home
Zo, alweer meer dan 2 maanden hier. De tijd vliegt. Zoveel beleefd, zoveel rondgereisd dat ik niet weet waar ik moet beginnen, maar toch zal ik een poging doen alles te vertellen. Ik zal maar beginnen bij een tijd geleden, in Mindanao. Een week in tacurong, om oil palm plantations te bezoeken. Oil Palm lijken een beetje op kokospalmen, maar donkerder en zonder kokosnoten (duh). de plantage werd gerund door een cooperative, die pas net de plantage had overgenomen van de vorige eigenaar. de mensen moesten er dus nog aan wennen dat ze niet meer een werker waren maar ook eigenaar. Maar voor hun is het wel een grote verbetering, ze verdelen nu de winst eerlijk, kunnen daardoor allemaal een mooi huis bouwen en zijn een stuk minder arm als ze waren voordat ze de plantage over hadden genomen.
Na een week in Tacurong ging via cagayan naar Cebu. (voor degenen die dat allemaal nix zegt: pak een landkaart of negeer de plaatsnamen ofzo) In Cebu was ik bij BAHI, een organisatie die oa. fair-trade kaarten en sieraden verkoopt. Toen ik er was hadden ze niets te doen omdat ze geen grote bestelling hadden. DUs ik ging op stap met Ramil, een barrangaycaptain die druk bezig was om met vrienden een NGO (non govermental organisation) op te zetten, om het milieu in de omgeving te beschermen. We gingen oa naar een vuilstortplaats. Een hele grote hoop rotzooi. Op zich niet zo bijzonder zou je zeggen. Het probleem was alleen dat hij naast de rivier lag. En elke keer als het regende spoelde alle afval de zee in. Alle stranden lagen dus ook vol zooi. En wat ik nog hjet meest schokkend vond was dat er ook mensen in leefden! Ze hadden van alle afval een huis gebouwd en hun 'werk' was blikjes en ander afval zoeken wat ze dan weer door konden verkopen. Echt heel erg, hele dagen in de stank en de brandende zon, en dan nog geen geld om hun kinderen naar school te sturen.
Na mijn 4 dagen in Cebu ging ik door naar Ilo-Ilo. Ik bleef daar een week bij een NGO dat probeert een rivier te beschermen. Dat deden ze op allerlei manieren. Waar ik het meest geinteresseerd in was was hun jeugdgroep. Dus hadden ze een ontmoeting met de kinderen georganiseerd. Wat ik dacht was dat ik met een paar van hun leden zou praten over wat ze zoal deden. Maar wat zij bedacht hadden, was toch wat anders. Dus ik schrok me rot toen ik aankwam: meer dan 40 kids zitten in een soort klaslokaal, en op he bord staat geschreven "Welcome, Wilma". Voor in de kas staat een microfoon en ze gebaren mij dat ik achter de microfoon met gaan zitten. Help! Ik heb mezelf eerst maar voorgesteld en daarna vertelde 1 van hen een soort introductieverhaaltje. Daarna stelden ze vragen. Over vanalles en nog wat, vooral over mijn leven in NL. En of ik niet een liedje kon zingen. Nog een keer: Help! Ik probeerde nog te zeggen dat ik echt niet kon zingen maar ik kwam er niet onderuit. Heb dus maar het Wilhelmus gezongen (in een soort blackout waren alle andere liedjes uit mn hoofd verdwenen) maar de kibderen vonden het allemaal wel prachtig, gelukkig. En ik ben wel in 1x van mijn angst voor microfoons af.
Verder ben ik daar ook nog een dag naar een rijstboer geweest. Lunch gekookt op een kampvuurtje, met verse kokosnoten, kip en rijst. echt super! Na een week in Ilo-Ilo ging ik weer terug naar Manila. dat is bijna 24 uur op de boot. De enige boot die ging was de superferry (ja, dezelfde maatschappij als die boot die laatst gezonken is) want het personeel van de andere maatschappij was in staking... maar gelukkig ging de reis goed, alleen was ik wel supermoe toen ik in manila aankwam. Dat kwam doordat elke keer als ik bijna sliep. de baby in het bed schuinonder me begon te huilen.(in de boot was een soort slaapzaal met allemaal stapelbedden) En ik had maar 1 dag rust in manila, daarna gelijk door naar Baler. Het eerste dat ik in baler deed was dan ook: slapen! Daarna met Fons rondgelopen door baler en de volgende dag een orientatie. daarna begon het interessantste deel: leven bij een familie voor de rest van de week. Ik heb ze geholpen met het planten va mais en kamote (zoete aardappel). Bij het planten van Kamote ploegden ze het land 1st met een karabao en daarna konden wij de stengels planten. De volgende dag ben ik meegweest met het doormidden snijden van de Kamote stengels (die dan daarna weer geplant worden). 8 uur lang zittend op een boomstronk aardappelstengels doormidden snijden is op zich best geestdodend werk. Maar ik vond het wel leuk want je kunt wel met iedereen praten, en de mensen hier hadden meer moeite met engels dus spraken ze liever tagalog tegen me. Ik heb die dag meer woorden en zinnen geleerd dan in de rest van de 2 maanden samen.
En, ik kreeg een salaris! Wel 100 peso's. (1,40 euro). Waardoor ik me nu weer heel erg bewust ben van hoe duur alles hier is voor de mensen. Ik reken nu alles om naar dagen werk ipv naar euro's. En dat is best schokkend. Vooral omdat alles in euro's nog steeds supergoedkoop is.
De volgende dag ging ik mijn kleren wassen in de rivier. Of, beter gezegd: zei gingen mijn kleren wassen in de rivier, terwijl ik aan de kant zat en toekeek. Maar ze wasten met plezier :). Dat was alweer mijn laatste dag in Baler, en nu ben ik alweer bijna een week in Manila. En op dit moment hoop ik snel weer weg te zijn uit Manila. Best leuk, zo'n stad, maar na een week hier heb ik het wel wee gezien. Het is hier veel te warm en te druk. Maar waarschijnlijk ga ik morgen alweer weg naar Bicol. Het is 14 uur met de bus en en meer weet ik op dit moment ook nog niet dus dat kan ik jullie nog niet vertellen...