Meerkeuzetest Kinematica

By W. Verreycken

Counter

1. Een bus rijdt met een constante snelheid op een rechte weg. De bus vertraagt en rijdt dan met een constante snelheid verder tot aan een bushalte waar hij een passagier opneemt.

De bus wordt met een fototoestel op een vast statief om de 5 s op de zijkant gefotografeerd tijdens het hele traject tot aan de halte. De film wordt tijdens de opnamen niet doorgespoeld.

De positie van het achterlicht wordt het best weergegeven in foto:

   a               b               c               d

2. Jan rijdt op zijn brommer van west naar oost over een smalle weg aan een constante snelheid van 20,0 m/s . Martje rijdt op haar fiets langs dezelfde weg aan een constante snelheid van 4,00 m/s van oost naar west. Op een bepaald ogenblik remt Jan met een constante versnelling van 1,00 m/sē . Op dat zelfde ogenblik remt ook Martje met een constante versnelling. Ze komen naast elkaar tot stilstand.

De afstand tussen Jan en Martje op het ogenblik dat ze beginnen te remmen is:

   gelijk aan 40 m

   gelijk aan 240 m

   gelijk aan 480 m

   niet te berekenen

3. Piet staat op een monoski en glijdt een helling op tot op een zekere hoogte. Dan glijdt hij terug naar omlaag langs dezelfde helling. Hij heeft zijn ski niet goed onderhouden, zodat er wrijving is tussen de ski en de sneeuw.

De grootte van de snelheid van Piet wordt weergegeven in grafiek:

   a               b               c               d

4. Een blok glijdt over een horizontale tafel. Het tafelblad is heel glad, maar midden op de tafel is er een vlek die ruw aanvoelt.

De positie van het blok wordt het best weergegeven door grafiek:

   a               b               c               d

5. In het bijgevoegde v ( t )-diagram staat de beweging van een voorwerp opgedeeld in vier trajecten A, B, C en D. Het voorwerp beweegt op een rechte.

12VFO-14.gif - 2899 Bytes

De grootste afstand wordt afgelegd tijdens het traject:

   A               B               C               D

6. Het vx(t)-diagram van een beweging wordt weergegeven door volgende figuur.

Het hiermee overeenstemmende ax(t) -diagram wordt gegeven door:

   fig A               fig B               fig C               fig D

7. Vanuit een stilhangende ballon laat men een bal vallen.
Na precies 1 seconde laat men een tweede identieke bal eveneens vallen. Het hoogteverschil tussen bal 1 en bal 2 wordt op ieder ogenblik voorgesteld door x .

We zien af van elke vorm van wrijving.

Voor x geldt dan de volgende bewering:

   x blijft constant in de tijd

   x neemt lineair toe met de tijd

   x neemt kwadratisch toe met de tijd

   x neemt kwadratisch af met de tijd

8. De snelheidscomponent van een deeltje volgens de x -as is gegeven door

 

vo is positief.

ax(t) is constant en negatief.

Welke x ( t )-grafiek is zeker fout ?

   fig A               fig B               fig C               fig D

9. De beweging van een voorwerp op een rechte baan wordt weergegeven in 
onderstaand a ( t )-diagram.
Het voorwerp vertrekt vanuit rust.

De snelheid van het voorwerp tijdens het traject C bedraagt dan:

   5 m/s               4 m/s               3 m/s               0 m/s

10. Een wagen rijdt met een veranderende snelheid op een horizontale weg. Zijn horizontale versnellingscomponent wordt weergegeven als functie van de tijd in onderstaande grafiek. Op het ogenblik t = 0 reed de auto vooruit (vx > 0) met een snelheid van 20 m/s. Dan kan men zeggen dat:

fig5.gif - 2930 Bytes

   op het ogenblik t = 15 s de auto zal stilstaan

   op het ogenblik t = 15 s de auto zal vooruit rijden

   op het ogenblik t = 15 s de auto zal achteruit rijden

   in het tijdsverschil van 0 tot 15 s de auto nooit sneller dan 50 km/u zal rijden

11. Een balletje valt van de tafel en stuitert op de grond. De snelheidscomponent volgens de verticale Y-as als functie van de tijd kan best aangegeven worden door:

fig6.gif - 7497 Bytes

   fig A               fig B               fig C               fig D

12. Een bal met massa m wordt weggegooid met een snelheid v onder een hoek van 30° met de horizontale grond. Na een tijd t raakt de bal de horizontale grond. Onder welke hoek dient men deze bal met dezelfde snelheid v te gooien opdat hij na een tijd 2 t voor het eerst de grond zou raken. Verwaarloos de luchtweerstand.

fig14.gif - 1473 Bytes

   15°               42°               60°               90°

13. Een kind met een speelgoedpistool bevindt zich in een volledig gesloten liftkooi met een breedte van 5 m. Als het kind in de stilstaande lift horizontaal een pijl afschiet met een snelheid v, dan treft deze pijl de overstaande wand op de plaats P. De liftkooi versnelt nu naar boven met een constante versnelling a in grootte gelijk aan (10 m/sē). In welk punt komt de pijl nu terecht?

Fig_2.gif - 12177 Bytes

   A               B               C               O