en Briophyllum

Biotoop : Vooral in de koudere Noordelijke landen, Scandinavië en Rusland en in berggebieden boven 2000m, ook in de Alpen (Gran Paradiso). Niet inheems in Belgie. Groeit op rotsranden, morenen en gestabiliseerde puinhellingen zowel op zure als op kalkrijke vrij vochtige, zanderige? grond tot 3000m hoogte.

Etymologie : Crassus (lat.) = dik, dus dikbladigen
Rozenwortel omwille van de geur
Rhodiola van rhodiolus, naar rozen riekend, rooskleurig

Beschrijving : Pollenvormende vaste plant 10 tot 35 cm hoog, vette bladeren licht getand met dikwijls rose-purperen randen, bloemen donkergeel 4-tallig in dichte kluwens met lichte rozengeur, kokervruchten roodoranje. Wortelstokken opvallend en naar rozen reukend.

Materia medica, welk deel van de plant wordt geoogst en wanneer?

Rhodiola radix en rhizoma, de wortel en wortelstok van Rhodiola rosea (L.) Scop.
Oogst: de 2 tot 4 jaar oude wortels worden in het najaar (september / oktober) geoogst, in stukken van 3 cm gesneden en bij een temperatuur van 30 à 40° met een goede luchtcirculatie gedroogd.

Samenstelling, wat zit er in?

Phenolglycoside: vooral rhodioloside

Farmacologie

Indicatie

Andere toepassingen

Receptuur

Geschiedenis en Wetenschappelijk Onderzoek

6 september

Eindelijk telefonisch contact met onze franse lavendelkweker en distillateur Bernard. We willen 25 flessen lavendelsiroop kopen. Hij nodigt ons uit om morgenvroeg om 7.30 wilde lavendel te gaan plukken op 1500m in de montagne d’Angèle. Ik wil wel maar het komt toch wel erg onverwacht. We hebben geen wekker bij in ons Franse huis en in de namiddag hebben we een andere afspraak. Snachts wordt ik regelmatig wakker, maar smorgens ben ik dan toch net te laat. Dan maar in eigen tuin een rij Rozenwortels aangeplant, een deel van mijn oogst uit de Alpen.

7 september

Savonds toch naar Bernard onze lavendelsiroop ophalen. Zoals gewoonlijk een uitgebreid gesprek over lavendel natuurlijk, over zijn zwavelwaterbron op zijn land, over de geurkwaliteit van de etherische olie van Lavandin ‘Ayme’ (heb ik zelf nog een halve dag mee geoogst) en over het bouwen van zijn huis met het stro van lavendel.
Morgenvroeg gaat hij voor de laatste keer dit jaar wilde lavendel oogsten op 1500m, langs de zuidkant (l’Adret) van Angèle. Mijn laatste kans om mee te gaan, want we rijden overmorgen terug naar Belgie.

8 september

Om 6.30 ben ik wakker om lavendel te plukken in de Montagne d’Angele. Afspraak 7.30 in Villeperdrix.
Ik parkeer mijn auto naast Bernard zijn 4X4tje op de parking, aan de overkant van de vallei kijk ik op Bernard zijn lavendelvelden en op de plek waar zijn huis moet komen.
We wisselen hier van auto om de bergen in te trekken. Het dorp door richting Chaudebonne, eerst nog wat geasfalteerde weg die al snel overgaat in een kronkelend en steil grindpad, verderop bij de col is er gedeeltelijk weer verharde weg naar de laatste boerderij en bergerie, richting top van Montagne d’Angéle. Voorbij de boerderij de boomgrens voorbij, vinden we eerst nog veel Brem en Buxus met een beetje Lavendel en andere kruiden ertussen. Het krakkemikkige 4x4tje van Bernard kreunt naar boven, naar 1100, 1200, 1300 meter, naar steeds meer Lavendel. We stoppen op 1500meter bij de bergerie van de boer, ook de hoogtegrens van de wilde lavendel. De plantengroei op het plateau bestaat voornamelijk uit wild grasland met kruiden en op de rand (crete) steeds meer alpenplanten Sedum en Sempervivumsoorten, Wilde tijm maar ook zuiderse Wollige teucrium en Rozenkransjes. Hier zou ik, op mijn manier, wel een gebedje willen doen. Bernard prevelt ondertussen verder. Over de schapen die aan de zuidkant L’Adret grazen en die zelfs een ‘appelation’ hebben, over de koeien, die beter aan de noordkant (l’Ubac) kunnen leven, met ander, sappiger groen voedsel. Over de boer, die eigenaar is van het hele plateau 200 hectares en in de winter met zijn zoon hier op konijnen komt jagen. Niet op everzwijnen, die wroeten zich iets lager door de eikenbosjes en worden vooral door de luxejagers uit Grenoble afgeschoten.
Maar wij (Bernard en ik) komen hier vooral om lavendel te plukken. De fameuze ‘lavande sauvage’ van boven de 1000 meter met zijn uniek aroma.
Voor alle duidelijkheid, de klassieke lavendeloogst van beneden is natuurlijk al lang voorbij. Maar op 1500m is de bloei veel later, en daarbij komt dat voor het distilleren de bijna uitgebloeide bloem toppen geoogst worden. Zeg maar de kelkblaadjes, waar de meeste etherische olie in zit.
Ondertussen heeft de zon de dauw van de lavendel gedampt en kunnen we er aan beginnen. Plukzak (een vierkant doek met vier linten) om, sikkel in de hand en dan in een straal van honderd meter rond de auto de helling afspeuren naar de mooiste lavendel. Busseltjes bloemtoppen met de linkerhand vastpakken, een korte draai geven en bijna tezelfdertijd met de sikkel de stelen doorsnijden. De bosjes met een achterwaartse beweging in de bilzak laten glijden en ondertussen weer verder speuren naar nog mooiere planten. Ritmische handelingen als een ritueel: kijken, snijden, de zon steeds sterker voelen, de lavendelgeur die in je lijf dringt, langzaam het gewicht van lavendel voelen.
Het gewicht van lavendel! Dat kende ik nog niet!
Een volle zak wordt leeg geschud op een nog grotere schort, de bouras. Langzaam raakt de juteschort bedekt met blauwgrijze lavendelbloemen. Tegen de middag kunnen we met 2 bouras vol en een van geur verzadigde auto terug naar de bewoonde wereld.

9
september

Als contrast met gisteren, rijden we vandaag 950 kilometer naar Belgie. Maar eerst moeten we nog inpakken. Nog even koffie en gebak eten en drinken in het hotel. 3 kussen uitwisselen, 4 handen schudden en verdere prettige geplogenheden. En dan weg wezen, maar de eerste 50 km toch nog rustig afscheid nemen van het landschap.

S’avonds 20 uur, Belgie in zicht. De douanepoort wordt verlicht door een verblindend rode zonsondergang. Is dit het beloofde land waar we binnen rijden? Het land van de dalende zon. Rood en groen verlichte valleien, rood van de zon en groen van de regen, of is het groen van de vele kunstmest.
Ook hier is, net zoals in Bellegarde de laatste oogst nog in volle gang. Op de brug over de autostrade, in het tegenlicht van de lage zon rijdt geruisloos een tractor met pickup voorbij. Dat was ook mijn werk 40 jaar geleden bij mijn vader. In de hitte van de zomer, met het lawaai van de tractor en het stof van het stro, hooi in balen persen Hier en nu, boven de autoweg zweeft als een fata morgana, een geluidloze tractor in de koelte van de avond de angst voorbij.

10 september

Ik ontwaak in Keerbergen. Zonder zonsopgang boven de bergen.

13 september

Na een dag suffen, inspectie van het Belgisch gebeuren zowel in de wereld als in mijn tuin.

14 september

Bescheiden bellenoogst van mijn vrouwelijke hopplanten. Regen verkleurt snel de mooie lichtgroene vruchtjes.Dus op tijd oogsten.

16 september

Met cursisten de Broekeleiwandeling gemaakt in Keerbergen. Door het Natuurpuntreservaat bijna in het centrum van Keerbergen. Goed dat het er is maar spijtig genoeg een echt stikstofreservaat met Wilg, Els veel brandnetels en consoorten. Verder langs de Dijledijk een mooie afwisseling van open en gesloten landschap, maar ook de Dijle blijft toch een beetje een open riool, al schijnt het properder dan vroeger. Hoe moet het toen dan geweest zijn? We vinden geen zeldzame planten, maar toch wel planten die bij mensen-herboristen horen. Nog wat Sintjanskruid laat in bloei, sommige studenten die in juni de oogst gemist hebben, zien nu hun kans schoon om met deze late bloemetjes nog wat sintjansolie te maken. We testen even de kwaliteit. De geplette bloemknoppen kleuren wel degelijk nog rood tussen duim en wijsvinger. Dus zit er waarschijnlijk nog genoeg hypericine, een van de werkzame stoffen, in de plant om een wondgenezend en zenuwversterkend effect te geven. Naar het eind van de wandeling vinden we nog uitgebloeide teunisbloemen op een braakliggend terrein. De meest voorkomende soort is de Middelste, maar dezen hier lijken de veel zeldzamere Kleine teunisbloem wel te zijn. Dus toch nog wat zeldzaams op onze weg. Ook zelzaam zijn enkele Hemelsleutels, geen echte sleutel naar het hemels paradijs, maar wel Sedum telephium, de wilde soort van onze roodbruine herfstbloeiende vetplanten uit de siertuin. Op deze rommelige plaatsen langs de bosrand en in de buurt van de eerste bebouwing is het niet altijd duidelijk of de plantengroei echt natuurlijk is of bestaat uit weggegooide, verwilderde sierplanten. Helemaal aan het eind van de wandeling tussen de huizen en de tuintjes is er steeds meer kruisbestuiving tussen natuur en tuin, tussen kul-tuur en natuur. Ten goede en ten kwade zeker! In de berm of is het nog net in de tuin zien we, voelen we, ruiken we een statige Doornappel met witte geurende bloemen en stekelige zaaddozen. Hij heeft zijn naam Doorn-appel duidelijk niet gestolen. Zou de gemeente of de tuineigenaar weten dat hier een van de machtigste mysterieplanten uit de geschiedenis en een van de giftigste planten van het moment gezellig naast de brave geraniums en de saaie petunia’s staat te pronken. Zullen we die’ kennis’ maar geheim houden, zo voelen we ons zelf een beetje de magier van het moment.

25 september

Open bedrijf bij Ecoflora in Halle. Wij staan er om de herboristenvereniging, onze opleiding en onze reizen aan te prijzen. Freddy en medewerkers slagen er al jaren in om wilde plantjes zomaar in kleine potjes te laten groeien. Een hele prestatie vind ik, maar filosofisch gezien vind ik het ook wel wat spijtig, dat we die wildebrassen (ik bedoel de planten en niet Freddy) kunnen bedwingen. Een filosofische vraag: ‘ Is een gekweekte wilde plant nog wel een wilde plant? Heeft een gekweekt geneeskrachtig kruid nog wel de kracht van de wilde soort?
Sommige soorten laten zich ook niet makkelijk kweken. Bijvoorbeeld Gele gentiaan of Arnica. Als Freddy er dan toch in slaagt om ze aan de groei te krijgen, ben ik maar wat blij er hier enkele te kunnen kopen.

27 september

Smorgens. Thuis in Keerbergen. Marleen naar Brussel. Ik in bad met lavendelwater. Geur van gisteren uit de montagne d’Angèle.

Ik zeef 2 bokalen Hypericumtinctuur. Erg laat, de bloemen hebben ondertussen bijna 3 maand in alcohol getrokken. De sintjanskruid uit de eerst bokaal was speciaal geoogst op de langste dag, de traditioneel beste dag voor het plukken van de johannesbloemen. Deze gezeefde tinctuur is nogal troebel, alsof er veel stuifmeel en dergelijke in zit.
De sintjankruid uit de tweede bokaal was nog vroeger geoogst op 11 juli, de eerste bloemen van het seizoen die ik open zag en dan nog geoogst in mijn vroegere, nu verwilderde tuin bij Weelde Statie. Een tinctuur met een emotionele betekenis moest dit worden. Deze gezeefde tinctuur is veel helderder. Een technische kwestie? Minder stuifmeel? Beter of slechter?

OKTOBER 2004

Te oogsten

Vruchten en zaden:

Wortels:

Planten van de maand: Pompoen en Vitex agnus castus (Monikkenpeper)
Ziektes van de maand: Hormonaal stelsel, je kan beter nu menstruatieproblemen krijgen, in de overgang zitten of last krijgen van een prostaatvergroting. Veel planten die nu kunnen geoogst worden zijn juist kruiden voor het hormonale stelsel (pompoenpitten, vitexzaden, zilverkaarswortels)
Maar ook sommige planten tegen depressie zijn nu goed te oogsten en kunnen we nu en de rest van de donkere dagen goed gebruiken. Volgens de antroposofische geneeskunde zijn juist ondergrondse plantendelen (wortels) goed voor het bovenste gedeelte (hersen, zenuwstelsel) van de mens: Valeriaan, Gele gentiaan en Rozenwortel zijn nu te oogsten en ook te gebruiken. Ook de KavaKava is een goede wortel tegen angst en depressie alleen moet je dan wel naar Polynesie om hem hoogst persoonlijk te oogsten.

2 oktober

Stressles van de herboristen opleiding.

4 oktober

Hoe zou je door een lichaamshouding of lichaamsbeweging een plant kunnen nabootsen of een beetje plant kunnen worden?

Tien bewegingen om je in te leven in een plant en om er zelf beter van te worden (kruidenjoga).

  1. Duwen op de grond of je voorstellen dat je de aardbol wegduwt. Een soort wortelen.
  2. Traag stappen, in slow motion. Een plek zoeken om te wortelen.
  3. Je volledig en zeer traag uit-rekken (de snelle hopbeweging)
  4. Je langzaam oprollen naar de grond toe, alsof je in de grond wil wortelen (rozenwortelbeweging)
  5. Languit liggen op de aarde en korte bibberbewegingen maken (wortelgroei)
  6. Op handen en voeten, zo ver mogelijk uit mekaar, een buiging maken (Belladonnabeweging)
  7. Plat op je buik, met open ogen naar de grond, de aarde en haar mini-bewoners zien voorbij wandelen.
  8. Snel een helling afwandelen, zonder je hersens te gebruiken. Vertrouwen op de wijsheid van je lichaam. Opgepast, wel eerst oefenen. Ai! (de rollende keibeweging)
  9. Lang stilstaan bij een linde of een andere plant en kleine heen- en weergaande bewegingen maken met het bovenlichaam, liefst met de wind mee.
  10. Een wortel van de gele gentiaan, de rozenwortel of iets makkelijker de brandnetel met blote handen uit de grond graven en je zelf ingraven.

6 oktober

Zilverkaars wit bloeiend in de donkerte van de herfsttuin. Nog een maandje wachten om de wortels te oogsten.

8 oktober

Ekobeurs in Hasselt, nu BeterLeven beurs. De kleine herboristenvereniging ingeklemd tussen Natuurpunt en Velt.

11 oktober

De tuinverandering. Oktober en November zijn juist goede maanden om wat te veranderen. De wortels die ik rooi, kan ik gedeeltelijk gebruiken om kruidenpreparaten te maken en gedeeltelijk om een nieuwe aanplant te doen.
Een hoekje met speciale groenten volledig gerooid. Educatief en culinair interessante planten maar esthetisch voldeden ze niet in de voortuin.Was wat te rommelig.

Soorten speciale groenten :

Meewerken aan het bewaren van oude groenterassen. Kokopelli

12 oktober

Bij het parkeren in de stad Tilburg, was ik omringd door planten voor de bloedvaten. Bij het inrijden van de straat stond een hele rij ginkgo, achter een hoge muur groeiden al vele jaren statige Paardekastanjes en tussen de straatstenen van de groezelige parking bloeiden zowaar nog Boekweit. Allemaal planten met veel flavanoiden, speciaal ok rutine. Misschien een gezond mengsel voor de bejaarden achter die hoge muur?

Reeds lang gezocht, nu gevonden en gekocht bij DeSlegte, The Healing Forest, medicinal en toxic plants of the Northwest Amazonia van Schultes en Raffauf. Cardiospermum halicacabum wordt er ook in beschreven. Deze Ballonnenplant, een eenjarige klimmer met opgeblazen zaaddozen heb ik dit jaar zelf geteeld. Wij maken er een huidzalf mee tegen allergisch eczeem. Verschillende Indianenstammen dragen de zaden als armband boven de byceps om zich te beschermen tegen slangenbeten. Olie uit de zaden hebben een insectenwerende werking (Khan 1983) en extracten uit de hele plant zijn ontstekingswerend (Chandra 1984).

Guarana is een andere plant uit dezelfde familie, die in Europa enige bekendheid geniet. Een opwekkende plant te gebruiken bij sport en examen. Een cafeineplant. Merkwaardig toch hoe mensen over de hele wereld stimulerende planten gevonden hebben en ook zijn gaan gebruiken. Zouden we die planten echt nodig hebben? Maar waarom willen nu juist zoveel deskundigen uit de natuurlijke geneeskunde die planten afraden?

14 oktober

Demonstratietincturen gemaakt om een voordracht over natuurlijke cosmetica te stofferen.
Smeerwortel in alcohol, de glibberige wortel in de lengte doorgesneden, zo kunnen de slijmstoffen en allantoine goed oplossen en kunnen we toch noch de wortelstructuur observeren.
Kaasjeskruidbloemen, nu nog de laatste paarse bloemen, op olie en op alcohol of zelfs in honing laten trekken. Beter is natuurlijk in augustus, maar ik wil ook nu het oplossen van slijmstoffen en anthocyanen laten bewonderen.
Driekleurig viooltje, nog zo een dankbare plant die tot in oktober toe wil bloeien, maar ook een mooi demonstratievoorbeeld in het vrijkomen van zeepstoffen en slijmstoffen. Het effect is een dikke tinctuur, licht schuimend en slijmerig, die zelfs moeilijk door het tuitje van het druppelflesje heen geraakt. Ik probeer er samen met Zeepkruid een primitieve haarshampoo mee te maken. Echt primitief waardoor, hoe natuurlijk ook, weinig mensen hem willen gebruiken.

17 oktober

Wandelles in Weelde. Grijze dag. Rommelen, de grond omwoelen in mijn oude overwoekerde kruidentuin. Oude wortels en oude herinneringen komen boven. Ik hou het nu maar bij de mooie oude wortels. De fijne, knobbelige uitlopers van de Adderwortel met zijn teerroze kleur is een zacht stopmiddel voor rommelige darmen, de stevige klompwortel met aromatische geur van de Griekse alant kan nog altijd gebruikt worden om taai slijm en gespannen luchtwegen te verlichten of te verluchten en van de zwarte slijmerige Smeerwortel kunnen we een donkerbruine, wondgenezende tinctuur maken. In het laagste wat nattere gedeelte van de tuin (tuin?) woekeren nog steeds, tot mijn groot genoegen, honderden Groot hoefbladeren, ondertussen ook met steeds meer Brandnetel, maar toch ook nog met Smeerwortel, Hop, Alant en Wollige munt, die alleen in het hogere, drogere gedeelte kunnen standhouden.
De tuin verliest langzaam zijn structuur, maar zal nog vele jaren sporen van menselijk ingrijpen vertonen. Mijn menselijk ingrepen. Net zoals het hele gebied, een spoorwegemplacement van voor de 2 de wereldoorlog, nog lang, misschien wel voor altijd industriele sporen zal vertonen. Perronresten, sintels, planten meegekomen met de treinen, de goederen en de granen, Molenkruid, Honingklaver, Hazepootje en de vele tweejarigen zoals Slangenkruid, Teunisbloemen en Toortssoorten.
In het rommelige WeeldeStatie zijn er ook andere mensen die hun sporen nalaten. Mijn ex-buurman die zijn houtas uitstrooit, de berm misschien opgehoogd met grond uit een tuin, begroeid en bebloeid met Coreopsis, Korenbloemen, Doornappel en Zegekruid; tuinafval en paardemest van de naburige paardenliefhebbers nu stevig overwoekerd met Grote klis, Wegdistel, Speerdistel, reuzerosetten van Keizerskaars (ooit zaad van mij) en Teunisbloem (zaad van onbekenden).
Ooit irriteerde mij al dat storten en graven, nu hoef ik er alleen maar even van te genieten.

20 oktober

Naar Brussel als herborist een vergadering bijwonen van de Hoge Raad van de Middenstand. Onze vereniging is weer opnieuw erkend als vakorganisatie voor de herboristen. Brussel is ook een jungle maar dan wel zonder planten. Zeker op de gladde spiegelende wolkenkrabbers van WTC III plakt geen enkel zaadje. In de grote vergaderzaal staan 2 rubberplanten treurig te zijn. Hoe zou je zelf zijn als je van het tropisch regenwoud naar de Brusselse jungle overgeplant word?
We zijn ingedeeld bij de comissie ‘Personenzorg’ samen met tandtechnici, kappers, fitnesscentra en niet te vergeten begrafenisondernemers. Een mooie collectie mensenzorg, niet?

Een lieveheersbeestje landt bij deze op het scherm van mijn laptop.

22 oktober

Herfst is begonnen in Belgie. De berkenbladeren verkleuren bleekgeel. Mijn vijgeboom, nog altijd overladen met 2 de oogst groene vruchtjes, laat vermoeid zijn mooie bladeren hangen. Ook de zuiderse Vitexen kunnen niet meer tegen een stootje zonder wat blad te verliezen. Mooi geel wordt ook de Tempelboom. Zou hij zo geel( flavanoiden) nu meer of minder geheugenboom zijn? Vlier is zijn blad al helemaal kwijt, de restjes donkere bessen hangen er allerzielenachtig bij. Ook de Paardekastanje heeft snel zijn blad afgestoten, de stevige bladtakjes liggen kriskras als miccadostokjes verspreid.
Ik verzamel nog wat zaden van Venkel, gevulde zaaddoosjes van Wijnruit en overrijpe giftige bessen vol met slijmerige zaad van de Wolfskers. Morgen neem ik het mee naar Bellegarde.
Morgen verhuizen we dus weer eens voor enkele weken naar onze Franse woonst. Benieuwd hoe de herfst zich daar vertoond.

23 oktober

Onderweg
Aangekomen. Voor de eerste keer post voor mij in Bellegarde. Het franse tijdschrift ‘La Garance voyageuse’.

24 oktober

Bellegarde. Zon verblind mijn ontwaken. Het weerzien altijd weer. Het landschap, het huis, de Bellegardisten van overal, de tuin twee maand later.
De tuin: De vele soorten Lavendel, sommigen zijn goed gegroeid, anderen minder. Ook tijm is mooi gegroeid en vooral ook goed compact en grijs gebleven. Het eenjarig onkruidje dat hier de boventoon voert is zondermeer het Bingelkruid, gelukkig is het goed uit de grond te trekken.
Vitexplanten houden goed stand, zonder nu geweldig te groeien. Toch nog twijfels hoe ze hier de winter zullen doorkomen. Voor mijn andere lieveling de Rozenwortel mag de winter geen probleem zijn. Nu zijn ze bovengronds wel volledig afgestorven, maar dat verbaast me helemaal niet. Ze zijn begin september helemaal verhuist van de Franse Alpen naar Bellegarde en hebben het tot nu toe zonder verzorging moeten stellen.

De Bellegardisten.

Met wat aangevreten tomaten in mijn handen kom ik Elske als eerste tegen.Met armen vol takken geeft ze me 3 kussen, alsof ik gekust word door een Krenteboompje. Ze had ons niet meer verwacht en had een dag eerder wat van onze tomaten van de slakken gered, maar ze zou ze me terug bezorgen.
Vijftig meter verder is Tineke met dezelfde takken en kruiwagen. Kussen doet ze me niet, maar ze zegt zowaar Maurice en heeft zoals gewoonlijk heel wat goede raad voor mij.
In de loop van deze warme herfstdag, krijgen we nog een goeie dag van Gerard, heb ik een tuingesprekje met Michael over de bevroren boontjes en tomaten, de gekleurde Bette (snijbiet) en de uitgebloeide zonnebloemen, tegen de avond komt Marijke nog even dag zeggen en ons waarschuwen voor een mogelijk onweer vannacht. Waar ook Gerard en een mijnheer van de gemeente ons al had voor gewaarschuwd.

Plannen voor de volgende dagen:

Astragalus membranaceus
Eleutherococcus senticosus (Rusland) – Russische ginseng, Eleuthero
Hydrocotile asiatica (Centella) – GotuKola (India)
Lepidium peruvianum – Maca (Zuid-Amerika)
Leuzea – Maralroot
Ocimum sanctum – Heilige basilicum
Panax ginseng (Korea) - Ginseng
Panax quinqefolium (NoordAmerika)- Amerikaanse ginseng
Polygonum multiflorum – Fo-ti
Rhodiola rosea – Rozenwortel (Siberie, Europa)
Schisandra chinensis - (China)
Withania somnifera - Ashwaganda (India)

26 oktober

Vanmorgen vroeg was er dan toch de voorspelde storm. Wel een beetje, een storm in een glas water. Regen, bliksem en donder, soms zelfs een harde knal maar weinig wind. Wel de hele dag grijs met veel regen. Hier lijkt dat harder aan te komen dan in Keerbergen. In Belgie accepteren we de grijze luchten en de miezerige regen wat gemakkelijker zeker .
We proberen dan binnen de grof gestucte muren wat gladder en lichter te krijgen, maar net zoals het weer valt ook dat vies tegen. De stemming is dan ook nogal somber. Een dag om vlug te vergeten, behalve dan de volle maan die savonds tussen de vele wolken zijn vreemd licht weggeeft. Mooi magisch maar toch ook somber. Meer een moment voor de weerwolf. Een moment voor tweeslachtigheid, neerslachtigheid. Mister Jeckyll of Mister Hyde?

Oktober dus toch ook een goeie maand om kruiden tegen depressies te oogsten, maar vooral om te gebruiken.

Recept tegen winterdepressie.
Veel zon zou ik zeggen, maar waar moet ik die zoeken? In het Zuiden zeker. En ben ik nu niet in het Zuiden. Veel lachen misschien, maar geforceerde lachtherapie is aan mij niet besteed. Zou ik dan toch negatief depressief zijn? Hier een eenvoudig kruidenmengsel om op mezelf toe te passen.

R./ Sintjanskruid bloeitoppen / Hypericae herba 50
Citroenmelisse blad / Melissae folia 25
Lavendel bloemen / Lavandulae flores 25
S/ 3x daags een eetlepel per kopje, infuus 10’

Maar laat ons ook de adaptogenen, zoals de Rozenwortel en de Ginseng, niet vergeten.

Tussendoor wat geel sap van stinkende gouwe op enkele wratten gesmeerd. Groeit aan de overkant tussen de straat naar Montlahuc en de schuur van Ditte en Gerard.

27 oktober

Ik kwam nu toch vooral voor het wild fruit naar de Drome. Wat is er nu wild of halfwild te plukken in de natuur? Een inventarisatie.

Ik doe ook wel eens wat anders dan planten bekijken.
Vanavond voor de eerste keer in Frankrijk naar de bioscoop gegaan.Een echte ouderwetse filmzaal in ons stadje Die. Een dubbele trap, een echte filmsterrentrap leidt naar de foyer, één loketje waar je zelfs moet naar zoeken,een ouderwets ticket met een moderne europrijs, een krakende klapdeur brengt ons van het licht naar het donker, een fauteuil waar je eindeloos diep in wegzakt en vooraan het eeuwig witte doek. Een cinéma met de sfeer van vroeger. Kinderen, jonge ouders, mensen die mekaar kennen. En dan natuurlijk de film.

Een gespeelde documentaire over het leven in Mongolie. Het verhaal van een verstoten kamelenjong. L’Histoire du chameau qui pleure. Mooie natuurbeelden, vertederende kindergezichtjes, primitief ‘echt’ wonen in huisachtige tenten (jourtes).
Een documentaire over het leven zoals het daar is. Je zou er zo willen wonen. Maar….. er ontbreken enkele zintuigen. We ruiken de dromedarissen niet, we voelen de hitte of vooral de extreme koude niet, de striemende zandstorm, we dwalen niet echt door het eindeloze, allesoverheersende landschap met die huiveringwekkende besneeuwde bergen aan de horizon.
Nee, we zitten warm en gezellig, diep weggezakt in de fauteuils van een Franse bioscoop.

Is dit kontrast, het conflict in de moderne mens, in de hedendaagse herborist ook. We willen vooral theoretisch, van uit ons denken terug naar de natuur, maar in de praktijk, het beleven, het echt voelen dat lukt ons niet echt meer.
Is dat de uitdaging? Denken te confronteren met het doen en dan ons denken en ons doen in evenwicht te brengen.

Kleine contradicties in de praktijk

28 oktober

Nog altijd Belgisch weer in de Franse Drome. Donkere dreigende wolken, stortregens, grijs als overheersende kleur maar wel in alle tinten. In de late namiddag tussen twee buien door nog even onze klassieke wandeling gemaakt naar het hoger gelegen kerkhof. Alleen de gekleurde bessen doorbreken het grijze landschap. Felrode rozebottels op de bijna bladerloze takken, blauwglimmende overdadig dikke sleedoornbessen, frivole oranjerode mutsjes van ja de Kardinaalsmuts, glazigrode vruchten van de Meelbes, donkerrode Meidoornbessen en Kweeperen geel en geurend.

De Kweeperen zijn voor mij wel de vrucht van het seizoen. Hier ooit veel gekweekt, nu veel verwilderd, vind je ze overal langs de straatkanten, in heggen, langs bosranden en soms nog in verwilderde boomgaarden. De stevige geblokte boompjes met grillige takken staan hier nog steeds stoer te zijn.
De meeste vruchten zijn nu geel verkleurd en verspreiden hun zoete geur. Honderden kilo’s zijn er hier gratis te plukken, maar wie wilt er nog de moeite voor doen in deze tijd van overvloed. Ooit een gewaardeerd product nu vervallen tot oude glorie, toch blijven ze een overvloed aan vruchten produceren tot genot van de herten, de everzwijnen en een loslopende herborist.
Ik pluk in de regen enkele kilo’s om ze binnen te laten narijpen. Gelei maken, siroop misschien of tarte tatin. We zien wel. Rauw verorberen zoals de zwijnen is toch iets té natuurlijk voor mij.

De kweepeer ooit is het wel anders geweest. Een beetje geschiedenis.

Hyppocrates en Dioscorides adviserde deze merkwaardige vrucht al tegen darmproblemen. Inwengig als sap, gefermenteerd in wijn samen met honig. Uitwendig de verse geraspte pulp als compres op de buik.
Ook artsen in de Middeleeuwen en de Renaisance beschouwden de Kweepeer als een van de meest waardevolle vruchten. Pierre de Forest (1522 – 1597) beschreef de pulp als ontgiftend middel vooral tegen verwondingen met giftige pijlen. Giftige pijlen vliegen er niet veel meer in het rond. Maar het verzachtend en gifstofbindend effect van de slijmstoffen is ook nu nog bekend. In de 16 de eeuw werden er verschillende verhandeling gewijd aan de Krusomélon, zoals de Kweepeer toen genoemd werd. De verzachtende en samentrekkende werking was dus al eeuwen bekend en werd begin 19 de eeuw opnieuw wat bekendheid gegeven door Dr. Leclerc, de vader van de moderne fytotherapie. Hij adviseerde de siroop of het afkooksel vooral voor ontregelde, gevoelige darmen met zowel diarree als verstopping. Bijzonder geschikt voor jonge kinderen en ouderen.
Afkooksel (decoct) van Leclerc: 1 ongepelde, in fijne schijfjes gesneden Kweepeer, koken in 1 liter water tot er nog een ½ liter overblijft, zeven, uitpersen en 50 gr suiker toevoegen.
Cazin, een Franse kruidenprofessor, combineerde de Kweesiroop met een afkooksel van Salie tegen ‘diarrhées infantiles’
Een merkwaardige maar efficiente bereidingswijze, is een afkooksel van kweepeer (100 gr) in (1 liter) wijn, niet bedoeld om op te drinken maar als mond- en gorgelwater voor ontstoken tandvlees, tegen aften en bij keelpijn. Nog curieuzer en niet aan te raden is hetzelfde ‘drankje’ als irrigatievloeistof bij witte vloed en bij baarmoederverzakking.

Cydonia oblonga, ooit bekend, dan vergeten, opnieuw herkend en nu weer vergeten, mag wat mij betreft opnieuw ontdekt worden. Als voedsel ook medicijn kan en moet zijn, dan hoort de kweepeer daar zeker bij.

Wetenschappelijke naam: Cydonia oblonga Miller (C. vulgaris; Pyrus cydonia )
Nederlandse naam: Kweepeer, Kweeappel, Kweeonderstam, Kwee, (appel van Cydon/ Kreta)
Engels : common quince tree; Quine, quince (vrucht) (golden apple)
Frans : cognassier(s), cognassier commun, coudonnier; Coing (vrucht)
Duits : Echte Quitte (Apfelquitte, Birnquitte), Fruchtquitte, Kulturquitte, Baumwollapfel, Quittich
Familie : Rosaceae, Rozenfamilie (Onderfamilie: Pomoideae/ pitfruitachtigen) (o.f. Maloideae)
Herkomst kwee: Centraal Azië
Groeiplaats: Licht zon of half schaduw
Hoogte kwee: 3-5 m
Bloeitijd: mei, juni (In de jeugd kweevruchten op lang vruchthout; op latere leeftijd op kort vruchthout)
Bloemkleur: Wi t

Griotte

29 oktober

Veel binnen, een beetje kweepeerhoning uitgeprobeerd. Gewoon fijn gesneden kweepeer in honig laten trekken. Verdund als limonade te gebruiken, of zo als hoestsiroop, eventueel in saliethee.

30 oktober

Eindelijk zonneweer, ochtenddampen, alsof heel Bellegarde gedistilleerd wordt.
Ik wil zuidwaarts, zaden van ‘mijn’ Vitexstruiken oogsten. We rijden eerst naar Rémuzat, het dorp met de gierenrots. Er is een klein marktje, waar fruitprodukten aangeboden worden. Hier ontdek ik dat de kweepeer toch niet helemaal vergeten is. Een Miellerie uit Laux Montoux, die een zoete kweepeerpasta maakt, zoiets als turks fruit, puur en met stukjes walnoot; een mevrouw met appel-kweepeercompote en natuurlijk is er ook de klassieke kweepeergelei. Later in het stadje Nyons ontdekken we een ambachtelijke bakkerij ‘Au Fournil de Jean-Pierre’, die juist vandaag ‘pain de coing’ gebakken heeft, een soort appelbol maar dan met kweepeer. Zo wordt, onverwacht de Vitexdag ook Kweepeerdag.
Maar dan, toch naar de tuin met de geurige Vitexstruiken. Helaas de eerste struik die we zien is volledig gesnoeid, na enig zoeken kan ik nog een twintigtal halfrijpe zaden verzamelen. Verderop is er nog een tweede struik die gelukkig volstaat met rijp zaad. Van de lange, vertakte aren zijn de grijsbruine, donzige vruchten snel en gemakkelijk af te ritsen. Half verdoken in de struik word ik gekoesterd door de zoetweeige geur en voel ik de eeuwenoude ervaringen van deze Monikkenpeper.

Ik hoor plots kinderstemmen in het jaar 2004. Terug in de tuin, in de hedendaagse werkelijkheid. De openbare tuin zonder openbaringen. De publieke tuin vol van geheimen. Mensen babbelen voorbij en beseffen niet wat voor werelden er in elke plant verborgen is en hoe die planten hun lichamelijk en geestelijk kunnen helpen.

Emotie vraagt weer ratio. Hier dus de monografie van een oude glorie, die de laatste jaren opnieuw ontdekt word.

VITEX AGNUS CASTUS L. Kuislam - Monikkenpeper

Algemene en Botanische Informatie

Familie: Verbenaceae - IJzerhardfamilie

Naam: Gatillier (Fr.), Mönchpfeffer (D.), Chaste fruit (E.).

Synoniem: Abrahamsboom

Etymologie: Vitilium = vlechtwerk.
Agnus van agonus = onvruchtbaar (Grieks).
Castus = kuis.

Verwanten: De geslachten Caryopteris en Callicarpa.

Beschrijving: Sterk ruikende opgaande struik.
Blaadjes van 3-7 op 5-12 cm, toegespitst, gaafrandig, onderzijde grijsviltig.
Bloemen in dichte trossen, violet.

Herkomst: Middellandse Zeegebied.

Materia Medica

Agni casti fructus,
De vruchten van Vites agnus castus L.

Beschrijving: Kogelvormige, 3 tot 4 mm grote, bruinbeige wollige vruchten.
De gekneusde vrucht ruikt naar Salie.
De smaak is peperachtig scherp.

Samenstelling

* Flavonglucosiden o.a.: vitexine, casticine (fyto-oestrogenen)
* Iridoïden o.a.: aucubine, agnuside
* Etherische olie 0,45 %.
- dun-vloeibaar, roodbruin,
- kamferachtig.

* Diterpenen met prolactine–onderdrukkende werking

Nota: Phyto-ecdysonen: steroïden die in andere Vitex-soorten o.a. Vitex megapo­tamica
voorkomen zijn niet gevonden in Vitex agnus castus. (Rimpler e.a.: Tetrahedron lett. 2033
1967 en 329 - 1969; Pharm. Ztg. 48/1­799 - 1967.

Farmacologie

** Beinvloedt hormonale productie van het corpus luteum (ovaria): luteo­troop hormoon LH en prolactine via werking op de hypofysevoor­kwab
** Dopamine-achtige werking en invloed op endorfinen (Congres Zurich)
** Galactagogum
* Reguleert libido:
- anafrodisiacum bij hoge dosering,
> - afrodisiacum bij lage dosering.
<

Indicatie

Hormonaal

** Premenstrueel syndroom: hoofdpijn, vocht vasthouden, stemming ook Teunisbloemolie e.a.

* Menstruatieproblemen door corpus luteum-insufficiëntie:
- Bloedingen tussen menstruatie
- Amenorroe
- Dysmenorroe
R./ Vitex Ø 30 ml Inula Ø 85 ml Dos.: 100 dr. 2 x daags.

* Herstel van de hormonenbalans na stoppen met het gebruik van de anticonceptiepil.
* Pre-menopauze PMS ook Cimicifuga racemosa
* Depressie, uitputting door hormonale stoornis + Hypericum
* Genitaal erethrisme?
* Mastodynie

Receptuur

Infuus fructus: 10', 1 eetlepel per kopje dosering 2 daags (Valnet)
Tinctuur 1:5: Agnus castus Ø 2 x daags 40 druppels
Species: Dr. Belaiche-thee R./ Vitex
Humulus
Ginseng
Passiflora
Lotus corniculatus Ber.: infuus
Leonurus Dos.: 3 kopjes daags.
Crataegus Ind.: premenopauze

Geschiedenis en Wetenschappelijk Onderzoek

Reeds gebruikt door de grote artsen van het antieke Griekenland bij baarmoederaandoenin­gen.
Lonicerus, Matthiolus: In hun kruidenboeken reeds aanbevolen als emmenagogum, galacta­gogum en anafrodisiacum.
Galenus: «... warm en droog in de derde graad».
Avicenna: «... verwekt de maandstonden en opent een verstopte milt en lever».
Dioscorides: «Voor verstopte lever en milt, waterzucht en winden in maag en darm. ... ofte lijf-moeder beslooten te doen cheyden». (Met wijn.)
Dioscorides: «Voor opgestopte maandstonden, ontvloeiingen des zaads, ende om de melk in de vrouweborsten te vermeerderen.»
Dodonaeus: «Voor Zwellingen van de mannelijke leden. Neem de bladeren van dit gewas, wijgaardsbladeren van elks 2 handen vol, fruit ze in verse boter, en slaat ze pap-wijs om het Gemacht».
Ravelingius: «Voor de koude Pisse». (In- en uitwendig)

Referenties

Andere Vitexsoorten

Vitex negundo - Huang Ching,
Vitex cannabifolia - Mu-Ching
In Chinese farmacopee voor reuma, maagpijn, astma en koorts.
Met extracten van Vitex-soorten werden hormonale en anti-artritiswerking bekomen.
Subramonian en Misra: Flavonoids of V. negundo. J. Nat. Prod. 42, 5/540-542 - 1979.

NOVEMBER 2004

Nog te oogsten

Vruchten en noten
Peren, Kweeperen, Appels, Peerlijsterbes, Rozenbottels, Duindoorn, Walnoten
Wortels: Valeriaan, Engelwortel (eerste jaars),Gele gentiaan, Smeerwortel, Zilverkaars, Heemst
Planttijd en overplanttijd in de tuin.

Kruid van de maand: Valeriaan (Valeriana officinalis) en Gele gentiaan (Gentiana lutea) of Aartsengelwortel (Angelica archangelica)
Vrucht van de maand: Kweepeer / Cydonia vulgaris
Noot van de maand: Walnoot / Juglans regia

2 november

Défunt, Allerzielen ook in Frankrijk. Ons kerkhof buiten het dorp op de berg verliest even zijn eenzaamheid. Ik had nooit gedacht dat deze doden toch nog bezocht zouden worden. Het kerkhof en zijn overledenen kijken uit over het dorp. Alsof de overledenen Talon, Begou, Daumas, Morel en Boeuf waken over de levenden, Ditte, Michael, Marijke, Elske, Gerard, Tineke en waarom niet over Marleen en Maurice.
Het lijkt wel alsof de Franse doden de mooiste plekjes gereserveerd krijgen. Of wil men hen zo ver mogelijk verwijderen van de levenden?

Zoals het hoort op Allerzielen is het vandaag een bewolkte, regenachtige dag. Mooi dreigende, lage wolken botsen tegen de Glandasse, tegen de montagne de Praloubeau, drijven over de col Prémol naar Bellegarde en bedekken levende en dode geesten.
De notenbomen laten hun laatste bladeren en hun laatste noten vallen. Bij Poyols verzamelen de boeren hun afgevallen noten om er notenolie mee te maken. Zelfs een notenraapmachine zag ik in een boomgaard. Of was dat mijn fantasie?

Tijd voor een notenlikeur.

Verse noten met de citroenschil en de kruidnagels laten trekken in de alcohol (eau de vie) gedurende 2 maanden. Daarna uitzeven, de suiker toevoegen, nog enkele dagen laten rusten en daarna opdrinken natuurlijk.

Tijd voor wat informatie over Juglans regia / Notenboom

November 3

Beter weer, maar slechter wereldnieuws: Bush is herkozen als president van de Verenigde Staten.
Maar ik heb gewoon Stokrozen geplant aan de overkant van ons huis, langs de schuurmuur van Ditte.
En mooie dikke heemstwortels geoogst,die er duidelijk anders uit zien dan die in Keerbergen.
Verder Echte guldenroede, Leverbloempje, zaailingen van Palmboompje en Stinkend Nieskruid verzameld voor mijn nieuwe schaduwborder in Belgie.

Plan voor medicinale schaduwtuin

Heg met struiken Meidoorn,Vuilboom,Vlier
Onderbegroeiing met lage planten (niet woekerend): Leverbloempje, Maarts viooltje,Sleutelbloem, Bedstro,Heelkruid
Onderbegroeiing met hogere planten: Echte guldenroede, Zilverkaars

4 november

Even naar Phytosan, het Frans kruidenbedrijfje met Belgische wortels. Een afspraak gemaakt om volgend jaar voor hen wat kruiden te plukken.
In de namiddag eindelijk voor de eerste keer en in mijn eentje naar de vallon de Combau gereden. Langs Chatillon, richting Col de Menée en dan de verlaten vallei in, langs de rechte kalkrotsen van Vercors en Glandasse, met eerst nog Zuiderse Lavendel, Tijm, Salie en Venkel langs de wegkant, plantengroei die hogerop de Alpiene allures van Gele gentiaan en Veratrum aanneemt. Geen bloeiende planten natuurlijk in November maar wel gedroogde stengels en zaaddozen, die ik nog net van uit de voortzwierende auto en vanuit mijn ooghoeken kan bewonderen. Bij het eind van de weg, bij de boomgrens, staat er nog een andere auto, ook een Belg waarvan de nummerplaat ook begint met LN zoals de onze en waarvan de garagist uit Herent afkomstig is. De eigenaar heb ik niet gezien, maar ik heb niet aan de verleiding kunnen weerstaan om een briefje achter te laten met de mededeling: Maurice, de herborist uit Keerbergen is hier ook geweest!

De planten in de vallon de Combau zal ik zeker volgende zomer eens komen bewonderen.

Weer wereldnieuws: Arafat in coma, helemaal alleen in een ziekenhuis in Parijs.

5 november.

Welke planten zou ik hier in Bellegarde en verre omgeving redelijk makkelijk kunnen plukken, oogsten voor kleinschalige verwerking in preparaten?

  1. Achillea millefolium / Duizendblad (herba juni)
  2. Alchemilla species / Vrouwenmantel (wild)
  3. Althaea / Heemst (tuin oktober tot april)
  4. Arctostaphyllos uva ursu / Beredruif (foliumwild zomer, herfst)
  5. Ballota nigra / Stinkende ballote
  6. Centaurea cyanus /Korenbloem(flos juni – juli)
  7. Crataegus laevigata / Meidoorn ( mei flos, september oktober baccae)
  8. Fraxinus excelsior / Gewone es (gemmae februari – maart)
  9. Gentiana lutea / Gele gentiaan ( beperkt)
  10. Hepatica nobilis – Leverbloempje
  11. Hypericum perforatum / Sintjanskruid ( herba juni – juli)
  12. Juglans regia / Notenboom (gemmae februari – maart, folia mei – juni)
  13. Juniperus / Jeneverbes (wild baccae)
  14. Lavandula angustifolia / Echte lavendel (flos wild juli)
  15. Lavandula latifolia / Spijklavendel (flos wild augustus, september)
  16. Malva sylvestris, mauritania / Kaasjeskruid (flos juli, augustus)
  17. Plantago species / Weegbreesoorten
  18. Populus nigra (gemmae februari – maart)
  19. Primula officinalis, veris / Echte sleutelbloem (flos april, radix oktober)
  20. Prunus spinoza – Sleedoorn (bessen oktober tot december)
  21. Rhodiola rosea / Rozenwortel (radix september Alpen)
  22. Salvia officinalis, lavandulifolia / Echte salie (april tot september)
  23. Smeerwortel / Symphytum (oktober tot april)
  24. Solidago virgaurea – Echte guldenroede ( herba september)
  25. Thymus serpyllum – Wilde tijm
  26. Thymus vulgaris ‘Drome’ – Echte tijm (herba wild, bloeiende plant mei)
  27. Tilia / Linde (flos juni)
  28. Valeriana officinalis / Echte valeriaan
  29. Vitex agnus castus / Monikkenpeper (voorlopig weinig)

Nu nog een grote topografische kaart op mijn kruidenzolder hangen met de groeiplaatsen van al deze planten. Een ‘plan’ de campagne! Klaar om er op uit te trekken.

6 november

Ver driet

Ik heb de wortels van zachtheid en
mijn ziel opgegraven
Ik heb met tranen in mijn ogen
bij de oude muur
de valse alruin opgedolven.
Hij kreunde maar heel even
veel minder dan mezelf.

Rituele tijd, worteltijd. Maken van amuletten. Vorm van. Wortels spreken mij aan, dit is wat sommige kruidenwortels mij zeggen.

In de schemering, weer eens wandelen naar het kerkhof, dat nu, na Allerzielen met verse chrysanten versierd is. Nu ja versierd, de pompeuze bloemen choqueren mij en het landschap. Misschien zijn ze morgen al bevroren of opgegeten door de everzwijnen.
Maar waar is moeder everzwijn en haar kinderen? Zouden de jagers hen gevonden hebben ?
Op het kerkhof rusten ook wat overledenen met beestennamen
Bellier (Bok) en Boeuf (Os) rusten ook op het kerkhof. Gilbert Boeuf is de vorige, vorige eigenaar van ons huis, overleden in 2001, geboren in 1931

7 november

Nog maar eens een Salon Nature bezocht in het stadje Crest. Een vreemde verzameling natuur op zijn Frans. Kokopelli, zaadhandel met een ziel; Mille-Feuille, organisators van zomer’salon’ ‘Goutons la Nature in het stadje Grane, opgezette vlinders en vogels, ambachtelijke schocoladeproductie, verse paddestoelen, cactusvereniging, en een hele zaal met kippen en konijnen.
Buiten was veel meer echte natuur, maar grappig blijft het wel.

Omdat we dan toch al dicht bij Saou waren, nog maar eens die richting uit gegaan. Met als verassende ontdekking, de brasserie met echt ambachtelijke brouwerij van het ons al een beetje bekende Markusbier. We hebben daar gedronken en gegeten, en kwamen zo te weten dat mijnheer Mark(us) een Belg is. We hadden het kunnen weten! Interessant voor onze herboristenreizen van volgend jaar.
Toen we 's avonds terug thuis kwamen hadden we zowaar bezoek van mijnheer en mevrouw herborist Karel en Julienne uit het Belgische Turnhout.
Karel vertelde een merkwaardig verhaal over een door hem gekweekte, gedroogde en natuurlijk gekoesterde Alruinwortel, die hem tijdens een bezoek aan zijn tuin door een groep alleenstaanden ontstolen werd. Zou de alleenstaande eenzaamheid zo groot geweest zijn, dat die vrouw of man zich zelfs wou troosten met een wortel. Wel met de meest menselijke wortel uit de kruidengeschiedenis, de Mandragora of de Alruin of Het mannetje of zelfs Het pisdiefje genoemd.

8 november

Vandaag verder rituele wortels geoogst, terug Heemst,deze slijmstofplant is hier nu eenmaal al goed gegroeid, verder de Smeerwortel en een beetje Valeriaan. Natuurlijk zou ik graag Alruin, de rituele wortel bij uitstek willen oogsten, of Ginseng, helaas groeien deze planten hier niet in het wild en gekweekt heb ik ze hier nog niet. Maar klagen mag ik niet mijn Rozenwortenritueel heb ik al in september beleefd en Gele gentiaan komt binnenkort nog aan de beurt.
Maar ik heb niet alleen wortels maar ook een tiental kilo kweeperen geplukt en van een gedeelte confituur gemaakt.

Kweepeerconfituur

1 ½ kilo kweepeer, in 4 stukken snijden en ontpit. De pitten bewaren om hoesthoningsiroop te maken. De kwee’s gaar koken in 20’ tot 30’ (afhankelijk van de grootte van de stukken), eventueel stukjes nog wat beetgaar laten).
Daarna mengen met 1 ½ kg suiker en pectine, 1 à 2 minuten stevig koken en dan heet afvullen in bokalen.

Het geheel ziet er uit als een licht glanzende appelmoes, smaakt ook wel wat zo maar met meer aroma.

10 november

Koude zonnige dag, de mistral waait nog net tot in Bellegarde. In de bijna bladloze bomen en struiken lijken de bessen van sleedoorn, liguster en meidoorn steeds groter te worden. De bloed-rode bessen van de meidoorn zien er zo stralend geneeskrachtig uit, dat ik ze wel moet plukken om er tegen de regels in, nu nog een tinctuur (alcoholatuur) mee te maken. (Zie Mei voor meer info).
Ook de maretakken worden steeds meer zichtbaar, ik zie er ook enkele mooie compacte met glimmende bessen in de Meidoorn. Een bijzonder combinatie omdat juist deze 2 planten ook in preparaten voor hart en bloedvaten gebruikt worden. In een wild weiland bloeien nog uitbundig enkele Duizendbladplanten.
Meidoorn, Maretak en Duizendblad een vers instantmengsel voor vrouwen in de overgang. Maar die heb ik hier niet zo direct bij de hand.

11
november

Feestdag, vrije dag ook voor de jagers en dus staan we hier en daar dreigend te zijn. Ik ga een dagje wandelen aan de rand van de Drome, tussen Vercors en Alpen. Vooral weer eens wat Alpengevoel opdoen.
Vertrek bij Borme, eerst de Sucettes de Borme, rechte smalle rotspijlers nog altijd in erosie, alsof ze opgelikt worden door wind en water. De bedoeling, naar de top van de Jocou, maar zo ver geraak ik niet.
In de andere afdaling groeien er honderden Heelkruiden onder Grove den. Een berg te ver en dus een vallei verkeerd. Maar het is wel een geluk met een ongeluk. Het dorpje Glandage, waar ik terecht kom en vooral het zicht op de Gorges des Gats is prachtig. Bij de hoogteweg boven Glandage vind ik nog een herdenkingsbord met het duistere opschrift ‘Glandage préservé du choléra en 1854’. Van cholera en pest heb ik nu geen last, wel van een pijnlijk heupgewricht. Maar daar ben ik al jaren aan gewend, en dat verhinderd mij dus niet, om na nog eens 5 km wandelen opnieuw in Borme en bij de mij vertrouwde auto te komen.

Beeld van Borme: de schemering in een bijna verlaten dorp met één rokende schoorsteen en in de diepte de resten van een groentetuin en van een krom gebogen oud vrouwtje. Alsof zij terug in de savooikool kruipt, waar ze ooit lang geleden uit geboren werd.

Bij mijn auto staat een andere auto, een mobilhome met een modern goretexfleece-vrouwtje, die mij vraagt ‘Tu habite ici’. Ben ik al zo ver geraakt of zo laag gevallen, dat ik op de plaatselijke (in)boorlingen ben gaan lijken?

Tussen dorp en auto (300 meter) tel ik 76 gouddistels in de berm.

12 november

Gisteren de hele dag gewandeld, vandaag de hele dag gereden. Een tour ‘op zoek naar het landschap’ en naar Gele gentiaan. Via La Charce naar Pommerol, over de col de Pomerol- Fromagère 1040 m, geen gentiaan wel nog winterse lavendelvelden en veel Maretak in Grove den, verder naar Rosans, waar we in het café du Nord 2 salade chêvre-chaud gegeten hebben. Na de middag naar Serres (richting Gap) en dan opdraaien naar col de Carabès. In de afdaling bij een mooie romantisch meertje groeiden vorig jaar vele gentianen. Helaas kon ik er nu niets van terug vinden. Dus dan maar weer via Valdrôme terug naar ons Bellegardehuis.

13 november

Opsomming feiten van vandaag:
Een liter pure alcohol ontploft.
Toch smeerworteltinctuur gemaakt.
Duindoornbessen zijn niet te plukken.
De berg die we zien vanuit onze slaapkamer zou volgens Michael de ‘Aiguille’ genoemd worden. Er zouden daar ook veel Pioenrozen groeien. Weer wat voor de volgende keer.

Op de valreep, want morgen rijden we terug naar Belgie, wil ik hier nog van alles doen en maken.

17 november.

Terug in Belgie. Naar mijn Nederlandse vriend Arthur in Baarle en naar mijn dochter in Weelde.
Zij heeft juist vandaag slecht nieuws ontvangen. Onze oudste vriendin uit Schiedam is op 92 jarige leeftijd overleden. De eigen-wijze Dien, de allereerste klant in mijn kruidenwinkel nu 30 jaar geleden en altijd een extra oma geweest voor mijn dochter Gea, is dus niet meer bij de levenden. Hoe ouder ik word, hoe meer het mij lijkt te raken.

Dien Vergunst, ‘dat de natuur je lichaam goed mag composteren’. En ik hoop dat jou as voedsel mag zijn voor je lievelingsplant de Bosrank en zijn winterse zaadpluizen. Als ik daar nu eens had kunnen voor zorgen!
Ik heb altijd wel iets gehad met oude vrouwen, lees wijze vrouwen, lees kruidenvrouwen. Mijn eerste kennismaking met kruiden, was dank zij het boek ‘De taal der kruiden’ van Mellie Uyldert. Ook zij is ondertussen in de negentig. Ik zal me zeker moeten haasten om haar nog eens te zien.
Een andere beroemde kruidenvrouw, wel al enkele jaren overleden, is de Oostenrijkse Maria Treben, van ‘Gottes Apotheke’. Niet direct mijn lievelings oude vrouw maar toch een eigenkruidenwijze dame, die veel mensen terug op het kruidenpad heeft gebracht.
Nog veel verder terug, dus zeker geen persoonlijke kennis, was er Hildegard van Bingen en haar hedendaagse volgers. Zij heeft, volgens de overlevering, veel merkwaardige kruideninformatie rechtstreeks van God doorgestraald gekregen. En daar ben ik altijd een beetje jaloers op. Rechtstreekse informatie uit de hand van de schepper zelf ontvangen lijkt me wel het summum.
Nog een vrouw, misschien ook geen echte oude vrouw (ze moeten wel 30 jaar ouder zijn dan ik, om aan mijn oude vrouwendefinitie te voldoen) en daarbij is ze misschien nog in leven en dus moet ik zien wat ik zeg, en ik ben ook haar naam vergeten, het is de medestichteres van Volkshogeschool Tijl en Lamme en de schrijfster van het Gezondheidsboekje. Met deze mevrouw heb ik nog samen voordrachten gegeven in de Kruidenhoeve, ook al weer 20 jaar geleden.
De oude vrouwen blijven mijn hersens binnen stromen. Er is of was heel lang geleden, ene Mevrouw Veltman, uitbaatster van het kleinste makrobiotische restaurant van Europa in de Nederlandse stad Breda. 33 jaar geleden heb ik in dat restaurant mijn tong nog verneteld aan een soep met verse brandnetels ‘op de wijze van peterselie’. En ik bezit nog altijd de Prismapocket nr 1655 ‘Eetbare gewassen’ over wild voedsel, dat ze samen met haar man had geschreven.
Misschien moet ik ooit eens een boek schrijven over al de kruidenvrouwen in mijn leven.

19 november.

Ik ben dan wel van Frankrijk terug in Belgie terecht gekomen, maar het oogsten gaat gewoon verder. Wel minder vlot en minder plezierig dan in mijn Franse Bellegarde.
Het oogsten van Aartsengelwortel had ik wel voor Keerbergen gereserveerd. Twee mooie sterk vertakte wortels met bladscheuten is genoeg om een liter tinctuur (1:5) te maken. De pruikebol van fijne wortels zijn wel moeilijk grondvrij te krijgen. Eerst goed soppen in koud water, dan uitspoelen onder sterk stromend water, in stukjes snijden en dan nog eens spoelen. Allemaal snel en kort, om geen werkzame stoffen (etherische olie en bitterstoffen) te verliezen. Dan in een glazen bokaal leggen en overgieten met alcohol van 35°.
Geurend huis: In de gang de zoete, geparfumeerde lucht van de Engelentrompet (Brugmansia arborea), in de keuken het kweepeeraroma dat onder de verandadeur doorsijpelt en zich nu vermengd met de krachtige wat worteltjes en selderachtige geur van de Angelica. Zou ik nu niet helemaal zacht, zoet en esoterisch moeten worden?

20 november

Verder wortels oogsten en tincturen opstarten voor de herboristenles over bereidingswijzen van zondag.
Een deel van de geoogste wortels wordt ook gescheurd en opnieuw aangeplant. Wortels verwerken en terzelfdertijd een nieuw stukje tuin aanleggen is een mooie en milieuvriendelijke combinatie. Het kan nu allemaal nog, zolang de vorst uit de grond blijft.
Ik graaf wat valeriaanwortels op, de geur van natte grond en vreemde valeriaan, doet niet alleen de katten maar ook mij in zekere zin, stijgeren.

Valeriaan, Valeriana officinalis, Baldriaan, Speerkruid, Kattepier, Duivelsdrek

Een topper voor mijn kruidenapotheek en dus ook een goede plant voor de kruidige siertuin. Hij is gemakkelijk te telen, is inheems, zeer geneeskrachtig en sierlijk. Niet de meest opvallende bloeier met zijn kleine wit tot roze bloemetjes op zijn 1,5 meter hoge steel, maar die bloei kunnen we wat uitbundiger maken door de planten in grote groepen dicht bij mekaar te planten. Valeriaan voelt zich daar goed bij.
In de natuur groeit hij vooral op vochtige plaatsen langs drassige Ardense beekjes, maar toch kom je hem ook tegen op drogere boshellingen. Waarschijnlijk zijn het verschillende soorten of variëteiten van onze Valeriana officinalis L. Volgens de botanici is vooral de Valeriana repens Host. de vochtige groeier, terwijl Valeriana wallrothii Kreyer of kalkvaleriaan meer in lichte bossen en droge graslanden voor komt. In onze kruidentuintjes circuleert vooral een krachtig groeiende cultivar die op vruchtbare grond wel 2m hoog kan worden. Zoals je ziet, het valt niet altijd mee om zuiver botanische soorten in onze ecotuin te krijgen, maar dat maakt een tuin en in de tuin werken des te boeiender.
Het voordeel van die gevarieerdheid is dat de plant in de tuin niet alleen bij de vijver of in het moeras op zijn plaats is maar ook in de bostuin en een border kan groeien. In een kruidige rose-paarse border kan hij bijvoorbeeld gecombineerd worden met de Heemst, het Muskuskaasjeskruid en de Kattestaart. Mooi op zich en zelfs om op te eten.

Valerianae radix.

Of te wel de wortel en wortelstok van Valeriaan, zo beschrijft een herborist dat deel van een plant wat medicinaal gebruikt. Door zijn sterke zweetvoetachtige geur trekt de valeriaanwortel zowiezo de aandacht van mens en dier, vooral de katten en zelfs de ratten zijn er verzot op.
Of de rattenvanger van Hamelen met valeriaan gewerkt heeft weet ik niet. Wat ik wel weet is dat bij het scheuren mijn pas verplante valeriaantjes steeds weer uit de grond geharkt worden door mijn eigen en wat nog erger is, door andermans katten. Controle is dus de boodschap en in die gevallen moet de grond dus wat steviger aangedrukt worden.
Vermeerderen is zeer makkelijk omdat een plant uit vele kleine plantjes bestaat met hun eigen wortel verbonden door korte uitlopers. Het volstaat ze voorzichtig uit mekaar te schudden en dan de verbinding als een navelstreng door te knippen. Den herborist als plantengynecoloogje!
Een deel van die wortels kun je drogen of op alcohol zetten om later te gebruiken als rustgevend slaapmiddel. Pas bij het drogen komt de geur zo sterk op de voorgrond, waardoor een hele kamer muffig gaat reuken. Thee trekken van deze wortel of er een bad in nemen, blijft toch een onderneming op zich, prettiger is een tablet of tinctuur te gebruiken. Als medicijn wordt hij veel gemengd met hop of citroenmelisse, planten die in onze kruidige siertuin ook thuis horen.

Valeriaan, verhalen en verzinsels?

De populariteit van de plant vertaalt zich ook in de vele en bijzondere namen, die hij in verschillende landen gekregen heeft. In Frankrijk wordt hij ‘guerit tout’ en in Engeland ‘all heal’ genoemd. De naam valeriaan zou van het latijnse ‘valere’ van waarde of van ‘valeo’ sterk zijn, komen.
Andere oude namen zijn speerkruid, naar de rechtopgaande bloeiwijze, en kattepier omdat hij ook op regenwormen een sterke aantrekkingskracht uitoefent. Dat is zeker geen verzinsel, want er kruipen dikwijls veel wormen rond de wortel en in de biologisch-dynamische landbouw wordt zelfs een valeriaanaftreksel gemaakt om in de composthoop te verwerken.
Er zijn vele verhalen verbonden met valeriaan. Zo zouden de vrouwen uit Barcelona valeriaanpoeder in hun kousen gedragen hebben als, hou je vast, voorbehoedmiddel tegen zwangerschap. Zouden we daar de zweetlucht van onze valeriaan aan over gehouden hebben?
In de Middeleeuwen werden de wortels tussen de kleding gelegd, om ze lekker te laten ruiken.
Smaken en geuren kunnen van cultuur tot cultuur dus toch wel erg verschillen. Wat wel te begrijpen is, dat zware geuren zoals van de valeriaan als fixatief in parfum gebruikt werden.
Hoe dan ook de geur en de wortel van deze plant zorgen ervoor dat valeriaan een extra attractie wordt voor onze tuin. Misschien moeten we er hier even bij stil staan, dat elke bovengrondse tuin ook zijn ondergrondse tegenhanger heeft, die wirwar van wortels onzichtbaar aanwezig in elke tuin moet niet alleen de plant rechtop houden en van voedsel voorzien, maar zorgt ook voor verluchting van de grond. Esthetisch gezien kunnen wortels ook aantrekkelijk zijn met hun grillige, inspirerende vormen en verrassende kleuren en zoals bij de Valeriaan of de Kalmoes extra opvallen door hun sterke geur. Door hun vorm zijn wortels soms echte kunstwerkjes, geschikt om in huis of tuin als versiering gebruikt te worden of om er amuletten mee te maken. Aan wortels werden en worden dan ook magische eigenschappen toegeschreven. Valeriaan en Bijvoet beschermden tegen betovering en werden gebruikt tegen ziekten zoals hysterie en epilepsie.
Veel van deze oude medische toepassingen moeten we kritisch bekijken zonder ze volledig af te keuren, bewezen is nu wel dat Valeriaan een goed kalmerend slaapmiddel kan zijn, waar stoffen zoals valeriaanzuur en valepotriaten gedeeltelijk verantwoordelijk voor zijn.
Oude en nieuwe kennis leidt tot waardering, waardoor we in de tuin niet alleen genieten van de uiterlijke maar ook van de innerlijke schoonheid van een plant zoals Valeriaan.
Juist in onze tijd van hopeloze overspanning kan deze Valderiaan, zoals hij vroeger genoemd werd, de depressieve mens misschien een vleugje vrolijkheid brengen.

22 november

Het plekje in de tuin, waar ik Valeriaan geoogst had, is al weer helemaal aangetrapt door de katers, die op de valeriaangeur afkomen. Bij die beesten lijkt de geur eerder stimulerend dan kalmerend te werken.

23 november

Mijn aangelegd kalkgraslandje aan de zijkant van het huis ligt er nu en anders ook, wel slordig bij. Maar het zei zo! Er is wel meer en ander plezier te beleven aan dit kleine stukje grond. Met mijn neus op de grond speur ik tussen het gras naar sporen van de vele planten, die er geplant zijn en er zich hopelijk ook handhaven of zelf verspreiden. Wat zal het volgend jaar worden en kan ik daar nu al iets van merken?
Duidelijk aanwezig zijn de Wilde marjolein, Agrimonie en de wilde Margrieten. De Cypreswolfsmelk lijkt zelfs aan een opmars begonnen. Niet verwonderlijk met zijn fijne maar stevige wortelstokken, maar toch heeft het wel een goed jaar geduurd, voor hij zich opperbest voelde.
Verder snuffelend zie ik 2 brede tegenoverstaande bladeren, zou het waar zijn, de Paarse orchidee, die we zo massaal kennen uit de Drome. Ja! Ik heb zo maar wat bolletje meegebracht.

25 november

De eerste wat forsere graadjes vorst zorgen er voor dat de laatste frisse Oostindische kersblaadjes nu een groene smurrie achterlaten op de witbevroren grond. Misschien is dat papje nog te gebruiken als een verfrissend en zuiverend gezichtsmasker? De vele bruine rijpe en groene onrijpe zaden liggen nu duidelijk zichtbaar verspreid over de aarde. De bruine kun je oogsten om volgend jaar uit te zaaien en de groene zijn nu nog altijd goed eetbaar als een soort radijsje. De mosterdolieglycosiden, die de smaak en de geneeskrachtige werking geven aan kers, kool, radijs en mierikswortel, zijn omwille van hun bacteriedodende en verwarmende werking, in dit winterse weer goed te gebruiken om de luchtwegen te zuiveren.
Ook de laatste bladeren aan de Ginkgoboom regenen nu geel naar beneden. Meestal oogsten we de verse bladeren in Mei, maar omdat er in de geelverkleurende bladeren meer geneeskrachtige kleurstoffen (ginkgoflavonoiden) aanwezig zouden zijn, wil ik van deze herfstbladeren nu eens een tinctuur maken. Gemakkelijk is het wel om het blad zo van de grond te rapen, maar het geeft me wel een vreemd gevoel van ‘dat het niet goed is’. Toch wil ik het eens proberen.

Eerste hulp bij koude, niet alleen voor de mens maar ook voor je planten in de tuin.

Hoog in de bergen kruipen de planten onder een deken van sneeuw om zich tegen vorst te beschermen. Daarom zijn rotsplanten niet vanzelfsprekend geschikt om onze minder koude maar ook minder geisoleerde winter door te komen. Het enige wat wij dan eventueel kunnen doen is ze zelf onder te stoppen. Laat afgevallen bladeren gewoon liggen of breng een laagje grove compost aan. Natuurlijk kun je ook stro, gaasdoek of flodderplastic aanbrengen of grotere planten zelfs inpakken. Maar van de gedachte alleen al om zo’n floddertuin te hebben, word ik niet goed. Of ik zou een esthetisch verantwoorde structuur, een soort beeld moeten maken dat over de rozemarijn of een andere vorstgevoelige plant geplaatst kan worden, waardoor je de plantentuin tijdelijk verandert in een beeldentuin.

Veel mediterrane planten in mijn tuin (Lavendel, Rozemarijn, Salie, Vitex, Olijfboom en Aloysia) zijn niet bang van een beetje vorst, maar lijden vooral onder de combinatie van vorst en nattigheid. Daarom overwinteren deze planten het best in een luchtige, goed gedraineerde grond dicht bij huis onder de overhang van de dakgoot bijvoorbeeld. Zo lukt het mij, om Rozemarijn en de zeer vorstgevoelige Vitexstruik al 3 jaar buiten te laten overwinteren. Al denk ik dat sommige van die planten serieus bezig zijn, om zich aan ons klimaat aan te passen.

Een natte en koude bodem kun je beter ook niet te veel belopen. Nu hebben we in de winter ook niet zo veel zin om tussen de plantjes te rommelen. Dus dat komt goed uit. Al wil ik nu toch wel genieten van de witgerande hazelaartakken, de sterk afgelijnde structuren van de Kaardebolhoofdjes, het bevreemdende, surrealistische zicht van groene, onrijpe vijgen in onze witte, schijnbaar breekbare wintertuin.
Bewonderen kan ik natuurlijk binnen, in de warmte achter glas.
Maar misschien moet ik, af en toe ook eens naar buiten om mijn lievelingsplanten te omarmen, en ze zo, lichamelijke en geestelijke warmte te geven..
Advies aan de mensen van de planten om de winter door te komen

Advies aan de mensen zelf, om de winter door te komen

 

DECEMBER 2004

Ik heb me voor genomen om mijn tuin in December een rustmoment te gunnen. Ik bedoel dat ik zelf mijn planten deze maand met rust wil laten. Ze niet insnoeien, uitgraven, overplanten of op alcohol zetten. Benieuwd of me dat zal lukken.

Vele planten in December maar dan anders

4 december

Sinterklaas is mijn tegenligger op de weg. In de herboristenles strooit mijn ijverige leerling Marleen letterkoekjes over de tafel, maar levert ook als eerste haar eindwerk over het Sintjanskruid in.
Sinterklaasdag komt er aan, de start voor al de andere vreet- en genotsdagen.
Ook de tijd om als herborist deze genotsmiddelen te bekijken. Het lijkt wel alsof de mens een niet te stelpen behoefte heeft om ongezonde dingen, koffie, chocolade, alcohol te eten of te drinken. Maar zijn deze genotsmiddelen alleen maar ongezond? En waarom zouden wij als mens een natuurlijke neiging hebben om ongezond te eten? Of zouden al deze producten ook een gezonde kant hebben?
Als we de wetenschappelijke onderzoeken van de laatste jaren mogen geloven, lijken genotsmiddelen wel degelijk een gezondheidswaarde te hebben. Zo is chocolade rijk aan polyfenolen, een soort flavonoide met een sterke anti-oxydantwerking. Deze stoffen die ook in thee en wijn aanwezig zijn, gaan de oxidatie van LDL-cholesterol tegen en hebben als zodanig een beschermende werking op de bloedvaten. Ook hun celbeschermend en immuunmodulerend effect kan ons beschermen tegen kanker en tegen allerlei infecties.
Natuurlijk blijft zo een stuk chocolade nog steeds vol zitten met veel ongezonde suikers en verzadigde vetten. Toch is het goed om te beseffen dat alles zowel een gezonde als een ongezonde kant kan hebben.
Ten andere, vele van onze hedendaagse genotmiddelen die vroeger luxemiddelen waren, zijn altijd in gebruik geweest als ‘geneeskruid’ en werden in allerlei manuscripten aangeprezen voor hun geneeskrachtige eigenschappen. Zo zou chocolade de vermoeidheid verjagen (waar), koorts weren, verteringsproblemen oplossen en zelfs overgewicht tegengaan. En natuurlijk moest zo een genotmiddel ook het seksueel genot vergroten en de viriliteit verbeteren. Wat te veel van het goede? Misschien wel, overdrijven is nu eenmaal van alle tijden. Beoordelen, afwegen en gebruiken moet iedereen zélf doen maar dan wel met zoveel mogelijk juiste gegevens.
Mijn afweging:
Chocolade positief : bevat veel magnesium (beenderstelsel, spanningen), polyfenolen (beschermend), theobromine (opwekkend, voordeel?), smaak, genieten is gezond (aanmaak endorfinen).
Chocolade negatief : bevat veel enkelvoudige suikers (cariës, vetzucht), verzadigde vetten (slecht voor de bloedvaten, zware vertering).
Is Sinterklaas, de chocoladespecialist, nu wel-doener of mis-doener?

7 december

Zomaar een wandeldag in de Ardennen. Samen met mijn dochter maak ik een grijze geheimzinnige wandeling in de vallei van de Molignée. De zaadpluizen van de Bosrank hangen er overvloedig en verdrietig nat bij. Zouden ze rouwen om onze pas overleden tante Dien? Mijn dochter plukt een bosje ter nagedachtenis aan haar geadopteerde oma. De Bosrank was, is Dien haar lievelingsplant.
In de smalle vallei omringd door glibberig grillige rotsen doen ook de vele Tongvarens mee aan de troostende dodenwake. Hogerop bij Wastia-le-Haut probeert een fletse zon de macht van de mist te doorbreken. Gelukkig zonder succes, gelukkig blijft de grijze tover het landschap een vreemde, verdrietige kracht geven. In een boshelling, als bekroning van deze dag ontmoet ik een jonge Belladonna(plant). Is het de herboren oude dame Dien?
In het naar huis rijden vinden we nog enkele afgevallen populiertakken vergroeid met besdragende maretakken. De zoveelste Mistel uit mijn leven. In het gezelschap van mijn dochter krijgen deze bessen een extra waarde. Twintig jaar geleden was zij immers het kleine trotse meisje met de grote maretak.

9 december

Als herborist bij de apoteek aspirine halen voor de hoofdpijn van mijn vriendin. Voor mij vraagt een mevrouw naar een flesje Sambucol, een Vlierextract tegen verkoudheid en griep.
Een beetje de omgekeerde wereld.

12 december

Een lesdag over reumatische aandoeningen.

13 december

De zoveelste donkere dagen voor Kerst

Maretakkentijd, alle mistels uit mijn leven:

Mare tak, de klassieke geluksbrenger en magische plant uit de Oudheid ligt nu overal te koop op kerst- en supermarkten. Is geluk te koop? Is het verkopen van maretakken geen heiligschennis? Een uitdaging van de natuurgoden?

Is geluk te koop ?
Is geluk niet,
het samen hoog in de boom klimmen,
de eenvoud plukken,
het uitdelen in December.
Is dat het geheim van de gouden sikkel?

18 december

Les over alcaloiden en hallucinogenen.

19 december

Onze jaarlijkse winterwandeling in het menhir en dolmendorpje Wéris. In de voormiddag wandelen we langs modderige veldwegen naar de dolmen van Oppagne. Verzonken in het akkerlandschap en op de 4 hoeken bewaakt door evenveel Druidische eiken doen de opgestapelde stenen mij denken aan een reusachtige versteende schildpad. Langs het gehucht Pas Bayard ontdekken we een chantoire, de plaats waar een beekje zomaar verdwijnt in de grond. Een natuurfenomeen dat evenveel tot mijn verbeelding spreekt als de dolmens en menhirs.

Naast de vele maretakken ontmoeten we boven op de crete een andere kerstplant, de Hulst vol met rode bessen. Al keuvelend bereiken we ‘ langs achter’ door het donkere bos de witte menhir. Een moment van misterie, een moment van macht. Het landschap opent zich. De natuurmens die ik nog een beetje ben, kan zich dan weer even opladen.

21 december

De kortste dag, de langste nacht. Morgen is mijn jaarboek rond. Vanacht even buiten in de tuin, nu niet in Bellegarde maar gewoon in Keerbergen. De donkere nacht wordt verlicht door het glinsteren van de berijpte Salie-, Lavendel- en Rozemarijnstruiken, het lijkt wel winter in de Provence. Aan de voordeur hangt een onbeschoft grote maretak met een overvloed van glazige besjes. Een mistel die ik eergisteren zelf met eigen handen en voeten uit een pereboom hebt geplukt bij het Ardeens druidendorp Wéris.

22 december

Een winterplant met verborgen mogelijkheden is nu overal aanwezig. Op kerstmarkten, in winkels, als decoratieve versiering in de woonkamers. Groenglimmend leerachtig blad en rode bessen zijn de sierlijke troeven van deze Bergthee of Gaultheria procumbens maar zijn geneeskrachtige waarde ligt verborgen in de zoetgeurende bladeren en bessen. Deze geurstoffen komen pas vrij bij het kneuzen, chemisch gezien zijn het methylsalicylaten, verwant aan aspirine, met dezelfde pijnstillende werking. Uit deze planten word dan ook een etherische olie gewonnen, die verwerkt word in massageolie om pijnlijke spieren en reumatische gewrichten te verlichten.

29 december

De wereld worstelt met een verschrikkelijke tsoenami. De kuststroken van Indonesie, Indie en omstreken zijn overspoeld door reuzachtige zeegolven. Meer dan 100.000 doden.

Gelukkig Nieuwjaar? Hoe moet dat nu?

31 december

Planten in December zijn er genoeg, maar anders dan in de zomer. Bijvoorbeeld de kerstbomen in alle maten en soorten, of de Veenbessen bij het wild of de kalkoen, of de kruidnagel en de kaneel in de warme wijn.
Of zelfs de Gagel in het Middeleeuws volmoutbier. Een drankje dat Marleen vandaag meebracht van onze bioboerderijwinkel ‘De Akelei’. Het bier om mijn kruidenjaar af te sluiten.
Ik heb het gevoel dat ik dit jaar meer met planten dan met mensen heb geleefd. Ik zal dan ook maar al mijn planten van december en van al de andere maanden een groeizaam gezond 2005 wensen.
Ik hoop nog vele nieuwe en oude planten te ontmoeten in het nieuwe jaar (hoe nieuw is een jaar?), maar ik hoop tussen de planten ook wat mensen te ontdekken.

Maurice Godefridi.



Home | Doelstelling | Activiteiten | Wie kan lid worden? | Activiteitenkalender | Archief Herba | Documentatie | Websites | Opleiding | Dagboek | Monografieën | KruidMail