Reflectie : de persoonsvorm in de verleden tijd

Tijdens deze stageperiode heb ik slechts één week les gegeven, om de tweede week op bosklassen te vertrekken. Het was dus niet mogelijk om in deze korte periode nog een les spelling in te lassen, vandaar dat ik deze les na mijn stageperiode gegeven heb.

Toen ik tijdens de speeltijd de les nog eens nakeek met mijn mentor, merkte hij op dat zijn klas geen werkwoordalgoritme gebruikte. Ik was er echter wel van uitgegaan dat de leerlingen het algoritme aansluitend bij de methode, Taalsignaal, gebruikten wat dus wel een probleem was.
De mentor vertelde me dat hij er zelf geen goed zicht op had, op al die algoritmes, en dat hij dus gewoon geen algoritme toepaste. Zijn uitgangspunt was het volgende: je hebt klankbehoudende en klankveranderende werkwoorden. Bij de klankveranderende werkwoorden pas je de gewone spellingsafspraken toe, zoals bijvoorbeeld de verlenging om de eindletter te weten. Bij klankbehoudende werkwoorden doet men de stam + te(n) of de stam + de(n).

Ik moest mijn strategie om vanuit het algoritme te vertrekken dus laten vallen en gewoon deze regel nog eens herhalen. Ik heb dat dan ook zo goed mogelijk gedaan en d.m.v. voorbeelden de leerlingen alles nog eens extra laten verwoorden.

Bij de inoefening van de werkwoorden op bord merkte ik dat de meeste fouten nog steeds voorkwamen wanneer de stam eindigde op een t of een d. Ik heb dan opnieuw werkwoorden van dit type aangeboden en de regel nog eens overlopen en laten verwoorden door de leerlingen.

Het eerste werkblad, dat ik als diagnostische toets beschouwde, kondigde ik aan als een toets om de leerlingen extra aandachtig te laten werken. De klassikale verbetering verliep vlot en toen ik naar het aantal fouten peilde, bleek dat slechts één leerling 7 fouten en twee leerlingen 5 fouten hadden gemaakt. M.a.w.dat er dus niemand onder de norm van 14 op 20 zat.
Dit was natuurlijk zeer positief omdat ik wist dat de leerlingen normaal veel fouten maakten tegen de werkwoordspelling. Het gevolg was dat mijn remediëring dus niet echt noodzakelijk bleek maar toch heb ik deze 3 leerlingen nog eens kort individueel begeleid door ze enkele oefeningen hardop te laten maken. 
De afsluiter, het ganzenbord, viel enorm in de smaak en miste zijn doel niet. De leerlingen dachten actief na over de werkwoordspelling en begeleidden elkaar bij het vinden van de juiste schrijfwijze.

Ook op de gemaakte werkbladen waren er slechts enkele foutjes, meestal wanneer de stam eindigde op -t, maar dat was zo bij slechts enkele leerlingen. Zowel de leerlingen als ik waren dus tevreden!

BESLUIT:
Na een moeizame start toch vast en zeker een geslaagde herhalingsles waar achteraf gezien zelfs geen extra remediëring voor nodig was.
Toch ben ik blij dat ik die drie leerlingen nog even individueel begeleid heb om zo de regels bij hen nog eens extra in te prenten.

Kortom, voor herhaling vatbaar en een goede motivatie om aan de tweede graad te beginnen!


click op de muis voor e- mail