51. In de woestijn
Er komen twee mannen in de woestijn elkaar tegen. De ene draagt een telefooncel op zijn rug, de ander een telefoonpaal. Vraagt de een: "Waarom draag hij een telefooncel op je rug?" Zegt de ander: "Als er dan leeuwen komen, ga ik in de telefooncel staan, dan ben ik veilig. Maar waarom draag jij een telefoonpaal op je rug?" Zegt de man: "Als er dan leeuwen komen, gooi ik 'm weg: dan kan ik harder lopen." 52. Jomanda Een man gaat in Tiel naar een gebedsdienst van Jomanda. Hij woont een groot deel van de dienst bij, en gaat weer naar buiten. Buiten aangekomen, hoort Jomanda de man roepen: "Ik kan weer lopen, ik kan weer lopen." Jomanda holt naar buiten en vraagt: "Heeft mijn gebed zo snel geholpen?" "Nee," zegt de man, "mijn fiets is gejat." 53. Jongeheren-verzekering Sinds het laatst gebeurd is dat een vrouw in Amerika bij haar man een stuk van zijn snikkel heeft afgesneden, doet de verzekering goede zaken. Een man belt naar zijn verzekeringsagent: "Heeft u ook een jongeheren-verzekering? Ik loop namelijk nogal risico." Zegt de verzekerings-agent: "Ja, zo'n verzekering heb ik. Dat kost u 10.000 dollar per jaar." "Ik bel u nog wel terug," zegt de man. Daarna belt hij met een vriend die ook in verzekeringen doet. "Heb jij ook een jongeheren-verzekering?" vraagt hij. "Jazeker," zegt zijn vriend, "dat kost je 1000 dollar per jaar, maar dan ben je tegen alle risico's verzekerd: snijden, bijten, hakken, schuren..." "Ik bel je nog wel terug," zegt de man. Dan belt hij weer met zijn verzekerings-agent: "Hoe kan dat nou?" vraagt de man: "jouw jongeheren-verzekering is 9000 dollar duurder dan bij de concurrent." Zegt de verzekerings-agent: "Dan moet je maar eens goed de kleine lettertjes van hun polis lezen! Daar staat: de eerste vijf centimeter zijn voor eigen risico!" 54. Drie deuren Een man is overleden en komt bij de hemelpoort. Petrus zegt: "Tja jongen, je hebt toch echt wat te zondig geleefd. Er staan maar drie mogelijkheden voor je open." En Petrus wijst op drie deuren. De man loopt naar de eerste deur, doet die open en de vlammen slaan naar buiten. Daar moet ik niet wezen, denkt de man en doet de deur weer dicht. Hij opent de tweede deur: er hangen ijspegels tot aan de grond. Daar moet ik ook niet wezen, denkt de man. Hij doet de derde deur open. In de kamer ziet hij twintig naakte mannen en veertig naakte vrouwen tot aan hun middel in de koeiestront koffie staan drinken. Dit lijkt me de beste plek, denkt de man, en stapt naar binnen. Net als hij aan de koffie wil beginnen, hoort hij over de intercom: "Dames en heren, de koffiepauze is voorbij, u moet weer op uw handen gaan staan." 55. Bommel-schoenen Een man komt een schoenenwinkel binnen. "Heeft u ook Bommel-schoenen?" vraagt de man. "Jazeker," zegt de verkoper, "maar die zijn niet goedkoop, hoor. Die zijn gauw 550 gulden." "Dat geeft niet," zegt de man: "Heeft u bruine?" "Ja hoor," zegt de verkoper, "wat is uw maat?" "Mijn maat is 43," zegt de man, "maar geeft u mij maar 41." "Weet u dat zeker?" "Ja." De verkoper brengt maat 41. De man trekt ze aan. Met kromme tenen loopt hij er op rond en zegt: "Ze passen perfect: ik neem ze." En hij betaalt 550 gulden. De volgende dag komt de man weer terug. Die komt zijn schoenen ruilen voor een grotere maat, denkt de verkoper. "Heeft u deze schoenen ook in het zwart?" vraagt de man. "Ja," zegt de verkoper, "maar dat is wel net een ander model. Die zijn 600 gulden." "Dat geeft niet," zegt de man: "Ik wil ook zo'n paar." "Maar nu wilt u zeker maatje 43?" "Nee hoor, geef mij maar weer 41," zegt de man: "En ik hoef ze niet te passen. Pak ze zo maar in." De verkoper pakt ze in, en de man betaalt 600 gulden. Als de man bijna naar buiten is gelopen, zegt de verkoper: "Meneer, nou wil ik toch van u weten hoe het zit. Ik begrijp het allemaal niet. U koopt in twee dagen voor 1150 gulden aan te kleine schoenen..." "Ik zal het uitleggen," zegt de man: "Mijn vrouw is er vandoor met mijn beste vriend. Mijn dochter speelt ergens de hoer, ik weet niet eens waar. Mijn zoon is verslaafd aan de heroine... Als ik 's avonds thuis kom en ik trek mijn schoenen uit, dan ben ik de gelukkigste man in de wereld." 56. Doe mij maar een ei Op een bouwplaats is een stel bouwvakkers aan het werk. Een van die kerels is er voor het grove werk. En zo grof als zijn werk is, zo grof is ook zijn mond. Als het schafttijd is, vertrekken de bouwvakkers naar de kantine. De kantinejuffrouw zegt: "Zo mannen, een lekker bakkie koffie, met een plak koek, dat is goed voor de stoelgang." Zegt die bouwvakker: "Doe mij dan maar een ei, want ik neuk liever dan dat ik schijt." 57. Zonde Een jongeman komt bij de pastoor. Hij zegt: "Pastoor, ik heb een zonde begaan." "Ga dan maar even in de biechtstoel zitten," zegt de pastoor. Eenmaal in de biechtstoel, zegt de pastoor: "Vertel maar op." "Nou," zegt de jongen, "ik heb gisteravond een meisje mee naar huis genomen." "Da's geen zonde," zegt de pastoor. "Maar mijn ouders waren niet thuis." "Da's geen zonde," zegt de pastoor. "Ik heb haar meegenomen naar mijn slaapkamer." "Da's geen zonde," zegt de pastoor. "We hebben ons uitgekleed." "Da's geen zonde," zegt de pastoor. "En toen kwam mijn vader binnen." "Dat is zonde," zegt de pastoor. 58. Twee skeletten Zoef. Twee graven zwaaien open. En twee skeletten kruipen naar buiten. Ze lopen naar twee zware Harley Davidsons. Ze starten de motoren. Broem, broem, broem... Stapt het ene skelet weer af, loopt naar zijn graf, trekt zijn grafsteen uit de aarde en legt 'm op zijn benzinetank. Vraagt het ene skelet: "Waarom neem jij je grafsteen mee?" Zegt de ander: "Ik rij nooit zonder papieren." 59. Twee vampiers Tegen het krieken van de ochtend staan twee vampiers op het punt om in hun kisten te kruipen. Maar de ene vampier zegt: "Nee, ik moet echt nog even naar buiten. Ik heb vannacht nog geen bloed gehad. Ik moet toch echt nog even scoren." "Dan mag je wel opschieten," zegt de andere vampier, "want je hebt nog maar twee minuten." Meteen springt de ene vampier het raam uit. Na tien seconden is hij al weer terug, bloed om zijn hele mond. "Hoe heb je dat zo snel geflikt?" vraagt de achtergebleven vampier. "Kom maar mee naar het raam," zegt de ander, "dan zal ik het je laten zien." De vampier loopt mee en kijkt naar buiten. "Zie je daar die lantarenpaal?" vraagt de andere vampier. "Ja," zegt die ene vampier. "Nou," zegt de ander, "die zag ik niet." 60. Je woont in een dorp als ...
1 je denkt dat RTL5 een nieuw type Peugeot is. |