Wat is het voorjaar toch mooi. De zon schijnt heerlijk en Jetje begint nu toch echt de zomer kriebels te krijgen. Het is nu begin mei, maar aan het weer te zien lijkt het wel zomer. De zon schijnt nu wel erg veel en Jetje heeft haar zomerkleding uit de kast gehaald. Rob is blij als hij 's avonds thuis is en zijn "deftige"kleren mag uitdoen.

Rob wordt dan heel sportief en trekt dan zijn trainingspak aan.

Hierin gaat hij wel eens een stuk lopen. Er lopen hier 's avond veel mensen te joggen. Ik woon in een sportstad en daar worden veel mensen door meegesleept.

Jetje is in de tuin aan het werken. De kruiden moeten beheersbaar blijven, dus krijgt Jetje vuile handen. Rob geeft niet zo veel om de tuin. Hij zou er een groot grasveld van gemaakt hebben, om met een motormaaier eventjes de tuin glad maken.

Nu heeft Jetje er verschillende kruiden in staan, die ik heerlijk vindt ruiken.

Jetje gebruikt die kruiden ook allemaal in de keuken. Ook mijn heerlijke kattekruid.

Valeriaan, tijm, munt en nog veel meer. Ik heb ook al gezien dat die oranje bloemen er weer komen die jetje opeet. Zij vindt die heel lekker. Ik hoef die niet zo nodig. Het prikt wat op je tong. Jetje vindt het wel leuk, nu krijgt zij ze allemaal alleen.

Jetje wil ook groentes in de tuin, maar die krijgt ze niet van Rob. Dit is veel tè burgerlijk.

Daar zul je Rob hebben.

Dit hoor ik aan de voetstappen. Rob heeft grote voeten en die lopen anders dan mensen met kleine voeten. Jetje heeft kleine voeten en die loopt heel wat stiller.

Rob heeft iets bij zich. Hij legt dat op de aanrecht. Jetje is zeer vereerd, want Rob brengt nooit iets voor Jetje mee. Een keer heeft Jetje iets gekregen, maar toen was ik er nog niet. 

Rob verontschuldigd zich. Hij heeft ze van een klant gekregen, waar hij vanmiddag geweest is. Die man heeft een volkstuintje en daar komen die uit. Het zijn wel verschrikkelijk mooie asperges. Van die lekkere dikke. Ik zal er morgen wel van mee eten, geloof me maar.

Jetje vindt dit nu echt schitterend, wat er nu gebeurd is. Het lijkt op wat haar vader mee gemaakt heeft .

Ik zal hem opa Sjeng noemen want zo heet hij ook.

Opa Sjeng was naar de markt geweest op de fiets. Rijd hij over de akkerstraat en ziet dat daar een man een bos bloemen op het dak van de auto neerlegt. De man zoekt in zijn zakken naar de sleutels van de auto en na even heen en weer gevoeld te hebben heeft hij ze. Die man stapt in de auto en rijdt weg, hij vergeet helemaal dat hij zijn bloemen op de auto heeft gelegd. De bloemen vallen op de grond en opa Sjeng raapt ze op.

Thuis gekomen geeft hij de bloemen aan oma Drieka.

Dit heeft oma Drika nog nooit gekregen van opa. Het ontroerde oma hevig en ze dacht:  "Zou hij het nu toch doorhebben dat een vrouw eens een teken van liefde wil"

Oma was helemaal in de wolken.

Opa Sjeng zegt dan.

Drieka nu moet ik je wat vertellen.

Oma denkt oei oei wat is er aan de hand en dit na 30 jaar huwelijk!

Drika er was een auto............. en de rest weten jullie al.

Oma dacht zeker, opa wordt romantisch.

Jetje en Rob zijn na het eten buiten gaan zitten. Het weer is sprookjesachtig mooi. Jetje heeft een heel mooi stelletje gekocht voor in de tuin. Ze liggen heerlijk die stoelen, want dat heb ik allang uitgeprobeerd. Er zit ook een hele mooie parasol bij. Jetje zit wel graag buiten, maar niet in de zon.

Ik zoek het kattekruid maar weer op. Het staat nog wel niet helemaal in bloei, maar je kunt er wel lekker in liggen. Blaan is zich weer te goed aan het doen aan de valeriaan. Kyara is achter de vuilnisbak gaan liggen op de tegels. Vorig jaar zaten daar veel mieren en toen heb ik er een paar geproefd. Lekker is anders. Mieren zijn zuur en daar trekt je bek van bij elkaar.

Als het wat begint af te koelen steekt Rob de terras kachel aan. Je kunt deze kachel ook gebruiken als barbecue. Rob is daar vorige week een hele middag mee bezig geweest om die op te zetten. Jetje bemoeide zich daar goed mee tot ergernis van Rob.Rob heeft klem gezeten tussen twee stukken en heeft er een mooie blauwe nagel aan overgehouden.

Ik ga nu ook verliggen. Ik voel dan de gloed van de kachel lekker over mijn velletje.

Dit vind Rob heerlijk. Er steekt best een klein pyromaantje in hem. Ik mag er niet aankomen, want ik word weggejaagd. Jetje zegt dat het hout vonkjes kan geven en dat het zonde van mijn velletje is, als het verbrand.

Jetje heeft van die heerlijk ruiken spies gepakt uit de koelkast en legt die in de kachel.

Er staan wat borden op de tafel, met hele lekkere saus.

Jetje vraagt aan Rob of hij er een lust. Nauw dat zou ik denken. Rob slaat niets af dan vliegen en muggen.

Jetje legt er een op een bord. De buurman roept en Rob gaat even naar de schutting. De buurman heeft even de schop nodig van Rob, want hij heeft net van zijn eigen schop de steel gebroken.

Het duurt nu wel lang voor dat ik iets krijg. Rob deelt altijd zijn vlees met mij, dus begin ik er maar vast mee. Ik spring er mee naar de grond en zet de pin klem tussen de tafel en stoel. Nu kan ik er goed het vlees van de pin afhalen.

Het vlees is heerlijk, maar de paprika smaakt minder. Die laat ik dan ook maar gewoon liggen.

Rob gaat in zijn stoel zitten en vraagt aan Jetje waar zijn vleespen blijft?

Die heb ik je al gegeven. 

Rob weet nu hoe laat het is.

Blaan zit haar poten af te likken, want wij doen hierin heel veel samen.

Jetje ruimt de resten op en geeft Rob een andere spies, die hij moet beschermen tegen ons.

Jetje gaat naar binnen, want het wordt donker en dan komen er allemaal kleine vliegjes af op het licht buiten.

Ik ga even de ronde doen in huis en kijk dan meteen of er geen vreemde binnen zijn gekomen.

Jetje stuurt mij naar mijn kamer samen met Blaan. 

Ik ga maar lekker op de tafel liggen en droom van die heerlijke asperges die ik heb gezien in de keuken.