o
|
Jan Wauters (Mechelen
10-02-1939) Bornem.
Opleiding : Licentiaat
Germaanse Filologie.
Van 1962 tot 1964 was
hij algemeen journalist. Vanaf 1965
sportjournalist en
chronikeur.
Van 1967 tot 1999 was
hij hoofdredacteur sport Radio 1 van
de BRT-N.
Hij leverde bijdragen
voor NRC/Handelsblad, de Volkskrant en Vrij
Nederland. Hij is vaste correspondent voor Langs
de Lijn.
|

|
|
|
|
|
'Davidoff
is dood. Een tsaar van een sigaar, van de meest ranke,
elegante soort. Ik wou dat er ook van mij iets reste,
ooit, van die vuurvaste aase 'a la Davidoff.
Dan kann ik in vrede gaan' Jan Wauters verbindt in
zijn columns de ruisende rust van Davidoff met de
gracieuze glans van Van Basten. Met de ontstemdheid
van de criticus. Die geriefd en geprikkeld, verstoord
en verbolgen op vele slakken zout legt en met
vlijmscherpe ironie de pronkzucht en zwendelarij van
onze gezagsdragers hekelt. In deze uitgelezen
verzameling columns brengt Jan Wauters woord voor
woord de, zijn, kristallen klank van de radio tot
leven. Ze verschenen eerder in de krant De Morgen
of werden uitgezonden in de Radio 1- programma's Het
Landhuis en de De Toestand is hopeloos maar
niet ernstig. In dit boek veel aandacht voor de
wielersport.
|
Toen
Sylveer Maes voor de tweede en laatste keer de Ronde
van Frankrijk won, was Rik van Looy nog geen 6 jaar
oud. Jacques De Boever leerde juist lopen, want die
was toen een jaar. Vic Van Schil en Ferdinand Bracke
lagen in de wieg, of bijna toch. Zij werden namelijk
in datzelfde jaar geboren. In het jaar 1939.
De andere 33 Belgische renners die overmorgen in de
Ronde starten, vertoefden dus nog niet op deze wereld
in het laatste voor-oorlogse wielerjaar, het
gloriejaar van Sylveer Maes, zoals u weet de laatste
Belgische Tourwinnaar.
Zolang is dat geleden. Dertig jaar dus, en voor het
eerst in die dertig jaar, presenteert ons land opnieuw
een reëel kanshebber op de overwinning, voor velen de
waarschijnlijke overwinnaar, Eddy Merckx. De meest
besproken wielerman van het seizoen. Bejubeld en
versmaad, een kampioen en een kind heeft men hem
genoemd, een superman en een komediant. Deze man,
onbetwistbaar de sterkste wielrenner van zijn
generatie, vertrekt naar de Tour met als enig doel hem
te winnen. Zonder de overtuiging dat ook werkelijk te
kunnen, was hij niet aan het vertrek gekomen. Omdat
hij die overtuiging ook op anderen had weten over te
brengen is hij er wel. Vergeet niet dat Merckx
normalerwijs nu bezig was zijn schorsing uit te
zitten, hoe onrechtvaardig die mogelijk ook over hem
is gekomen. ,Maar ‘men' wilde nu eenmaal Eddy in de
Ronde van Frankrijk. Onder die ‘men' versta ik ook
de bazen van de Tour, de heer Levitan op kop. En zo
heeft de een de ander geholpen. Voor Merckx was de
zaak op een gegeven moment verloren, en zonder Merckx
kon Levitan zelf voor publiciteit gaan zorgen. Maar
dat is niet nodig geweest, het geval-Merckx heeft, wat
dat betreft, alle voorgaande geklopt. Bij zoverre dat
deze Ronde met maximum-pupliciteit opgeklopt en
opgepept zit, zo vol animositeit steekt dat er
ontploffinkjes kunnen voorkomen. Het gevaar voor de
grote explosie, de aanslag van de renners op de Ronde, lijkt voorlopig geweken, nu Anquetil in
zijn eentje een dag vroeger van start gaat, nu Jan
Janssen zwijgt en Felice Gimondi in stille retraite is
geweest. De Ronde van Eddy Merckx kan beginnen.
|
Met
medewerking van Piet Theys en Marc Stassijns.
|
|

|
|
Technische
fiche
1981 |
Lannoo pvba |
Tielt / Bussem |
Historie |
176 pagina's |
met illustraties |
SPORT
EN JEUGD
Van
Olympia tot anabolica
een
marathon van eeuwen
|
|
26,5 cm |
ISBN 90 209 0999 1
|
Uitgegeven
ter gelegenheid van de 12e internationale
Raiffeisen - Jeugdprijsvraag
|
|
Er zijn weinig
menselijke activiteiten, die méér en frequenter in
de publieke aandacht en belangstelling worden gebracht
dan de sport.
Veel groen en
weinig rijp, vaak inspelend op het louter
sensationele, vluchtig als zeepbellen. Ja, wat is er
van de sport?
De overbekende
sportjournalist Jan Wauters en allround-auteur Julien
van Remoortere hebben zich samen aan het studeren,
denken en schrijven gezet aan een - we mogen wel
zeggen:
standaardwerk
over de sport. Een boek dat tot nog toe ontbrak in de
nochtans overvolle sportbibliotheek, en dat een klaar,
duidelijk, niet mis te vatten antwoord geeft op
pertinente vragen, die leven bij iedereen, die van
nabij of van verre met de sport te maken heeft.
Wat was er vroeger
van de sport? Dit wil zeggen: de geschiedenis van de
sport vanaf de vroegste tijden tot en met de huidige
aanloop tot de éénentwintigse eeuw, met als
belangrijk gegeven hierin de binding
sport-cultuur-maatschappij.
In een tweede
hoofdstuk worden de vele gezichten van de sport
getekend: sport en spel, competitie- en
recreatiesport, topsport, amateurs- en beroepssport,
agressie, vandalisme, commerciële exploitatie,
politiek gebruik en misbruik, sensatie, de
persoonlijke drama's, maar evenzeer de grote
persoonlijke vreugde.
In het derde grote
luik wordt tenslotte de sport op school behandeld,
hier en nu, buitenland en binnenland, van kreupele
groei van de lichamelijke opvoeding tot en met S.O.S.
Sport op School, sport binnen en buiten het
lesrooster, naschoolse sportvorming, Sporthumaniora en
trainersscholen, B.L.O.S.O. en Sporta.
Een
weetboek, maar vooral een bezinningsboek, dat niets
uit de weg gaat of verhult, maar dat tevens
relativeert waar nodig.
Leo
Trienpont nam een deel van het researchwerk op zich.
Cis Verhamme fungeerde als boekarchitect.
In
dit mooi geïllustreerd boek is ruimschoots aandacht
voor de wielersport. Ook zijn er mooie foto's van o.a.
Eddy Merckx.
|
Met
medewerking van Julien van Remoortere.
|
|
Negentien verhalen
over de sport, waarvan er zeven over de wielrennen.
|
|

|
|
Technische
fiche
1996 |
Van Reemst / Icarus |
Houten / Antwerpen |
Algemeen |
127 pagina's |
geen illustraties |
RECHT
UIT 'T HART
Dertien
auteurs over hun favorieten sport
|
|
20 cm hoog
ISBN 90 410 9025 8/cip
|
Bijdragen in dit boek
van o.a. Jan Wauters met "De Flandriens" uit
het tijdschrift Ons Erfdeel, juni 1996.
FRAGMENT : De
Flandriens, waren dat niet de dwangarbeiders van de weg, van Vlaamse komaf dan, behorend tot die categorie van wielrenners die op de verbeelding werkten van de gewone volksmens, die vooral in de tussenoorlogse periode een geromantiseerd beeld kreeg voorgeschoteld van hun bijna onbevattelijke krachtpatserijen?
Lange zin, enigszins in de stijl van de peetvader van de Flandriens zelf en van het heldenproza dat hij pleegde, te weten Karel Van Wijnendaele, 'Koarele' zoals hij algemeen, vertrouwelijk en waarderend tegelijk werd genoemd. Met hem gaan we op zoek naar de oorsprong van het begrip
'Flandriens', en de betekenis die het kreeg in de latere ontwikkeling van de wielergeschiedenis. In zijn chef-d'oeuvre,
Het Rijke Vlaamsche WielerIeven, voert Van Wijnendaele ons mee naar het begin en wijdt hij ons ook in, in het wezen van wat die Flandriens betekend hebben. En we komen tot een vreemde, enigszins bizarre ontdekking. De Flandriens zijn geboren op de wielerbanen van Brussel en Parijs, en vierden hun grootste triomfen in de
Zesdaagses, de Six Days van Chicago en New York, in Amerika dus. Het
waren baanrenners, merkwaardig genoeg, en nog geen reuzen van de weg.
Leg eens uit. Misschien lag de kiem nog wel langs Vlaamse wegen, want het boek van Van Wijnendaele maakt melding van ruzies en twisten na het Kampioenschap van
Vlaanderen in Koolskamp, in het jaar 1912. Dat was
toen al, meer dan nu, een grote koers, en ...
|
|