René De Clercq
Deez' oude stad in ons;
dit grijze steen, dit donkere brons,
die gouden markt, die sterke kerk:
het hart der vaadren in hun werk.
In 't schone land Brabant
gelijk een steen in goud gebrand,
van buiten Diets, van binnen Diets,
is Brussel alles mij of niets.
Zo waar mijn voeten staan,
zal 't Zuiden zuidergangen gaan,
naar eigen streek, naar eigen woonst.
Elk volk het zijne, dat is schoonst!
Elk volk het zijne, dat
is 't recht der eeuwen, recht gevat
door wie, schoon alles wendt en woelt,
de mensheid in haar volheid voelt.
Laat Frankrijk Frankrijk zijn,
Laat Duitsland Duitsland. Haat verdwijn'
beneden 't vredig godsgewelf;
maar laat ook Vlaanderen aan zichzelf.
Want Vlaanderen is geen woord
dat aan 't verleden toebehoort,
maar elk geslacht en elken tijd
een vaste klare werkelijkheid.
Vernieuwd is ons geslacht
in levensmoed en levenskracht.
Het rijst uit puin en nood en dood
voor al de wereld schoon en groot.
O Brussel in Brabant,
groothoofdstad van 't Vlaamse land,
uw trotse torens horen 't nu:
Gans Vlaanderen valt of staat met u!
|