· Het lied der Vlamingen ·

1.Waar Maas en Schelde vloeien, de Noordzee bruist en stormt;
waar vred' en kunsten bloeien, de vrijheid mannen vormt;
waar velden, wouden, weiden, als gaarden rijk beplant,
de weeld' en vreugde verspreiden: daar is, daar is ons vaderland, daar is ons vaderland.

2.Daar stijgen uit ’t verleden de Kaerl en Clauwaert op;
zij hebben stout gestreden, verplet den vreemden kop;
hun goed, hun bloed, hun leven, met mildheid steeds verpand,
om ons te kunnen geven het vrije, vrije vaderland, het vrije vaderland.

3. O Nederland, o vrijheid, gij adelt ons gevoel;
wij zweren ook met blijheid: uw toekomst is ons doel!
Wij zullen, jonge scharen, steeds onze plicht gestand,
met hand en hart bewaren het heilig, heilig vaderland, het heilig vaderland.