De didactiek van de werkwoordsspelling
Allereerst moet de vermelding gebeuren dat inprenting totaal
niet geschikt is bij het aanleren van werkwoordsspelling, omdat de spelling van
een werkwoord niet vaststaat, maar afhangt van de tijd van de zin en het
onderwerp.
Er bestaan 4 verschillende manieren om de werkwoordsspelling aan te leren en
binnen elke benaderingswijze bestaan dan weer verschillende varianten.
Men kan ook een tweedeling maken in benaderingen die uitgaan van de
taalstructuur en een benadering die uitgaat van het taalgebruik.
Benaderingen die uitgaan van de taalstructuur proberen allemaal kinderen te
leren hoe het systeem van de werkwoordsspelling in elkaar zit. Op de een of
andere manier moeten de kinderen erachter komen dat werkwoorden zijn opgebouwd
uit een stam en een achtervoegsel.
Het gaat om:
de regelmethode
de analogiemethode
de algoritmische methode
Intuïtieve methode: een alternatieve benadering is de intuïtieve methode die uitgaat van het concrete taalgebruik. De essentie van deze benadering is dat het weinig efficiënt is veel tijd te besteden aan het aanleren van de systematiek in de werkwoordspelling, omdat in spontaan taalgebruik weinig werkwoorden met dt, tt en dd voorkomen.
DE REGELMETHODE
Dit is de oudste benadering binnen de werkwoordsdidactiek. Eerst worden de
regels voor de vorming van werkwoorden aangeleerd en vervolgens moet een
leerling in alle voorkomende gevallen uitmaken welke regel van toepassing is.
Vrijwel altijd leert men de regels gefaseerd aan: eerst de tegenwoordige tijd,
dan de verleden tijd enz.
Voor de tegenwoordige tijd bijvoorbeeld:
ik
: schrijf de stam
jij/hij
: schrijf stam + t
wij/jullie/zij : schrijf het hele werkwoord
Voordelen | Nadelen |
De regels voor de werkwoorden zijn op elk werkwoord toepasbaar. | Werken met regels is vrij abstract voor kinderen. |
Ze geven inzicht in de systematiek van de spelling van de persoonsvorm. | Kinderen kunnen in de war geraken door de hoeveelheid aan
regels. Het is bij de spelling van werkwoorden niet altijd nodig om met regels te werken. De meeste werkwoordsvormen kunnen kinderen schrijven via de fonologische strategie (bv.sneeuwt, hoort, wandelt) |
Veel kinderen hebben niet door dat ze de regels alleen
moeten toepassen bij werkwoorden met een stam die eindigt op een -d of een
-t. gevolg: ze gaan de regels willekeurig toepassen |
Tegenwoordig wordt de regelmethode in haar zuivere vorm niet
veel meer gebruikt in het basisonderwijs.
Wel wordt het toepassen van regels vaak gecombineerd met het gebruik van een
algoritme.
DE ANALOGIEMETHODE
Als reactie op de regelmethode eind jaren '50 de analogiemethode gepropageerd.
In 1956 verscheen een proefschrift van Van der Velde, getiteld De tragedie
der werkwoordsvormen. Uit een onderzoek van Van der Velde bleek dat
leerlingen van het middelbaar onderwijs de spelling van de werkwoordsvormen
slechter beheersten dan ongetrainde leerlingen uit het derde leerjaar van de
basisschool. Van de velde zocht de oorzaak van deze slechte resultaten in de
regelmethode. Als oplossing voor de falende regeldidactiek wed de
analogiemethode naar voren geschoven.
Kortweg komt de analogiemethode hierop neer: a.h.v. enkele veelvoorkomende
voorbeeldwerkwoorden (bv. rijden, branden, wachten, halen, werken en lopen)
worden de moeilijkheden bij de werkwoordsspelling in kaart gebracht. Een
leerling moet vervolgens uitmaken bij welk voorbeeld een bepaalde werkwoordsvorm
thuishoort.
Hij moet dan als volgt redeneren: verblindde is net zo'n werkwoord als branden:
brandde schrijf je met twee d's, dus verblindde ook.
Kenmerkend voor de analogiemethode is dat kinderen de werkwoordsspelling moeten leren door woorden met elkaar te vergelijken, zonde dat daarbij duidelijk wordt gemaakt hoe de werkwoordsvormen in elkaar zitten en wat de regels zijn.
Voordelen | Nadelen |
Het lijkt eenvoudig. | De analogiemethode blijft te impliciet. Als een kind de goede werkwoordsvorm invult, dan verricht het impliciet al een groot aantal handelingen die belangrijk zijn bij het spellen van wekwoorden. Didactisch gezien is het dus beter de leerlingen ook bewust te maken van de verschillende stappen. |
DE ALGORITMISCHE METHODE
De laatste jaren wordt bij het onderwijs in de werkwoordsspelling steeds meer
gebruik gemaakt van algoritmen.
Een belangrijk punt bij het werken met een algoritme is dat het niet de mogelijkheid mag bieden tot het blindelings uitvoeren van opdrachten. Door het algoritme moet de systematiek in de schrijfwijze van de persoonsvorm duidelijk gemaakt worden. Dat betekent dat een algoritme ook de grammaticale begrippen moet bevatten die nodig zijn om duidelijk te maken hoe je tot de juiste spelling van de persoonsvorm komt.
In het begin wordt bij een algoritme nog gebruikgemaakt van
plattegronden of oefenkaarten, maar op den duur moeten de denkstappen verkort
worden en moet een kind direct de regel kunnen toepassen.
Een algoritmische aanpak wordt meestal gecombineerd met het toepassen van
regels: als de leerlingen een aantal stappen hebben gezet, moeten ze een regel
toepassen. Het verschil met de regelmethode is dat een leerling nu sneller en
beter weet wanneer hij een bepaalde regel moet toepassen. De algoritmische
methode kan ook gecombineerd worden met de analogieaanpak. Een aantal stappen
zijn gezet, volgt bijvoorbeeld de opdracht: schrijft het woord net zoals antwoordde.
De meeste algoritmes die tegenwoordig gebruikt worden, hebben alleen betrekking op de spelling van de persoonsvorm. Alleen voor de persoonsvorm gelden speciale regels. Alle andere werkwoordsvormen vallen onder de normale spellingregels van het Nederlands en kunnen dus buiten het algoritme gehouden worden.
Voordelen | Nadelen |
Je kan exact vaststellen waar een leerling nog problemen mee heeft. Het is namelijk precies te achterhalen bij welk stapje van het algoritme een leerling een verkeerde beslissing heeft genomen. Dat maakt het gemakkelijker gerichte hulp te bieden. | Het gevaar bestaat dat kinderen kritiekloos het algoritme
volgen en niet tot inzicht in het systeem van de werkwoordspelling komen. Als een leraar dan vraagt waarom een bepaald werkwoord zo geschreven is, blijft het antwoord achterwege. Het kind heeft het algoritme toegepast en weet niet waar het fout is gegaan. |
Een algoritme geeft inzicht in de systematiek van ons spellingsysteem | Sommige algoritmen zijn zo uitgebreid, dat het moeilijk is
de verschillende stappen te automatiseren. Wil een algoritme kans van slagen hebben dan moeten we een zo eenvoudig mogelijk algoritme hanteren. |