Wat
kunnen we concluderen op grond van de reacties in de periodieken? Hoe
stonden de schrijvers in de tijdschriften tegenover de binnenlandse
kolonisatie, zoals deze werd gepraktiseerd in Bussum en Blaricum? Welke
verschillen en overeenkomsten zijn er tussen de verschillende linkse
tijdschriften?
Het eerste dat
opvalt is de schaarse aandacht in de bladen voor dit verschijnsel. De
Nieuwe Tijd besteedde slechts eenmaal expliciet aandacht aan het
verschijnsel. Deze aandacht, het opstel van Pieter Wiedijk onder het
pseunoniem J.Saks over Walden en haar initiatiefnemer Frederik van Eeden,
was wel het meest uitgebreide commentaar op de kolonies en daarmee ook het
belangrijkste. De Kroniek lijkt de kolonies domweg te negeren en was in de
kleine en schaarse berichten uiterst negatief over de
binnenlandse-kolonisatie. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat De
Kroniek zeer nauw aan De Nieuwe Tijd verbonden was door lezers en
schrijvers ten tijde van de kolonisatie, en het artikel van Wiedijk
voldoende achtte, als argumentatie van het sociaal-democratische standpunt
in deze kwestie.
Een
overeenkomst tussen de drie periodieken is de overtuiging dat de
ondernemingen zouden mislukken. Er is slechts één uitzondering, een
artikel in het Sociaal Weekblad, waarin positief werd gesproken over de
slagingskansen van het project van Van Eeden in Bussum, vanwege de
praktische opzet van de kolonie.
Het
Sociaal Weekblad was, in tegenstelling tot De Nieuwe Tijd en De Kroniek
wel positief over het initiatief van de kolonisatie. De
laatste twee behandelden het onderwerp alsof het een demonstratie
is van bijzonder weinig socialistisch inzicht. Het grote verschil tussen
deze groepen zat in de benaderingswijze van de binnenlandse-kolonisatie.
Wiedijk zag, namens de sociaal-democraten, als enig doel het creëren van
een communistische samenleving. Zijn benadering was absoluut idealistisch.
De wereld is niet klaar voor deze ideale samenleving, dus een poging tot
creatie daarvan is nutteloos. Aanpassing van de theorie van de kolonisatie
aan de werkelijkheid van het kapitalisme, zoals Van Eeden dat met Walden
deed, zou afbreuk hebben doen aan dat ideaal en was daarom uit den bozen.
De benadering van het Sociaal Weekblad, namens de links-liberalen, was in
tegenstelling tot de analyse van Wiedijk, gedaan vanuit een realistisch
oogpunt. Net als de sociaal-democraten beaamden zij dat de ideale
samenleving die werd nagestreeft niet in kon bestaan in de kapitalistische
wereld. Praktisch gezien had de poging van Van Eeden volgens de schrijvers
in dit blad kans van slagen, in tegenstelling tot de poging van het
Internationaal Broederschap.
Na 1903,
de brand in Blaricum en het vertrek van S.C.Kijlstra uit de kolonie, wordt
er in geen van de drie tijdschriften nog aandacht besteed aan de kolonies.
Het laatste dat we horen over Walden is de verhandeling van Wiedijk in De
Nieuwe Tijd. Dit artikel was blijkbaar zo overtuigend dat het geen
toevoegingen of tegenspraak meer behoefde.
Wat
kan er gezegd worden in het kader van de discussie over de relatie tussen
de kleine geloven en de sociaal-democratie? Over een verandering in
de houding van de sociaal-democraten en de kolonisten kan niets worden
gezegd, omdat er slechts een zeer korte periode (1899-1903)
aandacht werd besteed aan deze ondernemingen in de bestudeerde
periodieken. De SDAP, aan het woord via Wiedijk, staat vijandig tegenover
de kolonisten, en met name tegenover de initiator van Walden, Frederik van
Eeden. Wiedijk schreef letterlijk dat hij verwacht dat Van Eeden de SDAP
zou toenaderen om zijn vergissing toe te geven. Hiermee maakte Wiedijk
duidelijk dat de kolonisten niet hoeven te verwachten dat de SDAP ooit van
mening zou veranderen.
De
VDB, sprekend via het Sociaal-Weekblad, nam een geïnteresseerde houding
aan ten opzichte van de binnenlandse kolonisatie. In principe waren zij
geen aanhangers van het kolonie-ideaal, maar stonden wel open voor elke
poging om het leven van de arbeider te verbeteren, en dus ook voor de
kolonistie. Waren de projecten gelukt dan zou de VDB waarschijnlijk eerder
toe hebben geven dat ze mis zat dan de SDAP.
|