KAREL'S CHEESE HOUSE


41. Op vakantie

Er waren eens een vogel een vis en een krokodil die zaten over hun vakantie te praten. Waar ga jij op vakantie? vroeg de vogel aan de vis. De vis zei, mijn vader kan goed zwemmen, mijn moeder kan goed zwemmen en ik kan goed zwemmen, het zal dus wel een zwemvakantie worden. En jij? vroeg de krokodil aan de vogel waar ga jij op vakantie? Nou zei de vogel, mijn vader kan goed vliegen, mijn moeder kan goed vliegen en ik kan goed vliegen het zal wel dus een vliegvakantie worden.Waar ga jij op vakantie vroeg de vis aan de krokodil? De krokodil zei: mijn vader heeft een grote bek, mijn moeder heeft een grote bek en ik heb een grote bek, dus we zullen wel weer naar Duitsland gaan.


42. Vroeger

Een pony zegt tegen een schaap: 'Hoe komt het dat jij zo kreupel loopt?' Schaap: 'Omdat ik lam ben geweest!'


43. Dood konijn

Een kerel komt thuis en vindt zijn hond met het konijn van de buren in de bek. Het konijn is dood en bij de gedachte van een grote ruzie raakt hij in paniek. Hij pakt het vieze konijn, doet hem in bad, fohnt het beestje en stopt hem terug in het hok van de buren in de hoop dat ze zullen denken dat het beest uit zichzelf dood is gegaan. Een dag later loopt hij zijn buurman tegen het lijf die zegt: "Wist je dat Nijntje dood is?". "Eh... nee... wat is er gebeurd?", zegt de man. De buurman antwoord: "We vonden hem dood in zijn hok. Maar het vreemde is dat de dag nadat wij hem begraven hadden, iemand hem weer opgegraven had, een bad en een fohn gegeven had en hem weer terug in zijn kooi had gestopt. Vreemde mensen heb je hier toch!".


44. Slimme honden

Vier werknemers zijn aan het discussieren over hoe slim hun honden zijn. De eerste, een ingenieur, zegt dat zijn hond wiskundige tekeningen kan maken. Zijn hond heet Pythagoras en hij heeft hem geleerd om papier te halen en een driehoek, een vierkant en een cirkel te tekenen. Dit doet de hond zonder problemen. De tweede, een accountant, heeft zijn hond Balans genoemd. Hij heeft hem geleerd om een dozijn koekjes te halen, ze op tafel te leggen en te verdelen in stapeltjes van drie. De hond doet het zonder problemen. De derde, een chemicus, heeft zijn hond Maatglas genoemd. Zijn hond haalt een liter melk en schenkt precies 3/10 liter daarvan in een glas. De drie mannen zijn het eens dat hun honden alle drie even slim zijn. Dan kijken ze om naar de vierde, een vakbondslid, en vragen hem wat zijn hond kan doen. Deze heeft zijn hond Koffiepauze genoemd en zegt tegen hem: "Koffiepauze, laat die kerels eens zien wat je kan!". Koffiepauze rent naar de koekjes en vreet ze op, dondert het glas om, drinkt de melk op, schijt over het papier, neukt de andere drie honden, beweert dat hij zijn rug daarbij bezeert heeft, gaat zijn beklag doen over slechte arbeidsomstandigheden en gaat ziek naar huis.


45. Renpaarden

Een aantal renpaarden in een stal staat tegen elkaar op te scheppen. "Van mijn laatste 15 wedstrijden heb ik er 8 gewonnen," zegt de één. Een ander paard valt hem in de rede: "Nou, ik heb er 19 van mijn laatste 27 gewonnen!" "Dat is mooi, maar ik 28 van de 36," zegt weer een ander en zwaait met ziin staart. Dan komt er plotseling een hazewindhond binnen. "lk wil niet opscheppen," zegt hij, "maar ik heb van mijn laatste 90 races er 88 gewonnen." Doodse stilte in de stal. "Nee maar,"zegt het paard dat als eerste van zijn verbazing is bekomen, "een hond die kan praten!"


46. Hondenras

Ik ben dol op honden, en heb er zelf vier. De meeste rassen zijn mij dus wel bekend, maar onlangs zag ik een hondje dat ik niet thuis kon brengen. Ik vroeg de eigenaar wat voor "merk" zijn huisdier had.
"Mevrouw," sprak hij plechtig, "dit is een kruising tussen een reu en een teef!"


47. Twee oenen

Twee oenen kochten elk een paard waarmee ze 's zomers wat konden bijverdienen. Maar toen het winter werd, ontdekten ze dat het wel erg duur was om de dieren te voeren en daarom lieten ze de dieren los in een wei waarin meer dan genoeg te eten was. "Hoe weten we straks nog welk paard van jou is en welk van mij?" vroeg de ene oen aan de andere.
"We knippen gewoon de manen van mijn paard af en de staartharen van het jouwe."
In het voorjaar waren de manen en de staart weer aangegroeid. "Wat moeten we nu?" vroeg de een.
"Als jij nou eens het zwarte paard neemt, " zei de ander, "Dan neem ik het witte."


48. Bijzondere sint-bernhard

"Zoals mijn sint-bernhard bestaat er geen tweede hond!" pocht iemand tegen zijn buurman.
"Wat is er dan voor bijzonders aan hem?"
"Hij brengt me elke dag de krant."
"Nou en?"
"Ik heb helemaal geen abonnement."


49. Kikkerreservaat

Een opzichter loopt door zijn kikkerreservaat. Langs een slotkant ziet hij een kikker relaxed op zijn rug liggen. "Zo, vermaak je je nogal?" vraagt de opzichter. "Kwak," zegt de kikker, "ik heb het hier prima. Lekker in het zonnetje, zacht gras, fijn naast de waterkant, plonsje erin, plonsje eruit... prima." De opzichter loopt weer verder. Daar ligt weer een kikker op zijn rug. "En, vermaak je je nogal?" vraagt de opzichter. "Kwak," zegt de kikker, "ik heb het hier prima. Lekker in het zonnetje, zacht gras, heerlijk naast de waterkant, plonsje erin, plonsje eruit... prima." Dit gaat zo een tijdje door. Op een gegeven moment komt de opzichter bij kikker die er compleet uitgedroogd bijligt. "He, hoe kan dat nou?" zegt de opzichter: "Ik zie hier allemaal kikkers die het uitstekend naar hun zin hebben. Lekker zonnetje, gras, waterkantje, plonsje erin, plonsje eruit..." "Ja," zegt de kikker, "maar ik ben Plonsje."


50. Roze, groen en geel

Een roze olifant, een groene kangoeroe en twee gele slangen komen een kroeg binnen en gaan aan de bar zitten. "Jullie zijn vroeg vandaag, jongens", zegt de kroegbaas, "hij is er nog niet."


[vorige pagina] [Index van de lach] [volgende pagina]
© Karel Homepage, The Netherlands