· In Vlaanderen blinkt de hemel blauw · |
||
1. In Vlaand'ren blinkt de hemel blauw, gelijk op alle stranden. In Vlaand'ren straalt de morgendauw, gelijk in and're landen. De maan bij ons is geen godin, maar 't beeld der zuiv're Maged, de Moeder van de zoete Min, wier 't Vlaamse hert behaget. Mijn Vlaand'ren spreekt een eigen taal; God gaf elk land de zijne. En, laat ze rijk zijn, laat ze kaal: z'is Vlaams, en z'is de mijne ! 2. Lijk elders riekt de roos hier goed, hier klinkt der vog'len tale. En Philomene zingt er zoet, al heet zij nachtegale. De jonge wiedster galmt heur lied, van 's morgens vroeg aan 't polken, en z'antwoordt dien ze niet en ziet: den leeuwer'k in de wolken.
|