11. De Wallen Een boer moet een keer naar Amsterdam. Hij belandt op de Wallen en gaat daar eens flink tekeer. Twee weken later stopt er een Caddilac bij zijn boerderij, er stapt een louche figuur in een bontjas uit en belt aan. De boer doet open. "Wat is er?" vraagt de boer. "Jij bent twee weken geleden op de Wallen geweest, he?" zegt de man. "Niet zo hard," zegt de boer, "mijn vrouw staat in de keuken." "We hebben toen wat fotootjes van je gemaakt," gaat de man verder, en laat wat foto's zien: "Dat gaat je verschrikkelijk veel geld kosten." De boer kijkt naar de foto's en zegt: "Ja, daar wil ik er ''n van, o, en die ook, en daarvan een vergroting..." 12. De waarheidsmachine Er staat een boer bij een waarheidsmachine op de Pier van Scheveningen. Gooi je er een kwartje in, dan mag je een vraag stellen. Die boer zegt: "Waar is m'n vader?" Waarop die waarheidsmachine antwoordt: "Die staat te vissen op de Pier in Vlissingen." Zegt de boer: "Haha, m'n vader is al lang dood." Zegt de exploitant van die machine: "Ik snap het niet. Dat ding is goed, mankeert niks an. Weet u wat u doet? Formuleer de vraag eens anders." "Ok'," zegt die boer en hij gooit er weer een kwartje in. Vraagt-ie: "Waar is de wettige echtgenoot van m'n moeder?" Zegt dat apparaat: "Die is dood. Maar je vader staat te vissen op de Pier in Vlissingen." 13. Condoom Twee boerenjongens uit Twente staan samen op de akker. "Weje nog," zegt de ene boer, "dat we vorige week noar Amsterdam zijn gweest voor die boer'ntentoonstelling?" "Ja," zegt de ander, "da wee'k nog goed. Toen kreg'n we na afloop zin in feest'n, he?" "Krek," zegt de een, "toen zijn we noar de Wallen 'weest. En heb jij toen bij die vrouwtjes ook zo'n ding om de slurf 'had?" "Ja," zegt de ander. "Hoe heet dat ook weer?" vraagt de een. "Een condoom," zegt de ander. "En waar is da ook alweer voor?" "Da's da we gien kinder'n kraig'n," zegt de ander. "Kinderen of gijn kinderen, ik hol 'm d'r ne af want ik mot pissen as 'n reiger." 14. Het varkenshok Een boer heeft al twee jaar een knecht in dienst. Op een dag vraagt de knecht aan de boer: "Mag ik met je vrouw naar bed?" "Nee," zegt de boer, "want die is boodschappen doen. Weet je wat? Ga maar naar het varkenshok, daar zijn biggen genoeg." De knecht gaat naar het varkenshok, en de boer gaat zijn koeien melken. Als hij daar twee uur later mee klaar is, gaat hij zijn varkens te eten geven. In het varkenshok is de knecht nog steeds aan de gang met een big. "Ben je nou nog niet klaar, jong?" vraagt de boer. "Ja, ikke wel," zegt de knecht, "maar dat big zegt steeds: `nognognognognog'." 15. De papegaai Er is een boer en die heeft een papegaai in een kooitje. Op een ochtend komt de boer de kamer binnen: staat het deurtje van de kooi open. Papegaai weg. De boer gaat op zoek, maar kan hem nergens vinden. Totdat hij bij het kippenhok komt. Daar is die papegaai bezig alle kippen een beurt te geven. Die papegaai heeft het naar zijn zin: van kip op kip op kip op kip... De boer stormt naar binnen, grijpt de papegaai en zegt: "Zeg, wat gaan we nou beleven? Als je dat nog een keer flikt, dan scheer ik je helemaal kaal. Begrepen?" "Begrepen," zegt de papegaai. De volgende ochtend komt de boer weer de kamer in: weer het kooitje open en de papegaai verdwenen. De boer loopt naar het kippenhok. En ja hoor, daar is die papegaai weer bezig, van kip op kip op kip op kip... De boer pakt de papegaai en zegt: "Het kan me niet schelen dat er vanavond een feest is... Ik heb je gewaarschuwd: nou scheer ik je helemaal kaal. Vanavond ga je op de piano zitten, en als de gasten binnenkomen zeg je alleen maar: `dames rechts, heren links, dames rechts, heren links...' Begrepen?" Zo gezegd, zo gedaan. Die avond zit de papegaai poedelnaakt op de piano, en als er mensen binnen komen zegt hij: "dames rechts, heren links, dames rechts, heren links..." Komt er opeens een kale vent binnen. Zegt de papegaai: "Dames rechts, heren links, kippeneukers op de piano." 16. Boerenkool Een boer en een knecht werken op het land. Als ze 's avonds thuiskomen, staat er een pan boerenkool op tafel. De boer en zijn knecht beginnen flink te eten. Als ze de volgende avond van het land komen, staat er weer boerenkool op tafel. En weer beginnen ze te schransen. De derde dag staat er alweer boerenkool op tafel, en weer beginnen ze te eten. Drie weken gaat dat zo door, en de boer begint het een beetje zat te worden. Als de boer en de knecht weer van het land komen en er weer boerenkool op tafel staat, is de boer het echt beu. Hij wordt kwaad en gooit de pan boerenkool het raam uit. De knecht pakt zijn stoel op en gooit deze ook het raam uit. "Wat doe je nou?" vraagt de boer. "O," zegt de knecht, "ik dacht dat we buiten gingen eten." 17. Een glas verse koemelk
Een wandelaar belt aan bij een boerderij en vraagt;`ik kom uit
de stad en heb enorme trek in een glas verse koemelk. Kan ik dat
hier krijgen?` De boerin;`Geen probleem.` 18. Brand Een boer had een reis voor een persoon naar de Canarische Eilanden gewonnen. Hij pakte zijn koffers en vertrok. - Let goed op de boerderij, zei hij tegen zijn hulpje, en bel me alleen op als het werkelijk nodig is. In noodgevallen dus.Nauwelijks een week later belde het hulpje: - Baas, dit is een noodgeval, de spade is gebroken. - Moet je me daarvoor opbellen ? vroeg de boer. - Ja, want ik moet de hond begraven. - Is mijn hond DOOD ? Hoe komt dat ? - Hij zat nog in de schuur toen die in brand vloog. - Watttt ?! De schuur? In brand gevlogen? Hoe ? - Door overslaande vlammen van het woonhuis. - Neeeeee toch. Waar is mijn vrouw? - Die is in de brand gebleven.. 19. Wegen Zo krijgt een boer bezoek van een vertegenwoordiger,maar hij is op het land bezig,dus komt hij daar naar toe.De boer is net bezig z'n koeien te melken en de vertegenwoordiger zegt: Op zo'n manier kan ik precies een koe wegen. "Hoezo",zegt de boer. "Als ik onder dat beest ga liggen weet ik precies hoeveel het weegt" "- Dat geloof ik niet,probeer het dan",zei de boer. De vertegenwoordiger gaat op z'n rug liggen en lebbert aan de spenen van de koe."Nou,264- kilo"zegt hij. De boer neemt dat beest mee naar de schuur en inderdaad de koe weegt zoveel. Hij denkt:nou je kan mazzel hebben en vraagt de man een volgende te 'wegen': 285 kilo!!. Hij gaat weer naar de schuur en ja hoor,het klopt precies! "Pietje,ga jij even als de gesmeerde bliksem jouw moeder halen,dan kan ze het ook met eigen ogen zien"zei hij tegen z'n zoontje,die vol verbazing mee had gekeken. Komt Pietje terug, Pappa, mamma kan niet komen, want ze is net de postbode aan het wegen! 20. Naar Amsterdam Als Boersma vanuit Groningen op een vrijdag naar Amsterdam gaat om zijn broer te bezoeken zegt hij, terwijl ze de stad binnenrijden: 'Ziezo de helft zit er op.' 'De helft?', zegt zijn vrouw, 'je broer woont toch hier vlakbij?' 'Ja, dat weet ik wel, maar nou moeten we een parkeerplaats vinden.' |