Christa is vandaag bij ons op bezoek. Wat is het toch een mooi meisje, alleen die kleuren in haar haar moet ze veranderen. Wie heeft er nu groen, blauw en geel haar? Ik zou het niet weten. Wel is de kleur rood heel erg mooi. Het lijkt wel op die kleur van de groente die Jetje wel eens stooft in de ratatouille. 

Christa is een nicht van Jetje, maar dat heb ik al eens verteld. Jetje en Rob zijn nu even gaan fietsen met Christa. Ze zullen wel niet lang wegblijven want in de verte hoor ik onweer en het waait heel hard. Christa is van suiker en kan daar niet tegen. Dit zegt Rob en ik herhaal wat hij zegt. Jetje heeft wel wat limonade en wat te eten mee genomen, dus weet ik nooit hoe lang ze wegblijven. Het is wel een mooi geluid dat van de donder. Ik lig nu lekker voor het raam en wacht af wat er gaat gebeuren. Zou het net zo spannend worden als met de brand vorige week? Ik hou wel van wat spanning. Maar ja, daar ben ik tenslotte een man voor!

Ik hoor die drie thuis komen. Rob zet alle fietsen binnen. Christa kijkt heel bleek, zo bang is zij voor onweer.

Jetje gaat in de keuken iets inschenken en als ze terug komt in de kamer zit Christa onder de tafel. Jetje wil haar troosten maar dat wil ze niet. Ik zal het eens proberen en warempel het lukt. De bliksem is niet van de lucht en Christa duikt elke keer in elkaar van de schrik. Ze knijpt me bijna fijn, maar daar wen ik wel aan. Ik moet iets over hebben voor een lief meisje. Daar heb je Kyara ook nog. Ook zij komt Christa troosten. Ik ga maar weg, want van twee vrouwen verlies ik het altijd.

De bliksem is prachtig. Ik zie keer op keer een flits door de lucht. Keer op keer knalt de donder en Christa rolt zich heel klein op. Ik kan dit zien vanuit mijn positie voor het raam. Daar gaat er weer een. Hij maakt contact met de haan op de kerktoren. De haan buigt omlaag, maar blijft gelukkig hangen. 

Het regent nu zo hard dat ik de overkant van de straat niet meer kan zien. Ik hoor wel putdeksels wippen over de straat. Hoeveel water zou er al gevallen zijn? Ook zie ik takken op de grond liggen en een eind verder is een boom omgevallen, boven op een huis.

Het dak is helemaal ingezakt. Ik hoop dat er niemand gewond is. De hond van die mensen loopt op straat en is helemaal nat. Daar komt ook al de vrouw uit dat huis op de straat. Ze jammert en huilt heel erg. Ik kan het hier binnen horen en dat bij dubbele ramen. 

Daar heb je alweer die rode auto. Ik zie nergens vuur, dus zal hij wel verkeerd zijn. Langs het huis wat is afgebrand wordt een slang naar binnen gerold. Hoe kan dat nu? Een man gaat naar de auto en zet een motor aan en nu weet ik wat er gebeurd. Die mannen pompen water naar buiten. Er is water in het huis gelopen. Ik zie ook geen zijl op het dak, dus zal het daar wel door naar binnen gekomen zijn. Op het uitgebrande huis zit een kapot dak. Ook hebben ze de ramen de deur dichtgespijkerd met planken. Ik vind het huis nu lelijk. Het zal me benieuwen hoelang dat het er zo bij blijft staan. Rob zegt dat er nog een groot onderzoek gedaan moet worden. Dan moet het huis misschien wel afgebroken worden en dan zal er wel iets nieuws gebouwd worden. Er is veel meer schaden aan het huis, dan dat ik in eerste instantie gedacht heb. Rob is gaan kijken en de kelder staat helemaal onder water, daarom wordt er gepompt. 

Klabats, weer een hele harde donder. Het is toch opgehouden, want het regent niet meer.

Christa zit nog steeds onder de tafel en is er met 6 paarden nog niet onderuit te krijgen.

Ik ga weer bij haar zitten en lik haar door het gezicht. Dit smaakt heel lekker, omdat ze ijs met slagroom heeft gehad. Dit proef ik en kijk ook even of er aan de andere kant ook nog wat zit. 

De mannen in die zwarte pakken rollen al weer de slangen op. Het geeft niet als die mannen nat worden, want die hebben een hele grote pet op. Dat is een helm, zegt Rob. Ook de jas kan wel tegen een stootje.

Het begint weer te regenen en het waait ook heel hard. Er wordt een zijl gespannen over het dak naast het afgebrande huis. Het zijl waait elke keer weg en ik zie het al, de mannen houden er mee op. Met deze wind krijgen die mannen het niet klaar. De mannen in de zwarte pakken zijn naar het huis met de omgevallen boom gegaan en proberen daar de boom weg te krijgen. Dat lukt hen wel, omdat de boom gewoon in stukken gezaagd wordt en dat nog wel op zondag rond 7 uur 's avonds.

Gelukkig is het onweer weer over en Christa komt onder de tafel uit. Ze bedankt mij voor mijn troost en ik krijg een flinke knuffel. 

Nu kan er gegeten worden. Jetje heeft maar een eettafel in de kamer en als die als hutje door Christa gebruikt wordt, kun je er niet aan eten. Christa eet mee, want die komt van ver. Jetje heeft met bloemkool getoverd. Een salade, gebakken en gekookte. Heerlijk met nieuwe aardappels en een biefstuk. Rob vindt die op zijn lekkerst als die met mosterd wordt ingesmeerd en dan gebakken. 

Ik zit te wachten tot ik eindelijk een stukje krijg. Rob heeft het veel te druk met Christa en vergeet mij totaal. Dit is nog nooit gebeurd. Ik kom normaal op de eerste plaats. Als ik niets krijg haal ik het gewoon. Ik ris het vlees van Rob zijn bord en ren er mee naar boven. Rob komt achter mij aan en kruip onder de tafel op mijn kamer. Ik heb er al een lekker stuk van af gebeten en toch neemt Rob het vlees af. Waarom, het is zo lekker.

Rob spoelt het vlees af en gaat aan tafel zitten en eet gewoon verder alsof er niets gebeurd is. Waar had ik beter naar toe kunnen lopen zodat hij het vlees niet aankon? Ik weet het niet, want de deur naar de kelder is dicht en daar zijn verstopplaatsen in overvloed.

Christa heeft nu geen foto's van mij gemaakt maar ze heeft wel de foto's van de vorige keer bij zich. Deze heeft ze nu altijd bij zich en laat die iedereen zien.

Ik zie weer iets bewegen buiten en moet dus weer gaan kijken. Er zitten mannen op de kerktoren en die maken de haan vast, zodat hij niet naar beneden kan vallen. Toch ziet er dat wel leuk uit, een haan op het dak en dan ondersteboven.

Christa gaat naar huis, maar eerst heeft Rob gekeken of er nog veel regen aankomt. Rob heeft gezien dat de regenbui met het onweer nu bij Berlijn zit. Het waait dus heel erg hard boven in de lucht.

Rust, want wat is die Christa een kwebbel. Ik ga maar wat rusten en slapen om weer kracht op te doen voor morgen.