De leerkracht verdeelt jullie in groepjes. Elk groepje krijgt een andere opdracht en daarna kunnen de groepjes hun opdracht en resultaten aan elkaar presenteren.

 

 

Groepje 5:

Na de oorlog

 

 

Los volgende vragen op:

Schrijf de antwoorden kort op een blad papier:

 

  1. Welke twee grootmachten waren in WO II bondgenoten tegen de Nazi’s?
  2. Deze twee grootmachten hadden elke een andere visie over hoe een staat bestuurd moet worden: het communisme en de democratie. Geef hiervan de juiste verklaring.
  3. Welke landen worden met “het Westen” bedoeld?

 

  1. Stalin had in de Oost-Europese landen die veroverd werden op Duitsland, communistische regeringen geplaatst. Om een blok hiertegenover te stellen, stelde de Verenigde Staten in 1947 het Marshallplan op. Wat houdt dit plan in?
  2. De Engelse premier Winston Churchill sprak al snel over een “IJZEREN GORDIJN”. Wat bedoelde hij hier mee?
  3. De VS en Sovjetunie wilden elkaar overtreffen met wapens (wapenwedloop) en technologie. Waarin waren de Russen eerst?
  4. De USSR nam ook enkele maatregelen om zichzelf te beschermen tegen democratie en andere anticommunistische elementen. Geef er enkele.

 

  1. Op 4 april 1949 tekenden de Verenigde Staten, Canada en een tiental West-Europese staten voor het oprichten van de NAVO. Waarvoor staat deze afkorting en wat betekent het?
  2. Wat hield het Warschaupact in?
  3. Welk symbool van de Koude Oorlog werd pas in 1989 in Berlijn afgebroken? 

 

 

Deze informatie kan je vinden op volgende site:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Koude_oorlog#Ontwikkelingen_tot_het_begin_van_de_Koude_Oorlog

 

Algemene zoekrobot:

 

http://www.google.be

 

 

Terug naar het hoofdmenu: TERUG