Camping Riviera in Blythe ligt vlak langs Highway 10 en binnen luttele minuten rijden we richting Phoenix. Na enkele mijlen passeren we de grens met Arizona. Het landschap wordt mooier. Overal zien we nu imposante cactussen langs de weg. Bij Brenda pakken we “de 60” in noordelijke richting. Langs de weg komen we veel verlaten RV-parks tegen met hier en daar een verdwaalde camper. Ook spookdorpjes met oude tankstations en winkels trekken aan ons voorbij. Uiteindelijk komen we via highway 71 op de schitterende highway 89.
We moeten flink omhoog met ons tonnen wegende gevaarte maar de V8 kwijt zich geweldig van zijn taak. We genieten van de schitteren vergezichten.
Door het bergachtige gebied komen we aan in Prescott. Een leuk plaatsje met een centraal plein met gemeentehuis en houten winkels en woonhuizen zoals je ook in die typisch Amerikaanse films wel tegekomt.
Net voorbij Prescott stoppen we voor de lunch langs een prachtig bergmeer.
We willen graag naar Sedona. De verhalen over dit stadje beloven veel goeds. Leuke winkeltjes en een relaxte sfeer. We rijden de 89 (alt) op en dat lijkt goed te gaan. Na zo’n 15 mijl wordt de weg smaller en met veel bochten en steile stukken is dit met onze camper geen pretje. Als dit zo tot Sedona doorgaat word ik gek.
In Cottonwood besluiten we Sedona te laten voor wat het is en vragen de weg naar Camp Verde. Een loko verstaat me niet als ik de weg vraag. Even later begrijpt hij me en zegt: “You mean Kemp Vurdi(Fonetisch)” Even later zitten we op de 260. Bij Camp Verde draaien we de 17 op richting Flagstaff. Ook veel up en down maar we kunnen nu lekker 65 “cruisen”. Via de 40 rijden we naar Williams waarna we de 64 in Noordelijke richting rijden naar de Grand Canyon. Dit is een saai stuk en we vragen ons af hoe het aan de South rim zal zjn. We passeren het vliegveld waar de toeristische Grand-Canyon-vluchten vertrekken. Vanwege de verhalen (veel turbulentie) en de prijs (hoog) hadden we al besloten om met de voetjes op de vloer te blijven.
Bij Grand Canyon Village komen we bij de ingang van het nationale Park. Voor $50 kopen we een National Parks Pass waarmee alle nationale parken kunnen bezoeken. De ranger legt ons alles keurig uit en we krijgen duidelijk foldermateriaal mee.
Gelukkig hebben we de Mather Campground al in LA geboekt want dit is echt een populaire camping. De ligging is super. Bij de ingang vertrekt de gratis shuttle bus en de rim is op loopafstand. De plekjes zijn bijzonder mooi maar het sanitair is matig. Bij de ingang zijn gelukkig wel voldoende mogelijkheden om je lekker (warm) te douchen en om een was te doen.
‘s Avonds stoken we een kampvuur en genieten van de rust op de camping. Op 5 meter van ons lopen 2 herten de camping af te stropen naar voedsel.
Eenmaal in bed hebben we maar weinig tijd nodig om in slaap te komen.
