PARACHUTE

Als je het beu bent om na elke vlucht van neuskegel te wisselen, dan is dit de oplossing: een parachute. Deze zorgt ervoor dat de raket een zachte landing maakt. Het moeilijkste is dat de parachute op het juiste moment moet opengaan: nl. op het hoogste punt. Als de parachutesysteem niet nauwkeurig gemaakt is, dan kan de parachute te vroeg, te laat of helemaal niet opengaan. En dit is natuurlijk niet wat we willen. Hieronder volgt een verslag van hoe wij onze parachute maakten op airtest4. (Dus met papieren neuskegel). Het is zeker niet de beste manier, maar wel een gemakkelijke.

Benodigdheden

BENODIGDHEDEN FUNCTIE
1 fles (dezelfde soort waarmee de raket gemaakt werd.) Uit deze fles snij je de klep
stuk plastiek folie daaruit maak je de parachute
nylon draad Om de parachute aan de raket te bevestigen.
tape Om de kleppen vaste te maken.
nageltje Om de grote klep vast te maken aan de kleine klep.
elastieken Om de klep te laten openspringen.

Samenstellen

Snij uit het plastiek een cirkel van vrij te kiezen grote (bv 50cm diameter). Markeer met een potlood 8 punten op dezelfde afstand op het plastiek. Knip 8 nylon draadjes op dezelfde lengte (bv 1 meter). Bevestig de de nylon draadjes op de vooraf gemarkeerde punten met de tape. Boor een klein gaatje in het dopje van de fles. Steek de 8 draadjes erdoor en bindt ze samen op een lucifer. De parachute is klaar.

Om de parachute te laten opengaan op het juiste moment, gebruiken we een 'kleppensysteem'. Er zijn twee kleppen nodig: een grote en een kleine klep. De grote klep houdt de neuskegel op de raket zolang de raket een redelijke snelheid maakt. Op het hoogste punt, valt de wind weg, en de klep schiet open zodat de parachute zich kan ontplooien. De kleine klep zorgt ervoor dat de grote klep gesloten is bij de lancering (want dan is er ook geen wind). Bij de lancering zorgt de wind ervoor dat de kleine klep omslaat, zodat de grote klep kan vrijkomen.

Snij de grote klep uit de fles. (vb 15cm op 5cm). De onderkant van de klep is vlak, de bovenkant parabolisch. Plak de bovenkant van de klep vast op de raket. Plak aan de onderkant het kleine nageltje. Knip nu de kleine klep (vb 3cm op 2cm). Prik een gaatje onderaan de kleine klep. Plak de kleine klep op de raket zodanig dat het nageltje van de grote klep in het gaatje van de kleine klep past.

Middenin de grote klep prik je een gaatje. steek er een elastiek in. Het andere uiteinde van de elastiek is bevestigd aan de neuskegel. Bevestig een andere elastiek aan het uiteinde van de grote klep (waar het nageltje zit). Het ander uiteinde van deze elastiek maak je vast aan de top van de raket (onder de neuskegel). Als de klep nu openspringt dan wordt de neuskegel niet alleen losgelaten (eerste elastiek), maar ook van de raket geduwd. (tweede elastiek).

Als je deze werkwijze volgt, dan zal de neuskegel zeker lossen. Het kan wel zijn dat de parachute blijft zitten in de neuskegel. Een goed geplooide parachute komt er veel gemakkelijker uit (experimenteer zelf en zoek zo de beste plooimethode). Let op dat bij het bijvullen van de raket, geen water in de neuskegel loopt. Veel succes.

terug naar boven