KAREL'S CHEESE HOUSE

Weet je het verschil tussen een slechte golfer en een slechte parachutist?
Een slechte golfer doet: SNOK! "Shit."
Een slechte parachutist doet: "Shit." SNOK!

Aan het einde van de derde ronde vraagt de bokser aan zijn trainer: "Wat denk je, kan ik hem verslaan?". "Jazeker", zegt de trainer, "Als je zo wild met je handen door de lucht blijft maaien krijgt hij de volgende ronde zeker een longontsteking".

Toen Frank thuiskwam na een partij golf met Fred, vroeg zijn vrouw: "Waarom speel je nooit met Ernie?"
"Zou jij willen spelen met iemand die vloekt als hij een hole mist, knoeit met de puntentelling, met zijn clubs gooit en de bal verlegt?" vroeg Frank.
"Dat denk ik niet," zei ze.
"Ernie dus ook niet."

Simon was een hartstochtelijk sportvisser, die bekend stond om zijn sterke verhalen over "die ene die ontsnapte". Maar op een dag haalde hij werkelijk twee enorme botten op. Hij vroeg onmiddelijk een paar vrienden te eten, en piekerde over de vraag hoe hij de vissen het best kon opdienen. "Als ik ze allebei op tafel zet komt dat zo opschepperig over, " zei hij tegen zijn > vrouw.
"Als je nou eens van elk een stuk op tafel zet?" opperde ze.
"Nee, als ik ze in stukken snijd, gelooft niemand dat ik twee gigantische botten heb gevangen."
Simon brak zich het hoofd. Toen kreeg hij een idee. De gasten zaten al aan tafel toen hun gastheer plechtig het vertrek binnentrad met een schotel, waarop de grootste bot lag die ze ooit hadden gezien. Plotseling struikelde Simon en viel languit. Er ging een kreet van ontzetting op toen de vis op de vloer smakte. Simon veegde echter onverstoorbaar zijn kleren af en riep toen naar zijn vrouw: "Schat, breng die andere bot maar binnen.

"Een dief is er met mijn portefeuille vandoor gegaan," schreeuwt de kampioen hardloper.
"Kon je hem niet te pakken krijgen?" vraagt een van de omstanders.
"Jawel. Ik had zelfs een voorsprong, maar toen ik omkeek was hij verdwenen."

Eerste golfspeler: "Ik heb de geweldigste golfbal ter wereld. Die kun je niet kwijtraken."
Tweede golfspeler: "Hoezo?"
Eerste golfspeler: "Als je hem in het zand slaat piept hij. Als je hem in het water slaat blijft hij drijven, en als je 's nachts wilt golfen geeft hij licht."
Tweede golfspeler: "Klinkt goed. Hoe kom je aan die bal?"
Eerste golfspeler: "In de bosjes gevonden."

Henk Angenent en Eric Hulsebosch zitten bij elkaar in de klas. De juffrouw vraagt aan de klas: "Wie kan mij een moelijk woord opnoemen". De kleine Henk Angenent steekt zijn vinger op, en zegt: "Intelligent". "Keurig" zegt de juf, en ze schrijft het woord op het bord. "En weet jij ook nog wat dat woord betekent, vraagt de juf aan Henk Angenent. "Jawel juf, dan ben je slim en knap" De juffrouw is zeer tevreden. "Wie weet er nog een", vraagt ze. Eric Hulsebosch steekt zijn vinger op, en roept: "Kritisch". De juffrouw is weer zeer tevreden, en wederom schrijft ze het woord op het bord. "En Eric, weet je ook nog wat dit woordje betekent." "Tuurlijk juf", antwoorde Eric Hulsebosch, "da binne die dinge woar oe mie schrieft op de bord"!

Een parachutist springt uit een vliegtuig. Als het zover is, trekt hij aan zijn parachute. Noppes. Hij trekt aan zijn reserve-parachute. Noppes. Met een vaart dondersteent hij naar beneden. Dan komt er van onderaf iemand omhoog schieten met verbrande kleren, helemaal onder het roet... Roept de parachutist: "Heb jij verstand van parachutes?" "Nee", roept de ander, "en ook niet van gaskachels."

Er zit een man aan de waterkant. Links heeft hij een emmertje met wormen staan, rechts ligt een hamer. Er komt een andere man langs die vraagt wat hij aan het doen is. "Ik ben aan het vissen," zegt de man. "Hoe doe je dat dan?" vraagt de ander. "Voor een tientje wil ik het wel vertellen," zegt de man. De ander betaalt een tientje. "Nou," zegt de man, "ik gooi een worm in het water, en zodra er een vis naar hapt, geef ik die een klap op z'n kop met mijn hamer." "Vangt dat nog wat?" vraagt de ander. "Ja," zegt de man, "een tientje of vijf, zes..."

Ik was laatst scheidsrechter bij de Paralympics op het onderdeel zwemmen. Op het eerste startblok staat een man met een been, op het tweede startblok een man met een arm. Op het derde startblok staat een man zonder benen, op het vierde een man zonder armen. Het zal wel, denk ik. Op het vijfde startblok staat alleen een romp, en daarnaast op het zesde alleen een hoofd. Het startsignaal klinkt en iedereen duikt in het water. Alleen het hoofd blijft liggen. Da's nou ook rot, denk ik, dus ik loop naar dat hoofd en geef het een zetje het water in. Het hoofd zinkt meteen naar de bodem. De rest van de ploeg komt al weer terug zwemmen, dus ik klok ze af op aankomst: jij bent eerste, jij bent tweede... En ondertussen ligt dat hoofd maar op de bodem! Als iedereen binnen is, duik ik in het water, haal het hoofd van de bodem en zet het op de kant. Ik zeg: "Als je niet kan zwemmen, moet je niet meedoen..." "Ja," zegt het hoofd, "ik heb tien jaar geoefend om met m'n oren te zwemmen en nou moet ik een badmuts op!"