7 september 2006 Door naar dag 5
Naar ongerepte hoogten (door Philip Hul)

Vandaag een ronde alleen. Hans en Martin hebben geen MTB bij zich en voelen ook weinig voor het huren van een MTB. Begrijpelijk, want je huurt zelden of nooit een fijne fiets; er is altijd wel wat mee aan de hand. Daarmee gaat voor hun wel een Alpine lekkernij langs de neus voorbij, de Col de Parpaillon (2645 m). Ik heb een 3e en laatste mooie ronde gepland vandaag; van Guillestre tot even oosten van Embrun, dan de Parpaillon op en af tot in la Condamine en dan terug naar Guillestre over de Col de Vars (2109 m). En omdat je uren over de Parpaillon doet kies ik voor een vroeg vertrek, 8u15.


Ik heb dus gekozen voor de zogenaamde klassieke opgang uit Embrun. Vraag me niet waarom klassiek, maar deze opgang (NW) is vanwege het groter aantal hoogtemeters in ieder geval aanzienlijk zwaarder dan de ZO. Vanuit Guillestre is het eerst lekker dalen op de D902 en dan met een wind in de rug op de N94. Let op (!), nog vóór St.-Clement neem je links de D994. Een heerlijk weggetje, dat geleidelijk aan de eerste tientallen hoogtemeters verorbert. Net even voorbij St.-André kom je dan uit op de D39 en dan zijn er 20 km afgelegd. Embrun zie je beneden in het dal van de Durance liggen, maar in het plaatsje zelf kom je zo dus niet. (De N94 is overigens ten noorden van Embrun verboden voor fietsers.) Op de D39 klim je eerst 10 km door tot aan de voet van het plaatsje Crévoux. Nog niet wonderschoon, maar je voelt het wel aankomen. Bij Crévoux heb je 2 opties; een korte route door het plaatsje zelf en een route van 1 km langer door het gehucht la Chalp. Wees wijs en kies de langere route, anders word je getrakteerd op een zeer slecht begaanbaar weggetje. Ik ben wijs en ga over la Chalp en hier begint de klim mooi te worden. De 2 steilste kilometers komen direct na la Chalp, maar de weg is nog steeds verhard en dat scheelt veel. Maar op gegeven moment moet je eraan geloven, de laatste 8 km, vanaf het bruggetje le Pont du Real, zijn onverhard. Er zijn dan nog iets minder dan 600 hm te overbruggen. Deze NW kant is vooral moeilijker door de schots en scheef liggende stenen. Voor een minder begaafd technicus als ik is het dan een kwestie van geconcentreerd rijden, het pure genieten maakt plaats voor afzien, ook al ga ik nog zo langzaam. Een uur is er niets bij, het gaat vooral mentaal lang duren voordat de hemelpoort opduikt. Maar ja, het is vakantie. Ik stop een paar keren om het landschap in mij en mijn Canon op te nemen, om water bij te vullen uit de beek en vooral om even bij te komen. Het landschap is betoverend mooi en daar draagt een onverharde opgang altijd aan bij. Endurance motoren passeren, ook mooi.
Dag 4a:
* Col de Parpaillon BIG 304
* Col de Vars BIG 305
* 100 kilometer
* 2700 hoogtemeters
* 30 graden

ROUTE
Kies hier de iets langere route via La Chalp.
Dan, om even na twaalven (!) en na 44 km verschijnt de tunnel, de noordelijke poort. De poorten hebben een zeer typische hoefijzer vorm en kunnen met deuren worden vergrendeld. De deuren staan vol met teksten, vooral Nederlandse liefdesverklaringen. Met het lampje van Martin was het nog wel lastig geweest om de 500 meters te overbruggen, maar niet met het bijschijnende licht van een Duitse jeep. De gruwelijke verhalen over de tunnel zijn ook wel lichtelijk overdreven. Meteen bij binnenkomst zie je aan de andere kant reeds een lichtopening en dat is bij menig Italiaanse tunneltje nog wel eens anders. Enfin, het was al mooi aan de noordkant, maar het panorama aan de zuidkant overtreft alles. Voor je ligt de Grand Bérard (3048 m) ruig te zijn en je ziet de ZO kant tegen de berg meanderen. Hier neem je de tijd voor; om 12u45 begin ik af te dalen naar Ste.-Anne en la Condamine. Van de top tot de Cabanne du Grand Parpaillon (2080 m) is het wegdek prettiger; kleinere steentjes en meer egaal. Deze cabanne ligt formidabel qua uitzicht. Hierna duik je het bos in en worden de stenen weer onvriendelijker, in feite tot de verharde weg weer begint bij Ste.-Anne. Ik heb afspraak met pa om te lunchen in la Condamine; aankomst 13u45, afgelegd 62 km.
Na een lekkere lunch in een eenvoudig restaurantje met zeldzaam vriendelijke bediening stap ik even na drieën weer op de fiets voor de legendarische Col de Vars. Pa is met de auto en ik kan mijn MTB dus lekker inruilen tegen mijn Pinarello Dogma. Ik heb 17 km vals plat en klimmen voor de boeg en het doel is om in ongeveer 1 uur boven te zijn. De enige klim tegen de klok van de week. De Vars is voor mij vooral bekend van de echte klassieke Tour etappe Gap – Briançon, waar hij in het rijtje Allos – Vars – Izoard zit. Enkele keren werd in een andere stad gestart, zoals bijvoorbeeld in 1948 in Cannes. Maar dáárover de komende 2 jaren véél meer. De Vars is geen bijzondere beklimming. Maar ja, je raakt verwend na zo’n mooie rondes en beklimmingen. Het is ook geen zware klim, zij het, dat in de laatste 5 kilometers bijna 450 hoogtemeters overwonnen moeten worden. En dat is dan weer wel pittig. Mijn doel haal ik, ongeveer 1 uur. Heb mij goed gehad, het was de laatste echt sterke klim van de week.
Wat rest zijn 20 km afdalen naar Guillestre en helaas, nog een paar honderd meters steil klimmen naar het hotel. (Mooi hotel trouwens met goeie keuken en personeel dat voor je vliegt; Hotel Les Barnieres.)

Totale afstand 100 km en geschatte 2700 hm. Mijn netto rijtijd is ongeveer 6 uren, maar dat kan een half uur meer of minder zijn met alle oponthoud bovenop de Parpaillon. Bovendien, als je de hele ronde op de MTB moet doen, dan scheelt dat heel wat.