![]() |
Knaven predikt eenheid
door Raymond Kerckhoffs - MEERLE, vrijdag
Zijn streven is nobel, maar in de harde commerciële topsport-wereld misschien ook wel naïef. In de Scheldeprijs reden Servais Knaven en Leon van Bon elkaar niet voor de wielen. Ze gunden liever elkaar de bloemen dan een buitenlander. Het 'verdrag' werd beloond en voor het eerst sinds de overwinning van Eddy Bouwmans in de Classique des Alpes in 1993 was er weer Nederlands succes in een klassieker van de eerste categorie. Daags na zijn overwinning in de Scheldeprijs pleit Knaven ervoor dat de Nederlanders, ondanks de verschillende sponsorbelangen, meer moeten samenspannen.
Onderlinge vetes hebben de Nederlandse wielersport vaak in een negatief daglicht geplaatst. "Ik weet er alles van", bevestigt Knaven (27). "In de eerste jaren dat ik prof was, heerste er een strijd tussen de ploegen van Raas en Priem. Onbewust telde ik de overwinningen van TVM en vergeleek die dan met de Raas-formatie. Wij Nederlanders streden tegen elkaar, terwijl de Italianen één front vormden. De laatste jaren is dat gevoel weggeëbt. De huidige generatie kent elkaar van de amateurs, we trainen vaak samen en zijn eigenlijk elkaars vrienden. Dan is het toch belachelijk wanneer we elkaar in de wedstrijden flikken."
Averechts
Juist de enorme lading kritiek die de Nederlandse 'patatgeneratie' over zich heen kreeg, heeft ze dichter bij elkaar gebracht. Onderling bleven ze elkaar oppeppen. Al werkte dat bij Knaven (foto) soms averechts. "Ik heb vaak tegen beter weten in geforceerd gereden. 'Als ik maar in beeld kom', dacht ik. Zeker toen ik Nederlands kampioen was. In het rood-wit-blauw was ik zo gemotiveerd om de buitenwereld te bewijzen dat ik een waardig kampioen was dat ik té fel koerste en zelden relaxed was. Prestaties kun je niet forceren, zeker niet als je jong bent."
Net als Michael Boogerd geeft Knaven aan, dat de ontwikkeling een geleidelijk proces is. "Alleen een enkel supertalent als Frank Vandenbroucke presteert op jonge leeftijd, de meeste anderen hebben vijf à zes aanpassingsjaren nodig. Ik heb afgelopen winter niet anders getraind, maar merkte bij de eerste wedstrijd in Bessèges al dat ik veel sterker was. Andere jaren schrok ik steeds hoe hard de Italianen en Fransen daar reden, nu bracht ik wat extra's en won een etappe."
Volgens de renner van TVM-Farm Frites hebben de Nederlandse renners dit jaar niet eens een hele grote stap voorwaarts gemaakt. "Verleden jaar was de achterstand al niet meer zo groot. Op het WK waren wij met acht man als sterkste vertegenwoordigd. In de finale zat Van Bon in de kopgroep, maar ik had ook de benen om mee te kunnen. Dit jaar kon ik in bijna iedere wedstrijd iets meer dan vorig jaar. In de E3-Prijs kwam ik zelfs met Museeuw en Bartoli voorop. Voor het eerst zat ik met die mannen vooruit in een finale. Ik wist niet wat me overkwam en was dolblij. Daardoor deed ik teveel werk. Maar ja, ze zeggen dat je eerst moet leren verliezen, voordat je kunt winnen."
Servais Knaven leverde afgelopen woensdag het bewijs van die stelling. Het nerveuze gedrag was al verleden tijd en de hardrijder pur sang analyseerde zijn concurrenten. "Ik heb me ook opgetrokken aan de prestaties van de andere Nederlanders. Bij de amateurs moest Leon van Bon vaak net voor mij onderdoen. Zijn vierde plaats in Parijs-Roubaix gaf mij het gevoel dat ik dat ook moet kunnen. Van Bon en Boogerd zijn alleen verder in hun ontwikkelingsproces. Zij hebben in hun ploeg al het kopmanschap afgedwongen, die positie heb ik nog niet. Daarom is de overwinning in de Scheldeprijs belangrijk. In de Amstel Gold Race, die ik overigens nog nooit heb gereden, krijg ik een vrije rol, maar als de nood aan de man komt moet ik toch mijn wiel aan kopman Peter van Petegem afstaan. Met prestaties hoop ik het kopmanschap de komende tijd af te dwingen."
Samenstelling TVM-Farm Frites in Amstel Gold Race:Hoffman, Knaven en Voskamp, Van Petegem (België), Roux (Frankrijk), Utchakov (Oekraïne), Ivanov (Rusland), Bo Larsen (Denemarken).
|