KAREL'S CHEESE HOUSE


21. Springen

Mijnheer pastoor loopt over straat en ziet op de zesde etage van een flatgebouw een man op de balustrade staan, klaar om te springen. De pastoor roept: "Stop! Niet springen! Denk aan je arme vader en moeder!" Roept de man terug: "Die zijn allebei dood!" "Denk dan aan je vrouw en kinderen!" "Ik ben gescheiden en kinderen heb ik niet!" "Denk dan aan Jezus en Maria!" "Jezus... Maria... wie zijn dat?" "Okay, spring dan maar, vuile rotjood!"


22.Het kruis

Jezus wordt van het kruis gehaald. Hij zwenkt naar voren en roept: "Eerst m'n voeten, eerst m'n voeten!"


23.De hemelpoort

Er klopt een man aan de hemelpoort. Petrus doet open en kijkt in het grote boek. Hij zegt: "Tja meneer, u bent nogal zondig geweest. U hebt overspel gepleegd. Voordat u hier binnen mag, moet u eerst nog een proef ondergaan. U moet over die smalle balk lopen. Ik loop achter u aan: als u onderweg een geile gedachte krijgt, valt u in de hel." De man loopt over de balk, krijgt binnen de kortste keren een geile gedachte en stort naar beneden. Even later klopt een andere man aan de hemelpoort. Petrus doet open en kijkt weer in het grote boek. Hij zegt: "Tja meneer, u bent nogal zondig geweest. U hebt overspel gepleegd. Voordat u hier binnen mag, moet u eerst een proef ondergaan. U moet over die smalle balk lopen. Ik loop achter u aan: als u onderweg een geile gedachte krijgt, valt u in de hel." De man loopt over de balk, krijgt binnen de kortste keren een geile gedachte en stort naar beneden. Een derde man klopt aan de hemelpoort. Weer kijkt Petrus in het grote boek, en weer blijkt de man overspelig te zijn. Ook deze man moet over de smalle balk lopen en Petrus komt achter hem aan. De man loopt over de balk. Hij heeft er weinig vertrouwen in, maar doet zijn uiterste best om niet aan seks te denken. En zowaar, hij bereikt de overkant. Triomfantelijk roept hij Petrus die hem gevolgd is: "Petrus, Petrus, ik heb het gehaald!" Dan kijkt hij achterom: "Petrus? Petrus?"


24. De lotto

Een Twentenaar doet mee aan de lotto. "En," wordt er aan hem gevraagd, "wat doe je als je de honderdduizend wint?" Zegt de Twentenaar: "Noatell'n."


25. Kofferspakken

Een man komt heel enthousiast thuis: "Mien, pak je koffers, pak je koffers!" "Wat is er dan?" vraagt zijn vrouw. "Ik heb een miljoen gewonnen in de Staatsloterij," roept de man. "O, wat geweldig," zegt de vrouw: "Wat moet ik pakken: zomer- of winterkleren?" "Maakt niet uit," zegt de man, "als je maar oprot!"


26. Reincarnatie

Vader en zoon drinken in de voorkamer een borreltje. De vader begint te praten: "Dit zou wel eens de laatste gezamenlijk borrel kunnen zijn. Ik ben al oud, ik voel mijn einde naderen. Maar ik ben niet bang voor de dood. Ik geloof heilig in reincarnatie." "Reincarnatie, pa, wat een onzin," zegt de zoon, "als je dood gaat, is het gewoon afgelopen. Einde verhaal." "Nee hoor," zegt de vader, "ik weet zeker dat ik weer terugkom. Ik weet niet als wat, maar ik kom terug." Zes maanden later komt de vader te overlijden. De zoon is toch wel nieuwsgierig geworden en besluit naar een spiritist te gaan. Via de spiritist krijgt hij inderdaad contact met zijn vader: hij is gereincarneerd. "Hoe is 't nou, pa?" vraagt de zoon. "Jongen, ik heb het heerlijk," klinkt de stem van de vader, "als ik wakker word, ga ik eerst lekker eten, daarna maak ik een wip, dan doe ik een tukkie, is het tijd voor het middageten. Daarna maak ik nog een wip en ga een tijdje slapen. Als ik wakker word, is het tijd voor het avondeten, en daarna ga ik nog een keer of twee neuken, en dan ga ik pitten. En de volgende dag doe ik weer hetzelfde." "Maar pa," zegt de zoon, "waar zit je dan?" Zegt de vader: "In een konijnehok in Koog aan de Zaan."


27. Naakte dames

Er loopt een pastoor door Jeruzalem. Hij komt op een plek waar drommen mensen samenscholen. De pastoor vraagt aan een voorbijganger: "Waarom staan hier zoveel mensen?" "O," zegt de man, "straks komt er een stoet kamelen voorbij met naakte dames erop." "Mooi," zegt de pastoor, "dan blijf ik even staan, want ik heb in geen jaren een kameel gezien."


28. De lifster

Een man fietst over de weg. Staat er een vrouw te liften, en die vraagt: "Meneer, zou ik misschien mee kunnen rijden?" "Dat kan wel," zegt de man: "Spring maar op de stang." Onderweg ziet de man dat de vrouw onder haar minirokje geen slipje aanheeft. De man zet de vrouw netjes thuis af. Net voor ze afstapt zegt de vrouw: "Meneer, had u niet in de gaten dat ik geen slipje aan heb?" Zegt de man: "Mevrouw, had u niet in de gaten dat ik op een damesfiets reed?"


29. Rondfietsende nonnen

Een groepje nonnen is gierend van de lach aan het rondfietsen. Op een gegeven ogenblik roept de moeder-overste: "Als jullie niet ophouden met dat kabaal, laat ik morgen de zadels er weer opzetten!"


30. Auditie

Een regisseur houdt auditie voor een piratenfilm. Maar er is de hele dag nog niemand gekomen die geschikt is voor een rol. Plots komt aan het eind van de dag een man binnenlopen: houten poot, een haak aan zijn arm en een zwarte lap voor zijn ene oog. De regisseur roept de man meteen naar zich toe, en vraagt naar zijn uiterlijk. "Ja," legt de man uit, "u treft het: ik ben de laatste nog levende piraat." "Maar vertel eens," zegt de regisseur, "hoe komt u aan die houten poot?" "Zal ik je vertellen. We varen op de Atlantische Oceaan. We zijn in gevecht met een ander schip. De kogels vliegen over en weer. Ik krijg een voltreffer in mijn been. Been eraf, houten poot erop." "Wat vreselijk," zegt de regisseur. "Een piraat kent geen angst en geen pijn." "En hoe kom je aan die haak?" vraagt de regisseur. "Da's een ander verhaal. De Golf van Biskaje. We komen bij een schip langszij, dan klinkt het commando `enteren'. Ik neem een sprong en blijf met mijn hand klem zitten tussen die twee schepen. Hand eraf, haak erop." "Wat verschrikkelijk," zegt de regisseur. "Een piraat kent geen angst en geen pijn." "Maar hoe is dat dan gekomen van dat lapje voor je oog?" vraagt de regisseur. "Da's weer een ander verhaal. De Middellandse Zee. Alles is rustig, het is lekker weer, en mijn maten en ik liggen een beetje in de zon te bakken. Komt er een meeuw voorbijvliegen, die poept zo in m'n oog." "Maar dan hoef je toch niet zomaar meteen je oog te missen?" zegt de regisseur. "Nee," zegt de piraat, "maar toen had ik net een dag die kolere-haak!"


[vorige pagina] [Terug naar index001] [volgende pagina]
© Karel Homepage, The Netherlands