"De Nationale Leugenkrant" door
Albert van Dalfsen
Beste bezoeker,
Op 13-4-2002 stond in Leugenkrant "de Telegraaf"een stuk als zouden
vliegvissers eidereenden scalperen om de kopveertjes te kunnen gebruiken
voor het binden van speciale vliegen. Wetende dat de gemiddelde
vliegvisser alles doet om (op legale wijze) aan de spullen te komen
die nodig zijn voor het binden van een speciale vlieg lijkt dit
stuk voor een heleboel mensen aannemelijk.
Zo ook voor een heleboel vliegvissers heb ik ondertussen vernomen.
Maar wat is in werkelijkheid het geval? De gescalpeerde vogels bleken
bijna allemaal vrouwtjes te zijn. In het voorjaar gaan ook bij eidereenden
de hormonen opspelen en hebben ook de eidereenden last van voortplantingsdrang.
En wat gebeurt er bij deze daad door de mannetjes, juist zij houden
zich met hun snavel vast aan de kop van het vrouwtje.
Normaliter is dit geen probleem. De vrouwtjes verliezen een paar
van die hééééél kleine kopveertjes (er is echt niet mee te binden,
hooguit op een maatje 30-32) Die veertjes groeien wel weer aan.
En er verzuipen een paar minder sterke eidereenden dankzij de enorme
inspanningen van hun wisselende partners. Alleen is er de afgelopen
jaren iets anders aan de gang.
Door overbevissing van de Waddenzee door de oester en kokkelvissers
(dus weer onze vrienden de beroepsvissers) is de conditie van de
eidereend dramatisch achteruit gegaan. De eidereend is namelijk
voor zijn voedsel vooral aangewezen op kokkels. Door de slechte
conditie van de vogels gaat het vel heel erg los zitten en juist
tijdens de paring, wanneer de vogels juist een goede conditie dienen
te hebben, wordt dit de vrouwtjeseidereend noodlottig, omdat zij
door voedingstekorten los in hun vel komen te zitten. Omdat ook
op de kop het vel zeer los zit en het mannetje het vrouwtje de kop
zeer strak vast houdt krijg je het scalpeer effect. Omdat er de
laatste tijd door de diverse Hengelsportorganisaties nogal sterk
was gereageerd richting de beroepsvisserij omtrent de "Beleidsbeslissing
Schubvisserij" en deze organisaties een voorlopig redelijk resultaat
hadden gehaald ligt het nogal voor de hand uit welke hoek deze berichtgeving
is komen aanwaaien.
En bij een krant die regelmatig heeft bewezen niet al te veel waarde
te hechten aan gedegen onderzoek is het dan goed aankloppen met
een smeuïg verhaal.
Ik wil iedereen dan ook verzoeken binnen hun kennissen /familie
/ sportvrienden / kring het juiste verhaal te vertellen.
Albert
P.S. Het biologische verhaal komt niet uit mijn koker, zo knap ben
ik niet op dat terrein, maar is door een erkend Drs. "Biologie"
onderzocht. Naam en functie van mijn zegsman zijn bij mij bekend.
De VNV heeft wel besloten dat mocht er ook maar één lid zijn die
zich te buiten gaat aan vergelijkbare praktijken, zoals in de Telegraaf
genoemd, deze met onmiddellijke ingang wordt geroyeerd als lid van
de VNV.
Omeer? door Wim Brummer
Als ik donderdag mijn collega's Ger van Oenen en Rob Verbarendse spreek,
kom ik er achter wat nu Omeer betekent. Omeer staat in mijn agenda
op zondag de 24 ste maart. Ik had het al een paar keer gelezen maar
er ging bij mij geen bel rinkelen. Totdat ik van Ger en Rob begreep
dat we met wat clubleden naar het Oostvoornsemeer zouden gaan. Dus
dat betekende Omeer. Zondag de 24 ste maart vissen met de club!! Nou
daar had ik wel zijn in.
Het was alweer een tijdje geleden dat ik naar Oostvoorne ben gereden.
En het is nu soms een beetje kwakkeltijd voor het vliegvissen in de
polders. Het is vaak weer om te gaan snoeken, met veel wind en donkere
luchten, maar dat mag nu niet meer en ik ben zo iemand die het dan
dus ook niet doet, nou ja 1 weekendje extra misschien, maar meer echt
niet. Het alternatief is dus vissen met nimf of droge vlieg. Ik geloof
niet zo in droge vliegen rond deze tijd, hoewel, als je geduld hebt,
vang je ze waarschijnlijk nog ook. Voor mij blijft dan over vissen
met een nimfje. Natuurlijk is vissen met een nimfje een pracht sport
maar met veel wind en erg koud kan het taai vissen zijn. Als je dan
niet weet waar de vis zit, kan het zelfs gebeuren dat je niets vangt.
En die vaste plekken die je kent, beginnen een beetje te vervelen.
Ik had vorige week al een hele zondagochtend besteed aan het zoeken
naar nieuwe plekken waar voorn kon zitten en niet gevonden. Wel karper
trouwens maar dat is een ander verhaal. Die probeer ik in mei nog
wel eens.
Dus ik had wel zin om mee te gaan. De dingen die ik in het weekend
moest doen, konden gelukkig ook op zaterdag gedaan worden, dus ik
had de beschikking over een hele ochtend. 'We willen wat vroeger dan
de rest gaan, er al zijn als de zon opkomt, dan heb je de meeste kans"'
zeiden Rob en Ger. "En hoe laat is dat dan ongeveer", vroeg ik."Nou
we willen om half zes wel gaan rijden". Dat is vroeg op de zondag
mensen, heel erg vroeg. Zaterdagavond is nou niet bepaald een avond
dat je om 23.00 uur al in bed ligt. "We hebben afgesproken bij de
Stormvogel, want bij de loswal is de vis nu erg aan het paaien". We
gingen dus ook ergens heen, waar ik meestal niet kwam. Ik ga altijd
naar de loswal. En dat paaien?, was dat nu nog niet over ? Daar heb
ik slechte herinneringen aan. Overal rode vissen om je heen, echt
heel dichtbij. Je gooit je rot naar elke rode schim maar je vangt
niets, maar dan ook helemaal niets, tenminste ik niet. Het lijkt een
hele tijd erg spannend, want je ziet echt grote vis, maar uiteindelijk
is het heel frustrerend. Zelfs vals haken wordt dan een optie.
"De rest komt wat later, en neem je bellyboat mee", "da's goed", zei
ik en wie gaan er nog meer. "In ieder geval Harry Jansen". Dus we
waren in goed gezelschap. Zaterdagmiddag de vliegendoos nog even bekeken
en wat extra gebonden. Een paar nimfjes van grove groengrijze dubbing,
verzwaard en onverzwaard, wat vlokreeftjes van het zelfde maar dan
met een glimmend schildje. Ik was van plan droog te vissen. Ik had
op internet gelezen dat er droog (met een nimfje) al werd gevangen.
Zaterdagavond niet teveel gedronken en om 00.30 uur moeders alleen
gelaten en naar bed gegaan. Uiteraard stond de gang vol met hengels,
waadpak, bellyboat, flippers, 2 hengels, vliegvisvest, extra sokken,
warmtepak, sjaal, regenjasje, thermosflessen, telefoontje, portemonnee,
rijbewijs, en nog wat spulletjes. En ik zeg altijd tegen mensen dat
ik vliegvissen zo leuk vind omdat je zo lekker weinig nodig hebt,
je pakt je vliegvestje je hengel en wegwezen. Heel wat anders dan
die "gewone"vissers, met hengels, tuigen ,leefnet, voer, stoel, steunen,
en nog wat spulletjes. Toch de wekker maar gezet op 05.20 uur. En
er ook uitgegaan toen die afliep. Snel koppie thee, soep warm gemaakt
en alles ingeladen. Natuurlijk eerst de ruiten krabben want het had
nog gevroren ook, alles was wit.
Met mijn slaapkop uit macht der gewoonte de Utrechtsebaan ingereden
in plaats van richting Rotterdam maar eenmaal weer op de goede weg
werd ik goed wakker en was ik snel bij Oostvoorne. Op de parallelweg
langs het meer zag ik 3 reeën oversteken. Overstekend wild dus, mooi
gezicht en ik was blij dat ik niet zo hard reed.
Ger, Rob en Harry waren er al. Ze waren er al een half uur maar het
schoot niet op. Ze stonden nog wat te klooien met luchtpompen, koffie,
en hengels.. Bart kwam ook nog samen met zijn vliegvissende buurman
en volgens mij heb ik Peter van der Burg ook nog gezien( of rijden
er meer mensen in zo een mooie grijze Opel Safira) Om 07.15 uur dobberde
ik achter Rob en Ger aan. Tussen de hoogspanningsmasten kwam een enorme
oranjerode zon omhoog, het feest kon beginnen. Het was al druk, veel,
naar later bleek Fransmannen, waren aan het vissen op de dammetjes
. Er was nog heel weinig wind en ik ben heel langzaam naar de hoogspanningsmasten
gedobberd. Ik viste drijvend met een nimfje en een visachtig dingetje
(mag dat daar eigenlijk met twee dingetjes tegelijk vissen ?) Nou
het maakte niet uit, bleek later. Rustig langs de dammetjes dobberend
heb ik 2 maal achterelkaar vastgezeten (dus zo drijvend was drijvend
niet met een leader van een meter of vier) . De derde keer bewoog
de steen en sprong zelfs boven water uit. Helaas los, het was geen
hele grote maar toch. Daarna nog gevoeld dat ze waarschijnlijk in
het staartje van mij visachtig dingetje beten , je voelde ze knabbelen.
Daarna niets meer gevoeld. Ger en Rob hadden meer geluk, die hadden
er elke 2 en nog wat missers. Op de boobie's , gele boobie's voor
degenen die geïnteresseerd zijn.
Na een uurtje dobberen had ik steenkoude tenen en moest ik vreselijk
pissen. Wat is een bellyboat dan een gedoe. Je stelt het zo lang mogelijk
uit maar je moet toch een keer. Dus naar een dammetje varen, proberen
te gaan staan met die grote gladde flippers op nog gladdere stenen,
je bellyboat vasthouden (want als die wegdrijft .....) jezelf een
klap op je kont geven in de hoop dat er aan de voorkant wat uitschiet
en dan eindelijk nadat je allerlei kleren hebt laten zakken kun je
pissen. Dat is dan bijna net zo lekker als klaarkomen. Het gekletter
was een heerlijk geluid, totdat ik me realiseerde dat ik geen gekletter
meer hoorde, sta je dus toch in je waadpak te pissen, had ik net zo
goed kunnen blijven zitten.
Om ongeveer 10.30 uur waren we allemaal weer terug bij de auto en
hebben we nog wat staan napraten en wat gedronken. Het was inmiddels
ontzettend druk geworden. Heel veel duikers, het zag er zwart van.
Die hebben trouwens net zo veel zooi bij zich als wij, auto's vol.
En allemaal verhalen tegen elkaar "heb jij ook die grote forellen
gezien?". Ze zitten er dus echt wel en ook veel, alleen we vangen
ze niet zo. Het is ook wel een erg groot meer. Volgens mij is het
zo dat wanneer je een vis tegenkomt dan vang je die, ongeacht waar
je mee vist.
Rob had teveel krentenbollen dus die hebben we gedeeld. Er liep een
hondje van een van de duikers te bedelen, die gaf ik een stukje. Dat
viel in de smaak, want vervolgens jatte dat hondje de krentenbol van
Harry uit zijn hand, hap zei die en weg was de bol. Tussen de zich
aan- en uitkledende duikers en duikeressen hebben we nog wat staan
ouwehoeren. Ger, Rob en Harry vertrokken. Ik heb nog een half uurtje
staan gooien met een zinkende lijn en een gele booby, je weet maar
nooit. Toen ik meer kans had om een duiker te haken dan een forel
heb ik ook maar ingepakt. Al met al niets gevangen. Maar het was wel
leuk. Het blijft een gigantisch meer met goede forel en je weet het
maar nooit. Misschien volgende keer toch weer zinkend en met een gele
booby ?
Wim Brummer
|