Bij het uitbreken van de oorlog was het onduidelijk wiens kant de Turken zouden kiezen. Hoewel de Duitse invloed zeer groot was, bleef Turkije geringe tijd officieel neutraal. De situatie veranderde enigszins toen Churchill besloot om twee Turkse oorlogsschepen, die op een Britse werf in aanbouw waren, in beslag te nemen. Dit gebeurde vrij bruut en zonder enige compensatie. De Duitsers reageerden bliksemsnel door de Turken de Goeben en de Breslau ter vervanging aan te bieden. Na nog eens een incident met de Britten aan de Bosporus, besloot men in Turkije om alle geallieerde aanvoerlijnen van en naar Rusland te verbieden. Nadat de Turkse vloot dan ook nog eens enkele Russische Zwarte Zee-havens beschoot, schaarde Turkije zich officieel aan de kant van de Centrale Mogendheden.
Op 13 december kon een Britse onderzeeër de Dardanellen binnenvaren en een Turks oorlogsschip tot zinken brengen. Deze actie wekte bij de Britse marine het idee dat het forceren van deze waterweg hun niet al te veel moeite zou kosten.( Die gedachte zou hun later nog duur komen te staan.)Toen de Russen hen verzochten om een tweede front te openen in Turkije-wegens de Turkse druk op de Kaukasus-stelden de Britten een plan op om een marinemacht naar de Dardanellen, meer bepaald naar het schiereiland Gallipoli te zenden. Ook de Fransen zouden hieraan in beperkte mate deelnemen.
In februari 1915 ging de actie met beperkt succes van start en men kon reeds een paar eenheden aan land brengen. Op 4 maart moest men zich al weer terugtrekken. Toch bleven de Britten geloven in het welslagen van een landingspoging maar ze waren vergeten dat een verrassingsaanval niet meer mogelijk was en dat de Turken in allerijl versterkingen aanvoerden. Van nu af aan, zo besloten de Britten, zou de verovering van Gallipoli een gecombineerde land-en zee-operatie worden.
De Britse voorbereiding was ongelooflijk lichtzinnig en op het amateuristische af. Zo beschikte generaal Hamilton, die het opperbevel over de Britse troepen bij Gallipoli zou voeren, slechts over enkele toeristische gidsen en kaarten en een verouderde handleiding over de Turkse strijdkrachten. Op 23 april werden de allerlaatste voorbereidingen getroffen. Nu kon de landingsvloot met de vele duizenden manschappen opstomen naar Gallipoli. Op 24 en 25 april werden de eerste landingstroepen afgezet. Hierbij leden vooral de Britten op de stranden van Cape Helles zware verliezen. De overige troepen hadden niet zo'n grote weerstand ondervonden en tegen de avond van de 26ste had men ongeveer 30.000 man aan land gebracht. Na de landing zelf, die al tot zware verliezen geleid had, moest men een aantal Turkse forten en steden veroveren. Wegens gebrekkige bevoorrading, medische hulp en steun van de marine slaagde men hier slechts in beperkte mate en ten koste van zware verliezen in. Het front veranderde in een patstelling: men was genoodzaakt zich in te graven en men kwam geen meter vooruit. De Britten voerden nu en dan wel versterkingen aan maar de Turken zaten ook niet stil en konden zelfs de Britse versterkingen op Sulva isoleren. De gehele operatie Gallipoli dreeg een grandioze mislukking te worden met vele duizenden Britse doden en gewonden. De strijd die op 48 uur beslist had moeten worden duurde tot 8,5 maanden na de eerste landingen voort. Generaal Monroe, plaatsvervanger van de ontslagen generaal Hamilton, liet dan ook na die bloedige 8,5 maanden de aftocht blazen. Gallipoli had de Britten 205.000 en de Fransen 47.000 man aan doden en gewonden gekost. De Turkse verliezen werden op 251.000 man geschat. Churchill had aan de operatie zo'n grote steun gegeven dat hij na de definitieve mislukking ervan zijn ontslag kreeg en een tijd van het politiek toneel verdween.