De Russische Revolutie: Rusland treedt uit de oorlog

De Februarirevolutie

De politie opende het vuur op de Russische demonstranten waarbij velen omkwamen

In 1917 werd de situatie in Rusland steeds zorgelijker. De enorme verliezen aan het front, honger, gebrek aan leiding brachten het Russische volk in een opstandige sfeer. De voorzitter van de doema (het Russische parlement) waarschuwde de tsaar dat zijn komst dringend gewenst was want de toestand dreigde uit de hand te lopen. Maar deze schonk hier geen aandacht aan en bleef waar hij was. Begin februari vonden er grote plunderingen en opstanden plaats te St. Petersburg. Toen de plaatselijke commandant kozakken op de opstandelingen afstuurde, weigerden deze in te grijpen en in sommige gevallen sloegen ze ook aan het plunderen. Enkele weken later braken er opnieuw onlusten uit en vonden 250 demonstranten de dood toen de politie op hen vuurde. Het leger weigerde deze keer de politie te steunen en verdere bevelen op te volgen. Dat was het moment waarop de revolutie uitbrak. De gevangenis werd bestormd, de forten Paul en Peter in brand gestoken en er vonden in St. Petersburg plunderingen plaats van een nooit eerder voorgekomen omvang. Al snel verspreidde de revolutie zich over heel Rusland. Ondanks de vele waarschuwingen van de doema en het feit dat hele legeronderdelen aan het muiten geslagen waren deed de tsaar niets aan de situatie. Toen hij uiteindelijk de ernst van de situatie inzag, was het al te laat en moest hij aftreden. Na zijn abdicatie op 16 maart 1917, werd de tsaar en zijn familie in gevangenschap weggevoerd. In de nacht van 16 op 17 juli 1918 werden ze op gruwelijke wijze vermoord te Jekaterinenburg.

De regering viel en de macht kwam, tot een voorlopige regering onder de voormalige minister van Arbeid Kerensky gevormd was, in handen van soldaten-en arbeidersraden.


De Oktoberrevolutie: Rusland uit de oorlog

Omdat de voorlopige regering onder Kerensky de oorlog met Duitsland wou voortzetten, besloten de Duitsers de revolutie een handje te helpen. Ze verleenden de (radicalere) bolsjewistische leider Lenin de toestemming om over Duitsland richting Rusland te sporen. Lenin vertrok op 9 april 1917 in het Zwitserse Zürich en kwam aan te St. Petersburg op 16 april 1917. Daar werd hij met groot enthousiasme door het volk onthaald. Na een vlaag van deserteurs in het Russisch leger, viel de regering nogmaals en werd opnieuw een voorlopige regering gevormd onder Kerensky. Maar het leger weigerde pertinent deze regering te steunen. Met als gevolg de Oktoberrevolutie (feitelijk vond deze-volgens onze kalender- in november plaats) waarin de Bolsjewistische Partij onder leiding van Lenin de macht overnam. Lenin verklaarde de oorlog onmiddellijk te willen beëindigen. Lenins minister van Buitenlandse zaken, Leon Trotsky, werd belast met het voeren van vredesbesprekingen met de Duitsers te Brest-Litovsk. Deze besprekingen liepen echter wegens de hoge Duitse eisen op niets uit en de Duitse troepen schoten terug in beweging en drongen steeds verder Rusland binnen. Tenslotte greep Lenin persoonlijk in en zo werd een eind aan de vijandelijkheden gemaakt op 3 maart 1918. Rusland was zwaar verslagen: ruim 90% van de Russische kolenmijnen, eenderde van de landbouwgrond en de helft van de Russische industrie kwam in Duitse handen. Daarenboven kwam nog eens dat door het eenzijdig uit de oorlog treden en het feit dat er communisten aan de macht waren, een breuk ontstond tussen Rusland en het Westen die zich pas in onze dagen lijkt te herstellen. Ondanks de revoluties, opstanden bleef het Russische volk dus gewoon verder lijden.

overzicht