KAREL'S CHEESE HOUSE


1. Aapje
Er komt een man een bar binnen. Het is er nogal somber en er zit alleen een pianist. Toch wil hij er wat drinken. De man loopt naar de bar. De barman komt naar beneden en vraagt wat de man wil hebben. De man bestelt een pilsje. De man krijgt het pilsje en de barman loopt weer naar boven. De man neemt een slok en zet zijn pilsje op de bar. Meteen komt er vanuit de hoek een aapje aanlopen en gaat zijn ballen in het bier zitten wassen. En loopt daarna weer weg. De man neemt een slok en zet zijn glas weer neer. Meteen komt dat aapje weer aanlopen, begint zijn ballen te wassen in het bier, en vertrekt weer. De man staat er vol verbazing naar te kijken. Er is niemand in de bar, maar de man moet zijn verhaal kwijt: hij moet het aan iemand vertellen. Dan maar aan de pianist, denkt 'ie. Hij loopt naar de pianist en zegt: "He pianist, ken je die aap die z'n ballen wast in m'n bier?" "Nee, die ken ik niet," zegt de pianist, "maar als je 't fluit, kan ik 'm misschien spelen."
2. Op de camping
Drie vrouwen zijn op de camping in de kantine geweest. Ze hebben een borreltje op en lopen gearmd terug naar de caravan. Onderweg struikelen ze bijna over een stomdronken kerel die op de grond ligt. Zegt de eerste vrouw: "Nou, dat is mijn Jan niet, want dat zie ik aan z'n oren." Zegt de tweede vrouw: "Nou, dat is mijn Piet niet, want dat zie ik aan z'n neus." De derde vrouw maakt de gulp van de man open en zegt: "Nou, 't is ook niemand van de camping."
3. Bochel
Een man met een bochel en een man met een houten poot zitten samen in een cafe. Tegen sluitingstijd wil de man met de bochel naar huis, maar de man met de houten poot blijft nog een afzakkertje drinken. De man met de bochel vertrekt en neemt de kortste weg naar huis: over het kerkhof. Als hij over het kerkhof loopt, komt er plots een spook op hem af, en die roept: "Hoe, hoe, wat heb je daar op je rug?" "Oh, een bult," zegt de man berustend. "Geef maar hier," zegt het spook en neemt zo de bochel weg. De volgende avond vertelt de man aan zijn vriend in het cafe wat hem is overkomen: "Loop ik over het kerkhof, komt er een spook op me af, vraagt wat ik op mijn rug heb en neemt ze mijn bochel weg. Weet je wat jij moet doen? Jij moet vanavond ook over het kerkhof gaan!" Dezelfde avond loopt de man met de houten poot over het kerkhof. Dan verschijnt plots het spook, dat roept: "Hoe, hoe, wat heb je daar op je rug?" "Niks." Zegt het spook: "Hier, heb je een bult!"
4. Naar de WC
Een man moet in de druk cafe even naar de WC. Om te voorkomen dat zijn zojuist getapte pilsje wordt opgedronken, zet hij er een briefje bij. Op het briefje staat: "Ik heb erin gespuugd." Als de man terugkomt van de WC ziet hij dat zijn pilsje er nog staat. Het briefje met "Ik heb erin gespuugd" staat er ook nog. Alleen heeft iemand erbij geschreven: "Ik ook."
5. Straatvechter
Een Amerikaan komt naar Nederland en stapt een cafe binnen. Tegen een man aan de bar zegt hij: "Hi, ik zoek een straatvechter, ik zou wel eens een echt straatgevecht willen zien." "Dat treft," zegt de man, "ik ben toevallig een straatvechter. Mij moet je hebben." "Okay," zegt de Amerikaan, "ga mee naar buiten, dan zoeken we een tegenstander." Buiten gekomen zien ze een boom van een kerel aan komen lopen. "Daar," zegt de Amerikaan, "dat is je tegenstander." "Welnee," zegt de Nederlander, "als ik een keer hard op de grond stamp, dan loopt 'ie hard weg." Dan komt er een echtpaar gearmd aanlopen. "Kijk," zegt de Nederlander, "die vent, daar ga ik mee vechten." "Hoe wil je dat dan doen?" vraagt de Amerikaan. "Ik weet wel een manier om hem uit te dagen", zegt de man, "ik scheld gewoon zijn vrouw verrot. Dan moet 'ie wel met me vechten." En hij begint te schelden tegen die vrouw: "Jij vuile, smerige, achterbakse hoer dat je bent!" "Kijk," zegt haar man, "nou hoor je het eens van een ander!"
6. Naar de WC
Een man in een cafe gaat even naar de WC. Bij de pisbakken gaat hij naast een dronken kerel staan. De dronken man zegt: "Meneer, kunt u mij zeggen: heb ik iets in mijn linkerhand?" De man kijkt en zegt: "Nee." "Heb ik dan iets in mijn rechterhand?" "Ook niet. Hoezo?" Zegt de dronken man: "Verdomme, dan sta ik in mijn broek te pissen."
7. Steeds minder
Er komt een man een cafe binnen en bestelt twintig biertjes. De barkeeper tapt twintig pilsjes voor die man, en hij slaat ze achter elkaar achterover. "Geef me nog maar eens tien pils," zegt de man, en ook deze slaat hij achter mekaar achterover. Daarna bestelt hij nog eens vijf bier, en ook die slaat hij in een keer achterover. Dan stoot de man het vrouwtje dat naast hem zit aan, en zegt: "Ik begrijp het niet. Hoe minder dat ik drink, hoe zatter dat ik word."
8. Adam
Er komt een spiernaakte vrouw een cafe binnenlopen. De kastelein zegt: "Mevrouw, wat komt u doen?" Zegt ze: "Ik kom voor het carnaval." "Maar voor het carnaval moet je je toch verkleden?" Zegt ze: "Nou, dat is m'n kleding." Zegt de kastelein: "Wie ben je dan wel?" Zegt ze: "Ik? Ik ben Adam." "Adam? En je hebt helemaal geen pielemoos..." Zegt ze: "Nee, maar die krijg ik wel als ik binnen ben."
9. Op het kerkhof
Een dronken man waggelt naar huis via een kerkhof. Hij dondert in een kuil. Z'n vriend komt een half uur later langs en hoort roepen: "Hellep, hellep, hellep." Ziet-ie die gozer in die kuil liggen, hij zegt: "He joh, wat doe je daar?" "Haal me er uit," roept die gozer terug, "ik heb het zo koud." "Logisch," zegt z'n vriend, "ze hebben je kist gepikt."
10. Dans-eendje
Er komt een man een cafe binnen en gaat aan de bar zitten. Naast hem zit een man en die heeft een eendje en een blik op de bar liggen. "Wat is dat voor een eendje?" vraagt de man. "Dat is een dans-eendje," zegt de andere man: "Als je hem op dat blik zet, dan maakt 'ie een rondedansje." "Dat zou ik wel eens willen zien," zegt de ene man weer. De andere man pakt het eendje en zet 'm op het blik. De eend maakt een rondedansje: pat pat pat pat pat pat. "Dat is leuk," zegt de man, "is dat eendje te koop?" "Voor honderd gulden mag je hem hebben." De man koopt het eendje en neemt hem mee naar huis. "Moet je nou eens kijken wat ik heb," zegt de man tegen zijn vrouw: "Een dans-eendje." De man zet de eend op het blik, maar er gebeurt niets. De eend blijft stokstijf staan. De volgende dag gaat de man weer naar het cafe. Aan de bar zit weer de man van het eendje. "Dat is me ook wat moois," zegt de ene man, "koop ik gisteren zo'n dans-eendje van je... Ik zet dat beestje thuis op dat blik: gebeurt er helemaal niks." "Tja," zegt de andere man, "je moet wel eerst het kaarsje in het blik aansteken."

[vorige pagina] [Index van de lach] [volgende pagina]
© Karel Homepage, The Netherlands