Home Club Tenue Logo Spelers Stadion

SPELERS

Toen het boek 100 jaar NEC uitkwam ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van NEC is er een lijst opgesteld met de 20 beste NECers van de eeuw. Die lijst vind je hieronder. In het boek worden alle 20 spelers uitgebreid behandeld. Ik zal me beperken tot de top 5 van de beste NECers uit de geschiedenis.

Nr: Naam Speler: Geboren: Bij NEC van-tot
1 Jan Peters 18-08-1954 1971-1977 en 1986-1988
2 Danny Hoekman 21-09-1964 1983-1986 en 1993-1997
3 Frans Janssen 03-01-1955 1977-1991
4 Frans Thijssen 23-01-1952 1971-1973
5 Anton Janssen 10-08-1963 1982-1986 en 1994-2000
6 Cees Kornelis 04-09-1946 1965-1978
7 Cees Lok 18-08-1966 1988-1999
8 Tini van Reeken 21-09-1938 1957-1969
9 Sije Visser 27-08-1950 1971-1986
10 Nico de Bree 19-09-1944 1966-1972
11 Lambert Schouten 13-10-1887 1903-1928
12 Cas Janssens 03-08-1944 1970-1973
13 Patrick Pothuizen 15-05-1972 1994-2000
14 Bennie Werts 16-11-1940 1962-1970
15 Bertus Schoester 1898 1918-1938
16 Rein Bosch 07-08-1930 1950-1960
17 Kees van Wonderen 04-01-1969 1991-1994
18 Harry Schellekens 05-11-1952 1970-1983
19 Theo Jansen 13-01-1926 1950-1963
20 Arno Arts 26-06-1969 1986-1991 en 2000-2000










































1. Jan Peters
De beste NECer ooit!
Geboren 18 augustus 1954, bij NEC van 1971 tot 1977 en van 1986 tot 1988
Geen twijfel mogelijk, Jan Peters is de beste voetballer die ooit het NEC-shirt heeft gedragen. Alleen al het aantal interlands van de kleine Groesbeker spreekt wat dat betreft boekdelen: 31 maar liefst. Bovendien werd hij in totaal zelfs 48 keer geselecteerd. Uniek daarbij is vooral dat Jan Peters zijn eerste vijf optredens in Oranje beleefde als speler van een eerste divisieclub. In het seizoen 1973-1974 was NEC onder leiding van Megh de Jong gedegradeerd uit de eredivisie. Oranje veroverde in de zomer van 1974 de wereld met totaalvoetbal, uitgevoerd door een unieke generatie topvoetballers op het WK in West-Duitsland. En toch werd de net twintigjarige Jan Peters door bondscoach George Knobel nog geen twee maanden na dat WK opgeroepen voor de interland tegen Zweden. Dat hij in de eerste divisie speelde was geen bezwaar, Peters werd als een uniek talent gezien. Op 4 september mocht Peters invallen voor Arie Haan tijdens de door Oranje met 1-5 gewonnen wedstrijd in Stockholm.

In 1971 hadden de NEC-scouts een klein Groesbeeks ventje opgepikt. Nog niet eens zestien was Jantje Peters toen hij naar De Goffert werd gehaald. En zijn debuut liet ook niet lang op zich wachten. Peters had het geluk dat hij terechtkwam bij de unieke trainer Wiel Coerver, de man van het kappen en draaien, de eindeloze techniekoefeningen. Tot 1977 maakte Jan Peters furore bij NEC. Hij was destijds zo'n echt ouderwets mid-mid. De grote spelverdeler, waar automatisch alle ballen naar toegingen, de man die de spitsen in stelling bracht en zelf ook regelmatig scoorde. Na zes jaar zocht Jan Peters het hogerop. Hij vertrok voor een transfersom van 1 miljoen gulden naar AZ'67, welke club door het kapitaal van de gebroeders Molenaar een serieuze poging ondernam om de traditionele top-drie van Nederland van de troon te stoten. Dat lukte zowaar een aantal jaren, en Jan Peters was een van de drijvende krachten van het elftal dat driemaal de KNVB-beker won en eenmaal de landstitel. In 1981 was dat, AZ had een voorsprong van maar liefst 12 punten (twee punten per gewonnen wedstrijd) op de nummer twee, Ajax. In datzelfde jaar bereikten Peters en co. de finale van de UEFA-Cup. AZ verloor die finale overigens van Ipswich Town waar destijds Frans Thijssen speelde. Een jaartje later raakte het geld in Alkmaar op. De gebroeders Molenaar hadden al het mogelijke bereikt, maar ontmoetten weinig steun in de Zaanstreek. Langzaam maar zeker liep AZ daarom leeg. Jan Peters was een van de eersten die vertrok. Peters had door wat cynische journaliste de bijnaam Jantje-breed gekregen, maar deed het in de ogen van echte kenners wel goed, want hij ging naar Italië. Eerst naar Genua en later Atalanta Bergamo waar hij in totaal vier jaar zou spelen. Het was een tijd dat het aantal buitenlanders per club in Italië streng gelimiteerd was, zodat alleen de allerbeste spelers zouden worden aangetrokken. Peters viel in die categorie, al bedankte hij na zijn vertrek bij AZ definitief voor Oranje. Al met al haalde Peters er vooral wat betreft het Nederlands elftal niet helemaal uit wat er in zat. Hij speelde slechts op een toernooi, het voor Nederland totaal mislukte EK van 1976. Voor het WK van 1978 en EK van 1980 bedankte hij onder meer wegens blessures. Eén wedstrijd maakte hem echter wel degelijk wereldberoemd. In februari 1977 oefende Oranje op Wembley, tegen Engeland. Nederland won met 2-0, door twee doelpunten van Jantje Peters uit Groesbeek

Na vier jaar Italië keerde Jan Peters in 1986 terug op het oude nest, bij NEC. Een echt glorieuze rentree werd het eigenlijk niet. NEC was net gedegradeerd, had geen geld en vooral middelmatige spelers. Twee jaar lang bleef Jan Peters, zonder ooit nog echt groots te spelen. Hij vertrok zelfs in een ruzieachtige sfeer. Peters had een contract waarin was bepaald dat hij vooral per gespeelde wedstrijd zou worden betaald. Omdat het financieel slecht ging met de club werd hij in het laatste half jaar nauwelijks meer opgesteld. In de laatste competitiewedstrijd van het seizoen 1987-1988 (uit bij Telstar, 2-2) deed hij wel mee, maar in de slotfase viel hij geblesseerd uit en na afloop was er niet eens een bos bloemen voor de beste NEC'er ooit. Jan Peters bouwde zijn loopbaan vervolgens toch nog op een fraaie wijze af. Bij De Treffers pakte hij in zijn laatste speeljaar (1990-1991) het algehele amateurkampioenschap van Nederland. Daarna richtte Jan Peters zich op een carrière als trainer. In 1998 was hij coach van De Treffers toen die club wederom algeheel kampioen van Nederland werd. Tegenwoordig werkt Peters als trainer bij TOP Oss.

2. Danny Hoekman
Een beetje eigenwijs

Geboren 21 september 1964, bij NEC van 1983 tot 1986 en van 1993 tot 1997
Een echte Nijmegenaar. Zo mag Danny Hoekman wel bestempeld worden. Begonnen bij clubjes als NDT, SJN en SCE werd hij al snel door NEC ontdekt. Geen wonder, want Danny Hoekman (geboren in 1964) was een uniek talent. Een echte linksbuiten, technisch begaafd, met een schitterende voorzet, en ook een tikkeltje eigenwijs. Zo'n speler waarvoor de toeschouwers naar het stadion komen. Danny Hoekman debuteerde in 1983 bij NEC, dat toen nog in de eerste divisie speelde. Echt furore maakte hij voor het eerst in het seizoen 1984-1985. Via de nacompetitie promoveerde NEC destijds en dat was voor een belangrijk deel te danken aan de kracht van de linkervleugel, waar Danny Hoekman meestal met leeftijdsgenoot Anton Janssen achter zich speelde. De twee jochies golden destijds als grote beloften van het Nederlandse voetbal.

Enkele maanden na de promotie kwam Danny Hoekman voor het eerst op een merkwaardige manier in het nieuws. Tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen had West Ham United interesse in de linksbuiten. De Engelse manager John Lyle reisde naar Nederland en bereikte na afloop van een oefenduel tegen AZ overeenstemming over een transfer. NEC kon ruim 700.000 gulden tegemoet zien, wat een vermogen was in die tijd. Iedereen leek gelukkig, maar tot ieders stomme verbazing meldde Danny Hoekman zich enkele dagen later doodleuk met zijn voetbalspullen bij trainer Popovics voor een oefenwedstrijdje tegen de amateurs van Hatert. De twintigjarige Nijmegenaar durfde het Engelse avontuur niet aan, voelde zich nog te jong om alleen in Londen te gaan wonen. Het zou niet de laatste keer zijn dat Hoekman een geheel eigen beslissing nam. Nauwelijks een jaartje later bleek dat het niet doorgaan van de transfer naar West Ham NEC uiteindelijk meer dan een half miljoen gulden kostte. NEC degradeerde meteen weer uit de eredivisie, had financieel slecht geboerd en moest de broekriem aanhalen. Daarom werden de contracten verlaagd, waarbij echter een foutje werd gemaakt. Bij sommige spelers werd te lage aanbiedingen gedaan, waardoor onder andere Anton Janssen en Danny Hoekman voor een prikje weg konden. Danny Hoekman verliet NEC, en vertrok naar Roda JC dat slechts 196.000 gulden hoefde te betalen.

Bij Roda maakte Danny Hoekman al snel furore. Sterker nog, hij werd halverwege de competitie genoemd als de nieuwe linksbuiten van Oranje. Robbie de Wit, destijds de vaste man voor die plaats, was namelijk getroffen door een hersenbloeding. Danny Hoekman, die ooit een keer voor Jong Oranje uitkwam, zou echter nooit het Nederlands elftal halen. Verantwoordelijk daarvoor was Jan-Willem van Ede, destijds doelman van FC Utrecht. Hij maakte een schandalige overtreding op de doorgebroken Hoekman. Diens kruisbanden, meniscus en knieschijf lagen aan gruzelementen. Iedereen ging ervan uit dat de loopbaan van Danny Hoekman voorbij was, maar dat bleek een misrekening. Hoekman zou nog tien jaar voetballen, alhoewel hij nooit meer echt zijn oude niveau kon halen. Danny Hoekman knokte na zijn blessure bewonderenswaardig terug, grotendeels op eigen kosten. Toen hij zich na ruim een jaar weer bij Roda meldde vond er meteen een incident plaats. Roda had de aanvaller verzekerd voor ruim een miljoen gulden en leek helemaal niet zo blij met de rentree van de afgeschreven speler. Men wilde de speler laten afkeuren. Danny Hoekman, die zelf ook tonnen zou beuren bij afkeuring, wilde echter gewoon weer voetballen, had zich niet voor niets een jaar afgebeuld. Het kwam op het kantoor van Roda zelfs tot een handgemeen, waarbij Hoekman manager Hens Coerver een rake klap gaf. Uiteindelijk werd de kwestie opgelost door Danny Hoekman te verhuren aan FC VVV. Daar speelde hij goed genoeg om de interesse van ADO Den Haag te wekken. Na twee Haagse jaren vertrok Danny Hoekman dan toch nog naar Engeland. Hij kwam een jaartje (1991-1992) uit voor Manchester City, dat toen nog in de Premier League speelde. Daarna keerde hij weer terug bij ADO.

In de zomer van 1993 arriveerde Danny Hoekman weer op het oude nest. Bij NEC dus, de club waarvoor hij altijd het meest was blijven voelen. In zijn eerste seizoen draaide Hoekman weer uitstekend. NEC promoveerde via de nacompetitie en haalde de bekerfinale. Toch werd steeds duidelijker dat Danny Hoekman nog steeds met de gevolgen van de ernstige blessure uit 1985 kampte. Hoekman was zelfden echt honderd procent fit. In het seizoen 1994-1995 speelde hij slechts vijftien competitieduels. Wel was hij gelukkig voor NEC op het einde van het seizoen inzetbaar. Met zijn enorme techniek, en inzicht zorgde hij dat de club net genoeg punten haalde om aan de nacompetitie deel te nemen en hield NEC in die promotie-degradatiereeks in de eredivisie. Een jaar later kwam Danny Hoekman nog maar tot elf duels in het eerste elftal. In dat seizoen deed zich ook een uniek incident voor. De toenmalige trainer Koevermans, niet bepaald populair bij de spelers, wilde Hoekman tijdens het duel tegen Vitesse wisselen. Dat ging echter niet zo makkelijk, want Danny Hoekman weigerde het veld te verlaten en bleef minutenlang binnen de lijnen staan. Pas na tussenkomst van de scheidsrechter verliet hij het veld. Het seizoen 1996-1997 werd het laatste van Danny Hoekman als profvoetballer. Daarna vertrok hij naar de amateurs van JVC. Nog immer loopt er een rechtszaak waarin Danny Hoekman een schadevergoeding eist van Jan-Willem van Ede, wegens die overtreding uit 1985. Voor Nederland een unieke rechtszaak, aangespannen door een unieke voetballer...

3. Frans Janssen
De dakdekker die altijd scoorde

Geboren 3 januari 1955, bij NEC van 1977 tot 1991
Frans Janssen is van het bouwjaar 1955. Was hij een jaartje of tien later geboren, dan was hij nu multimiljonair. Frans Janssen was namelijk een spits die altijd scoorde en zo'n speler is tegenwoordig goud waard. Vroeger natuurlijk ook wel, maar in de tijd voor het Bosman-arrest was het nu eenmaal niet zo makkelijk om weg te komen. Daardoor profiteerde NEC optimaal van de kwaliteiten van Frans Janssen. Hij speelde vrijwel zijn hele loopbaan in Nijmegen.

De Groesbeker werd in 1976 echter nog te licht bevonden door NEC. De toenmalige hulptrainer Petescu vond hem niet goed genoeg. Leen Looyen, die destijds net bij Willem II aan de slag ging als hulptrainer zag het echter wel in het pezige ventje van 20 zitten en nam hem mee naar Tilburg. Een jaar later kocht NEC Janssen alsnog. Van die beslissing heeft nooit iemand spijt gehad. Jaar in jaar uit stond Janssen in de basis. Van 1977 tot in zijn laatste seizoen, 1990-1991. En altijd scoorde hij. Kopballen, afstandsschoten, intikkertjes, frommeldoelpunten; het maakte Janssen niets uit, hij beheerste alles.

Het opvallende was dat naarmate hij ouder werd steeds makkelijker scoorde. In zijn voorlaatste seizoen, het promotiejaar 1988-1989 maakte hij er zelfs nog doodleuk 23 in de competitie en nacompetitie. Al met al nam Frans Janssen in 1991 afscheid met fraaie cijfers: 15 seizoenen in het eerste van NEC, 430 wedstrijden in het betaalde voetbal en 126 doelpunten.
Maar Frans Janssen was heel wat meer dan een goede spits. Hij was een uniek mens, als profvoetballer een van de laatste van een inmiddels uitgestorven generatie. Frans Janssen stamde nog uit een tijd dat voetbalhumor hoogtij vierde. Op het veld was hij bloedfanatiek, hij kon zelfs erg gemeen zijn. Zo sloeg hij Vitesse-verdediger Theo Bos eens doodleuk knock-out. Maar er moest ook gelachen worden, zo vond Janssen.

Hij kende zijn beste jaren toen hij een koppeltje vormde met dorpsgenoot Henk Grim. Het duo kon tegenstanders tot wanhoop drijven, niet alleen door hun voetbalkwaliteit, maar ook door het onderlinge gepraat. In het vrijwel voor iedereen onverstaanbare Groesbeekse dialect bespraken zij van alles, waaronder bijvoorbeeld het uiterlijk van hun tegenstanders. Die werden er soms bijna gek van dat ze telkens hun naam hoorden vallen, maar niet wisten waar Grim en Janssen het steeds over hadden. Ook de practical jokes Frans Janssen waren berucht. Geen speler bij NEC of Frans Janssen nam hem te grazen. Dat hij zelf de laatste jaren van zijn loopbaan steevast werd aangesproken als 'opa' en 'ouwe' vond hij alleen maar prachtig.

De oude man ontfermde zich in zijn laatste seizoenen ook veelvuldig over jonge spelers waarin hij het zag zitten. Arno Arts en Chris van der Weerden profiteerden als jochies volop van zijn ervaring. Het meest staken zij misschien nog wel op van zijn relativerende levenshouding. Voetbal was voor Frans Janssen heel belangrijk, maar niet zaligmakend. Frans Janssen kwam bij NEC toen iedereen nog fullprof was, maar toen het financieel steeds slechter ging werd hij ook semi-prof. Vanaf die tijd ging Frans Janssen gewoon weer werken, als dakdekker nog wel. Dat leverde jarenlang een uniek beeld op in het spelershome van NEC.

Rond een uur of 1 arriveerde Frans Janssen in zijn vieze blauwe overall. Hij rookte dan een zwaar shaggie aan de bar, dronk een bakje koffie, babbelde wat met de beheerster Moeke, at een broodje en ging vervolgens rusten. Meestal op een van de zithoeken van het spelershome, soms op een van de massagetafels in de medische ruimte. Na een slaapje van een uurtje of twee ontwaakte Frans, draaide nog eens een shaggie en ging dan douchen. Dan was Frans Janssen klaar voor de middagtraining. Na afloop van die training wilde hij nog wel eens langdurig blijven hangen, met een vieuxcola bivakkeerde hij dan meestal op zijn vaste stekkie, aan de gokkast.

Frans Janssen noemde zichzelf 'broodvoetballer', hij wilde zoveel mogelijk geld overhouden aan zijn loopbaan. De contractbesprekingen van Frans Janssen met het NEC-bestuur verliepen dan ook altijd heel stroef. Maar op zijn inzet binnen de lijnen was nooit wat aan te merken. Ook niet wanneer hij op zaterdagavond moest spelen en 's ochtends nog even bij wijze van beun een dakkapelletje had geplaatst. Na zijn actieve loopbaan werd Frans Janssen trainer. Eerst bij de jeugd van NEC, daarna bij diverse amateurclubs in de regio.

4. Frans Thijssen
'Fransje' eindigde als 'opa'

Geboren 23 januari 1952, bij NEC van 1971 tot 1973
Er is wel eens kritiek op de oefenstof van Wiel Coerver. Al dat eindeloze kappen en draaien op trainingen zou funest zijn voor de knie- en enkelgewrichten, zo beweren sommige kenners. Frans Thijssen is het levende bewijs dat die stelling onzinnig is. Want Frans Thijssen hield het onwaarschijnlijk lang vol als profvoetballer. Hij kwam als 'Fransje' uit Malden naar NEC, waar hij op zijn 17-de debuteerde in de hoofdmacht met een 4-1 nederlaag tegen Ajax. Na zijn entree in het profmilieu zou Frans Thijssen het maar liefst twintig jaar volhouden op het hoogste niveau te blijven voetballen. Uiteindelijk stopte de teller voor Frans Thijssen pas na 633 competitieduels.

Bij NEC was Frans Thijssen al snel een smaakmaker, een echte voetballer, gezegend met een fantastische techniek. Maar na 82 duels voor NEC-1 vertrok hij uit Nijmegen, met als enige echte hoogtepunt het bereiken van de bekerfinale. Zijn ware faam werd gevestigd in Enschede, waar Thijssen van 1973 tot en met 1978 167 wedstrijden speelde. Daarin kwam hij tot 47 doelpunten wat voor een middenvelder een onwaarschijnlijk hoog aantal is. Ook in Zeist bleef de progressie van Thijssen niet lang onopgemerkt.

Op 30 april 1975 debuteerde Thijssen in Oranje, met een 1-0 nederlaag in en tegen België. Misschien is het wel de enige smet op de loopbaan van Frans Thijssen dat hij in totaal slechts 14 interlands speelde. Zijn laatste optreden voor Oranje kwam in oktober 1982, toen België met 3-0 werd verslagen. Frans Thijssen miste vrijwel alle grote toernooien, maakte alleen het EK van 1980 mee, en scoorde in totaal driemaal voor Nederland.

Als clubvoetballer verging het Thijssen beter. Met FC Twente bereikte hij in 1975 al eens de finale van de UEFA-Cup, die echter werd verloren van Borussia Monchengladbach. Dat gemis maakte Frans Thijssen ruimschoots goed in 1982. Met Ipswich Town, waar hij vanaf 1979 voetbalde, veroverde Thijssen dezelfde beker alsnog. Dat gebeurde door in de dubbele finale te winnen van AZ, dat destijds net landskampioen was geworden. Aardig was dat bij de ploeg uit Alkmaar Jan Peters een van de toonaangevende spelers was. Toonaangevend was Frans Thijssen in Engeland ook. Het is niet eens overdreven om te stellen dat hij samen met ploeggenoot Arnold Muhren de weg effende voor de tientallen Nederlandse spelers die tegenwoordig in het Engelse voetbal actief zijn. Thijssen en Muhren waren door Bobby Robson naar het kleine Ipswich gehaald, juist om eindelijk eens een andere speelwijze te introduceren dan het oeroude 'kick-and-rush', Het Nederlandse duo deed dat met verve, de waardering voor beiden was enorm. Frans Thijssen was bijvoorbeeld in 1981 de eerste niet-Britse speler die werd gekozen tot Engels Voetballer van het Jaar.

Na Ipswich volgde wat Frans Thijssen betreft een minder geslaagd avontuur. In 1983 werd hij getransfereerd naar Nottingham Forrest. Destijds was dat een topclub, waar manager Brian Glough de scepter zwaaide. Glough was succesvol, maar was zwaar aan de drank en derhalve regelmatig de weg volledig kwijt. Thijssen was nog geen dag in dienst bij Nottingham, of Clough meldde al dat hij spijt had van diens komt. Na een jaartje verkaste Thijssen dus alweer, ditmaal naar Canada. Ruim een jaar speelde hij daar bij de Vancouver Whitecaps. Zoals dat gaat in Nederland, de stap werd uitgelegd als 'zakkenvullen en afbouwen'. Niet zo verwonderlijk, want Frans Thijssen was inmiddels de dertig gepasseerd. Toen Fortuna Sittard Thijssen in 1984 terughaalde naar Nederland werd dat dan ook door niemand echt begrepen. Maar aan de hand van Frans Thijssen kende Fortuna juist een uiterst succesvolle periode.

In 1987 lijfde FC Groningen Frans Thijssen in, en alweer dacht iedereen dat dit toch echt de laatste club van de Maldenaar zou zijn. Maar Thijssen kon er geen genoeg van krijgen. In 1988 stapte hij over naar Vitesse, op dat moment nog een eerste divisieclub. Onder de soms briljante leiding van Thijssen promoveerden de Arnhemmers meteen naar de eredivisie. Daarna speelde Frans Thijssen nog eens twee hele seizoenen, tot hij in 1991, 39 jaar oud, dan toch eindelijk stopte. Thijssen werd vervolgens trainer. Inmiddels heeft hij als hoofdcoach gewerkt bij Vitesse, De Graafschap (slechts enkele maanden) en Malmo.

5. Anton Janssen
De sierlijke technicus

Geboren 10 augustus 1963, bij NEC van 1982 tot 1986 en van 1994 tot 2000
Anton Janssen was vroeg voorbestemd om bij NEC te voetballen. De man uit Beneden-Leeuwen werd al nadrukkelijk gevolgd nog voor hij als jong ventje in het eerste van Leones speelde. De schuchtere jongen liet NEC echter wachten; hij wilde eerst zijn MEAO-diploma halen. Eenmaal in Nijmegen ging het snel met Janssen. Geen wonder, want hij was snel, had een fraaie techniek en een goede trap. Bovendien had NEC hevig behoefte aan wat jong bloed, in het begin van de jaren tachtig, toen afscheid werd genomen van een hele reeks dure spelers.

Anton Janssen maakte samen met Henk Grim, Eric van Rossum en vooral Danny Hoekman deel uit van een nieuwe lichting. Hoekman en Janssen, die twee werden al snel een begrip. Allebei jong, linksbenig en onvoorstelbaar technisch. Hun naam werd gevestigd in het seizoen 1984-1985, toen NEC via de nacompetitie promoveerde. De twee jonge NEC'ers speelden een hoofdrol in die nacompetitie. Een seizoen later hadden de twee echter toch moeite zich aan te passen aan het niveau in de eredivisie. NEC was als geheel gewoon te zwak en de grote talenten waren nog niet in staat de kar te trekken.

Ironisch genoeg kwam de degradatie in 1986 zowel Hoekman als Janssen niet slecht uit. NEC moest bezuinigen en verlaagde alle contracten drastisch. Een beetje te drastisch, want als gevolg van wat onduidelijke reglementen bleken zowel Hoekman als Janssen ineens voor een schijntje weg te kunnen. Tandenknarsend moest NEC toestaan dat Hoekman naar Roda ging en Janssen naar Fortuna Sittard. Samen leverden de twee grootste talenten nog geen 400.000 gulden op.

Anton Janssen vond zijn draai bij Fortuna met het grootste gemak. De linkshalf speelde zich onmiddellijk in de kijker en werd na anderhalf jaar tussentijds verkocht aan PSV, dat grif een miljoen neertelde voor de man uit Maas en Waal. Het kostje van Janssen leek gekocht, zeker nadat hij in zijn debuutwedstrijd voor PSV gelijk scoorde tegen ADO Den Haag. Toch ging het mis met Janssen. Hij veroverde geen vaste plaats in het sterrengezelschap dat destijds de Nederlandse competitie beheerste. Mannen als Lerby, Kieft, Arnesen, Ronald Koeman enzovoorts maakten de dienst uit. Lerby was linkshalf en wilde Anton Janssen slechts als echte linksbuiten voor zich. Niet bepaald de beste positie voor Anton Janssen die al snel min of meer de twaalfde, dertiende man van de selectie werd.

Toch beleefde Anton Janssen wel enige hoogtepunten met PSV. Hij was erbij toen de Eindhovenaren hun grootste prestatie ooit leverden, namelijk winst in de Europa Cup-finale tegen Benfica. Anton Janssen kwam als invaller in het veld en schoot de zesde en winnende strafschop voor PSV binnen. Een jaar later liep het contract van Anton Janssen af. Hij kon bijtekenen, maar wilde weg. Daarbij maakte hij een grote fout, zo zou hij later volmondig toegeven. Hij kon kiezen tussen Manchester United en het ambitieuze Kortrijk in België. Janssen was bang om weer vaak op de bank terecht te komen bij Manchester en koos voor KV Kortrijk. Het tweejarige verblijf aldaar werd een drama. Kortrijk kon de grootse plannen absoluut niet waarmaken, er was altijd gedoe over salarissen die niet betaald werden en trainers die niet functioneerden. Anton Janssen was blij toen hij terug kon keren bij Fortuna.

Maar ook bij Fortuna vond Anton Janssen niet meer datgene wat hij had achtergelaten. Sterker, Fortuna ploeterde een seizoen tegen degradatie, en zakte toen toch af naar de eerste divisie, zodat de man die PSV aan de Europa Cup hielp, veroordeeld was tot een seizoen geploeter in de kelder van het betaalde voetbal.

Anton Janssen klaagde nooit, maar was opgelucht toen hij in 1994 terug kon keren naar NEC, dat zojuist gepromoveerd was. Hij was de dertig al gepasseerd, maar niemand in Nijmegen lette op zijn leeftijd. Anton Janssen bloeide in De Goffert weer helemaal op en speelde gedurende zes seizoen vrijwel alle wedstrijden mee. En eigenlijk altijd behoorde hij tot de spelers die de meeste kilometers aflegde en desondanks het fitste oogde. Het was dan ook schrikken toen Anton Janssen begin 2000 ineens in het ziekenhuis werd opgenomen met hartklachten. De eerste berichten waren alarmerend, er werd zelfs gevreesd voor het leven van de sportman. Nader onderzoek bracht echter opluchting. Sterker, Anton Janssen maakte in de slotfase van het seizoen 'gewoon' zijn rentree in het eerste elftal, en pikte ook nog even de bekerfinale mee.

En het werd nog gekker. Anton Janssen zou de voorbije zomer stoppen met voetbal en zich helemaal richten op zijn werk als commercieel medewerker bij NEC en zou tevens nauw worden betrokken bij de voetbalschool. Maar NEC deed alweer een beroep op Janssen. Doordat de jonge Peter van Putten, de gedoodverfde opvolger van Janssen ernstig geblesseerd raakte, werd de routinier gevraagd nog een tijdje mee te draaien met de selectie. Uiteraard stemde Anton Janssen toe. Vorig seizoen nam hij in de zijn 500e competitiewedstrijd, tegen Willem II, definitief afscheid.


_____________