![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Niek en Mariola -op reis- | |||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||
Rejang, deel 2 | 25-1-2002 t/m 31-1-2003 | Lees Bintulu, Rejang of andere reisverslagen... | |||||||||||||||||||
De volgende dag staan we vroeg op, als er een boot gaat, gaat er maar een en die komt uit Sibu en vertrekt om 09:00. Joshua wist niet zeker of er een boot zou gaan, omdat het al een paar dagen niet geregend heeft, staat het water laag, en als er geen behoefte is, gaan de boten niet. Gezien het feit dat 1 februari steeds dichterbij komt, is het steeds minder aannemeijk dat er mensen UIT Sibu vertrekken, omdat de meeste mensen daarheen gaan om nieuw jaar te vieren. We eten bij de bakker wat, met behulp van een Chinees meisje, omdat het oude dametje achter de toonbank Niek lijkt te negeren, waarschijnlijk omdat ze geen engels spreekt en bang is de confrontatie aan te gaan. Maar als ze dat niet doet, kunnen wij niet bestellen. Mariola vraagt een Chinees meisje te helpen, en de bestelling te doen. Zo hebben we binnen 5 minuten thee en de broodjes voor ons. Daarna naar de haven, waar het wel lijkt dat er boten vertrekken. We komen op de pier Joshua tegen, die dat ook was gaan nakijken voor ons. We zouden naar Punan Bah kunnen, met de boot, een Longhouse een stuk rivieropwaarts. We zouden de school binnen moeten gaan, en de leraar/lerares vragen ons te helpen. Tevens zouden we dan daar moeten overnachten en hopen dat er weer een boot langskomt de volgende dag om door te reizen. Maar gezien het afnemende aantal boten dat de rivier verder opgaat, besluiten we dat risico niet te nemen, en direct naar Belaga door te reizen. Het wordt een lange trip, en delen ervan zitten we bovenop het dak van de boot. We zien een grote Kingfisher, het geel van zijn kop is deze keer goed te zien... Na ruim vijf uur komen we in Belaga aan, omschreven als een slaapstadje. De bewoners zelf noemen het een Bazaar, hier wordt handelswaar aangeboden, en het is een plek waar je mensen kan ontmoeten, waar cafes en restaurants zijn. De eerste twee hotels die we benaderen zijn gesloten, evenals de winkels erom heen. Het lijkt momenteel meer een spookstad. We vinden een Chinees hotel dat nog open is, en krijgen eem kamer voor 35 Rm met warm water, airco en TV. We ontmoeten John, die ons zijn visitekaartje geeft en zegt dat wanneer we info willen we naar de MAS office moeten gaan. Na een douche gaan we wat eten, we hadden al begrepen dat je hier geen menukaart hoeft te verwachten en gewoon moet vragen wat ze hebben die dag. Dat wordt dus nasi goreng ayam, en frisdrank. Het smaakt goed. Na het eten schuift er een mannetje aan, die zich voorstelt als Madang en vraagt of we een Longhouse willen zien, en de waterval. Hij vertelt dat hij net vier touristen naar het vliegveld heeft gebracht. Deze kleine plaatsjes hebben ook vliegvelden, met kleine vliegtuigen, 'MAS Twin Otters' genoemd waarmee je twee keer per week naar de omliggende grotere steden als Sibu, Bintulu of Miri kan vliegen, als je niet met de boot wilt. Altijd nog sneller dan met de bus.... Ook kan hij ons naar de omstreden dam brengen, die wordt gebouwd door de overheid in de buurt van het plaatsje Bakon, dieper in Borneo. Alle dorpen die erachter liggen moeten geevacueerd worden, oftewel verhuizen. De mensen hier zijn er niet blij mee, te meer omdat de ouderen niet kunnen wennen aan de steden en de huizen die de overheid voor hen bouwt. Maar deze dam hoeven we niet zo nodig te zien. De gids vraagt 100 rm voor een tocht naar een longhouse; 'tenslotte is het een uur varen en benzine is duur'. We geven aan het nog niet te weten en gaan het stadje verkennen. Bij de MASoffice worden ook trips aangeboden, voor nog meer geld. Als je met meer personen gaat wordt het goedkoper...maar helaas lijken we de enige foreign visitors, dus dat gaat niet lukken. We informeren wat de reis naar Bintulu kost per auto (60 rm pp) en het vliegtuigje (40rm pp, maar vertrekt alleen op woensdag en zaterdag). We lopen naar de rivier, waar de bedrijvigheid na het vertrek van de boot is verdwenen. Er zitten wat vrouwen, met enorme gaten in hun oorlellen, waar vroeger oorbellen aan hebben gehangen. De rivier lijkt laag te staan, de oevers zijn heel hoog en zanderig. Op sommige plaatsen komt er een goudbruine substantie uit de modder, Niek vraagt zich af of het olie is. We lopen het pad langs de rivier op, richting de Kampung, en zien twee mannen zwijnen uit een longtailboot sjouwen en naar de oever brengen. De dieren zijn net geschoten, en worden hier verkocht. Vanavond maar weer iets met kip bestellen... De kampung is een van de mooiste die we tot nu toe hebben gezien. Alle huizen staan op palen en de kleine veranda's zijn versierd met planten. Onder de huizen staan brommers of liggen boten. Langs de kampung groeit divers junglefruit aan de bomen. Als de schemering valt gaan we terug naar de bazaar, kleren met lang mouwen aantrekken, ivm malariamuggen. Als we teruglopen komen we langs een grasveld, waar hanen op lopen, en de hanen hebben allemaal een eigen afdakje, om onder te schuilen. ALs we dichterbij komen zien we dat de hanen vast staan. Waarschijnlijk worden ze hier gefokt voor de (evenzo illegale) hanengevechten, die tijdens feesten gehouden worden. Cynisch genoeg lezen we diezelfde avond na het eten in de Borneopost dat een jongen van 12 is omgekomen bij hanengevechten, omdat een haan vluchtte en op de jongen terechtkwam. Tijdens de gevechten krijgen ze messen aan hun poten gebonden, en een van de messen raakte een slagader in de lies van de jongen. We begrijpen waarom de overheid dit soort tradities verbiedt. De volgende morgen wordt er om half 10 op de deur geklopt. We zijn net klaar en doen open. De vrouw van de receptie vraagt Mariola "when do you leave?" Even denk ik dat ik het verkeerd versta, maar ze herhaalt de vraag. We dachten zaterdag te vertrekken, met het vliegtuigje, maar de plannen waren nog niet concreet. "maybe tomorrow, maybe the day after' antwoordt Mariola dan maar. "Tomorrow?" herhaalt de vrouw hoopvol. Nee, we weten het nog niet. "Ok ok no problem" is dan het antwoord, maar wij weten het nog niet zo zeker. Als dit hotel dichtgaat, kunnen we nergens heen, daar de andere twee al dicht zijn. Waarschijnlijk vanwege het chinese nieuwe jaar. We gaan ontbijten (tosti kayan) met koffie. Als snel schuift Madang, de lokale gids van gisteren aan (het is een klein stadje..) en vraagt of we al weten wat we willen. Er is hier niet veel te beleven, dus we besluiten de trip maar te maken, dan kijken we wel wat we vrijdag doen. Er is hier ook geen internet, om de site bij te werken. Dan schuift John aan, de gids van de MASoffice. Hij begint uit te leggen dat de tourist vrij is om te kiezen met welke gids hij meegaat, maar dat we ons wel moeten realiseren, dat je bij een erkende gids zekerheid hebt, en kan klagen als dingen niet verlopen zols afgesproken. We realiseren ons dat John ons probeert duidelijk maken dat Madang (die inmiddels stilletjes verdwenen is) geen erkende geregistreerde gids is. Dan willen we weten wat John kan bieden, en hij haalt de folder erbij. We zitten niet te wachten op een dure tour met BBQ lunch en een waterval (wat klinkt dat blase) maar we willen wel nog een longhouse bezoeken. We onderhandelen over de prijs en komen er uit. John vertelt ook dat hij vervoer naar Bintulu kan regelen voor 50 ringit, en dat we vrijdag kunnen vertrekken. Dan willen we graag vandaag het longhouse bezoeken...en dat kan ook, over een uur al. We kopen eeen zak lollies en een fles arak (10 rm maar, 50% alcohol) voor het ontvangstcommittee. Sigaretten hadden we nog van de vorige keer. Dan gaan we de camera, hoedjes en zonnenbrand halen en vertellen de receptioniste dat we inderdaad 'tomorrow" gaan, zodat zij kunnen sluiten. Bij de rivier wacht John al op ons, en er komt een longtail boot aan. We varen de rivier af en leggen aan. Dan wordt het nog een geklouter de oever op, via boomstammen. Via een trap betreden we het eerste longhouse, er staan er twee tegenover elkaar geplaatst en John benoemt de vegatatie die erom heen groeit. Hij is zelf herstellende van Malaria en ze gebruiken de bladeren van de papaya om een aftreksel te maken wat ze als medicijn slikken. Het blijkt dat John zelf van origine ook een afstammeling van de Ibanstam (de Kayan) te zijn, maar is naar Belaga bazaar verhuisd. Als we gaan zitten, willen we de tas met snoep uit de rugzak pakken, en realiseren ons dat die nog op bed ligt! Stom! We generen ons...John zegt dat het niet echt erg is, het zijn maar souveniers, maar wij vinden het wel erg, tenslotte komen we op bezoek. We besluiten dat Niek met John terug gaat en Mariola hier blijft. John neemt ons mee naar het andere longhouse, waar zijn ouders wonen. Daar blijft Mariola op de veranda wachten, tewijl Niek de spullen gaat halen. Eerst is dat wel een beetje eng...kinderen kijken nieuwsgierig en verderop zit een klein groepje vrouwen te lachen. Dan trekken ze mijn aandacht en wenken. Ik loop naar ze toe en ga erbij zitten. Voorzichtig vraag ik in het Maleis hoe het gaat, en dat vinden ze leuk, en ik krijg een stortvloed Maleis over me heen. Zoveel spreek ik niet, anda tau bahasa malayu kecil, just a little bit. Ze bewonderen de ring die ik in de Sarawak Cultural Village in Kuching heb gekocht van een Bedayuvrouw, een andere stam. Een van de vrouwen gaat een mand halen, met haar borduur- en kralenwerk. Zij maakt ook sieraden, maar borduurt voornamelijk kralen op hesjes en rokken, traditionele versieringen op kleding. Ik doe de ring af en allemaal bestuderen ze hem. Ik zeg dat ze hem mag houden, om na te maken, maar dat hoeft niet. De jongste vrouw blijkt wat Engels te kunnen spreken. Ze haalt een doos tevoorschijn, met bladeren en tabak en en soort vrucht. Ze snijdt een stuk van de vrucht af, wat een noot blijkt te zijn, smeert een wit goedje op een blad en rolt alles kunstig in elkaar en stopt het in haar mond. Ik vermoed dat het betelnoot is, wat hier wel vaker gekauwd wordt door de inlanders. Later vertelt John dat het net zo verslavend is als tabak, en dat wanneer ze naar het dorp gaan, en het doosje vergeten, ze terug moeten. Dan biedt ze mij de doos aan. Ik leg uit dat ik het graag wil proberen, maar dat het de eerste keer is, en ik zeker niet zo'n pakketje kan maken. Ze lacht en maakt het voor me, en legt uit dat je moet spugen. Ik stop het in mijn mond en begin langzaam en voorzichtig te kauwen, het is bitter maar niet vies. Er komt veel speeksel bij vrij, en als zij opstaat om over de reling van de veranda te spugen, snap ik wat ze bedoelt. Ik doe haar na en zie dat mijn waterspeeksel vuurrood is. Vandaar dat de tanden van die oudjes zo rood zijn! Jarenlang kleurstof kauwen. Het spul heeft een grappige uitwerking en al gauw voel ik me een stuk relaxter tussen de vrouwen. Er komt een oude vrouw bjzitten, die alleen een rok aanheeft, en vol tatouages zit. Haar huis is zo gerimpeld, dat er geen tekeningen meer in zichtbaar zijn. Ik kan mijn ogen haast niet van haar oorlellen, handen en tanden afhouden. Middels het beetje Engels van de jongste vrouw, die haar eenjarige zoon bij zich heeft, komen we wat meer te weten van elkaar. Dan komen Niek en John terug, de oudere vrouw trekt zich terug. Niek heeft de lollies bij zich, zodat al snel het snoep wordt uitgedeeld. Er komen nu ook mannen bij ons zitten, die de drank aangeboden krijgen. Bekers worden gehaald en iedereen moet wat drinken. Nee...wij drinken niet...en dit spul zeker niet! Als vrouw ontkomt Mariola eraan, maar Niek moet eraan gloven. Hij probeert ook een stuk betelnut, maar vindt dat niet lekker en spuugt alles uit. We geven aan de oudere mannen sigaretten. Na een uurtje is het tijd voor de lunch, die we bij John's ouder binnen op de grond nuttigen. Zijn moeder kookt nog op open vuur, en ze heeft bergrijst klaargemaakt, met wild zwijn (huid en organen) en vis uit de rivier. De rijst is erg lekker, evenals de vis. Niek probeert wat van het zwijn. We drinken er gekookt water bij. John vertelt dat de mountainrijst erg gewild is in de stad, en dat die hier verbouwd wordt. Ondertussen bekijken we John's ouders; zijn moeder heeft gouden versieringen in de gaten van har oorlellen hangen, en haar armen, handen en voeten zijn getatoeerd. John's vader heeft tatoe's op benen en zijn keel. Boven het kookvuur ligt een voorraad hout opgestapeld, en er wordt een zwijn gerookt (bij gebrek aan koelkast). Aan de muur hangen jachtrelikwieen, en foto's van familie, geen schedels deze keer.Als toetje krijgen we IbanMilo, maar we proeven het verschil niet met de gewone Milo. Dan moeten we op de foto met John's ouders, wat we geen probleem vinden. Ze vragen of we er een opsturen. Weer op de veranda wil de hele groep op de foto! Mariola krijgt nog een pakketje betelnut en we delen weer lollies uit. Een oude vrouw komt langzaam aanlopen, om een handje te geven. Ze heeft een witte jurk aan en een witte hoofdband. Op de vraag hoe het gaat, wijst ze naar haar hoofd, ze heeft hoofdpijn. Of wij pijnstillers hebben? Toevalig wel, in onze noodkit die we altijd bij ons dragen zit ook paracetamol. Vanwege het komende Chinese nieuwe jaar ligt de handel en de aanvoer van voorraden stil, en het schijnt dat de kliniek in het stadje geen pijnstillers meer heeft. Niek breekt de paracetamol, en legt John uit dat ze een halfje per keer moet nemen met water. En dat we geen dokters zijn, dus niet weten of de combi betelnut/paracetamol bijwerkingen heeft. Dan vraagt de jonge vrouw of we ook keeltabletten hebben, daar zij al lang keelpijn heeft. Die hebben we in het hotel, over van Mariola's keelpijn in Kuching. We beloven dat we die via John doorgeven. Dan staan de vrouwen op en nemen Mariola mee naar een ander huis, waar ze aangekleed wordt in traditionele kleding. De vrouwen hebben veel lol en dan moet Mariola de veranda op, wat luid gejoel oplevert. John vertaalt dat de oudere vrouwen vinden dat ze er nu beter uitziet... Dan is Niek aan de beurt, die als krijger wordt aangekleed, compleet met Hornbillveren. Tot groot vermaak van de Iban doet Niek enkele danspassen terwijl hij met zijn armen zwaait. Enkele krijgers willen met Mariola op de foto, en dan de vrouwen ook...en dan kunnen Niek en Mariola samen op de foto. We hebben veel lol, en Mariola's tanden worden al lekker rood, maar dan is het toch tijd om te gaan. We nemen afscheid, beloven foto's naar John te sturen en gaan met de boot terug. Weer bij het hotel aangekomen is het hek dicht (maar niet op slot) en zit er niemand bij de recptie; we zijn de enige gasten. Nu is het een spookhotel. We douchen en zoeken de keeltabletten op. We hebben nog genoeg paracetamol, dus die pakken we ook in, en vier zakjes ORS. John's moeder is al een paar keer flauwgevallen, en werd in de kliniek aan het infuus bijgetankt. ORS kan snel een opkikker geven. We brengen alles naar John. Bij het cafeetje bij de MASoffice drinken we Ais Bandung en praten we met John na. Hij vertelt ons over de geschiedenis van zijn stam, en hun toekomst, als de dam komt. Tevens moppert hij op de overheid, ze steken geld in het werven van touristen, maar kappen het regenwoud weg, voor de houtverkoop. Ze bouwen een dam, maar doen geen moeite de Iban een nieuwe plek te geven, anders dan stenen huizen voor ze te bouwen waar ze in mogen wonen. En het verbod op het jagen van zwijnen kan zijn goedkeuring niet krijgen. De Iban eten het vlees, en verkopen het, zodat ze schoolgeld voor de kinderen kunnen betalen. Want de overheid is ook voorstander van educatie. Maar de jacht en verkoop moet wel aan banden gelegd worden, omdat de chinezn commercieel jagen, en zo teveel schieten. Hij moet gaan en neemt afscheid. We kletsen nog even na over onze indrukken als de aandacht wordt getrokken door een chinees meisje. Ze komt ons een hand geven, en begint te gebaren, ze lijkt doofstom...en dat is ze ook. We begrijpen uit haar herhalingen dat ze ons probeert duidelijk te maken dat iedereen weg is, dat er geen boten meer gaan. Ze pakt de krant erbij en wijst op advertenties gericht op het Chinese nieuwe jaar. Ja, we weten dat er geen boot gaat en dat iedereen naar Sibu, Miri of Kuching is vertrokken. Ze gebaart dat we wel kunnen vliegen en wenkt Mariola. Ze loopt het MAS kantoor binnen, en wijst op een inteken lijst. Ik gebaar dat we met de auto gaan.... Heftig knikkend loopt ze via de achterdeur naar buiten, weer Mariola wenkend. Ik loop er achter aan, een beetje vertwijfeld, Niek blijft achter. Ze loopt snel en dan komen we uit bij een restaurant, ze wijst op een jongen die achter een playstation zit. Hij vraagt of ik met de auto naar Bintulu wil. Ik bevestig en hij zet 2 touristen op een lijst. Morgen 08:00, zegt hij en geeft me het kenteken. Het meisje loopt weer terug, buiten kom ik Niek tegen, die toch maar op zoek ging. Ik leg uit dat het meisje erg behulpzaam heeft willen zijn, en dat ik nu twee plaatsen voor morgen gereserveerd heb. Terug in het hotel blijkt het douche water warm, zodat we snel wat kleren wassen en op het balkon achter de receptie hangen; er is toch niemand. Helaas begint het te regenen zodat we de kleren toch in de kamer moeten hangen. Tijd voor een bordje rijst voor de afwisseling, bij de lokale chinees. Tijdens het eten komt hetzelfde chinese meisje weer aanlopen. Ze gaat ergens zitten. Wij lezen de krant uit, en stappen op. Zij komt ons snel achterna en begint weer te gebaren en te wenken. Vooruit dan maar. Nu brengt ze ons naar een huis, waar op de veranda een paar mannen zitten. Een man stelt zich voor als Daniel, en blijkt de derde lokale gids te zijn in Belaga. Hij legt uit dat het meisje Rosalinde heet, en gek is op toeristen en ze altijd naar hem brengt. Helaas, wij vertrekken morgen. We mogen zijn gastenboek lezen, waar andere reizegers hun ervaringen in schreven. Rosalinde maakt ondertussen duidelijk dat ze fan is van Engels voetbal en dat ze de nagellak op Mariola's tenen erg mooi vindt. Dan wordt het toch tijd om ons terug te trekken, morgen weer een lange reis voor de boeg; naar Bintulu met een 4WD. |
|||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||
Contact Info: | |||||||||||||||||||||
URL: | http://www.oocities.org/niekenmariola | ||||||||||||||||||||
Email: | niekenmariola@hotmail.com |