|
||||||
Pffff, wat is het weer heet. Er gebeurt niets, de kinderen zijn naar school en de meeste mensen werken. Ik wil Jetje meehelpen met de ramen wassen. Ik spat het water op de ramen en Jetje doet het met spons en zeem na. Jetje heeft de gordijnen voor de ramen weggehaald. Ik kan nu lekker met mijn voorpoten bijna aan de bovenkant van de ramen komen. Blaan doet mij na, of nee zij ziet een spin en vangt die weg. Jammer ik zie hem niet meer. Blaan zit zich nu te wassen, dus heeft zij hem opgegeten. Jetje heeft de zoldertrap nog niet ingeklapt, dus ga ik eens op zolder kijken. Normaal kunnen wij dat niet, want er is dan ook geen trap. Toch is het wel leuk om voor een rond raam te zitten. Je ziet ook meer, want je zit hier hoger. Tegen over mijn huis woont een hele mooie poes. Het is een blauw-cremè-witte poes. Zo van dat langharig spul, waar iedereen verliefd op wordt. Ik tenminste wel hoor. Ze is dan wel niet helemaal mij keus, maar andere rassen zijn ook wel mooi. Ik ben een Maine-Coon en zij heeft Perzische allures. Heel mooi lang haar heeft Willemijntje Wollepluis . Gelukkig heb ik dit niet, dus hoef ik ook niet elke dag gekamd en geborsteld te worden. Willemijntje staat weer te flirten naar mij. Zij ziet toch ook wel dat ik een mooie jonge ben. Ik vraag me alleen af waarom er twee huizen verder zoveel rook uit het dak komt, of barbecuen die mensen nu ook al binnen bij dit mooie weer? Nee hoor, het is vuur. Ik zie nu ook iets roods boven het dak uitkomen. Het weerspiegeld hier in de ramen. Waarom doen mensen zo dom om boven met vuur te spelen. Er komt meer rook en nu zie ik het goed, er komt heel veel vuur uit het dak. Ik ren naar beneden en ga staan te miauwen naar Jetje. Jetje is de gordijnen aan het terughangen voor de ramen achter en heeft nog niets in de gaten. Ik spring op de vensterbank en ga naar buiten staan te schreeuwen. In de verte hoor ik een sirene. Er staan nu ook veel meer mensen buiten. Jetje is nieuwsgierig en gaat ook staan te kijken. Daar heb je de politie en die zegt dat alle ramen en deuren dicht moeten. Jetje gaat het huis na en doet alles dicht. Ook ruimt ze de trap op, zodat wij niet naar de zolder kunnen. Jammer, je hebt daar het mooiste uitzicht wat je je maar wensen kunt. Ik ga dan maar op mijn kamer kijken, want daar zie je ook veel. Hè, daar heb je die rode auto ook die Blaan uit de boom heeft gehaald. Ik zie dat de trap weer naar boven gaat, alleen staat er nu een man op die een dikke slang in zijn hand heeft.
Jetje komt binnen en die stinkt aardig naar de rook. Ik hoop dat ze dat zelf ook merkt, want nu is ze niet te pruimen. Ik geloof dat ze nu in bad gaat. Daar zul je Rob hebben. Hij roept naar Jetje en Jetje roept dat ze snel naar beneden komt. Ik heb Kyara alweer op stang gejaagd. Ze rent naar boven over de trap en ik er achter aan. Zo doen we het wel vijf keer, tot Rob vraagt of het niet wat rustiger kan. Ik doe net of ik het niet hoor en ga gewoon door. Wat is nu leuker als achter vrouwen aan te zitten. Trouwens Blaan rent ook al mee. Ik ga maar weer voor de raam zitten, want eigenlijk is het veel te warm vandaag om je zoveel in te spannen. Er komt een rode wagen aan. Het zal toch wel weer niet een brandweerauto zijn? Nee het is de auto van het energiebedrijf hier in de stad. Daar heb je nog een vrachtwagen. Die is van de gemeente reiniging. Wat doen die auto's hier nu in de straat? Er is nu ook meer politie in de straat. Er mogen geen gewone auto's meer door de straat rijden. Er is een auto aan het begin van de weg gezet en een aan het einde van onze straat.De mannen van de vuilniswagen sjouwen zwarte bakken naar buiten, waar planten in zitten. Ook zijn er bakken half weggesmolten en met verbrande planten. De brandweer heeft nu lampen aan de ladders gemaakt, want er worden geen lampen aangedaan in het huis tegenover ons.
Rob is naar buiten gegaan en heeft met andere mensen staan praten. Hij staat nu al een uur buiten en waarom komt hij Jetje nu niet vertellen wat er gebeurd is, zodat ik het ook kan horen? Gelukkig, daar heb je hem. Ik spring meteen op de bank en luister wat dat er gebeurd is. Die mensen hebben nederwiet op de zolder gehad en daar is kortsluiting ontstaan. Hierdoor is brand uitgebroken. De politie heeft al een onderzoek ingesteld, samen met de brandweer. Er zit geen stroom meer op het huis, daarom had de brandweer schijnwerpers op het huis gezet. Er lopen nog wel veel mensen door de straat die komen kijken wat er gebeurd is. Rob zegt, dat de overburen morgen alweer naar huis kunnen. Alleen welk huis wordt er niet bij verteld. De overbuurman moet toch ook weer gaan werken. Hij verkoopt tweedehandse auto's in een garage hier een paar straten verderop. Misschien kan hij daar wat kamers maken om in te gaan wonen, want dit huis zal wel worden afgebroken. Rob heeft er ook eens een auto gekocht. Een groene met heel veel blinkend er aan. Rob heeft nu een zwarte en hij is daar heel zuinig op. Elke week wordt die gepoetst en als Jetje per ongeluk aan de lak komt, poetst Rob er weer de vingers weg. Ik mag ook nooit los in de auto, want dat geeft haren op de bekleding. Rob en Jetje gaan naar bed en dat betekend voor ons dat wij ook gaan slapen. |