
|
|
Technische
fiche
2000 |
Lannoo |
Tielt |
Jaarboek / 300 foto's |
248 pagina's |
met illustraties |
KEIZERS,
KONINGINNEN EN KAMPIOENEN |
100 jaar
sport in België
|
|
23 cm |
ISBN 90 2093 69 05
|
|
|
Deze
prachtig geïllustreerde sportencyclopedie geeft een
meeslepend overzicht van de 200 belangrijkste
Belgische sporthelden van de twintigste eeuw, met
aandacht voor alle sportcategorieën en tijdsperiodes,
van Briek Schotte en Eddy Merckx tot Frank
Vandenbroucke. Maar ook minder bekende of vergeten
geraakte sportgoden zoals Hubert Van Innis, meervoudig
Olympisch en wereldkampioen boogschieten, passeren de
revue. Iedere kampioen wordt op een knap geschreven
manier geportretteerd in bijdragen van uiteenlopende
lengte. Alle sporttakken en alle belangrijke
sportevenementen - tot en met het E.K. Voetbal 2000 en
de Olympische Spelen in Sydney - komen aan bod.
Daarnaast schreven de auteurs ook schitterende
actieverhalen over de meest markante Belgische
sporthoogtepunten van de voorbije eeuw en boeiende
essays over een aantal randfenomenen in de sport. Een
volledige steekkaart van alle nationale
sportfederaties completeert dit unieke naslagwerk. Een
van de volledigste en mooiste sportoverzichten die
ooit verschenen!
Toen Baron Pierre de
Coubertin in 1894 het Internationaal Olympisch Comité
boven de doopvont hield was de Belgische sportwereld
reeds volop in expansie. Diverse Nationale sportbonden
waren toen al opgericht of kregen gestalte rond de
eeuwwisseling. Voor de Coubertin waren de Olympische
Spelen slechts een, zij het belangrijk, onderdeel van
de Olympische Beweging. Voor hem dienden de Spelen
vooral een voorbeeldfunctie naar de jeugd toe uit te
stralen, de toenmalige jeugd die met zijn mangelende
fysieke conditie meer dan ooit nood bleek te hebben
aan regelmatige sportbeoefening. Competitiesport,
topsport diende dus vooral kansen te moeten krijgen.
Onze Belgische sportfederaties hebben die redenering
in ruime mate gevolgd aangezien reeds vanaf het einde
van de 19de eeuw er op alle mogelijke niveaus boeiende
wedstrijden werden georganiseerd waarbij telkens
kampioenen konden gevierd worden. Sommigen van hen
spraken in die mate tot de verbeelding van de
bevolking dat ze prompt tot koning, koningin of zelfs
keizer gekroond werden. Trouwens net zoals vroeger
identificeerden de jongeren zich de jongste decennia
met onze sporthelden, jonge wielrenners waanden zich
Eddy Merckx, Van Steenbergen of Van Looy, jonge
voetballertjes werden dan weer Van Himst, Jurion,
Mermans of Coppens. Hoeveel jongens- en meisjeskamers
werden niet versierd met gehandtekende foto's van Van
de Walle, Ingrid Berghmans, Saive of andere
Deburghgraeves. Belangrijke doorbraken in bepaalde
sporten zorgden voor een explosie van ledenaantallen
in de betrokken federaties zoals tennis, tafeltennis,
judo en andere.
Bij grote
sportmanifestaties liep de massa storm om zijn idolen
te kunnen toejuichen, men legde het werk of andere
bezigheden neer om toch naar niets te missen van het
hoogfeest van de sport. Soms lagen zelfs de straten en
pleinen er verlaten bij, iedereen die zich kon
verplaatsen haastte zich naar de sportieve
confrontatie of zat thuis of op het werk aan de radio
gekluisterd of later aan de televisie geketend.
Bij grootse resultaten werden de sporthelden
vorstelijk ingehaald als echte prinsen en koningen.
Het hele land stond op zijn kop, nationale symbolen
werden bovengehaald, elkeen was blij en gelukkig,
iedereen lachte naar iedereen, zelfs linguïstische en
andere grenzen verdwenen als sneeuw voor de zon.
Een eeuw sport in
België heeft heel wat van deze heroïsche momenten
opgeleverd, ontelbare kampioenen vonden de weg naar de
top. Aan de basis daarvan lagen veelal doorgedreven
training, inzet, doorzettingsvermogen en opofferingen
allerhande. Vooral, tijdens de preprofessionele
periode, was een uitzonderlijke gedrevenheid conditio
sine qua non, om de dagelijkse arbeid te combineren
met de opbouw van een topsportcarrière. Atleten
moesten trouwens zelf instaan voor hun verzorging, de
trainingsopbouw en algemene voorbereiding en zelfs het
onderhoud van hun materiaal. Heroïsche verhalen over
de bovenmenselijke inspanningen in de meest barre
omstandigheden die sommige sportmannen dienden te
leveren, als tol voor de overwinningen, werden van
generatie tot generatie doorgegeven.
De huidige generatie
sporters kan gelukkig meer en meer beroep doen op
voorhanden zijnde faciliteiten doch daartegenover
staat een enorm toegenomen prestatiedruk die hen tot
de grenzen van hun mogelijkheden drijft.
Om al deze triomfen, overwinningen, heroïek en
tragedies te repertoriëren voor de huidige generaties
en door te geven aan het nageslacht besliste het
Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité samen met
Dexia en de uitgeverij Lannoo om in te gaan op het
voorstel van journalist Hans Vandeweghe om een eeuw
sport te boek te stellen.
Samen met medeauteurs Carlos De Veene en Jacques
Hereng stond hij voor de bijna onmogelijke opdracht,
om de rijke Belgische Sportgeschiedenis samen te
vatten in één boek. Het had evengoed een uitgebreide
veeldelige encyclopedie kunnen worden.
Op hen rustte de zware taak subtiel af te wegen welke
kampioenen van welke disciplines en uit welke periodes
dienden opgenomen te worden in dit historisch
overzicht.
Wij zijn ervan
overtuigd dat zij op een uitstekende wijze in hun
opzet geslaagd zijn en zijn hen daar zeer dankbaar
voor.
Dit omvangrijke werk zal ontegensprekelijk bijdragen
tot een beter begrijpen van de sportevolutie in het
algemeen en tot het historisch correct inschatten van
de prestaties van elke, in dit boek vermelde, kampioen
in het bijzonder. Daarnaast is het van onmiskenbaar
belang om de geschiedenis van de sport, met haar
leidinggevende figuren, terdege te kennen om met meer
kans op slagen de toekomst van diezelfde sport grondig
te kunnen voorbereiden.
|