· Psalm · |
||
God,onze Heer, Gij zijt de heer der Heren, Gij draagt de wereld op uw hand; lacht ge op een volk, het bloeit in roem en eren, keert Gij uw blikken, 't stort in 't zand! God, onze Heer, Gij loecht weleer op Vlaanderen; toen wes het machtig, schoon en fier; kluisters en juk, het sloeg ze ruw aan spaandren: Vrijheid en Nering! klonk het hier. God, onze Heer, wil 't jong geslacht aanhoren, red Vlaandren uit zijn diepen val! Zegen den eed door allen trouw gezworen; Vlaanderen, Vlaanderen boven al! |