Dagboek Quest
Deel
2
16 juni: Het is zo
ver.
Om 11 uur is het dan eindelijk zover. Ineke en Rick hebben mij weggebracht
naar Dronten en ik zal in de Quest terug rijden. Nog een proefrondje en een
uurtje sleutelen om een spiegeltje en het tweede tellertje (de CM436M) te
monteren en ik stap in om naar Zwolle te fietsen.
De wind is stevig en vol achter. Op de lange polderwegen kan ik veel vaart
maken en op de zuidelijke IJsselbrug bij Kampen even testen hoe snel ik kan
(het wordt een top van 62.0).
Ruim binnen het uur het uur leg ik de 33 km af tussen Dronten en Zwolle met
een gemiddelde van 35.62. Dat is toch aanmerkelijk sneller dan wat ik met de
gewone racefiets zou kunnen halen. Oversteken, rotondes, stoppen en optrekken
kosten wel veel tijd en drukken het gemiddelde nog behoorlijk.
17 juni: Eerste woon-werk rit naar Barneveld.
Om 6 uur in de ochtend stap ik in en rijd weg. Er staat veel wind uit het
zuidwesten (kracht 4), dus zwaar tegen. De eerste kilometers verlopen dan ook
niet al te snel. Bij Wezep staat het gemiddelde dan ook pas op 30.0 en dat is
in ‘t Harde niet veel hoger. Ik rijd de route zoals ik
die ook op de racefiets gereden zou hebben en merk dat de diverse wegoversteken
veel tijd kosten.
De kruissnelheid ligt ondanks de tegenwind rond de 32 a 33 km/uur. Op het
stuk naar Nunspeet kan ik goed tempo maken en in Nunspeet is het gemiddelde
30.5. Dit blijft zo rond dit getal schommelen tot ik in Uddel ben. Daarna
stijgt het iets. Na Garderen gaat de weg omlaag en merk ik het voordeel van de
aërodynamische vorm.
Op de weg naar Voorthuizen blijf ik moeiteloos boven de 40 en als er een
bromfiets achter me opduikt, kan ik deze voorblijven door een tijdje 50 te gaan
rijden.
Dit doet het gemiddelde fors stijgen en aangekomen op het werk is het
gemiddelde 31.5. De afstand is ruim een kilometer korter dan ik gewend was,
maar dat zal te maken hebben met een niet al te
zuivere afstelling van het racefiets-tellertje.
Op de terugweg is de wind aangewakkerd tot windkracht 5 a 6 en gedraaid
naar het westnoordwesten. Veel zijwind dus. Ik merk dat tijdens het fietsen
behoorlijk, maar kan toch profiteren van de wind en vlak voor Zwolle is het
gemiddelde ruim 36. Uiteindelijk zakt dit door de verkeerslichten en de
IJsselbrug tot 35.9.
De terugweg kostte minder dan 1 uur 3 kwartier. Ik was om half 7 weer
thuis. Een half uur eerder dan gewoonlijk.
18 juni:
Weer met de Quest naar het werk, maar nu in de ochtend via Apeldoorn.
De noordwesten wind (kracht 2) zorgt langs het kanaal voor een gemiddelde
van 32.8 bij het bereiken van Apeldoorn. In Apeldoorn zakt dit naar 32.5 en op
de top van de Aardhuisberg, bij de Echoput, is dit afgezakt tot 30.5.
Maar dat is niet zo belangrijk. Het gaat me vandaag om de afdaling van de
“Col d’Echoput”.
In de klim merk ik het grotere gewicht van de Quest. Ruim 30 kg, en het
tempo stokt tussen de 12 en 15 km/uur. Na de afslag naar Uddel maak ik tempo en
kom in de afdaling tot een max van 77 per uur. Ik nog zet niet vol aan. Later
als ik wat meer vertrouwd ben met de Quest, probeer ik het wel weer. Misschien
dat er dan ook geen tegenwind is. 80 moet mogelijk zijn.
27 juni: Eerste grote rit: controle van de Twente-Sallandtocht.
‘s Morgens vroeg om 7 uur stap ik in de Quest op weg naar Holten. Daar is
de start van de Twente-Sallandtocht die door de RTC Hengelo wordt georganiseerd
en ook een startplek kent in Holten.
Het regent de voorafgaande nacht stevig en wanneer de wekker om half 6 gaat
plenst het nog. Maar de weermannen hebben een zonnige dag beloofd, dus ik
besluit nog even te wachten met opstaan. Als ik later Jolie uitlaat regent het
nog licht en bij het wegrijden komen de laatste motregen-sputters nog op mijn
hoofd.
Het blijft verder die dag klam, maar droog, een graadje of 20 en af en toe
zon. Ik doe het rustig aan, wetende dat het minimaal 160 km wordt om te rijden.
Na 42 km ben ik in Holten met gem. 31 op de teller. Ik schrijf me in en ga
op weg richting Hengelo. Het eerste stuk Holten uit gaat prima en de krappe
bochten zijn redelijk goed te doen. Slechts 1 maal kom ik in de berm (bij de
rotonde) vanwege krap draai en keerwerk. Op het vals plat richting Rijssen kan
ik lekker doorhalen en met 50 in het uur stuif ik een paar groepjes bukkers
voorbij. Het klimmen op de Rijsserberg gaat weer traag, maar het gemiddelde
loopt langzaam op.
Door de plaatsen Enter, Delden, Borne en een stuk Hengelo gaat het best,
ondanks de regelmatig opdoemende paaltjes. Een kleine anderhalf uur later ben
ik in Hengelo. Inmiddels staat er 85 km op de teller. In Hengelo heb ik een
gesprek met de organisatie en een uurtje later, na natuurlijk de Quest te laten
bewonderen, stap ik weer in.
Ik heb vandaag de route van 90 km uitgekozen om het totaal niet meteen al
te veel te laten zijn.
De terugweg volgt in grote lijnen de snelweg A1. Eerst wat industrieterrein
in Hengelo, dan landelijke weggetjes en langs het landgoed Twickel tot Delden.
Een stuk langs het Twentekanaal langs Goor, waarna de eerste “echte” klim volgt
in Markelo. Over de klinkers zwoeg ik met een snelheid van net boven de 10 de
bult op, waarna bovenop een geheime controle met ravitaillering volgt. Ik
pauzeer een kwartiertje en ga dan weer door.
Via de zuidkant kom ik Holten weer binnen, waarna ik een pijl over het
hoofd zie en richting Deventer weg rijd. Ik realiseer de vergissing vrij snel,
maar ga door tot Dijkerhoek, om daar via een parallelroute terug naar Holten te
gaan.
Controle van de routebeschrijving laat zien dat ik de Motieweg op moet,
maar ik heb genoeg km’s extra gemaakt zodat ik direct terug ga naar de Café
Jansen: de finish. Na 93 km (totaal inmiddels 135), is de rit geklaard.
Omdat ik wel eens wil zien hoe de Holterberg gaat met een Quest en Ineke
naar Ommen moet om Rick van Wham-kamp op te halen ga ik ook richting Ommen.
De eerste klim, Holten uit, gaat goed in een redelijk tempo van rond de 15
per uur. Op het valse plat daarna maak ik wat vaart en op de afdaling naar
Diepe Hel, met mooi nieuw strak asfalt, test ik de snelheid. Ik haal een top
van 86, wat een verbetering is van mijn persoonlijk
record (Noord Frankrijk was 83). De snelheid blijft er in tot de klim van 10%
begint en zakt dan ver terug.
Eerst nog 12-15 km/uur, maar als het steiler wordt schakel ik in de
lichtste versnelling en met veel moeite (8-10 km/uur) red ik het om bovenop te
komen. Een appeltje, tijdens de tocht gekregen, wordt verorberd en ik ga weer
door. De afdalingen en vals plat gaan uitstekend en het klimmetje richting
Nijverdal levert geen problemen op.
In Hellendoorn vul ik de bidon aan bij broer Jan (die overigens niet thuis
was) en om goed half 3 ben ik in Ommen bij de Mowglihut. Te vroeg om Ineke te
ontmoeten, maar Rick had me al meteen in de gaten.
Ik blijf een kwartiertje, praat wat met onder andere Rein en ga dan weer.
Op de ventweg langs de weg over Oudleusen heb ik de wind tegen en het tempo
is er nu uit. Uiteindelijk ben ik tegen 4 uur terug in Zwolle en staat er 194
km op de dagteller in net iets meer dan 6 uur fietstijd. Een mooi gemiddelde
van iets boven de 32.
28 juni:
Een tweede ochtendrit over de Col d’Echoput levert een top op van 84 km/uur.
Het moet nog sneller kunnen want weer had ik tegenwind (west 3).
Mooi gezicht om met een gelijke snelheid als de auto’s op de hoofdrijbaan
naar beneden te snellen.
Opmerkelijk is het, dat na de afdaling de snelheid op het vlakke daarna
goed vast te houden is. Heel lang bleef ik boven de 60 en pas een paar 100
meter voor de rotonde in Nieuw Milligen kwam ik onder de 50.
8 juli:
4 maal woon-werk is goed voor 500 kilometer. Geen bijzondere ritten.
De totaalteller voor de Quest staat inmiddels op 1480 kilometer.
9 juli:
Ineke heeft via haar werk geregeld dat ik morgen (10 juli) met de Quest in
een taxibusje naar Zuid Limburg (Epen) wordt vervoerd. Terug de 250 km met de
Quest. Het plan is om dan via Duitsland en de Achterhoek terug te gaan. De
weersvooruitzichten zijn niet al te daverend:
neerslagkans 80% (2-7 mm); temperatuur van 11 graden vroeg in de ochtend tot
maximaal 18 graden.
10 juli:
Vroeg opstaan.
Het taxibusje staat om half acht voor de deur. De Quest wordt ingeladen en
op de rem gezet. Het past met groot gemak. De rit naar het zuiden van Limburg
gaat vlot en even na half 10 zie ik een mooi plekje in de velden tussen Vijlen
en Epen. De Quest wordt uitgeladen en om kwart voor 10 rij ik weg.
Ik wil eerst naar Vaals om daarna via Duitsland terug te rijden naar het
noorden.
Het eerste stukje is meteen fors klimmen. Ik vermoed dat het de
Vijlerbosweg is.
Na een paar kilometer kom ik op de bekende slingerweg van Eisden naar
Vaals, vlak tegen de Belgische grens. Ik ga links af en krijg nog wat hellingen
voor de kiezen, alvorens ik een grote afdaling maak naar Vaals. Moeiteloos
loopt de snelheid op tot 84/uur. Door het aanwezige verkeer en mijn
onbekendheid met de loop van de wegen blijft het daarbij.
Ik doorkruis het centrum van Vaals en kan de geplande afslag over de grens
naar het noorden niet vinden, zodat ik vele verkeerslichten en zwabberende
fietspaden later het centrum van Aken bereik.
De volgende plaatsen moeten Herzogenrath en Ubach-Palenberg zijn. Redelijk
makkelijk gaat dat via de lokale wegen. Daarna gaat het in Geilenkirchen mis.
Dwars door het centrum buig ik te ver naar het westen af en kom bij
Koningsbosch weer Nederland binnen. Had ik dus toch de borden naar Heinsberg
moeten volgen!
Ik rij een stuk langs de grens naar het noorden en duik Duitsland weer in.
Ook nu staan de geplande plaatsen weer niet op de richtingsborden en ik kom
veel zuidelijker uit dan ik had verwacht in Ascheberg. Na Geilenkirchen ben ik
nu ruim 15 km noordelijker sinds de start en heb er rond de 40 afgelegd.
Vanaf Ascheberg gaat het lang goed, maar bij Niederkruchten is een rondweg
gemaakt waar ik geen gebruik van kan maken. Weer dwaal ik te ver af naar het
westen en kom Nederland bij Swalmen weer binnen.
Ik heb nu 120 km op de teller, terwijl de “normale” route Epen-Swalmen iets
van 70 km is. 50 km te veel dus.
Het gemiddelde dat het eerste uur nog geen 24 was, is inmiddels toch bijna
30 geworden.
Ik besluit om Duitsland verder te laten voor wat het is en de gangbare
route, oostelijk van de Maas, te volgen.
Dit levert, afgezien van een klein lusje extra bij Velden, geen problemen
op.
Bij Gennep krijg ik een stevige bui over me heen. Ik maak van de
gelegenheid gebruik voor een pauze. Trek het dek over de opening heen en onder
een boom staand, krijg ik alleen wat natte haren. Na een kwartier is de bui
over en ik vervolg de weg.
Bij Mook rij ik bij een omleiding een paar km de verkeerde kant op, maar
heb dat snel in de gaten. De omleiding zorgt er voor dat ik via Groesbeek naar
Nijmegen moet en dus de Zevenheuvelenweg voor de kiezen krijg.
De klim omhoog naar Groesbeek is lastig, maar daarna kan ik weer goed tempo
rijden. In de vroege avonduren (half 7) bereik ik in Nijmegen het bekende
Keizer-Karelplein.
Inmiddels is duidelijk dat ik niet in de geplande 10 uur totaaltijd terug
zal zijn in Zwolle.
Het plan was 240 km met 30 gemiddeld en 2 uur pauze in totaal. Nu staat de
teller al op 209 kilometer en ruim 7 uur fietstijd. Het is nu nog een kleine
100 km en ik wil nog een korte pauze houden. Ik hoop nu dat ik het binnen de 12
uur red.
In Nijmegen ga ik vlot de Waal over en vervolgens door het verstedelijkte
Elst en Lent naar Arnhem. De Rijnbrug is zoals gewoonlijk weer moeilijk te
vinden, maar het lukt toch zonder extra kilometers. Op het Gele-Rijdersplein
naar rechts en via de lange klim langs het park de stad weer uit.
Tussen Terlet en Groenendaal las ik op het hoogste punt nog een pauze in.
Daarna een lange afdaling naar Apeldoorn. In Vaassen let ik nog eens niet goed
op en kom in een villawijk in een doodlopende weg tot staan. Even oriënteren en
daarna gaat het weer op pad naar Zwolle.
Ter hoogte van Epe en Heerde krijg ik nog veel last van brandende voeten.
Vermoedelijk komt dit door het grovere profiel dat op de banden zit, dat zorgt
voor meer trillen van de trapas.
Met 301 km op de teller stap ik na precies 12 uur onderweg geweest te zijn,
de huiskamer weer binnen.
31 juli:
De afgelopen 2 weken beide 4 maal naar Barneveld op en neer gereden. Dat is
goed voor 1040 km. In totaal heb ik daar iets meer dan 30 uur voor nodig gehad.
Een gemiddelde van 34.65. Met de racefiets ben ik niet verder gekomen dan 3
maal per week.
Een kort resumé van de weken dat ik nu met de Quest rij:
25 2 247.63 07:23:09 33.53 25
min 15
26 3 376.72 11:06:31 33.91 27
min 41
27 3 376.89 11:21:25 33.19 23
min 02
28 2 252.26 07:22:49 34.18 29
min 21
29 2 249.04 07:22:49 33.74 26
min 38
30 4 524.06 15:10:56 34.52 31
min 25
31 4 517.87 14:53:12 34.79 33
min 02
Tot: 20 2544.47 74:40:51 34.07 28
min 41
Het gemiddelde loopt
langzaam op. De dip in week 27 heeft vermoedelijk met wat algehele
moeheid en gewenning aan het ligfietsen te maken.
De mogelijke winst van 3
kwartier tot een uur per dag die ik in maart 2003 als mogelijkheid voorzag, is
(nog) niet aan de orde. Misschien dat na algehele
gewenning aan het ligfietsen de winst hier toch in de buurt komt.
“Kenners” zeggen dat je
pas na een jaar je ligfietsspieren volledig ontwikkeld hebt.
Voorlopig boek ik nog
wekelijks een minuutje winst. Eens kijken hoe lang ik dat kan volhouden en ook
hoe me dat in het najaar en de winter vergaat als de snelheid met de racefiets
toch beduidend lager is.
Naast de woon-werk
kilometers heb ik in totaal nog 629.02 km gereden met de Quest, zodat ik in de
eerste anderhalve maand er 3173.49 km mee heb gemaakt.
2 augustus:
Wat algemene impressies:
Het rijden met de Quest
gaat steeds beter. Nog geen lekke banden. Ik ben al een paar keer op 2 wielen
geweest. Meestal was dit per ongeluk. Het eerst was het in Limburg op een
afdaling, waar ik bij een haarspeldbocht binnendoor wilde om de bocht af te
snijden, maar op het laatste moment een tegenligger dit verhinderde.
Drempels gaan meestal
soepel, omdat de vering het een en ander op vangt. Toch kom ik bij sommige
drempels los van de weg om daarna terug te klappen. Het ergst was dit een keer
in Speuld, waar ik volledig los kwam bij een snelheid van rond de 45. Het
juiste spoor daarna terug vinden is niet echt moeilijk, maar ook niet erg
prettig.
Het klimmen is een
verhaal apart. Waar vals plat omhoog niet veel snelheidsverlies oplevert, of
het moet over meerdere kilometers gaan, levert vals plat omlaag juist extra
snelheid op. Vanaf de rotonde bij Garderen tot de Kamphorst, iets van 4 km met
15 meter omlaag (0,35%), kan ik de snelheid vrijwel continu tussen de 40 en 43
houden.
Gaat het steiler omhoog,
dan zakt de snelheid steeds verder terug tot rond de 12 a 14 km/uur. Op lange
hellingen als bij de Julianatoren (Apeldoorn), of steile als de Diepe Hel (Holterberg)
zakt de snelheid soms onder de 10.
Naar beneden gaat dan
weer extra goed, zeker als de weg recht en breed is.
Hoogste snelheden tot nu
toe zijn: 84 (bij Vaals en Apeldoornse berg richting Nieuw Milligen), 86
(Holterberg richting Nijverdal) en 88,5 bij de Julianatoren (op de
hoofdrijbaan) Apeldoorn in.
De hoogste snelheid ooit
op de racefiets is 83 (noord Frankrijk). In Nederland was het maximum 78 bij
Voerendaal (Limburg).
De stabiliteit van de
Quest bij dit soort snelheden is goed te noemen. Ik heb nog geen moment het
gevoel gehad te zwabberen o.i.d.
Ik merk aan het fietsen
dat er wel wat kleine dingen veranderd moeten worden.
Zo is de afstand tussen
het zitje en de trappers net te groot. Ik schuif daardoor veel op het matje
heen en weer. Ook is ketting wat slap: al een keer of drie is de ketting van
het voorblad afgelopen en het er weer op leggen kost vrij veel moeite.
Tot slot was na de
laatste afloop van de ketting het derailleursysteem wat ontregeld, zodat ik een tijdlang het grote blad voor niet kon gebruiken. Een
paar tikjes tegen het apparaat zorgden er voor dat het weer werkte.
Ook het registreren van
de km’s ondervindt hinder, maar dat heeft minder met de Quest zelf te maken.
De Cateye-enduro2, die er
standaard op zit, zit vastgegoten aan de draad. Hierdoor kan ik deze niet mee
nemen in huis. Ook gaat deze teller bij het registreren van snelheden boven de
85 in de mist en geeft dan snelheden onder de 10 weer (en rekent daar dan ook
mee).
De Ciclomaster CM436M
kent een zeer onwillig linkerknopje, waardoor het gebruik van de
PC-uitlees-functie erg lastig is.
Nagekomen noot: aan het
eind van de dag heeft de CM436M de geest gegeven. Mogelijk door een
kortsluiting.
5 augustus:
Wat vragen die in me
opkomen en waarvoor ik een antwoord moet vinden:
1.
Wat gebeurt er als ik een lekke band heb?
a.
Heb ik genoeg reserve materiaal
b.
Hoe lang duurt een reparatie
2.
Wat gebeurt er als een spaak kapot gaat?
a.
Kan ik er mee doorrijden
b.
Moet ik een reservewiel hebben (thuis)
c.
Kan ik er mee naar een “gewone” fietsenmaker
3.
Om de hoeveel tijd is er onderhoud nodig?
a.
Moet ik afspraken maken in Dronten
b.
Kan het op zaterdag
c.
Kan het doordeweeks en krijg ik een reservefiets mee
9 augustus:
Onder een hittegolf
(vandaag was het tijdens de rit terug tussen de 30 en 32 graden), er eens flink
aan getrokken.
Uurtje eerder weg en veel
over landelijke wegen gereden om de toeristen te vermijden.
Via Kootwijkerbroek,
Otterlo, Loenen, Klarenbeek en Wilp de westelijke IJsseldijk op. 98 km in
totaal.
Na een ongeveer een uur
met veel vals plat omhoog stond er ruim 35 gemiddeld op de teller. Daarna een
flink stuk afdalen om weer naar zeeniveau te gaan en vervolgens bijna constant
40 op de teller. Uiteindelijk gemiddelde was 37.7 (over de totale dag 36.6).
Thuis was ik wel erg
dorstig.
13 augustus:
Vrijdag de 13e??
-Feit is dat ik in de ochtend
bijna op het werk was toen de Quest een schuiver maakte. De weg was nat en ik
had inmiddels al 4000 km gereden in de Quest.
Toen ik bij Harselaar de
haakse bocht nam naar de weg die naast de snelweg ligt, brak de achterkant uit
(zoals Rick dat noemt). In feite ging de achterkant van de Quest harder de
bocht in dan de voorkant.
Door bij te sturen kon ik
op de weg blijven, maar het voelde niet lekker aan. Mijn vermoeden was dat de
achterband zacht geworden was door een lek. Controle, 1 km later op het
SSA-terrein, gaf ook aan dat zowel de achterband als de voorbanden wat zacht
waren. Na 4000 km is een eerste lekke band niet slecht.
Toen ik in de middag een
band wilde wisselen, bleek echter dat alle banden nog even hard waren als in de
ochtend.
Uiteindelijk besloot ik
om de boel de boel te laten.
-Feit: Oppompen lukte niet
omdat ik de pomp niet klem om het ventiel kreeg (risico voor onderweg!!!!!).
Dan maar hopen dat de
thuisrit goed gaat en daar oppompen en een andere pomp voor onderweg mee nemen.
-Feit: Op de terugweg kreeg ik
een bui te verwerken. De klep er op en door Garderen. Daarna in Uddel even naar
huis bellen dat het wat later wordt voor ik thuis ben. De bui was over.
In Elspeet was het echter
goed raak geweest. Eerst een cm of 10 water op de weg, maar plots iets van 25
cm.
Het water steeg tot boven
het zitje.
Toch maar rustig
doorfietsen. Met een gangetje van 5 km/uur maalde ik door het water. Het duurde
iets van 400 meter voor het wegdek weer zichtbaar was. Veel mensen aan de kant
van de weg die een foto van mij hebben gemaakt. Het moet ook een vreemd gezicht
zijn geweest. Een fiets waar de wielen niet meer zichtbaar van waren en die de
vorm heeft van een klomp. Alsof ik voorbij aan het varen was.
Uiteindelijk nog ruim 34
gemiddeld op de teller toen ik thuis was.
18 augustus:
Vandaag was een baaldag.
Het ging niet zoals ik wilde, terwijl het eerst juist wel goed leek.
Door de ervaring van
vrijdag maar eens de bandjes opgepompt en wat blijkt: het gaat erg snel met de
Quest. Bij de oversteek van de Kamperstraatweg zit ik op en gemiddelde van 35,7
terwijl het maximum op dat punt tot nu toe 34.4 was. Dat belooft wat. Onderweg
naar Elburg tip ik vlak voor Oostendorp even boven de 36, maar zoals gewoonlijk
zakt het daarna wat. Na Nunspeet op de turfbult (of hoe heet dat ding, zo
halverwege Nunspeet en Elspeet) 35.1 gemiddeld en dat was daar nog nooit boven
de 34. Toen sloeg het noodlot (nou ja…) toe. Het fietsen gaf een erg raar
geluid.
Na wat gezoek bleek dat
de bevestigingsbout tussen de achterderailleur en de kettinggeleider losgetrild
was. Reparatie ter plekke lukte niet, dus voorzichtig
verder gefietst. De geleider zat om de ketting en los tussen de derailleur en
de kettingbuis. Door het trappen schoof deze naar achteren en werd tegen de
pion aangedrukt.
Resultaat: een vaartje
van 25 a 30 en twee trappen voorwaarts, een halve achterwaarts.
Na Elspeet nogmaals
gekeken en met de rechterhand vasthouden van de geleider ging ook, ik kon wat
sneller fietsen, maar de handen werden erg vies. Mogelijk dat met gereedschap
op het werk iets te herstellen valt.
Uiteindelijk toch nog
bijna 33 gemiddeld gereden.
Op het werk kreeg ik het
na een hoop gepruts voor elkaar om de geleider weer aan de derailleur te
bevestigen. De afstelling was niet optimaal, waardoor tot 3 maal toe de ketting
weer op het juiste spoor moest worden gelegd.
Het ging door de harde
banden weer snel en in Garderen zat ik op 33.5 gemiddeld en bij binnenkomst van
Nunspeet was dat opgelopen tot 37.
Via de hoofdrijbaan kon
ik lekker doorrijden en weer tempo maken op de Zuiderzeestraatweg. Het
gemiddelde lag vlak voor Elburg op 37.6 toen de geleider weer los trilde. Net
na de rotonde kwam ik bij het pompstation tot stilstand. De kast maar weer open
en met de hand aan de geleider verder.
Ik kon het tempo nog
aardig hoog houden en uiteindelijk in Zwolle stond er nog een gemiddelde van
boven de 37 op de teller. Zonder de panne was dit
zeker 38+ geweest (zoals ‘s ochtends zeker 36).
Beide zouden recordsnel
zijn. Uitgaande van 36.2 in de ochtend en 38.2 in de middag zou ik in ongeveer
3uur30 met de 130 km klaar zijn geweest. Een winst van 50 minuten ten opzichte
van “mannetje 30”.
Maar, .. er komen meer
kansen.
De 19e maak ik een
afspraak met Velomobiel.nl om op de 20e het euvel te verhelpen.
Ik repareer het
mechanisme zo goed ik kan, maar krijg het niet voor elkaar om het goed te laten
schakelen. Rijden kan er mee en in hoop dat Dronten niet te ver is. Ik neem in
elk geval maar gereedschap mee.
20 augustus:
Om 8 uur sta ik op de
stoep bij Velomobiel.nl en Allert? doet open. Snel het
probleem gevonden: Door het losraken van de geleiderol is de ophangbeugel ook
verschoven en daardoor schakelt het systeem niet goed.
Alles wordt losgemaakt en
voor de versteviging zet Allert een tweetal pinnetjes tussen de geleiderol en
de schakelaar. De ophangbeugel was ook geforceerd en wordt recht gezet.
Bij het controleren van
het schakelmechanisme hoort Allert een “piepje” dat ik de afgelopen dagen ook
al hoorde. Het blijkt uit de tussenas te komen. Allert koppelt de as af en
haalt de lagers er uit. Beide lagers draaien stroef en wanneer ze opengemaakt
worden zit er wat roest in.
Vermoedelijk is bij de
“vaarpartij” op 13 augustus in Elspeet er wat water tussen de lagers gekomen.
Ze zijn, omwille van de geringere wrijving, niet waterdicht gemaakt.
Nieuwe lagers worden in
de as gezet.
Tot slot zet Allert (op
mijn verzoek), de trapas een halve centimeter dichter bij het zitje.
Na ruim anderhalf uur
(een beetje meer dus dan het geplande kwartiertje), rij ik weer weg richting
Barneveld.
Het geluid in de Quest is
beduidend minder dan voordien. Of het ook sneller gaat kan ik niet echt
controleren. Daarvoor was er te veel tegenwind.
Aankomst in Harselaar na
93 km met 34.3 gemiddeld bij een zuidwester kracht 4 is niet slecht.
Aan het eind van de dag
staat de teller op 4400 km.
31 augustus:
De eerste lekke band.
Het moest er natuurlijk
eens van komen: Lek.
Na 4800 km met de Quest
had ik er al een tijdje mee rekening gehouden dat het zou kunnen gebeuren. Maar
het komt altijd onverwacht. Op een regenachtige ochtend, tussen Oldebroek en ‘t Harde merk ik plots dat het achterwiel slap wordt. Nu
komt het er op aan.
Ik leg de Quest op z’n kant en haal de achterband er af. Nieuwe binnen- en
buitenband liggen al klaar (in de modder).
Terwijl een passerende
bromfietser belangstellend is gestopt en een tijdje blijft kijken, leg ik alles
er weer op. Oppompen gaat moeilijk. De pomp past niet goed om het ventiel, maar
als ik erg hard het ventiel tegen de pomp druk lukt het uiteindelijk om
voldoende lucht in de band te krijgen.
Een kwartier later rij ik
weer. Missie geslaagd.
De volgende fietsdag (3
september) staat het linkervoorwiel leeg als ik weg wil rijden. De buitenband
blijkt sterk gesleten en is de vermoedelijke oorzaak voor de panne. Door de
beperkte ruimte in de achtertuin en het feit dat het nog donker is, maakt het
lastig, maar na 20 minuten rijdt de Quest weer, voorzien van een geplakte
binnenband en de buitenband van het verwisselde achterwiel.
Toch maar eens wat
bandjes halen in Oosterwolde bij Dickhof.
September 2004:
3 weken vakantie zorgen
voor een gering aantal kilometers. Deze maand slechts 373.
Het totaal komt nu op
5280.
Oktober 2004:
Oktober is weer een normale
maand. Regelmatig met de Quest naar Barneveld.
In de eerste 14 dagen
volgen nog 2 lekke banden. Oorzaak is de slijtage op het loopvlak en na 5840 km
zijn alle 3 de banden versleten en zitten er nieuwe banden om alle wielen.
Het blijft in de ochtend
steeds langer donker en ik merk dat de snelheden die in de zomer “normaal”
waren (zo’n 34 gemiddeld) niet meer te realiseren
zijn.
Ik ben blij als ik in de
32 a 33 terecht kom.
Op 19 oktober maak ik van
het mooie weer gebruik door een extra ommetje te maken
via Assel en de IJsseldijk.
Aan het eind bij de oprit
naar de IJsselbrug knapt dan de ketting. Vermoedelijk net iets te veel kracht
gezet. Of slijt de ketting toch harder dan ik dacht?
Weer thuis maar eens bij
Scholten een reparatiesetje gekocht en een half uur en een paar gruwelijk vieze
handen later “loopt“ het weer.
24 oktober 2004:
De wet van Murpy.
Om in het toerseizoen een
barričre te slechten moet ik nog een extra tocht maken. Op de verjaardag van
mijn schoonmoeder (de 18e) ontstaat het plan voor en rondje Manderveen. Op de
24e is een mogelijkheid en de weergoden zijn redelijk
goed gestemd. Een paar kleine sputtertjes en zachte temperaturen van rond de 16
graden.
De eerste 45 km gaan redelijk goed, maar in Hardenberg slaat het noodlot
toe. Met een harde knal wordt een klapband in het achterwiel duidelijk.
Quest op de zijkant en
een nieuwe binnenband er in. Oppompen en weer een knal. Blijkt dat ik een
scheurtje in de wang van de band over het hoofd heb gezien.
Plakken dus. De grootste
plakker gezocht en het lek gedicht. Toch blijkt de
band niet luchtdicht te zijn. Andere band ook geplakt en die houdt het.
Na een half uur weer op
weg.
Ik passeer de grens met
Duitsland en besluit na een kilometer dat het fietspad te smal, te bochtig en
te veel met bladeren bedekt is. Er is weinig verkeer op de weg, dus op de
hoofdrijbaan verder. Gelukkig is deze recht en
overzichtelijk en zo ben ik niet echt een belemmering voor het verkeer.
Na Itterbeck nog een
stijging en een leuke afdaling richting Mander. Daarna naar Manderveen.
Bij het binnenrijden van
Manderveen schiet de bovenste kettingbuis in de derailleur. Even de handen vies
maken en na 10 minuten kan ik de laatste meters naar oom Gerrit afleggen. De
buis wat vaster gemaakt met en tie-wrap. En na een kop soep en wat bewonderende
blikken van dorpsbewoners rij ik weer weg. Althans dat lukt 20 meter dan knapt
de ketting weer. Afijn, Quest op de zijkant in de tuin en repareren. Weer een
paar zwarte handen, maar de terpentine is geduldig.
Uiteindelijk fiets ik na
een klein uur weer.
Via Vriezenveen (even bij
de schoonouders langs) en Hoge Hexel naar Hellendoorn. De berg over en ik merk
dat het grote blad niet geschakeld kan worden. Kennelijk is de derailleur wat
ontregeld door het inschuiven van de buis. Om toch snelheid te maken zet ik de
achterderailleur in de kleinste stand, maar ook deze heeft wat te lijden gehad
en schiet over het kleinste kransje heen. Weer een open sollicitatie naar
zwarte handen. Nu is geen terpentine bij de hand, maar het lange gras doet wonderen.
Uiteindelijk toch nog 140
km met 32 gemiddeld. Wel in totaal 2 uur niet gefietst.
Misschien moet ik eens
overwegen om een klein flesje terpentine en een poetsdoek bij de standaard
uitrusting van de Quest te voegen.
Het doel is bereikt. Ik
kan de komende week nog 2 maal met de Quest naar Barneveld (verder altijd
eerder thuis) en met die 250 km kom ik net over de 14000 km in het toerseizoen.
Eens kijken of ik nu toerkampioen kan worden.
25 oktober 2004:
De day After.
De woon-werk rit naar
Barneveld verloopt stroef. In de ochtend voor het eerst geen 30 gemiddeld (hele
weg donker, veel troep op de fietspaden en een stevige tegenwind van zzw-4).
Terug met vermoeide benen kom ik nog tot 32,5. Maar het is ruim de traagste
woonwerk rit met de Quest tot nu toe geworden.
Gelukkig geen problemen
onderweg want de reserve schakels voor de ketting zijn op en alle nieuwe
buitenbanden inmiddels in gebruik.
De handleiding van
Velomobiel.nl noemt een servicebeurt om de 10.000 km. Zover ben ik nog niet,
maar gezien de zwakte van de ketting is het wellicht niet overbodig.
Deze maand een kleine
1700 kilometer. Het totaal komt nu op bijna 7.000.
Eind oktober / begin
november 2004:
De 14000 is gehaald. Op
27 oktober nog een ritje Barneveld en ik ben door de 14000. Op de 30e weer eens
met de club mee brengt het totaal op 14142.95 km. Of ik toerkampioen ben
geworden hoor ik pas op de jaarvergadering begin 2005.
Deze laatste (club)rit
ging weer eens niet geruisloos voorbij. Na een zeer informatieve stop in
Deventer bij het infocentrum van de nieuwe N348 (bedankt Henry), zijn we
doorgefietst richting Holten om de Sallandse heuvelrug eens nader te voelen.
Zover kwam het echter
niet: na in totaal 60 km, in Holten achter het station schoot de kettingbuis
weer eens los. Meteen over het voortandwiel heen en ik kon de club laten gaan.
De groep verdween al vlot richting Holterberg. De Quest op de zijkant gelegd en
alles weer rechtzetten. Zo’n provisorische reparatie
kost al rap een kwartier.
Toen ik het weer gereed
had vond ik het niet zo verstandig om ook over de Holterberg te gaan (in
verband met het kracht zetten op de ketting) en ben via Heeten weer naar Zwolle
gegaan. De noodreparatie hield het tot vlak voor huis. Daarna, met tape dat
gebruikt wordt bij traptreden, de buis gefixeerd. Dit heeft verdere panne met
de ketting voorkomen.
Op 1 november volgde een
klapband links voor en de dag erna een doordring-lek tijdens de woon-werk rit.
Om een eind te maken aan
met name de ketting-ellende, heb ik een afspraak gemaakt met de jongens in
Dronten om alles weer eens goed af te stellen.
De 6e kon het al
gebeuren. Met Rick in de auto als haler en brenger kon dat vlot geregeld
worden.
Meteen op de terugweg
merkte ik al dat het weer een stuk soepeler reed.
De woon-werk ritten op de
8e en 10e gingen vervolgens weer met een duidelijk hoger gemiddelde dan in de
weken er voor.
10 november 2004:
Stand per 10 november:
7430 km.
Het plan is nog een keer
of 12 naar Barneveld dit jaar. De Velomobielenrit en mogelijk nog wat losse
kilometers. Dat betekent nog 1500 plus misschien 250 kilometer. Dat zou het
totaal met de Quest op ruim 9000 km brengen. 10000 zal wel wat teveel zijn.
3 december 2004:
In totaal 12 ritten in
november (steeds 3 maal per week) en inmiddels 2 in december brengen het totaal
naar 8860 km. Nog 1140 km om de 10000 vol te maken.
Gaan we er van uit dat de
Velomobielenrit op 28 december iets van 270 km wordt, dan resteren er nog 870
voor woon-werk verkeer. Dat is 7 maal heen en weer, te doen in 3 volle weken en
een uitloop tussen Kerst en Nieuwjaar. De 10000 komt dus in zicht, maar dan
moet het weer wel mee werken.
De afgelopen weken veel
slecht weer gehad. Veel regen en af en toe mist. Dat laatste is eigenlijk het
lastigst, met name als het donker is. Je kunt de zijkanten van een fietspad
vrij lastig in de gaten houden. Het een en ander gaat dan toch ten koste van
het gemiddelde.
Overigens zakt het
gemiddelde wel wat, maar is het verval minder dan ik op de racefiets gewend was
in deze periode. Hoe het gaat in de rest van december en de vroege winter
moeten we nog afwachten. Zo ik het nu inschat is het
zicht in januari en februari beter dan in november/december. Dus zou het
verlies aan snelheid door de kou, gecompenseerd moeten worden door het
makkelijker fietsen en zo het gemiddelde niet verder moeten zakken dan tot rond
de 31. Momenteel is het nog boven de 32.
15 december 2004:
Het is zover: Serieuze
schade.
Op zich geen byzondere
rit. Misschien was ik wat overmoedig doordat het eindelijk weer eens mooi
(helder) weer was. Het is wel op het kortst van de dagen, dus inmiddels
helemaal donker.
Terug van Barneveld in
Nunspeet de Zuiderzeestraatweg genomen. In Doornspijk, zoals ik dat wel vaker
doe, over de hoofdrijbaan door het dorp. Het fietspad ligt wat afgezonderd van
deze hoofdrijbaan en er staan vaak auto’s tussen geparkeerd. Ook enkele
zijwegen zonder veel uitzicht. Geen al te overzichtelijke situatie. Vandaar dus
de hoofdrijbaan.
Afijn, aan het eind van
het dorp zie ik achter mij auto’s naderen en ik wil terug naar het fietspad.
Met een vaartje van tegen de 40 schiet ik over een parkeerplaats, althans dat
denk ik. Het is echter een lage stoep en ik ram vol de stoeprand. Ik schiet een
stuk door de lucht en weet nog net de Quest op de wielen te houden. Een paar
meter verder zet ik de Quest aan de kant.
Achteraf denk ik dat de
oranje straatverlichting de schaduwen wat verdoezeld heeft. Maar,… ik ben natuurlijk te impulsief geweest en wilde zonder
snelheid te minderen het fietspad op. Dan zie je dus wel eens wat over het
hoofd.
Een snelle inspectie laat
zien dat de linkervoorvelg een forse deuk heeft en de rechter een wat kleinere.
Links voor zit ook een behoorlijke slag in het wiel, wat normaal ronddraaien
niet mogelijk maakt. Ik probeer door wat stevig sjorwerk de velg wat rechter te
krijgen en het lukt me na een kwartiertje om de wielen zonder aanlopen rond te
laten draaien.
De banden zijn niet eens
lek!!
Ik stap weer in en rij
weg. Dit gaat moeilijk. Vaart maken lukt niet. Ik kan amper de 20 halen. Het is
nog ruim 20 kilometer naar huis en dat kost me dus zeker nog een half uur
extra. Ik bel naar huis en calculeer een uur vertraging, inclusief de tijd die
ik stil heb gestaan. Uiteindelijk kan ik de laatste kilometers maar 15 a 16 per
uur halen en moet regelmatig even stoppen om op adem te komen. Ik kom bijna
anderhalf uur later thuis dan onder normale omstandigheden.
De volgende dag
(donderdag) bel ik de jongens van Velomobiel.nl en ik kan vrijdag meteen al
langs komen. Vrijdagmorgen dus eerst naar Dronten. Ik doe over deze 32 kilometer,
inclusief een paar pauzes, meer dan 2 uur.
Allert en Ymte storten
zich op de Q101 en de beide voorvelgen moeten vervangen worden. De ophanging
van de voorwielen heeft de grootste klap opgevangen en deze is dan ook fors
verbogen waardoor de wielen absoluut niet meer sporen. Dit veroorzaakt de
moeizame vooruitgang op de weg.
Ongeveer 2 uur na
aankomst in Dronten, kan ik weer op weg richting Barneveld.
In het vervolg toch maar
wat voorzichtiger zijn onderweg.
Het blijft goed fietsweer
en op de 24e ga ik met de Quest, 1 kilometer voor ik weer thuis ben,
door de grens van 10000 kilometer.
28 en 29 december 2004: sneeuw
Vorig jaar heb ik met de
geleende Alleweder voor het eerst mee gedaan aan de Velomobielenrit. Nu de 2e
kans met de eigen Quest. Dit jaar moest ik er voor naar Almere.
Nu is een Quest een fiets
die onder vrijwel alle omstandigheden goed te berijden is, behalve bij……
sneeuw. En sneeuwen dat deed het.
Bij vertrek, nog in het
donker, waren het maar een paar minuuscule vlokjes, maar eenmaal onderweg werd
het meer en meer.
Bij Wezep lag er een
klein dun laagje. Bij Elburg begon het ploeteren al. Gelukkig werd het daar wel
licht. Uiteindelijk kwam ik in Almere aan met meer dan een uur vertraging,
terwijl ik op een half uur overschot gerekend had.
Ik kon vervolgens de
start niet vinden en heb op goed geluk de groep opgezocht (en gevonden).
De Velomobielenrit zelf
was verschoond van sneeuw (wel veel nattigheid).
Ik vreesde toch dat ik op
de terugweg weer vertraging zou oplopen. Dan maar geen oliebollen, maar
rechtstreeks terug naar Zwolle. Inderdaad, het was weer glibberen.
Een uitgebreid verslag
van deze Oliebollenrit staat bij de verhalen van 2004 http://www.oocities.org/gerinri/2004Velomobielenrit.htm.
De volgende dag weer met
de fiets naar Barneveld. ’s Ochtends heb ik er een uur langer over gedaan dan
normaal en ook ’s middags ging het niet van een leien dakje. De condities waren
niet best. Er lag nog veel sneeuw op de fietspaden, maar ook leeglopende banden
zorgden voor vertraging.
De rest van het jaar niet
meer gefietst.
In totaal in 2004 met de
Quest 10320 kilometer (en ook nog ongeveer 8200 op de racefiets).
Terug naar de Questpagina: http://www.oocities.org/gerinri/Quest.html
Terug naar deel 1: http://www.oocities.org/gerinri/Quest01.htm
Verder in deel 3: http://www.oocities.org/gerinri/Quest2005-01.htm