61. Moppentappers
Een man komt een café binnen en besteld een pilsje. Plotseling gaat er iemand op tafel staan en roept: " 359! " Iedereen schaterd het uit. De man die het pilsje had besteld vraagd aan de barkeeper waarom iedereen lacht. De barkeeper verteld hem dat die mannen een moppenclub hebben en dat ze de moppen hebben genummerd, omdat het anders te veel tijd kost om ze allemaal te vertellen. Hee, denkt die man, ik zeg ook eens een nummer, 'ns kijken wat er dan gebeurt. Zo gezegd zo gedaan, de man roept hard: " 67432! " door het café. Het blijft even stil, dan begint iedereen keihard te lachen, en na drie uur houden ze eindelijk op. De man vraagt waarom ze zo onbedaarlijk lachten. Waarop een van de clubleden antwoordt: " We kenden hem nog niet! ". 62. Buikspreker Twee mannen zitten in een café. Een van hen haalt een heel klein pianootje, een fret en een muis te voorschijn. De muis zet zich achter de piano en begint te spelen, de fret zet een prachtig lied in. De andere man valt bijna van zijn stoel van verbazing. -Maar... maar... dit is GEWELDIG! Hier kun je geld mee verdienen, waarom ga je er niet mee naar een televisiestudio? -Heb ik al gedaan, antwoord de andere man, maar ze vinden het nix. Zie je de fret zingt niet echt, de muis is een buikspreker... 63. Liefste een gulden Een stamgast zit in een kroeg op te scheppen: "Ik wou dat ik voor elk meisje waar ik mee geslapen heb een gulden kreeg". "Waarom?", zegt de man naast hem, "Wou je een krant kopen?". 64. Na tien jaar
Na een gezellige borrelavond spreken twee kennissen af elkaar over tien jaar weer te ontmoeten, zelfde kroeg, zelfde tijd. Tien jaar later komt een van de twee de betreffende kroeg binnen en kijkt om zich heen. Ja hoor, zijn kennis zit al op hem te wachten. Hij schudt hem de hand en roept: "Toen we hier de vorige keer weggingen, had ik nooit gedacht dat ik je ook echt hier zou terugzien!" 65. Het kerkhof Jan is straalbezopen en besluit een kortere weg naar huis te nemen over het kerkhof. Hij loopt over het kerkhof, struikelt over een steen en lazert in een versgedolven leeg graf. Het lukt hem niet om eruit te komen en na een tijdje begint hij te roepen: "Help, help, ik heb het zo koud, ik heb het zo koud." De beheerder van het kerkhof hoort wat en gaat polshoogte nemen. Met zijn zaklamp komt hij bij het gedolven graf. Daar hoort hij: "Ik heb het zo koud, ik heb het zo koud!" De beheerder schijnt met zijn zaklamp het graf in en zegt: "Vind je het gek? Volgens mij hebben ze je kist gejat!" 66. Engelse vriend Er loopt een meisje door de Kalverstraat met haar Engelse vriend. Als ze een vriendin tegenkomt, wil ze de jongen aan haar voorstellen: "I want you to meet my new boy friend, mister Cointreau." "Cointreau, Cointreau?" zegt de vriendin, "but that's a famous liquor." Zegt het meisje: "Yes, he is." 67. Op safari
Fred is op fotosafari in Kenia. 's Avonds zit hij in een klein cafeetje aan
de rand van Nairobi. Dan komt er een topless-serveerster bij z'n tafel en
vraagt hem wat hij wil drinken. Hij bestelt een glas melk. De
serveester pakt haar rechterborst beet, knijpt er zachtjes in en laat het
glas vollopen. 68. Een manke en een gebochelde
Een manke en een gebochelde zitten in de kroeg. Op een gegeven moment wil
de gebochelde naar huis en hij vraagt of de manke meegaat. 69. De kapstok
Zitten er twee mannen aan een bar, zegt de ene: "Wat ben jij verdomd
ongezellig, je zit al een uur naar die kapstok te kijken." 70. De kikker
Komt een hollander met een kikker op z'n kop in de kroeg en bestelt een
biertje. |