![]()
|
ARTIKELS |
Internationale
crisis vergt internationale oplossing Op 1 mei is het de gewoonte om een
balans op te maken van de toestand binnen de arbeidersklasse en haar
organisaties. Maar vooraleer we daartoe komen is het geen kwaad idee
om eerst de situatie van het wereldkapitalisme onder de loep te nemen,
en die verslechtert met de dag. Na
de langste economische groei uit haar geschiedenis, stevent de
Amerikaanse economie regelrecht op een recessie af. Hoe diep deze zal
zijn en hoe lang ze zal duren is nog niet duidelijk, maar vaststaat
dat ze nu al gevolgen heeft op zowel de Japanse als de Europese
economie. De winstvooruitzichten van Ericsson en Siemens beloven niet
veel goeds en Cisco Systems, Motorola, Cable & Wireless en Compaq
hakken duizenden jobs weg. Dichter bij huis staan bij Philips 7000
banen op de tocht, wordt Sabena voor de zoveelste maal bedreigd door
bankroet en dreigen in de staalindustrie vele honderden
arbeidsplaatsen verloren te gaan.
De jaarverslagen van de grootste Belgische bedrijven zoals
Bekaert, Agfa-Gevaert, Interbrew, Delhaize, Ackermans, Duvel, Ontex,
IBA en BarcoNet lagen in vele gevallen onder de verwachtingen, wat
zich weerspiegelt in een neerwaartse trend op de beurzen.
Van de Bel-20-aandelen verloren er op één week tijd in maart
maar liefst 18 terrein, waarvan 12 meer dan 8 procent. Crisisgevoel
Het
crisisgevoel wint veld, ook in België. Volgens de Nationale Bank is
het consumentenvertrouwen de laatste drie maanden sterk
achteruitgegaan. Tot voor heel
kort bleven de berichten over de Europese economie nochtans
rooskleurig. Europa zou niet getroffen worden door de crisis in
Amerika, luidde het. Maar met een kwakkelende Amerikaanse economie en
een Japan dat na een korte en magere heropleving alweer ineenzeeg,
lijkt het onwaarschijnlijk dat de EU de rol van motor van de
wereldeconomie zal kunnen overnemen. Temeer er nu al sprake is van een
naderende recessie in Duitsland, de motor van Europa... Hoe snel de
zaken kunnen veranderen. Vorige zomer voorspelden de wereldleiders van
de G7 nog rozengeur en maneschijn. Nooit waren de vooruitzichten zo
optimistisch. De wereldeconomie groeide met een forse 4%, de economie
van Zuidoost-Azië wakkerde opnieuw aan en zelfs Rusland stevende af
op een economische groei van rond de 7%. De ‘nieuwe economie’ en
de wonderen van ICT (Informatica en Communicatietechnologie),
biochemie, de waterstofmotor... zouden de wereld dompelen in een
nieuwe gouden periode van vrede en voorspoed. En last but not least:
het ‘communistische experiment’ leek voor eens en altijd tot de
vuilbak van de geschiedenis te behoren. Een van de sterkst presterende
economieën ter wereld is de Chinese, met een jaarlijkse gemiddelde
groei van meer dan 7% in de laatste twintig jaar. En de vooruitgang
was “geen gevolg van de planeconomie, maar wel van de
‘gecontroleerde liberalisering’ in vrijhandelszones en de
integratie van China in de wereldeconomie” Impopulariteit
Betekent dit
alles dat het kapitalisme aan populariteit heeft gewonnen? Uit
peilingen blijkt in elk geval het omgekeerde. De protestbewegingen
tegen het IMF, de WHO en Wereldbank, de populariteit van organisaties
als Greenpeace en ATTAC, de historisch lage waarderingsscore van Bush
in de opiniepeilingen en de regelrechte impopulariteit van de
multinationals, ook in de VS, tonen aan dat de slinger opnieuw naar
links begint te zwenken. Veel van deze fenomenen deden zich bovendien
voor op het hoogtepunt van de economische bloei. Nu het kapitalisme in
moeilijkheden raakt en bedrijven massaal beginnen af te danken, zou
dit onderliggende ongenoegen wel eens op een verbazingwekkende manier
aan de oppervlakte kunnen komen. Oké, dan is nu
de tijd gekomen om de situatie te bekijken binnen de arbeidersbeweging
en haar organisaties. De kapitalistische successen hebben de leiding
van zowel de vakbonden als de socialistische en communistische
partijen verblind. De nieuwe ‘golden age’ (waarvan de werkende
bevolking in tegenstelling tot de jaren 50, 60 en 70 niet heeft
geprofiteerd) verleende een objectieve basis voor de opkomst van de
Blairs, Schroeders en Jansensen in de arbeidersbeweging. De crisis zal
daarom binnen onze eigen organisaties niet zonder gevolgen blijven. De
vraag is immers: welk antwoord zullen de huidige leiders bieden? Het
zal veel moeilijker worden om de rol van de markt te verdedigen en de
rol van de staat terug te schroeven. Maar een even belangrijke vraag
is: welk antwoord bieden hun linkse critici? De globalisering heeft
van de wereld een dorp gemaakt. Tegenover de blinde krachten van de
kapitalistische wereldmarkt moet de internationale arbeidersbeweging
met een concreet alternatief op de proppen komen, dat afwijkt van de
oude, nationalistische oplossingen van staatsinterventie en
nationalisaties. “Socialisme in een land” is sedert de implosie
van het stalinisme zo dood als een pier. Maar het idee dat je niet
kunt controleren wat je niet bezit, blijft zijn waarde behouden.
Controle krijgen over de economie: dat is de vage taak van de
internationale arbeidersbeweging. Maar wat betekent dit concreet? Dat
de arbeidersbeweging van elk land moet vechten voor de onteigening van
de grote bedrijven, zodat de waarde ervan niet langer gecontroleerd
worden door het casinosysteem van de internationale beurzen en hun
productie niet langer afhankelijk wordt van de winstverwachtingen.
Maar daarbij kan het niet blijven. Er moet ook dringend werk worden
gemaakt van de internationalisering van de arbeidersbeweging, niet in
de cultuur en folklore van de oude liederen en feesten, maar in het
concreet timmeren aan een internationale organisatie die de nationale
bewegingen een bredere horizon kan bieden. Een politiek verlengstuk
waarin wereldwijde bewegingen (anti-globalisering, ATTAC...) onderdak
kunnen vinden en dat een volwaardig en geloofwaardig alternatief biedt
op de huidige markt, die in zijn voegen aan het kraken is... |
|