WIELER

SPORTBOEKEN                                            

 

home

mail

 

 

                                                  Hans Vandeweghe

     
     

    Hans Vandeweghe is geboren te Gent op 2 januari 1958.

    Hans Vandeweghe begon zijn loopbaan in 1984 bij de krant “De Morgen”. In 1991 werd hij directeurcommunicatie van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comite1.  Vanaf  1993 werd hij chef-redacteur van Sport Internationaal Nederland.

    Hans Vandeweghe is over zijn hele carrière genomen voor negentig procent actief geweest in de sportjournalistiek. De sportindustrie, de sportsociologie en doping zijn zijn specialismen. Mede dank zij zijn Nederlandse werkgever, is hij de meest bereisde sportjournalist van de Lage Landen geworden. De reis-sportverhalen die allen tegen de sociologische achtergrond zijn geschreven, worden dit jaar nog gebundeld in een boek.

    Hans Vandeweghe heeft al drie boeken geschreven, al of niet samen met anderen:


    Hij was coauteur bij de boeken “ Ik, Jean-Marie Dedecker (1998) “ en bij het boek”De Zaak Festina, het Recht van antwoord van Dokter Eric Ryckaert (2000)” en was coördinator van de prachtige geïllustreerde sportencyclopedie  ”Keizers, Koninginnen en Kampioenen: 100 jaar sport in België”.  Deze sportencyclopedie is ook uitgegeven in het Frans onder de titel “Empereurs, Reines et Champions  100 ans de sport en Belgique”

     

     
     

     

    Technische fiche

         2000

         Lannoo
          Tielt
         Jaarboek / 300 foto's
         248 pagina's
         met illustraties
    KEIZERS, KONINGINNEN EN KAMPIOENEN


    100 jaar sport in België

         23 cm
         ISBN 90 2093 69 05

         

           

    Deze prachtig geïllustreerde sportencyclopedie geeft een meeslepend overzicht van de 200 belangrijkste Belgische sporthelden van de twintigste eeuw, met aandacht voor alle sportcategorieën en tijdsperiodes, van Briek Schotte en Eddy Merckx tot Frank Vandenbroucke. Maar ook minder bekende of vergeten geraakte sportgoden zoals Hubert Van Innis, meervoudig Olympisch en wereldkampioen boogschieten, passeren de revue. Iedere kampioen wordt op een knap geschreven manier geportretteerd in bijdragen van uiteenlopende lengte. Alle sporttakken en alle belangrijke sportevenementen - tot en met het E.K. Voetbal 2000 en de Olympische Spelen in Sydney - komen aan bod. Daarnaast schreven de auteurs ook schitterende actieverhalen over de meest markante Belgische sporthoogtepunten van de voorbije eeuw en boeiende essays over een aantal randfenomenen in de sport. Een volledige steekkaart van alle nationale sportfederaties completeert dit unieke naslagwerk. Een van de volledigste en mooiste sportoverzichten die ooit verschenen!

    Toen Baron Pierre de Coubertin in 1894 het Internationaal Olympisch Comité boven de doopvont hield was de Belgische sportwereld reeds volop in expansie. Diverse Nationale sportbonden waren toen al opgericht of kregen gestalte rond de eeuwwisseling. Voor de Coubertin waren de Olympische Spelen slechts een, zij het belangrijk, onderdeel van de Olympische Beweging. Voor hem dienden de Spelen vooral een voorbeeldfunctie naar de jeugd toe uit te stralen, de toenmalige jeugd die met zijn mangelende fysieke conditie meer dan ooit nood bleek te hebben aan regelmatige sportbeoefening. Competitiesport, topsport diende dus vooral kansen te moeten krijgen. Onze Belgische sportfederaties hebben die redenering in ruime mate gevolgd aangezien reeds vanaf het einde van de 19de eeuw er op alle mogelijke niveaus boeiende wedstrijden werden georganiseerd waarbij telkens kampioenen konden gevierd worden. Sommigen van hen spraken in die mate tot de verbeelding van de bevolking dat ze prompt tot koning, koningin of zelfs keizer gekroond werden. Trouwens net zoals vroeger identificeerden de jongeren zich de jongste decennia met onze sporthelden, jonge wielrenners waanden zich Eddy Merckx, Van Steenbergen of Van Looy, jonge voetballertjes werden dan weer Van Himst, Jurion, Mermans of Coppens. Hoeveel jongens- en meisjeskamers werden niet versierd met gehandtekende foto's van Van de Walle, Ingrid Berghmans, Saive of andere Deburghgraeves. Belangrijke doorbraken in bepaalde sporten zorgden voor een explosie van ledenaantallen in de betrokken federaties zoals tennis, tafeltennis, judo en andere.

    Bij grote sportmanifestaties liep de massa storm om zijn idolen te kunnen toejuichen, men legde het werk of andere bezigheden neer om toch naar niets te missen van het hoogfeest van de sport. Soms lagen zelfs de straten en pleinen er verlaten bij, iedereen die zich kon verplaatsen haastte zich naar de sportieve confrontatie of zat thuis of op het werk aan de radio gekluisterd of later aan de televisie geketend.
    Bij grootse resultaten werden de sporthelden vorstelijk ingehaald als echte prinsen en koningen. Het hele land stond op zijn kop, nationale symbolen werden bovengehaald, elkeen was blij en gelukkig, iedereen lachte naar iedereen, zelfs linguïstische en andere grenzen verdwenen als sneeuw voor de zon.

    Een eeuw sport in België heeft heel wat van deze heroïsche momenten opgeleverd, ontelbare kampioenen vonden de weg naar de top. Aan de basis daarvan lagen veelal doorgedreven training, inzet, doorzettingsvermogen en opofferingen allerhande. Vooral, tijdens de preprofessionele periode, was een uitzonderlijke gedrevenheid conditio sine qua non, om de dagelijkse arbeid te combineren met de opbouw van een topsportcarrière. Atleten moesten trouwens zelf instaan voor hun verzorging, de trainingsopbouw en algemene voorbereiding en zelfs het onderhoud van hun materiaal. Heroïsche verhalen over de bovenmenselijke inspanningen in de meest barre omstandigheden die sommige sportmannen dienden te leveren, als tol voor de overwinningen, werden van generatie tot generatie doorgegeven.

    De huidige generatie sporters kan gelukkig meer en meer beroep doen op voorhanden zijnde faciliteiten doch daartegenover staat een enorm toegenomen prestatiedruk die hen tot de grenzen van hun mogelijkheden drijft.
    Om al deze triomfen, overwinningen, heroïek en tragedies te repertoriëren voor de huidige generaties en door te geven aan het nageslacht besliste het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité samen met Dexia en de uitgeverij Lannoo om in te gaan op het voorstel van journalist Hans Vandeweghe om een eeuw sport te boek te stellen.
    Samen met medeauteurs Carlos De Veene en Jacques Hereng stond hij voor de bijna onmogelijke opdracht, om de rijke Belgische Sportgeschiedenis samen te vatten in één boek. Het had evengoed een uitgebreide veeldelige encyclopedie kunnen worden.
    Op hen rustte de zware taak subtiel af te wegen welke kampioenen van welke disciplines en uit welke periodes dienden opgenomen te worden in dit historisch overzicht.

    Wij zijn ervan overtuigd dat zij op een uitstekende wijze in hun opzet geslaagd zijn en zijn hen daar zeer dankbaar voor.
    Dit omvangrijke werk zal ontegensprekelijk bijdragen tot een beter begrijpen van de sportevolutie in het algemeen en tot het historisch correct inschatten van de prestaties van elke, in dit boek vermelde, kampioen in het bijzonder. Daarnaast is het van onmiskenbaar belang om de geschiedenis van de sport, met haar leidinggevende figuren, terdege te kennen om met meer kans op slagen de toekomst van diezelfde sport grondig te kunnen voorbereiden.

     

    Met medewerking van Jacques Hereng en Carlos de Veene.

   

Webmaster Harrie Heinen © Wielersportboeken 2000

   
               

home