![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||
Dag 2 | ||||||||||||||||||||
Door naar dag 3 | ||||||||||||||||||||
Vlak voor vertrek onder de goedkeurende blik van de ploegleider. | ||||||||||||||||||||
De route van deze dag? Klik HIER. | ||||||||||||||||||||
Op weg naar de Grand Ballon | ||||||||||||||||||||
Standplaats Kruth Zaterdag 4 september 2004 Door de betrekkelijk goede autosnelwegverbinding, vormen de zuidelijke Vogezen een aantrekkelijk alternatief voor een lang fietsweekend, waarbij je de route perfect kunt plannen en de tochten zo zwaar en lang kunt maken als je zelf wilt. We zijn neergestreken in Kruth, een gehucht tussen Thann en Bussang, van waaruit we twee grote lussen over de verschillende ‘Ballonnen’ zullen maken. Op zaterdag staat de koninginnenrit gepland van bijna 150 kilometer en meer dan 3500 hoogtemeters. Koud hebben we het hotel (Auberge de France) verlaten of het wordt ons pijnlijk duidelijk dat we hier niet met 2 man naast elkaar dienen te rijden. Want na 500 meter hebben we de eerste middelvingers en driftig toeterende automobilisten al te pakken. Rare jongens die fransen. Het fietsen gaat verder gemakkelijk: lichtjes dalend naar Willer sur Thur aan de voet van de Grand Ballon (Passacol 223). De eerste 10 kilometer van de klim rijden we in een heerlijke cadans omhoog. De percentages zijn goed te verteren en de bossen zorgen voor de nodige verkoeling. Eenmaal afgebogen naar de top, wordt de beklimming steiler, de zon warmer, en de omgeving kaler. Het is echter nog betrekkelijk vroeg als we de camper van onze ploegleider (Peter ‘Lomme’ de Rooij met z’n hond Bonkie) op de top zien staan. Het is de eerste klim van de dag, dus echt kapot zijn we nog niet. Na de ravitaillering dalen we af naar Le Markstein, verkeersknooppunt op bijna 1200 meter hoogte. Het schitterende nazomerweer nodigt nog meer sportievelingen uit om de bergen in te rossen. Waren het vroeger de Franse- en Duitse legertroepen die elkaar op deze kam het leven zuur maakten, vandaag de dag trekken hordes motorrijders, cabriofielen, PC Hoofttractors en een heuse Bugati-club langs de Route des Crêtes. Racefietsers zijn hier ondergeschikt en moeten goed op hun tellen passen. Met enige angst zoeken we daarna de afslag naar de Col du Platzerwasel. Dat is dan weliswaar geen Passacol, toch liegen de stijgingspercentages er niet om. Gelukkig blijken die hoogtemeters van toepassing op de beklimming uit het noorden, en wij komen uit het zuiden, zodat wij als de bliksem naar beneden schieten. In Sondernach staan ‘Lomme‘ en Bonkie ons op te wachten met frisdrank en koolhydraten. Even later rijden zij in de camper langs ons omhoog naar de top van de Petit Ballon (Passacol 222). Wij doen er langer over, maar toch is ook deze beklimming prima te doen. Het is lekker rustig op de col en de uitzichten zijn verrassend mooi. In het dal zien we Munster en de beklimming naar de Col delaSchlucht liggen. Maar die bewaren we nog even voor na de lunch, die we bij de Ferme Auberge op de Petit Ballon gebruiken. Wat kan het leven toch mooi zijn! Na de ijsthee, cola en het heerlijke eten zinken we weer af naar Munster. Het is oppassen geblazen met het wegdek van deze afdaling. Veel gaten en kuilen en vrij smal. Het asfalt van de beklimming van de Schlucht (Passacol 220) is net vernieuwd. Dat rijdt als een zonnetje omhoog. Het is inmiddels bloedheet geworden, maar gelukkig rijden we hele stukken tussen de bomen door. Onderweg komen we een jongen tegen met één been op een racefiets. Zou hij ook de 18 kilometer omhoog gaan…… Even denk ik dat ik heel wat mans ben, maar het moment dat ik achteloos voorbij word gereden door twee rustig keuvelende fransen (man en vrouw), zal ik niet licht vergeten. Martin probeert nog even aan te klampen, maar verdorie, die Schlucht is wel erg lang! Bovenop is het kermis! Wat een volk. Gauw wegwezen hier. De doorgaande route is breed waardoor we ‘volle bak’ kunnen afdalen. Door Xhongrupt naar Gérardmer voor de laatste Passacol van die dag, nummer 219, de Grosse Pierre. De beklimming via Bas Rupt is niet moeilijk maar toch beginnen we de kilometers en de warmte behoorlijk te voelen. Na La Bresse, een aardig plaatsje overigens, gaan we via het dal naar Cornimont. Vandaag nog één keer in de beugels naar de Col d’Oderen en dan zit het erop. Onderweg komen we door verschillende dorpjes, maar het mooie is daar wel vanaf. Dat kan natuurlijk ook aan onze vermoeidheid liggen…. Op de col zitten Peter en Bonkie braaf op ons te wachten en halen we opgelucht adem. We liggen op schema voor wat betreft aantal Passacols, de omgeving is mooi, het weer is schitterend, alles is nog heel, de conditie is goed en het gezelschap prima; wat wil je nog meer? Een paar koude biertjes op het terras voor het hotel bijvoorbeeld. Snel dalen we af naar Kruth!!!!! |
||||||||||||||||||||