Alle Nederlandse films vanaf 1987 tot en met 1990

Films alfabetisch gerangschikt op titel per jaar

1987

AMOR ES UNA MUJER GORDA, EL
ook: LOVE IS A FAT WOMAN
Alejandro Agresti

met: Elio Marchi (José), Sergio Poves Campos (Caferata), Carlos Roffe, Theo McNabny, Mario Luciani, Humberto Tito Haas, Enrique Morales, Harry Havilio, Sergio Lerer

Scenario: Alejandro Agresti. José is een jonge, linkse journalist die van de hoofdredacteur van zijn krant opdracht heeft gekregen een artikel te schrijven over een Amerikaanse filmploeg, die een reportage maakt over armoede in Argentinië. Als hij echter ziet hoe de Amerikanen de zaak manipuleren om extra dramatische beelden te kunnen schieten, komt hij in verzet. Wanneer hij zijn baas vertelt dat hij geen zin heeft een artikel te schrijven over iets waar hij het niet mee eens is, kan hij vertrekken. Thuis gekomen krijgt hij te horen dat hij beter ook maar kan vertrekken uit het pension waar hij woont. Hij zoekt troost en onderdak bij zijn (politieke) vrienden en later bij een vrouw. Zij kan hem echter zijn oude vriendin, Claudia, die op raadselachtige wijze is verdwenen, niet doen vergeten. Met Caferata, een bevriende bandeonspeler uit een tango-orkestje besluit hij opnieuw te gaan zoeken naar Claudia. Tijdens zijn zoektocht kruist de Amerikaanse filmploeg zijn pad. Men laat nu ingehuurde geestelijken vertellen over de bloedige strijd tegen de communisten. José windt zich hierover zo op dat hij de cameraman te lijf wil. Hij wordt opgepakt door de politie en een nacht vastgezet in een cel. De volgende dag komt zijn vriend Caferata hem weer ophalen en vervolgen zij hun ogenschijnlijk zinloze omzwervingen. In een park vertelt een man José dat hij werkloos is geworden als gevolg van zijn politieke verleden en nu wat bijverdient als baby-oppas. Het is dat soort zaken waar José zich enorm kwaad over kan maken en hij verbaast zich over de lethargie van de mensen. Zijn vrienden in het café verwijt hij dat ze alleen nog maar met hun kont achter de tv zitten en nergens meer op reageren. Zij wijzen hem erop dat het allemaal zinloos is, zoals ook zijn zoektocht naar Claudia zinloos is, omdat die volgens hen door de militairen is vermoord. Maar José gelooft hen niet, omdat daarvoor volgens hem helemaal geen reden was. Daarom besluit hij om toch verder te zoeken. Samen met zijn vriend de bandeonspeler en een oude zwerver neemt hij de bus om even later te ontdekken dat ze het middelpunt zijn geworden van de Amerikaanse filmploeg. Muziek: Paul Michael van Brugge. De film ging op 23 september 1987 in wereldpremière op het filmfestival van San Sebastián en won er een eerste prijs. Festivals als die van Rotterdam en Berlijn volgden en in september 1988 was Agresti de winnaar van de Jury-prijs tijdens de Nederlandse Filmdagen. Gefluisterd wordt dat die jury hem veel hoger had willen waarderen vanwege zijn oorspronkelijk talent, maar dat een stevige Nederlandse lobby haar weerhield van een hoofdprijs voor een in Argentinië gedraaide Spaans gesproken film, die weliswaar met behulp van Nederlandse financiering was geproduceerd en alhier gemonteerd en afgewerkt.
Première: 24 maart 1988
ZW-80 minuten

BLONDE DOLLY
ook: BLOND DOLLY
Gerrit van Elst

met: Hilde van Mieghem (Dolly/Sylvia/Kitty), Peter Tuinman (Eddy Cremer), Fred Vaassen (Vaclav), Adrian Brine (baron Tuft), Piet Kamerman (Debrie), Astrid Seriese (Loan Cremer), Marieke van der Pol (Marietje), Herbert Flack (ambassadeur), Wilbert Gieske (Karel), Priscilla Visser (Anita), Con Meyer (Adje), Celia Nufaar (moeder), Suzanne Colin (galeriehouder), Stef Field (fietser), Laus Steenbeeke (jongen met mes)

Scenario: Joyce van Rijn, Hein Schütz, Alma Popeyus. Mevrouw Hogendijk is hoer (Blonde Dolly). Ze raakt verliefd op Eddy Cremer, directeur van het Haagse Gemeentemuseum, door wiens vrouw ze zich laat schilderen. Deze beeldt haar af als een vamp met vele gezichten, een schilderij dat Blonde Dolly verbrandt. Eddy's kwaliteit is inzicht in echt en vals. Wanneer hij een mogelijke Vermeer op het oog heeft medefinanciert Blonde Dolly de koop. Samen halen ze het op in Parijs, maar het schilderij blijkt geen Vermeer (dus vals) te zijn. Blonde Dolly distantieert zich van Eddy. In de rosse buurt waar ze werkt, maar die ze ook regelmatig verlaat om in hogere kringen te verkeren, wordt het steeds onrustiger met als dieptepunt de moord op een hoer. Enige weken later wordt Blonde Dolly vermoord gevonden. Alle verdachten hebben een alibi. Muziek: Lucas Asselbergs, songs: titelsong 'My second skin' door Cherry en 'Tango di Asesinato'. Psychologische thriller gebaseerd op het leven van de Haagse luxehoer Sybille Niemans, alias Blonde Dolly, die onder mysterieuze omstandigheden in november 1959 werd vermoord. Na haar dood blijkt dat zij diverse dubbellevens te hebben geleid met vele compromitterende 'vriendschappen' in de hoogste Haagse kringen. Justitie gaf het in 1977 gesloten dossier niet vrij. Er zijn van de film zeven scenarioversies gemaakt. Regisseur Jonne Severijn werd tijdens de opnamen vervangen door zijn assistent Gerrit van Elst. Liz Snoyink was in de race voor een rol in deze film.
Première: 19 februari 1987
K-102 minuten

DIARY OF A MAD OLD MAN
ook: DAGBOEK VAN EEN OUDE DWAAS
Lili Rademakers

met: Ralph Michael (Marcel Hamelinck), Beatie Edney (Simone), Suzanne Flon (Denise Hamelinck), Derek de Lint (Philippe), Dora van der Groen (zuster Alma), Ina van der Molen (Karin)

Belgisch-Nederlands-Franse co-produktie. Scenario: Hugo Claus, Claudine Bouvier, naar de gelijknamige roman van de Japanse Junichiro Tanazaki. Marcel Hamelinck moet zich vanwege een voortschrijdende spieraandoening als directeur van zijn eigen bank terugtrekken. Zijn fysieke achteruitgang betekent echter nog niet dat hij nergens meer in is geïnteresseerd. Zijn schoondochter, ex-ballerina en ex-nachtclubdanseres Simone, heeft zijn meer dan normale belangstelling en is na de plotselinge dood van zijn vrouw Denise zijn enige passie. Hamelincks verzorgster, zuster Alma de Wispelaere, moet toezien hoe de oudere man alles in het werk stelt om in de buurt van Simone te komen. Gezondheid wordt opgeofferd om maar een glimp van haar op te vangen. Zijn liefste wens is Simone ooit nog eens in het zwembad te zien zwemmen. Daartoe laat Hamelinck een zwembad in zijn tuin bouwen. Met juwelen en dure tassen van krokodillenleer probeert hij Simone in te palmen. Wanneer Alma, die op zijn kamer slaapt, een weekend weggaat, neemt Simone haar plaats in en mag Hamelinck haar been aanraken. Zijn zoon Philippe heeft eigenlijk weinig in de gaten en de oude man wil nog uitsluitend haar slaaf zijn. Zonder schaamtegevoel vernedert hij zich telkens weer, waarbij Simone de situatie handig uitbuit. Bezoek aan tennisbanen, modeshows en geluiden uit haar slaapkamer wanneer Simone met haar neef vreemdgaat, maken Hamelinck duidelijk dat zijn einde nadert. Zijn laatste wens is een voetafdruk van haar te hebben om die op zijn graf te kunnen laten plaatsen. Eigenhandig verft hij haar voeten en weet ze op papier te zetten. Dan is hij tot niets meer in staat. Muziek: Egisto Macchi. Opgenomen in België. Engels gesproken. Geselecteerd voor de Semaine de la Critique van het filmfestival van Cannes, 1987.
Première: 14 januari 1988
K-89 minuten

DONNA DONNA!!
Hans van Beek/Luc van Beek

met: René van 't Hof (Felix), Simone Walraven (Esther), Joke Tjalsma (Coby Gompelman), Glenn Durfort (Stanley), Guusje van Tilborgh (Stanley's vrouw), Bridget George (Donna/Margot), Lou Landré (directeur Schuitemaker), Marlies van Alcmaer (Donna's moeder), Heleen van Meurs (therapeute), Bart Klever (assistent therapeut), Eva van Heyningen (patiënt), Manouk van der Meulen (patiënt), Michel Sorbach (patiënt), Robin Kortlang (patiënt), Saskia Huijbrechtse
Scenario: Luc van Beek i.s.m. Hans van Beek. Felix valt van de ene verliefdheid in de andere, maar hij heeft er volstrekt geen kaas van gegeten hoe hij de meisjes van zijn dromen moet benaderen. Om zijn vrienden te overtuigen dat hij wel degelijk van wanten weet, maakt hij zijn verloving met Donna bekend. Donna is een fotomodel, die hij alleen maar van een poster kent. Haar afwezigheid op het verlovingsfeest verklaart hij door te zeggen dat ze plotseling voor een opdracht naar het buitenland moest. Er komt een nieuwe kamerbewoonster, Esther, op zijn verdieping en prompt is Felix weer verliefd. Hij doet alle moeite haar te veroveren. Aanvankelijk heeft hij geen schijn van kans, ook niet omdat ze al een veel oudere vriend heeft. Gaandeweg ontstaat er toch iets als een verhouding, maar dan komt Coby op de proppen, een meisje waarmee Felix in therapie is geweest en dat beweert zwanger van hem te zijn. Esther ruimt het veld. Door een toeval maakt Felix kennis met de moeder van Donna, die in werkelijkheid Margot heet. Ze vertelt dat haar dochter in de buurt van München woont. Felix lift daarheen en ontdekt dat Donna daar gelukkig samenwoont met een gekleurde vriendin. Felix trekt bij de beide dames in en wordt de vader van een blanke en een zwarte baby. Muziek: Bert Hermelink. Song: 'De allereerste keer' door Pol & Mitch. 99.310 bezoekers in 1988. Totaal: 231.134 bezoekers.
Première: 17 december 1987
K-85 minuten

FIELD OF HONOR
ook: HET VELD VAN EER
Hans Scheepmaker

met: Everett McGill (sergeant De Koning alias Sire), Ron Brandsteder (Tiny; in persmap: Pukkie), Bart Römer (luitenant), Annies de Jong (Taihutu), Hey Young Lee; in persmap gespeld als: Jin-Kyung Lee (Sun Yi), Min Yoo (Kim), Dong Hyum Kim; in persmap gespeld als: Kim Koo Ahn (Applesan; in persmap: Appeltje), Marc van Eeghem (Brammetje; in persmap: Wiel), Frank Schaafsma (Wiel; in persmap: Brammetje), Guus van der Made (Leen), Jae Ho Choi (Chinese hospik), Mike Mooney (journalist), Jon Bluming (sergeant), Cris Campion, Marcelle Dessalles, Frederic Mayer, Pascale Rocard, Eric Wapler, André Wilms

Scenario: Henk Bos. Het verhaal speelt in het Korea van 1951. De Nederlandse sergeant De Koning heeft zijn manschappen niet helemaal in de hand. Er wordt gemoord, geplunderd en verkracht en na een Chinese aanval staat de Hollander er alleen voor. Een serie confrontaties met de vijand en onverwacht vriendelijke Koreanen brengen De Koning in lastige situaties. Tijdens deze dagenlange beproeving komt hij niet alleen zichzelf tegen; hij 'deelt' het slagveld met een jonge, Koreaanse boerin, die vanuit een hol in de grond zichzelf en haar door shell-shock catatonisch verkrampte broertje in leven tracht te houden. Deze confrontatie slaat voorgoed een bres in De Konings huurlingenpantser en hij kiest -tegen zijn aangekweekte natuur in- partij voor het enige echte slachtoffer: de onschuldige burger. Hij heeft eindelijk een doel en hij slaagt erin dat te bereiken. Hij redt het jongetje en weet het in veiligheid te brengen. Muziek: Roy Budd. Jean-Pierre Denis wordt ook als mederegisseur genoemd. Montage: Victorine Habets. Camera: Hein Groot. Producent: Yoram Globus en Menaham Golan. Na zijn wereldpremière op de filmmarkt te Cannes in 1986 waren de reacties op deze door Cannon geproduceerde oorlogsfilm zodanig dat van de geplande release lange tijd werd afgezien. Film gebaseerd op het oorlogsverleden van producent Henk Bos en van Peet van Haalem. Geen succes.
Première: 19 maart 1987
K-95 minuten

HAVINCK
Frans Weisz

met: Willem Nijholt (advocaat Havinck), Will van Kralingen (zijn vrouw Lydia), Carolien van den Berg (Havincks minnares Maud), Anne Martien-Lousberg (Havincks dochter Eva), Maarten Wansink (Greve), Coen Flink (Bork), Max Croiset (vader Lydia), Dora van der Groen (moeder Lydia), Kenneth Herdigein (Kenneth), Eric van Heyst (Noordwal), Ella van Drumpt (secretaresse Havinck), Lieneke le Roux (secretaresse Bork), Lex de Regt (rechercheur), Dorijn Curvers (agente), Han Kerckhoffs (agent), Ger Thijs (reclasseringsambtenaar), Raffles Dawson (Dennis), Janine Versluys (mevr. Bork), Juan Carlos Tajes (performer Raphael)

Scenario: Ger Thijs, naar de roman van Marja Brouwers uit 1984. Havinck is een succesvol Amsterdamse advocaat, die de indruk maakt onbewogen door het leven te gaan. Wanneer zijn vrouw verongelukt, wordt via flash-backs duidelijk, wat er werkelijk achter zijn koele masker schuilt. Havincks dochter Eva vindt onverwachts haar moeders afscheidsbrief en realiseert zich wat er echt is gebeurd. Zij confronteert Havinck met de harde werkelijkheid: zijn mislukte huwelijk, de heimelijke relatie met zijn minnares en zijn gebrek aan aandacht voor zijn eigen dochter. Lydia heeft zelfmoord gepleegd, maar Havinck voelt zich daaraan schuldig. Toch kan hem formeel niets ten laste worden gelegd. Havinck slaagt er in de emotionele crisis, waarin hij is komen te verkeren, te overwinnen. Zijn in het slop geraakte relatie met zijn dochter Eva wordt eveneens hersteld. Muziek: Egisto Macchi. Muziekfragmenten: 'True love' door Theo Nijland, 'Baby love', 'Gimme love' door Jump Dickie Jump, 'Dies irae' uit 'Messa de Requiem' van Giuseppe Verdi, 'Mazurk' door Alan Marks. Zeer goed ontvangen. In de bioscoop werd op een rare plaats (juist nadat Havinck de nagelaten brief van Lydia heeft gelezen en een enorme ruzie met zijn dochter heeft gehad; in de volgende scène loopt hij bruusk door alle kamers van het advocatenkantoor) een pauze ingelast. De film werd na twee bepaald niet slechte weken in Calypso (Amsterdam, 550 stoelen) overgeplaatst naar het uitdraai-theater De Uitkijk (170 stoelen). Een spoedarbitrage van de Nederlandse Bond van Bioscoop- en Filmondernemingen leverde weinig op. Frans Weisz wilde Huub Stapel hebben voor HAVINCK, maar Huub Stapel zei nee, omdat hij zichzelf te jong vond voor die rol.
Première: 15 oktober 1987
K-102 minuten

HECTOR
Stijn Coninx

met: Urbanus (Hector), Sylvia Millecam (Ella Mattheusen), Herbert Flack (Gregoire Ghijssels), Marc van Eeghem (Swa Ghijssels), Heyn van der Heyden (Jos Mattheusen), Frank Aendenboom (Achiel Mattheusen), Cas Baas (dokter), Jean Blaute (chauffeur Fiatje), Maja van den Broecke (Ikebana), Chris Cauwenbergs (fietsenmaker), Guido Claus (cafébaas), Patrick Conrad (filmregisseur), Josse De Pauw (commentator), Jan De Smet (caféganger), Hilde Heynen (dienstmaagd), Kees Hulst (toneelregisseur), Duck Jetten (Ikebana), Fred van Kuyk (wedstrijdleider), Pieter Lutz (bedrogen graaf), Ann Petersen (zuster Abdis), Paul Schrijvers (toneelmeester), Yvonne Verbeeck (zuster Carbon)

Belgisch-Nederlandse co-produktie met de Vlaamse cabaretier Urbanus in de hoofdrol. Scenario: Urbanus, Stijn Coninx, Walter van den Broeck. Jos Mattheusen, de zoon van de bakker, kan maar niet winnen van Swa Ghijssels in het wielerspektakel op het platteland. Hij traint niet genoeg, zegt zijn vader. Hij werkt teveel zegt zijn jonge stiefmoeder Ella, net als zijn vader. Ella wil hogerop als actrice, maar heeft niet genoeg tijd om haar rollen te leren. Reden genoeg voor het gezin Mattheusen om eens op zoek te gaan naar een goedkope arbeidskracht. In het weeshuis zit nog een neefje Hector, die 35 jaar geleden na een pokkeninenting daar door zijn moeder is achtergelaten en nooit meer is opgehaald. Tegen de zin van Jules, de bakker, wordt 'de mislukte abortus' opgehaald in de begrafenisauto die dienst doet als bestelauto en volgwagen bij het wielrennen. Hector neemt afscheid van zijn medepupillen in het huis dat gerund wordt door nonnen. In de bakkerij wordt hij ingezet bij het werk, het wielrennen en de acteerkunsten van Ella. De laatste speelt een liefdesrol met Ghijssels, de rivaal van Jules. Met kinderlijke blik en een open vizier helpt Hector in de bakkerij. Jos kan trainen op een door Hector vervaardigde hometrainer die ook de energie levert voor de apparatuur in de bakkerij. Het hele huis stort bijna in elkaar als Jules de normale stroomvoorziening erbij schakelt. Bij het toneel blijkt Hector de rollen heel snel te leren en Ella vat een zekere sympathie op voor de schijnbaar onnozele man. Hij wordt echter naar huis gestuurd wanneer Hector de eerste overwinning van Jos onmogelijk maakt door vlak voor de eindstreep de renner ten val te brengen. Wanneer 's avonds de première is van het toneelstuk onder het toeziend oog van Jules en een Italiaanse regisseur wordt Hector opgeroepen om een speler te vervangen. Hector weet met kunst en vliegwerk aan het weeshuis te ontsnappen en komt in het toneelstuk. Het stuk ontaardt in een vechtpartij tussen Hector en de geliefde van Ella, waarbij Jules van emotie het leven laat. Hector stelt voor om samen met Ella naar Amerika te reizen. Ella heeft namelijk het contract, dat Jules verstopt had, ontdekt. Ella stuurt Hector weg. Hij vertrekt met zijn goudvis in zijn rugzak. Toch kan Ella Hector niet meer missen. Muziek: Jan de Wilde. Producent: Erwin Provoost.  Camera: Willy Stassen. Montage: Kees Linthorst. 756.128 bezoekers.
Première: 19 oktober 1987
K-90 minuten

IRIS
Mady Saks

met: Monique van de Ven (Iris), John Kraaykamp sr. (Versteeg), Titus Tiel Groenestege (Frank), Roger van Hool (Paul), Elsje Scherjon (Nellie), Tom Jansen (Hagenbeek), Marja Habraken (Martha), Hiske van der Linden (Eva), Ingeborg Loedeman (Anna), Tabe Bas (cafébaas), Ad Noyons (boer Houtstra), Catrien Wolthuyzen (mevr. Houtstra), Harry van Rijthoven (Bert Houtstra), Cas Baas (oude boer), Paul Kooy (boer Van Dam), Frouke Fokkema (mevr. Van Dam), Gerard Borkus (jonge boer), Freark Smink (dokter), Klaasje Postma (doktersvrouw), Ottolien Boeschoten

Scenario: Felix Thijssen naar een gegeven van Mady Saks. Een dertigjarige veearts is weliswaar al jaren afgestudeerd, maar nooit aan het echte werk op het platteland toegekomen, woont in de stad, samen met haar pietluttige, bezitterige vriend Paul. Paul ziet met lede ogen toe hoe Iris op een dag naar Friesland afreist, waar ze de praktijk van een oude veearts heeft overgenomen. Vol ijver begint ze de praktijk weer op te bouwen, maar ze wordt stelselmatig tegengewerkt. Vooral door boer Versteeg, een alcoholistische, invalide herenboer met ouderwetse opvattingen over de plaats van de vrouw. Als zij tenslotte, nadat zij het interieur van haar boerderij vernield heeft aangetroffen, verkracht wordt, neemt ze wraak op de dader. De dader blijkt haar jaloerse vriend te zijn; de rode handschoenen van de verkrachter liggen in zijn auto. Ze lokt Paul vervolgens naar de behandelkamer en bindt hem vast op de operatietafel om hem te castreren. Muziek: Loek Dikker. De Vlaamse acteur Roger van Hool is nagesynchroniseerd door een Nederlandse acteur. Monique van de Ven 'best actress' tijdens het Seattle international film festival 1987. Film kreeg de Alcan prize bij het World film festival Montreal 1988.
Première: 26 maart 1987
K-78 minuten

JULIA'S GEHEIM
ook: JÜLYET' IN SIRRI
Hans Hylkema

met: Funda Müjde (Arzu Sülün, Julia), Nahit Güvendi (Ibrahim Sülün), Nigar Cankur (Nuran Sülün), Vedat Gültekin (Erdal Sülün), Yavuz Tuncer (Hasan Sülün), Özdemir Suveren (grootvader Sülün), Ceylan Utlu (Ramazan), Mehmet Dag (vader Ramazan), Ahmet Dayan (Duitse neef), Mustafa Lafatan (opdrachtgever), Casper de Boer (Karst, Romeo), Andrea Vos (Annemiek, voedster), Lucien Spee (signor Capuletti), Sharon Wolff (signora Capuletti), Maarten Rijk-Toussaint (graaf Paris), Bruce Gray, Marcelle Meuleman (speldocenten), Winston Linger, Maikel Reeder (vertellers), Kees Groeneveld (rector), Will Beets (costumière), leerlingen Augustinus College Amsterdam

Scenario: Hans Hylkema, met adviezen van Tonnie van Velzen. Arzu Sülün, een Turkse leerlinge op een Nederlandse middelbare school, wordt uitgekozen om de rol van Julia te spelen in een moderne bewerking van Shakespeare's 'Romeo en Julia'. Haar enthousiasme daarover wordt getemperd door het feit dat ze er thuis niets over mag zeggen omdat in de traditionele opvattingen van haar vader toneelspelen uit den boze is. De enige die ze in vertrouwen neemt is haar jongste broer Erdal, die ze nodig heeft als een excuus om 's avonds de deur uit te kunnen. Terwijl haar ouders denken dat ze op koopavond samen de stad in gaan, gaat Arzu naar school om te repeteren, terwijl Erdal wat geld bijverdient met het balletje-balletje spel. Arzu gaat zo op in haar rol dat ze op een nacht aan het repeteren slaat in het naaiatelier van haar vader. Ze wekt daarmee de rest van haar familie, die vanaf de trap verbaasd toekijkt. Haar vader denkt aanvankelijk nog dat ze wat raar doet omdat ze misschien een Nederlandse vriend heeft, maar nadat Erdal en Arzu op een avond zijn betrapt door twee kennissen van haar vader, komt hij achter de waarheid. Terwijl Erdal wordt opgepakt door de politie bij het balletje-balletje spel, krijgt Arzu van haar vader de wind van voren. Hij wijst erop dat Arzu verloofd is en zich aan de Turkse cultuurgewoonten moet houden. De vader wordt daarin gecontroleerd door de Turkse gemeenschap, die anoniem de familie van de toekomstige bruidegom heeft gealarmeerd. Kort daarop arriveren de verontruste familieleden uit Turkije om met de vader van Arzu de trouwdatum vast te stellen. Tegen een Nederlandse vriendin verklapt Arzu haar geheim, namelijk dat ze al drie jaar verloofd is met een jongen die ze niet kent. Ze loopt van huis weg, maar na een nacht zwerven keert ze weer terug naar huis. Haar vader geeft haar alsnog toestemming om de rol van Julia te spelen. Bij de uitvoering herkent hij de parallellen die er zijn tussen het leven van Julia en dat van Arzu. Hij raakt in gewetensnood over het uithuwelijken, maar is te laat om die keus nog te veranderen. Met steun van het Nederlands Centrum Buitenlanders gemaakte film. Muziek: Hasan Band. Prijs: de Blue Ribbon bij het American film and video festival New York 1989. Redelijk positief ontvangen in de pers.
Première: 24 september 1987
K-103 minuten

LAATSTE REIS, DE
Kees Hin

met: Hans Hoes (Matthijs Vermeulen), Judy Doorman, Michel van Rooy, Diederik de Groot van Embden

Scenario: Kees Hin en Otto Ketting, gebaseerd op gegevens uit brieven en boeken. Gespeelde documentaire. Muziekbiografie. Een speurtocht naar het leven en de persoonlijkheid van de componist Matthijs Vermeulen (1888-1967). In de muziek vond hij zijn gelukkige momenten, maar erkenning kreeg hij zelden. Zijn eerste symfonie (1914) werd pas vijftig jaar later voor het eerst ten gehore gebracht. Op de uitvoering van de tweede symfonie (1920) moest Vermeulen 36 jaar wachten, op de derde (1922) 16 jaar. Muziek: Matthijs Vermeulen. De criticus Vermeulen wordt in de film achterwege gelaten. DE LAATSTE REIS richt zich louter op de muziek en op Vermeulen als componist.
Première: 18 september 1987 (Nederlandse Filmdagen)/11 mei 1988
K-100 minuten

MAAND LATER, EEN
ook: ONE MONTH LATER
Nouchka van Brakel

met: Renée Soutendijk (Liesbeth), Monique van de Ven (Monika), Edwin de Vries (Constant), Sunny Bergman (Judith), Tijmen Bergman (Jonas), Jeroen Oostenbrink (Jobje), Jean-Yves Berteloot (Hugo), Bas Voets (Steffie), Marjo van der Meulen (Ingrid), Coot van Doesburgh (Astrid), Kietje Sewrattan (Jessica), Marion Bloem (Tinelou), Femke van Hoven (Betty), Pauline Daniels (Susan), Yvonne Ristie (sollicitante 1), Marjolein Sligter (sollicitante 2), Els Weenink (sollicitante 3), Case of Tomatoes (popgroep), Michael Sanders (Arthur), Sigrid Adrienne (moeder Arthur), Jan Jaap Hoekstra (Maurits), Allard Bekker (jogger), Joost Boer (Jeroen), Sep van Kampen (Dorus), Maarten Wansdronk (buurman), Remco Daalder (bouwvakker), de heer Van der Zee (groenteman), de heer Van Eimeren (heer op markt), mevrouw Boon (dame op markt); nasynchronisatie: Loes Luca (Marjo van der Meulen)

Scenario van Ate de Jong, in samenwerking met Nouchka van Brakel en Jan Donkers. Jan Donkers las in de Newyorkse 'Village voice' een contactadvertentie van een vrouw die haar leven voor een maand wilde ruilen met dat van een andere vrouw, daarop schreef hij in 1985 een toneelstuk (gespeeld door 'Baal') over de gevolgen van zo'n levensruil. Verfilming van het toneelstuk (met Olga Zuiderhoek en Els Ingeborg Smits) van Jan Donkers over twee vrouwen -Liesbeth (huisvrouw, getrouwd met Constant, moeder van drie kinderen) en Monika (freelance-journaliste bij 'Zij', vrijgezel)- die via een contactadvertentie voor een maand hun leven -inclusief partners- verruilen. De levensruil bevalt zo goed dat ze een maand later besluiten om het contract met een tweede maand te verlengen. De situatie verergert alleen maar: de vrouwen vinden steeds meer hun draai in het leven van de ander. Er komen nu nogal wat verwikkelingen; Monika en Constant krijgen een verhouding en Liesbeth laat zich versieren door een snelle jongen Hugo, met wie ze naar de wintersport gaat. Wanneer alle betrokkenen er achter komen hoe de zaken er voor staan, wordt gevieren tijdens een gezellig etentje over de toekomstmogelijkheden gefantaseerd. Het publiek moet de keuze maken uit de diverse happy-endings. Muziek: Rob van Donselaar. Producent: Matthijs van Heijningen. Camera: Peter De Bont. Kostuums: Linda Bogers. Montage: Edgar Burcksen. Marjo van der Meulen is nagesynchroniseerd door Loes Luca. De minnaar Steffie (Bas Voets) is ook nagesynchroniseerd door een andere acteur. Enige probleem bij de film: wie moest als eerste genoemd worden op het affice; Van de Ven of Soutendijk? Renée besliste Matthijs van Heijningen, zij zou internationaal meer aanspreken. Monique van de Ven en Edwin de Vries werden tijdens de opnamen van EEN MAAND LATER ook in werkelijkheid een echtpaar. Monique was op dat moment nog getrouwd met Jan de Bont. Eerste Nederlandse speelfilm die verkocht werd aan Warner door producent Matthijs van Heijningen zonder dat er nog maar één opname gemaakt was, zodat een Nederlandstalige en Engelstalige versie gemaakt werden. Redelijk positief ontvangen. Groot commercieel succes. 323.654 bezoekers.
Première: 17 september 1987
K-102 minuten

MASCARA
ook: MAKE UP FOR MURDER
Patrick Conrad

met: Charlotte Rampling (Gaby Hart), Michael Sarrazin (Bert Sanders), Derek de Lint (Chris Brine), Romy Haag (Lana), Eva Robbins (Pepper), Herbert Flack (David Hyde), Serge-Henri Valcke (Harry Wellman), Jappe Claes (kolonel March), John van Dreelen (minister Weinberger), Harry Cleven (P.C.), Norma Christine Deumner, Pascale Jean-Louis, Alexandra Vandernoot, Mark Verstraete, Hugo van den Berghe, Charlotte Berden, Marie-Luce Bonfanti, Carmela Locantore, Lois Chacon, Michel Laborde, Alain Zerar (Tina Turner), Lida Lobo (golden woman), Nathalie Fritz, Serge "Lydie" Lambert, Katja Delvos, Lou de Prijck, Terry Fischer

Belgisch-Nederlands-Franse co-produktie. Scenario: Hugo Claus, Pierre Drouot, Patrick Conrad, Frank Daniel, Malia Scotch Marmo. Bert Sanders is een politiecommissaris die met zijn zuster de première van Christoph von Glucks 'Orfeo ed Euridice' bijwoont. Daarbij ontmoet hij Chris Brine, de ontwerper van Euridice's kostuum. Gaby en Chris voelen zich tot elkaar aangetrokken. Bert brengt een bezoek aan Chris om Eurydice's jurk te lenen voor een feestje. In de veronderstelling dat Bert Gaby's vriendin is en dat het voor haar bedoeld is, stemt Chris toe op voorwaarde dat hij haar de jurk zal aantrekken. Aangekomen in de onderaardse nachtclub 'Mister Butterfly' blijkt het niet om Gaby maar om ene Pepper te gaan, een hermafrodiet en (ex-)vriendin van Bert. Chris wordt opgesloten in een kleedkamer en is geen getuige van Peppers nieuwe toenaderingspogingen naar Bert en de daarop volgende moord. Chris, inmiddels op de hoogte dat Bert de broer van Gaby is, neemt zijn intrek in een appartement met uitzicht op Gaby's kamer en krijgt een verhouding met haar. Bert, jaloers, probeert hem middels chantage te dwingen de jurk nog een keer te lenen. Het optreden als Euridice in de nachtclub moet de travestiet Lana met de dood bekopen, waarbij Bert de zaak zo heeft georganiseerd dat het lijkt alsof Chris de schuldige is. Chris vertelt alles aan Gaby. Wanneer Bert dan voor de derde keer de jurk leent en er zelf in optreed, wordt Chris als mogelijke moordenaar in elkaar getrapt. Gaby ziet nog juist hoe Bert het lijk van Chris de pier afgooit en laat zich door hem niet meer overtuigen. Zijn belofte dat alles weer zoals voorheen zal zijn, wordt met een duw beantwoord. Gaby identificeert de volgende morgen de twee lichamen op het strand. Muziek: Egisto Macchi. Producent: Pierre Drouot, René Solleveld, Henry Lange. Camera: Gilberto Azavedo. Art direction: Misjel Vermieren, Dirk Debou. Montage: Susana Roseberg. Charlotte Rampling verklaarde na afloop van de opnamen niet te weten hoe ze had moeten spelen. Vrij slecht ontvangen bij de pers. Harry Peters in FID 1987: "Van meet af aan stijfstaand van de pretenties vergeet Conrad door de overwaardering van de vormgeving (ja hoor, prachtig dat huis aan het strand) en de lokaties ook nog een mens in zijn film op te voeren en zo komt de als zodanig bedoelde Derek de Lint behoorlijk te zweven. Hij lijkt in alle opzichten verdwaald en is in zijn naïviteit volslagen ongeloofwaardig. (...) Het trapezewerk in de vormgeving is adembenemend. (...) De maskerade die hij [Conrad] hier opvoert is gewoon holle aanstellerij. Kunst is alleen kunst als er geen kunst op staat."
Première: 7 mei 1987
K-98 minuten

NITWITS
Nikolaï van der Heyde

met: Ramses Shaffy (Joel Palsma), Monique Rosier (Daniëlle Kooiman), Martijn Oversteegen (Eddie Bakker), Muriel Chaal-Gohier (Magda Palsma), Masha van der Heyde (Zelda Palsma), Ilone Wals (Roelie Kok), Jérôme Reehuis (filmregisseur), Xavier Serge Martin (bedrijfsleider Burger King), Willem Wagter (onweerstaanbare vijftiger), Walter Crommelin, Rob Fruithof, Boudewijn van Hulzen, Martijn van Soerick (reclamejongens), Nikolaï van der Heyde

Scenario: Nikolaï van der Heyde. NITWITS toont het leven van een derderangs acteur Joel Palsma, die 's avonds in gemakkelijke blijspelen op de planken staat en overdag van de ene reclame- en televisieschnabbel naar de andere rent. Hij is getrouwd met een Française, die een mode-atelier leidt, en heeft een leuke dochter van elf. In zijn werk is hij meestal te zien met een vijftien jaar jongere vrouw, die het met de huwelijkstrouw niet al te ernstig neemt en in het begin van de film ook Joel weet te verleiden tot een slippertje. Daarmee wordt een reeks dwaze verwikkelingen in gang gezet, waarbij Joel voortdurend met koffers zeult tussen zijn eigen huis, een hotel en de woning van de twintig jaar jongere Danielle, op wie hij smoorverliefd is geworden. Als rode lijn lopen door de film de opnamen van reclamespotjes voor pleisters. In de slotscène van de film blijkt Nikolaï van der Heyde zelf de regisseur van een reclamefilmpje te zijn en zwaaiend naar de camera bevriest hij in het laatste beeld. Muziek: Vladimir Cosma. De film kostte twee miljoen gulden, waarvan 750.000 gulden afkomstig was van het Produktiefonds. Zelden was de kritiek zo unaniem negatief. De reacties op NITWITS overtroffen in heftigheid alle voorgaande flops. W. Wielek-Berg in 'Trouw' van 20 augustus 1987: "Naar ritme en timing kun je je het rambam zoeken voor nop. (...) Zulke engerds als Martijn Oversteegen en Jerôme Reehuis... je hoort toch geld toe te krijgen als je daar geruime tijd naar moet kijken en luisteren? Van een groot deel van het acteursbestand, bijeengegaard uit Vlaanderen en de Lage Landen, kun je alleen maar voorstellen dat ze zijn geëngageerd omdat ze mochten spelen met behoud van uitkering. (...) Er zijn films waarbij ik denk: 'Hoe is het mogelijk dat iemand niet halfverwege heeft gezegd: 'Jongens, stop, dit kan niet'. Tot dat soort film behoort Nitwits'." Jan Heijs in 'de Volkskrant' van 20 augustus 1987: "NITWITS graaaft in ieder geval geen milimeter dieper dan de vier die de persmap dik is. Je blijft kijken naar typetjes en sketches, naar uitsluitend buitenkantjes. Bij zoveel oppervlakkigheid ga je je storen aan continuïteitsfouten en de wat knullige nasynchronisatie. (...) Er is een hoop production value in gestopt, in de vorm van veel lokaties, ontploffingen enzovoort. Ondanks die 'moderne' buitenkant, blijf je het gevoel houden naar een Nederlandse film van vijftien jaar geleden te zitten te kijken. Hoe serieus Van der Heyde zijn comeback inde bioscoop neemt, is ook nog maar de vraag. In de slotscène blijkt hijzelf plotseling de regisseur van een reclamefilmpje te zijn en zwaaiend naar de camera bevriest hij in het laatste beeld. Een afscheid van het bioscooppubliek en een definitieve sollicitatie naar het vak van reclamefilmer?" Producent Chris Houtman verbaasde zich over de toon van de recensies: "Je kunt je niet aan de indruk ontrekken dat een aantal kritieken zich nogal persoonlijk tegen Nikolai van der Heyde richtte en op de lange periode dat hij in de reclame heeft gewerkt. Wat wij juist heel aardig aan NITWITS vinden is de opstelling van Nikolai. De zelfspot en de kritiek naar zichzelf, dat is in de kritiek niet opgepikt." De film is na één week uit de bioscopen verdwenen. In een Utrechtse bioscoop is het voorgekomen dat op sommige dagen geen enkel kaartje voor de 3 voorstellingen werd gekocht. Distributeur Holland Film Releasing prolongeerde daarop de film nergens. Debuterende cineaste Maria Peters had voor de KRO-televisie een documentaire gemaakt, die de film op 12 september 1987 een extra zetje zou moeten geven als de publiciteit rond de première was uitgewoed. Maar dat extra zetje was overbodig geworden daar de film al uit de roulatie was genomen. De KRO besloot dan ook om de documentaire niet meer uit te zenden. Nikolai van der Heyden over het fiasco van NITWITS in 'De Tijd' van 4 september 1987: "Ik heb een hele harde klap gehad. De eerste kritiek kreeg ik onder ogen kort na de première. Mijn hart stond stil: wat gebeurt hier? Dit kan toch niet over mijn film gaan? De volgende dag kwamen de andere kritieken. Van hetzelfde. Ik was beurtelings verslagen, woedend en berustend. (...) Ik heb een paar kritieken gelezen en wilde toen niet meer. Ik ben geen masochist. En ik wil de critici niet het genoegen geven dat ik ook nog eens lees wat ze te beweren hebben. Ik moet ook verder leven. Maar er is iets in me geknapt. (...) Drieënhalf jaar ben ik ermee bezig geweest. (...) Vele mensen heb ik gevraagd om hun vertrouwen, en dat is het ellendigste: ze hebben er niets dan rotte tomaten voor teruggekregen. (...) Als ik geld had - maar ik heb geen geld meer - zou ik een theater hebben afgehuurd waarin de film nog geruime tijd te zien was. (...) Ik heb zeven films gemaakt [waarvan hj ANGELA en NITWITS als belangrijkste beschouwt], zeven kansen gehad, maar de laatste werd een debâcle. Ik zit nu in een rouwproces, maar, god, ik weet dat ik het kan. Ik kom terug. Hoe- dat weet ik nog niet, maar ik kan het en ik kom terug. In wezen heb ik geen toekomst meer. Welke gek zal nog een dubbeltje in mij investeren? (...) Ik heb een nekslag gehad. Ik ben een tijd dood. Men praat tegen me, men belt me, maar ik hoor niets, ik ben dood. Wat ik nu ondervind ligt het dichtst bij een sterfgeval in de naaste familie. Een tijd dood. Maar mijn film is níet dood."
Première: 20 augustus 1987
K-112 minuten

ODYSSÉE D'AMOUR
Pim de la Parra

met: Herbert Flack (Paul Henkes), Sarah Brackett (beeldhouwster Elizabeth), Patty Brard (stewardess Valerie), Liz Snoyink (Pauls halfzuster Zippy), Eddy Marchena (Ramon), Ramon Todd Dandare (Nicholas), Thom Hoffman (Bart Huisman, assistent chirurg), Devika Strooker (Ramona), John van Dreelen (chirurg Alexander de Winter), Mavis Helneyer (Aida), Lilian van Everdingen (Isabel), Laura Quast (Koniningin van de Nacht), Myrena Sint Jago (Cecilia), Kenneth Herdigein (Waldo), Monifa King (Belinda), Dorna van Rouveroy

Scenario: Pim de la Parra, Rudi F. Kross en Dorna van Rouveroy. De Nederlandse ingenieur Paul Henkes, die al geruime tijd op Bonaire werkt, leeft samen met de Engelse beeldhouwster Elisabeth, maar houdt er ook een aantal inheemse vriendinnetjes op na. Wanneer zijn, bij één van die vriendinnen verwekte, zoon Tico plotseling overlijdt, geraakt Paul in een crisis. Bij zijn vrienden Nicholas en Ramon vindt hij weinig steun, omdat die zelf in de problemen zitten. Nicholas houdt het met een buurvrouw, wier Surinaamse verloofde opeens opduikt, en Ramon maakt zich zorgen om zijn dochter, die een relatie begint met een jonge Nederlandse arts. In een poging schoon schip te maken, neemt Paul ontslag, maar de moeilijkheden stapelen zich op. Zijn verhouding met Elisabeth is niet langer ideaal en zijn vriendin Valerie blijkt in verwachting te zijn. Ze weet echter niet of het kind van hem of van een ander is. Tot overmaat van ramp komt zijn halfzuster Zippy, met wie hij vroeger ook al het bed heeft gedeeld, naar Bonaire. Paul laat zijn auto in zee storten, trekt een duikersuitrusting aan en verdwijnt in de golven. Nadat hij de zuurstofslang uit zijn mond heeft getrokken, verdrinkt hij bijna, maar spoelt toch levend aan in de buurt van een vissersdorp, waar hij enigszins tot rust komt. Hij wordt uiteindelijk door Zippy gevonden. Zij wil hun relatie voortzetten, maar Paul niet. Na een emotioneel gesprek zoekt ze de dood in de golven. Muziek: Adriaan van Noord, Eddy Bennett. Songs: 'Odisea d'amour' door Inky, 'Hoy sé más', 'Oyeme mama' door Bienvenudo Granda, 'Una aventura' door Vicentico Valdes, 'Todo me gusta de ti' door Alberto Beltran, 'Apambichao' door Carlos Argentino. Vrijwel unaniem door de kritiek de grond in geboord. Na één week uit de bioscoop verdwenen.
Première: 27 augustus 1987
K-108 minuten

ORIONNEVEL, DE
Jurriën Rood

met: Bert Kuizenga (Gerdo), Han Kerckhoffs (Bril), Michiel Romeyn (Baard), Beppie Melissen (moeder), Sylvia Holstijn (Lisa), Han Römer (John Alberts), Marije Boonstra (dochter), Jasper Krabbé (walkman), Lieneke le Roux (Brils vriendin), Leonoor Pauw (Baards ex-vrouw), Agnes Schuch (zangeres), Saskia Zwart, Bouwe Jan Swart (verloofden), Jan Willem Jurg, Bruun Kuijt, Willem van de Sande Bakhuijzen (gasten)

Scenario: Jurriën Rood. Hoofdfiguur is Gerdo, een wat wild ogende jongeman die na het vertrek van zijn vriendin in een crisis is beland. De aanblik van twee stoelen alleen al doet hem pijn. In het park ontmoet hij de joggende natuurkundeleraar Bril, die eveneens ernstig lijdt onder zijn eenzaamheid. Bij het duo voegen zich later nog de voormalig welzijnswerker Baard en de gescheiden moeder van een leerling van Bril. Film bevat tussentitels, rechtstreeks tot de kijker gerichte commentaren en droom- en fantasiebeelden en flashbacks. Gerdo, Bril en Baard hervinden zich uiteindelijk in een ouderwetse actie gericht op het behoud van het bankje dat Baard als opvangplaats gebruikt. Maar ze weten ook dat het leven weer nieuwe teleurstellingen voor hen in petto heeft. Muziek: Jurriën Rood, Arjen Hogendorf (ook gespeld als Hogendorp). Songs: 'With a little help from my friends' door Joe Cocker, 'Morgen ben ik de bruid' door Willeke Alberti. Uit behoefte aan goede, originele scenario's schreef het Fonds voor de Nederlandse Film een soort prijsvraag uit onder jonge cineasten. Jurriën Rood werd de winnaar. De oorspronkelijk opdracht van het Fonds hield in een script te schrijven rond het thema van de onmogelijkheid om in Nederland een anoniem bestaan te leiden, maar Rood draaide het om en schreef een film over een stel dertigers die juist eenzaam blijven omdat ze niet bij machte zijn om elkaars vriendschap te herkennen en te accepteren. In deze film treden voor film tot dan toe louter onbekende acteurs op, maar sommigen beschikten al over een aardige reputatie in het theater (Kerckhoffs, Römer) of cabaret en televisie (Holstijn, Melissen, Romeyn). Geen succes.
Première: 10 september 1987
K-80 minuten

PERMEKE
Henri Storck/Patrick Conrad (regisseur van het dramatische gedeelte)

met: Ilse Uytterlinden (Anna), Paul Steenbergen (oude man), Linda Schagen van Leeuwen (dame met de rode handschoen), Bert van Tichelen (museumbewaker Oostende), Chris Cauwenberghs, Hugo Claus, Paul Permeke, John Permeke, Tinus van Bakel, Willy van den Bussche, Emile Veranneman, Henri Storck, Guido Claus, Linda Conrad, Jan Decleir (Stan Permeke)

Belgisch-Frans-Nederlandse co-produktie. Scenario: Henri Storck, Patrick Conrad, Pierre Drouot. Documentaire speelfilm. In een originele formule wordt het leven en werk van de Vlaamse expressionistische kunstschilder en beeldhouwer Constant Permeke opgeroepen. De grenzen tussen documentaire en speelfilm worden verkend in PERMEKE. Wanneer Anna, een 28-jarige fotoreporter, voor haar weekblad een reportage moet maken over de verbouwingswerken van het toekomstige museum van Moderne Kunst te Oostende, ontdekt zij toevallig vijf raadselachtige doeken van Constant Permeke, die haar tegelijk fascineren en ontroeren. Zij beset dat zij geen rust meer zal kennen vooraleer zij de antwoorden op deze raadsels gevonden zal hebben. Wat schuilt er achter deze vreemde schilderijen? Waarom en in welke omstandigheden schildert een kunstenaar dergelijke enigmatische werken? Om de sleutels te vinden, begint zij voor zichzelf een enquète die haar naar alle plekken zal leiden, waar Permeke ooit vertoefde. Produktiemaatschappijen: Iblis Films, De Films Henri Storck, Praxino Pictures. Producent: Pierre Drouot, Henri Storck, René Solleveld. Er zijn duidelijke verschillen in de diverse lijsten met credits; film wordt ook Belgisch-Frans-Engels genoemd. Camera: Marc Koninckx, Gilberto Azevedo. Montage: Ton de Graaff. Muziek: David Darling, John Surman. Nederlands, Frans, Engels gesproken, door Leslie de Gruyter. Produktiejaar: 1985. De selectiekommissie van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap wilde geen geld geven voor een documentaire ter gelegenheid van het feit dat Permeke 100 jaar geleden geboren was; Permeke moest behandeld worden in een fictiefilm. Henri Storck (geboren 1907 te Oostende) vond zichzelf te oud om de stress van het regisseren te ondergaan en vroeg Patrick Conrad voor de fictie-gedeelten. De film is ook vertoond tijdens 'Festikon 86' (7-11 oktober 1986). Speciale Prijs van de Jury aan Henri Storck en Speciale Vermelding van het Publiek op het Internationaal Filmfestival van Nyon 1985. Prijs André Cavens van de Belgische Film door de Unie van de Filmkritiek (U.F.K., Brussel) 1985. Prijs van de stad Brussel: 'Prix Fémina Belge du Cinéma' 1985. Negende 'Gouden Matille' door de Oostendse persklub aan Henri Storck in 1985.
Première: 3 december 1987
K-95 minuten (35 mm; geluid)

RATELRAT, DE
ook: THE RATTLE RAT
Wim Verstappen

met: Rijk de Gooyer (adjudant Grijpstra), Peter Faber (brigadier De Gier), Jon Bluming (dronken chauffeur), Lesley Lengkeek (blondje in auto), Marc Klein Essink (hoofdagent Cardozo), Marjan Berk (Grijpstra's vrouw), Henk van Ulsen (patholoog Grijpstra), Rob Fruithof (judo-instructeur), Carine Weve (secretaresse), Bernhard Droog (commissaris), Annemieke Verdoorn (Hylkje Hilarius), Willem van Dooren (helicopterpiloot), Hidde Maas (luitenant Sudema), Pieter Lutz (adjudant Opperhuizen), Steve Heinze (rechercheur), Sacco van der Made (cafébaas Troelstra), Tetske van Ossewaarde, Femke Boersma, Toon Agterberg, Jaap Stobbe, Frank Schaafsma, Linda Dubbeldeman, Tom Jansen, Frits Jansma, Lettie Oosthoek

Scenario: Wim Verstappen, Janwillem van de Weterering, Rogier Proper, naar het boek 'De ratelrat' van Janwillem van de Wetering uit 1984. Een lijk in een uitgebrand bootje, dat van een Friese schapeboer blijkt te zijn, een heroïne-oorlog en een corrupte agent vormen de ingrediënten voor dit politieverhaal, waarin de sfeer belangrijker is dan de plot. De corrupte agent blijkt de moordenaar te zijn van Douwe Scherjoen (de Friese veeboer). Hij gaf Chinezen verblijfsvergunningen in ruil voor heroïne en was tevens bereid om Douwe, hun concurrent, uit de weg te ruimen. De Gier is begaan met het lot van de man, die korte tijd later zelfmoord pleegt. Muziek: Ruud Bos. Peter Faber nam de plaats van Rutger Hauer in als brigadier De Gier in deze tweede Grijpstra en De Gier-verfilming, na GRIJPSTRA EN DE GIER uit 1979. Geen succes. Zeer slecht ontvangen. Ook als televisie-serie bij de AVRO.
Première: 5 februari 1987
K-90 minuten

STRAVERS
Peter Delpeut

met: Armand Perrenet, Paul van der Zande, Lieke Leo, Willemien van Dartel, Monique Toll, Jake Kruijer, Rieks Hadders, Bob Bronshoff, Adrie Verberne, Henk Rabbers, Chiel van Laarhoven, Steven van Galen, Kitti Manning

Scenario: Peter Delpeut, Céline Linssen, Anne van Gool (continuity) en Martin Cleaver (Nederlandse vertaling). Twee broers, beiden grondwerkers in de Biesbos, wonen samen. De oudste neemt een vrouw in huis, waarna de spanningen ontstaan als de jongste op haar verliefd wordt. De spanningen nemen niet af als de oudste de vrouw verkoopt aan een bordeel, want zijn broer blijft haar bezoeken. Om hun familieband niet te schaden besluiten de twee uiteindelijk om de vrouw om te brengen. Art direction: Constance de Vos. Camera: Herman Boogaerdt. Licht: Stef Tijdink. Montage: Herman Boerema. Geluid: Paul Veld. Producent: Elly Klaassen. Produktiemaatschappij: Theorema Films. Produktiejaar: 1986.
Première: 8 januari 1987
ZW-57 minuten (16 mm; geluid)/60 minuten

TERUG NAAR OEGSTGEEST
ook: RETURN TO OEGSTGEEST
Theo van Gogh

met: Hidde Kuiper (kleine Jan), Casper de Boer (grote Jan), Cas Enklaar (oude Jan), Tom Jansen (vader), Geert de Jong (moeder), Fedja Nijholt=Fedja van Huêt (kleine Peter), Eric Schreurs (grote Peter), Leen Jongewaard (oom Louis), Jes Vriens (Koosje), Renée Fokker (Serpentina), Pascal Krottjé (kleine Lia), Mirinde Vermeyden (grote Lia), Jaap Hoogstra (dominee), Louise Robben (juffrouw Hakkenberg), Ellen de Thouars (mevr. Van Teeng), Wim T. Schippers (lijkenwasser), Marc van Uchelen

Scenario: Theo van Gogh, naar het gelijknamige boek van Jan Wolkers uit 1965 en de verhalen 'Serpentina's petticoat' en 'Dominee met de strooien hoed'. Terug in zijn geboorteplaats Oegstgeest, gezeten aan het sterfbed van zijn vader, herinnert Jan Wolkers zich zijn jeugd die een beslissende invloed heeft gehad op zijn huidige bestaan. In het oog springen zijn litteken, veroorzaakt door een druppel lood die op zijn slaap viel; zijn heerszuchtige vader die als een aardse god zijn kinderrijk gezin naar zijn had zet; de zwakzinnige Koosje die tegen betaling in het gezin wordt opgenomen en later door de Duitsers weggehaald; zijn moeder die met een subtiele mimiek Jan beschermt tegen de rest van de wereld; oom Louis, de dominee en Serpentina, het liefje van zijn broer Peter, aan wiens vroege dood hij meent schuldig te zijn. Naarmate de dood van zijn broer Peter zich opdringt in zijn herinnering, nadert ook de vader van Jan zijn einde. Diens dood valt vrijwel samen met lucide herinneringen aan Peters dood. Muziek: Rainer Hensel. Pers was enthousiast. Jan Wolkers noemde de film 'van begin tot einde briljant' en 'een torenhoge uitschieter boven alles wat er de laatste jaren in Nederland verfilmd is'. Bij het publiek viel de film in minder goede aarde.
Première: 9 april 1987
K-95 minuten

VAN GELUK GESPROKEN
ook: COUNT YOUR BLESSINGS
Pieter Verhoeff

met: Mirjam Sternheim (Martje Wilbrink), Peter Tuinman (Leo de Zeeuw), Geert de Jong (Rosa Leroy), Marijke Veugelers (Karin de Bruin), Michiel Romeyn (Harrie de Bruin), Loudi Nijhoff (moeder Kalk), Aart Lamberts (Wouter Kalk), Gerard Thoolen (Sjef), Olga Zuiderhoek (Barbara), Arend Jan Heerma van Voss (Thomas Wilbrink), Sylvia Holstijn (Veronica), Don Duyns (Martijn Wilbrink), Kees Prins (quizmaster), Hans van Toorenburg (barkeeper), Anton Haakman (professor), Jennifer van Kuyk (Jennifer), Tania Landburg (Chantal), Anke van 't Hof (Geesje), Paul Stolk (psychiater), Han Reiziger (buurman), Jannie Baay (koningin Beatrix)

Scenario van Jean van de Velde en Pieter Verhoeff naar de roman van Marijke Höweler (1982). Gedurende een jaar, tussen Kerst en Kerst, worden de levens van verschillende mensen in een typisch Amsterdams huis gevolgd. In dat jaar raken de levens van de bewoners in elkaar verstrengeld. Op de bovenste verdieping van het huis woont Karin met haar twee dochters uit een vorige relatie en haar vriend, de werkloze metselaar Harrie. Daaronder wonen broer en zus Wilbrink, kinderen van de huiseigenaar. Martje en Martijn zijn studenten uit de gegoede intellectuele kringen. Beneden woont Wouter, een simpele ziel en vrijgezel. Vlak voor Kerst haalt Wouter zijn dementerende moeder uit de inrichting en breng haar onder in zijn huis. Martje komt net van college af, waar ze heeft geleerd dat een resusaapje dat geen moederliefde heeft gekend, zelf ook niet in staat is moederliefde te geven. Ook Karin komt net thuis met haar twee dochters. Allemaal komen ze samen bij de voordeur en op de slechtverlichte trap die de drie verdiepingen, de drie levens en de drie verschillende milieus met elkaar verbindt. Allemaal zijn ze op zoek naar een sprankje geluk. Na een schokkend avontuur op weg naar haar vader in Italië om daar Kerstmis te vieren, is Martje niet alleen hevig verliefd, maar ook zwanger geworden. 'Oom' Leo wil echter niets van zijn daden weten. Terug in Amsterdam raakt Martje in een crisis en lijkt ze hetzelfde lot beschoren als haar moeder, die nooit meer uit een krankzinnigeninstituut is gekomen. Als Martje leeggehuild en trillend als een natgeregend katje onderaan de trap in de hal schuilt voor de regen, komt Karin binnen. Ze is net bij de deur van Wouter Kalk aangekomen als het vervloekte licht weer uitgaat. Martje doet het voor haar aan. Door het oponthoud ruikt Karin de lucht die uit Wouters appartement komt; zijn moeder is een tijdje geleden overleden en sindsdien is hij niet meer buiten de deur gezien. 'Wat een stank', zegt Karin. 'Woon je op één trap en de één weet van de ander niet wat hij doormaakt'. Muziek: Cees Bijlstra. Opgenomen in Amsterdam (o.a. op de Vrije Universiteit). Gouden Kalf voor Marijke Veugelers (beste actrice), Michiel Romeyn (beste acteur) en Pieter Verhoeff (beste regie) tijdens de Nederlandse Filmdagen 1988. Michiel Romeijn over zijn Gouden kalf in 'HP/de Tijd' d.d. 17 september 1999: 'Ik zat in de WW toen ik in VAN GELUK GESPROKEN speelde. Toen kreeg ik het Gouden Kalf voor beste acteur en dacht: nu gaat de wereld voor me open. Maar een dag erna kon ik weer naar het GAK. Ik vond het wel erg eervol, maar snapte eigenlijk niet waarom ze mij dat Kalf hadden gegeven. De andere genomineerden waren Gerard Thoolen en Joop Admiraal, toch niet van de straat. Misschien wilden ze de spot zetten op een debutatnt'. De film werd zeer goed ontvangen.
Première: 19 november 1987
K-100 minuten

VROEGER IS DOOD
ook: BYGONES
Ine Schenkkan

met: Jasperina de Jong (Inez), Elisabeth Hooymans (moeder), Max Croiset (vader), Eline de Meyer (kleine Inez), Mark de Graaf (Felix), Wendy Bushnell (Linda), Huib Rooymans (Hans), Dolf de Vries (Johan), Mies de Heer (Else), Ruud Westerkamp (Maarten), Liliane Kuiper (Denise), Rens Schenkkan (kleine Johan), Gerda Havertong (Surinaamse zuster), Mattheo Verhaert (broeder Mattheo), Hiske van der Linden (zuster), Truus Dekker (moeder overste), Pierre Bokma (psychiater), Olaf Malmberg (SS'er), Jan Willem Sterneberg (glazenwasser), Beppie Melissen (mevrouw Van Vliet), Ingeborg Elsevier (pensionhoudster), zozos Kanitsis (Griekse jongen), Ellis van den Brink, Nancy Geyskens (zusters kliniek), Els Reitsma (EEG zuster), Joe Raphael (dirigent schoolorkest), James Cohen Stuart (cycloop), leerlingen van gymnasium Haganum te 's Gravenhage (voorstelling Odysseus), Martin Schwab

Debuutfilm van Ine Schenkkan (scenario en regie), gebaseerd op het boek van Inez van Dullemen uit 1976, over een schrijfster die de dementie van haar vader en de dood van beide ouders moet verwerken. Inez van Dullemen, dochter van een procureur-generaal en zelf moeder van twee kinderen in de puberteit, schrijft een boek kort na het overlijden van haar moeder en vader. Het schrijven is haar vormgeving van het rouwproces dat flarden uit haar jeugd terugroept en uit de intensieve periode waarin ze werd geconfronteerd met dhet sterven van haar ouders. De jeugdbeelden hebben te maken met haar vader: samen schaatsen -waarbij hij haar van de verdrinkingsdood redt-, voorgelezen worden uit de boeken van Homerus, hem opzoeken op zijn werk. De terugblik op de sterfperiode laat zien hoe haar ouders weigeren 'verkast' te worden; haar vader wordt niettemin opgenomen vanwege een groeiende dementie; ook haar moeder -een zelfstandige vrouw- ontloopt haar lot niet: eerst een pension, daarna een ziekenhuis waar ze, na een tijdje in coma te hebben gelegen, sterft. Korte tijd later sterft ook haar vader, waarna Inez en haar twee broers de erfenis verdelen. Haar zoontje treedt op als Odysseus in een schooltoneelvoorstelling. Muziek: Simon Burgers. Camera: Goert Giltay. Geluid: Peter Flamman. Art direction: Freek Biesiot. Kleding: Yan Tax. Montage: Jorge Hoogland. Opnamen in Nederland en Griekenland. Twee Gouden Kalveren; één voor Jasperina de Jong en één voor de beste film. Hoogste onderscheiding op het internationale filmfestival Plovdiv in Hongarije. Uitgezonden op televisie op woensdag 6 april 1988 bij de NOS.
Première: 29 januari 1987
K-90 minuten

ZJOEK: DE KUNST VAN HET VERGETEN
Erik van Zuylen

met: Hans Dagelet (Solomon S.), Felix-Jan Kuypers (Ljova Z.), Guusje van Tilborgh (Olga), Rudolf Lucieer (A.R. Luria), Herman Naber (welzijnsofficier), Anke Lankzeyer (zangeres), Dorijn Curvers (zuster Tatjana), Maarten Wansink (Pjotr), Betty Aardewerk (moeder S.), Gerard Stigter (vader S.), Coby Stunnenberg (moeder Z.), Tamar Baruch (Zjenja), Hannie Scherpenzeel (Tamara)

Scenario: Erik van Zuylen, gebaseerd op 'The mind of a mnemonist' en 'The man with a shattered world' van de Russische neuroloog-psycholoog Alexander B. Luria. In 'The mind of a mnemonist' beschrijft Luria het geval van een man met een absoluut geheugen. Deze Solomon S. herinnert zich gebeurtenissen van twintig jaar geleden net zo scherp als die van de vorige dag. Zijn brein slaat alles op, zonder uitzondering, ook de zaken die hij liever vergeet. Om te leren vergeten, schrijft hij de gebeurtenissen op en verbrandt hij de aantekeningen. 'The man with a shattered world' gaat over de jonge soldaat Ljova Zasetsky, die in het voorjaar van 1943 door een granaatscherf aan het hoofd werd verwond. Door hersenletsel is hij niet meer in staat om indrukken tot één geheel samen te voegen. Zijn wereld valt uiteen in fragmenten. Hij kan niets onthouden en moet via een bepaald systeem opnieuw leren spreken, lezen en schrijven. Olga, de therapeute van Ljova, wijst hem erop dat zijn hand meer weet dan zijn hoofd. In de film is het personage van Ljova opgesplitst in twee figuren: het ene Ljova Z., is de stamelende idioot met een scheef hoofd en de stomme grijns die de wereld ziet, het andere Zasetsky, verwoordt wat Ljova Z. ondergaat door het zelfgeschreven levensverhaal. Het resultaat kan hij zelf niet lezen, omdat hij de eerste letters van een woord al is vergeten als hij bij de laatste is aangekomen. Olga is de verbindende factor tussen de twee hoofdpersonen. Olga is geïntigreerd door Solomon. Hoewel Solomon grote moeite heeft met abstract denken, weet Olga een onuitwisbare indruk bij Solomon achter te laten. Niet door een zoen, zoals ze zelf graag zou hebben gewild, maar door de moedervlek achter haar oor te tonen: een 'zjoek'. Zjoek is het Russische woord voor 'kever' , maar het staat ook voor de angst van een kind voor het donker en de angst voor geheugenverlies. Muziek: Henk Hofstede. Art direction: Jan Roelofs en Ben van Os. De film is opgenomen in de buurt van Wassenaar. O.a. bij Landhuis 'Rust en Vreugd'. De pers was verrast door deze film en verdeeld over de kwaliteit ervan. L.J. Jordaanprijs 1987; Cor Koppies, de distributeur van de film, zat in de jury van deze jaarlijkse film/videoprijs van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst.
Première: 22 oktober 1987
ZW-90 minuten

ZOEKEN NAAR EILEEN
Rudolf van den Berg

met: Thom Hoffman (Philip de Wit), Lysette Anthony (Marian Faber/Eileen W.), Marijke Veugelers (stem van Marian Faber/Eileen W.), John van Dreelen (Philips vader), Kenneth Herdigein (Geoffrey), Hans Kemna (Henk Faber), John Landwehr (veilingmeester), Maan Leo (Ginny, Eileens baby), Simon Vinkenoog (belager Eileen), Monique Klemann (Donna), Coby Timp (toiletjuffrouw), Jill Shand (Oona de hoer), Celia van den Boogert (pensionhoudster), Ellen de Thouars (haar schoonmoeder), Gary Whelan (Marc Nolan), Rolf Leenders (kale Bob), Tamar Baruch, Connie Postel, Manouk van der Meulen (hoertjes), Leen Jongewaard (politieagent)

Scenario: Leon de Winter en Rudolf van den Berg, naar het boek 'Zoeken naar Eileen W.' van Leon de Winter uit 1981. De jonge architect Philip de Wit raakt volledig van slag als zijn vriendin Marian bij een auto-ongeval omkomt. Zijn vader en schoonvader weten net op tijd een zelfmoord te verhinderen. Philip zet haar boekhandel voort; op een dag, een jaar later, loopt daar het Engels sprekende meisje Eileen met een kindje binnen, die hem om een exemplaar van 'Tristan en Isolde' vraagt. De vrouw, Eileen, lijkt sprekend op Marjan. Philip twijfelt aan zijn verstand, maar gaat haar toch achterna. Ze blijkt een Ierse te zijn, maar meer wil ze niet kwijt. De gedachte aan Eileen laat Philip echter niet los. Ze is inmiddels spoorloos verdwenen en Philip zoekt haar overal. Hij komt in contact met Marc, de man van Eileen, die haar al maanden zoekt. Langzamerhand wordt het mysterie rond Eileen opgelost: ze is een katholieke Ierse die omging met de protestante Kevin. Nadat ze van hem zwanger was geworden trouwde ze om dit feit te verbergen met haar baas Marc. Na de geboorte van haar baby hield ze het echter niet meer uit en vluchtte ze naar Nederland, op zoek naar de inmiddels verslaafd geraakte Kevin. Philip kan de aggressieve Marc met moeite bij Eileen vandaan houden en wanneer ze Kevin gevonden heeft blijkt hij vermoord te zijn door een drugdealer bij wie hij in het krijt stond. Twee jaar later heeft Philip -mede dankzij zijn ontmoeting met de inmiddels verdwenen Eileen- het leed van de dood van zijn vrouw verwerkt. Hij heeft zijn architectenbaan weer opgevat en gaat een oud landhuis restaureren. In het landhuis ontmoet hij opnieuw Eileen, die er als kindermeisje werkt. Ze staan nu als nieuwe mensen, los van het verleden tegenover elkaar en niets staat hun liefde in de weg. Muziek: Boudewijn Tarenskeen. Song: 'How can we hang on to a dream' door Tim Hardin. Cannon zou de film wereldwijd distribueren, maar onder druk van Israël is dat alleen tot Nederland beperkt gebleven, omdat Rudolf van den Berg twee documentaires -DE PLAATS VAN DE VREEMDELING en STRANGER AT HOME- had gemaakt, waarin hij het voor de Palestijnen had opgenomen. Pers en publiek waren over het algemeen wel te spreken over de film.
Première: 24 september 1987
K-109 minuten


1988

AMSTERDAMNED
ook: VERFLUCHTES AMSTERDAM
Dick Maas

met: Huub Stapel (inspecteur van politie Eric Visser), Monique van de Ven (Laura), Wim Zomer (John), Serge-Henri Valcke (assistent inspecteur van politie Vermeer), Hidde Maas (Ruysdael), Tanneke Hartzuiker (brigadier Potter), Lou Landré (chef), Tatum Dagelet (Anneke), Edwin Bakker (Willy); Pieter Lutz (schipper), Barbara Martijn (prostituée), Door van Boekel (Breitner), Simone Ettekoven (heilsoldate), Koos van der Knaap (milieudeskundige 1), Pieter Loef (milieudeskundige 2), Paul van Soest (beheerder), Jules Croiset (burgemeester), Helmert Woudenberg (hoofdcommissaris), G.H. van Essen (truckbestuurder), Bert Luppes (maat van truckbestuurder), Lettie Oosthoek (baglady), Jaap Stobbe (taxichauffeur), Hans Dagelet (verdachte), Bert Haanstra (dirigent), Louise Ruys (huishoudster), Inge Ipenburg (gids op grachtenboot), Roelant Radier (patholoog anatoom), Leontine Ruiters (vrouw in bootje/serveerster), Don Duyns (jongen op boot), Hans Beyer (man stadsreiniging),Freark Smink (dokter) Myra de Vries (verpleegster), Jan van Eijndthoven (winkelier), Leonie de Laat (winkelmeisje), Lars Boom (politieagent bij heilsoldate 1), Tjerk Risselada (politieagent bij heilsoldate 2), Jan Winter (politieagent te water), Huub Goedegebuure (agent rijkspolitie), Frank Brouwer (politieagent), Flip Filz (jonge agent), René Lobo (oudere agent), Franklin Salanous (bestuurder politiewagen), Jan de Koning (Tinus), Eric Kuit (Man met hond), Leo Straus (portier ziekenhuis), Marien Jongewaard (jongen in gastenverblijf), Frits Jansma (bewaker), Paco García Fernández (Mexicaanse gitaarspeler), Simon van Collem (man op waterfiets), Inge Beekman (vrouw op waterfiets); en vele anderen (uncredited): Laurens Geels (dokter), Ko van den Bosch (Taxibestuurder), Hiromi Tojo (Japanner), Victor Tiebosch (officier van justitie), Lilian van Everdingen (collega prostitutée 1), Silvia Weve (collega prostituée 2), Moa Borm (junk), F.S. Tsjm (Chinese kok 1), Kiew San Cheng (Chinese kok 2)

Scenario: Dick Maas. Een prostituée wordt uit een taxi gesmeten, omdat ze de chauffeur niet zijn zin geeft. Terwijl ze vlak bij een Amsterdamse gracht haar spulletjes bij elkaar zoekt, wordt ze het water ingesleurd. De volgende morgen hangt haar lijk aan één van de bruggen. Inspecteur Eric Visser wordt met het onderzoek belast. Kort na elkaar vallen er meer doden. De slachtoffers verdwijnen, net als het eerste, in het water en worden gruwelijk verminkt. Eric leert tijdens het onderzoek Laura kennen. Zij is in therapie bij psychiater Ruysdael en deze schijnt op de een of andere manier bij de moorden betrokken te zijn. Wanneer men de vermoedelijke, in een duikerspak gehulde dader in de val meent te hebben, weet deze met een speedboot te ontsnappen. Er volgt een woeste achtervolging die geen resultaat oplevert. Laura vindt bij een bezoek aan Ruysdael attributen die onmiskenbaar van de dader afkomstig zijn en is ervan overtuigd dat de psychiater de afschuwelijke moorden op zijn geweten heeft. Zij weet Ruysdael te overweldigen maar wordt daarna bijna het slachtoffer van de werkelijke dader: een man die bij een ongeluk met vaten gif niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk verminkt is. Muziek: Dick Maas. Titelsong door Loïs Lane. De Golden Earring had voor de film ook een song geschreven, maar Dick Maas koos voor 'Amsterdamned' van Loïs Lane. Gastrolletjes voor Simon van Collem en Bert Haanstra. Inge Beekman is de moeder van Dick Maas. Een gedeelte van de grachtenscènes werd niet in Amsterdam, maar in Utrecht gefilmd. De stunt van de film is die van de vliegende speedboot. Om niet in aanvaring te komen met Bert Haanstra en een fanfare-orkest, schiet Huub Stapel via een woonboot over een brug. De stunt werd gedaan door Dickey Beer. De opnamen vonden plaats in drie fases. Eerst werd het stuk gedraaid waarin de boot komt aanvaren en op een woonark beland. Vanaf die woonark als schans schiet hij een brug op waar hij in een stapel dozen terechtkomt. Een stukje verderop wordt hij vervolgens door een hogedrukkanon weggeschoten. Dat is een apparaat waar de boot overheen wordt geschoven, er wordt een kraan opengedraaid en de boot wordt met stikstof weggeschoten over een rails. Hij land in het water en stuift verder. De opnames van de speedbootachtervolging vonden plaats in Utrecht en namen vier weken in beslag. Kosten film: 4,2 miljoen gulden. Nummer 3 over 1988, 971.027 bezoekers in Nederland. De film werd aan talloze landen verkocht en ging met 400 kopieën uit in de Verenigde Staten. Door het succes van FLODDER en AMSTERDAMNED was Dick Maas (samen met Laurens Geels) in staat om de filmstudio 'First Floor Features' te realiseren. Zaterdag 16 maart 1991 werd de filmstudio in Almere geopend.
Première: 11 februari 1988
K-105 minuten

DORST
Willy Breebaart

met: Alexander van Heteren (Peter), Carla Hardy (Nanny), Gijs Scholten van Aschat (Harry), Sylvia Millecam (Linda), Pollo Hamburger (Ben), Lieneke le Roux (Karin), Henk Strijbos (Wim), Jet Remmerts de Vries (Katrien), Evert Holtzer (Karel), Tessa du Mee (stagiaire krant), Marja Koppejan (vrouw in café), Bertus Botterman (Jacques), Johan Ooms (eigenaar schoenenwinkel), Alistair Maclean (Streep), Eric van Sauers (kelner), Paul Meijer (sombere man), Feliks Arons (verpleger), Rik Hoogendoorn (portier kliniek), Paul van der Lek (heer in bar), Wilbert Gieske (man in café)

Scenario van Willy Breebaart en Rogier Proper. Peter, een jonge journalist, is een dopingaffaire in de draf- en rensport op het spoor. Hij wil daarover publiceren, maar het werk vlot niet erg, omdat hij steeds zodra hij achter de schrijfmachine zit naar de fles grijpt. De alcohol is er ook de oorzaak van dat hij voortdurend afspraakjes vergeet die hij met Nanny, zijn min of meer vaste vriendin, maakt. Peters vriend en collega, Harry, tracht hem tevergeefs van de drank af te houden en neemt hem tevens in bescherming tegenover Ben, de hoofdredacteur, die zich afvraagt waar dat beloofde stuk blijft. Linda, de vrouw van Ben, is een oude bekende van Peter en uitgerekend met haar duikt hij een hotel in en stort zich in een dagenlang durende drank- en sexorgie. Wanneer Linda weer naar huis is, wordt Peter door Harry naar een ontwenningskliniek gebracht. Na een kort verblijf loopt hij weg met het vaste voornemen de fles voortaan te laten staan. Hij maakt zijn artikel af en vraagt Nanny ten huwelijk. Zij wil daar eerst eens over nadenken en verzoekt Peter haar voorlopig met rust te laten. Wanneer Peter en Harry samen aan de Spa en tomatensap zitten kan Peter, wanneer Harry even weg moet, de verleiding niet weerstaan om toch maar weer eens een pilsje te pakken. Muziek: Boudewijn Tarenskeen. Camera: Jules van den Steenhoven. Licht: Daaf van der Veen. Geluid: Lukas Boeke. Art direction: Harry Ammerlaan. Kleding: Els Mes. Montage: Rob van Steensel. Tweede regie assistent: Paula van der Oest. Producent: Olga Madsen. Co-producent: NOS Televisie. Opgenomen in Amsterdam (Montessori school Maas & Waal, Rembrandtplein en omgeving). Met dank aan Draf- en Renbaan Limburg en het Schiller Crest hotel. Bij een bioscoop die gepasseerd wordt hangt een affiche van LA FEMME DE MA VIE, een film van Régis Wargnier die ook over drankmisbruik gaat. Expres opgehangen, want de film heeft nooit in die bioscoop gedraaid. Debuutfilm voor de dan 51-jarige Willy Breebaart, die op dat moment al 25 jaar in de film werkt. Eerst deed ze script en continuity, later regie-assistentie. De gebeurtenissen in DORST zijn niet autobiografisch, hoewel Willy wel een verhouding had op haar vijfentwintigste met een man die aan de drank verslaafd was. De film speelde tegen een zomers décor, hoewel de opnamen geteisterd werden door regen. Willy Breebaart koos Alexander van Heteren, omdat hij iets on-Hollands had. Zij had hem zien spelen bij het Publiekstheater. De krantenscènes werden gedraaid op de burelen van ‘de Volkskrant’. Persreacties: Frans Kotterer in ‘Het Parool’ d.d. 9 maart 1988: “(…) tamelijk bleke debuut van Willy Breebaart. (…) een beetje saai. Alexander van Heteren is als beroepsdrankorgel niet echt overtuigend en als journalist al helemaal niet. (…) een oude Hollandse kwaal de kop weer eens opsteekt: onverstaanbaarheid. Je kan niet zeggen dat Breebaart in haar eerste film heeft gefaald, noch kan je zeggen dat ze haar onmisbaarheid als regisseuse heeft bewezen. Eigenlijk valt er niet zoveel te zeggen over DORST.” ‘Algemeen Dagblad’ d.d. 10 maart 1988: “Jammer alleen dat de film zo weinig betrokkenheid oproept. Willy Breebaart heeft de belevingswereld van een alcoholist wel zichtbaar, maar niet voelbaar gemaakt. Helemaal overtuigen doet de film daarom niet. DORST is een sympathiek debuut, niet meer dan dat. Een in visueel opzicht ‘kleine’ film bovendien, die niet echt om een groot bioscoopdoek vraagt en die beter op televisie tot zijn recht zou zijn gekomen.” Hans Kroon in ‘Trouw’ d.d. 10 maart 1988: “Dat DORST een speelfilm genoemd wordt, is verre van juist. Het is veeleer een als speelfilm vermomde voorlichtingsfilm. (…) Al even voorspelbaar, doods en slaapverwekkend als het verhaaltje is de vormgeving van DORST. Dat Breebaart het vak leerde in de film- en vooral tv-studio’s is doorlopend zonneklaar. Als in zovele docudrama’s uit Hollands tv-fabrieken waan je je in haar film doorlopend in de toonkamers van Ikea en de reisgidsen van Neckermann. (…) bij vergissing niet op de buis maar op het witte doek wordt vertoond. Het enige lichtpuntje dat er in te ontdekken valt is het ingetogen spel van bijna alle acteurs. Bijna alle, want Sylvia Millecam is weer eens een ramp. Dat mens blijft maar denken dat acteren hetzelfde is als je letterlijk bloter dan bloot geven.” Hans Beerekamp in ‘NRC Handelsblad’ d.d. 10 maart 1988: “In de ogen van de bekwaam maar ongeïnspireerd spelende acteurs valt zelden wanhoop, woede, teleurstelling, pret of ironie te ontdekken. Het moment dat Sylvia Millecam aan de telefoon oprecht ontgoocheld kijkt, wanneer Peter haar al bijna vergeten blijkt te zijn, is in al zijn clichématigheid een hoogtepunt van authenticiteit. (…) Gebrek aan karakter, is misschien de beste diagnose van zowel de film als de hoofdpersoon.” Peter van Bueren in ‘de Volkskrant’ d.d. 10 maart 1988: “(…) Het drama is zo sober in beeld gebracht dat er van drama nauwelijks sprake is. (…) Na een uur heb je het gevoel dat de film nog steeds niet is begonnen. De scènes hebben geen enkele spanning en zijn geen moment interessant. (…) De buitengewoon slappe televisieserie Medisch Centrum West is twintig keer zo opwindend. Deze film over alcohol, over de ‘vicieuze cirkel van een dronkemansbestaan’ is een misvatting. Hij had net zo goed kunnen heten Lust je nog peultjes?” Pieter van Lierop in ‘Utrechts Nieuwsblad’ d.d. 10 maart 1988: “Je maakt het niet vaak mee, een speelfilmdebuut waaraan eigenlijk helemaal n i e t s interessants valt op te merken. Zoiets evenwel doet zich thans voor met DORST (…) Hoofdprobleem van het DORST-verhaal is dat er iets fundamenteels mis is met de introductie van het hoofdpersonage, of meer nog met het moment waarop hij wordt geïntroduceerd. Als we Peters leven binnen worden gevoerd, is daar de hele boel al gaan schuiven (…) De dialogen zijn akelig kunstmatig (…) De vormgeving is karakterloos, de camera-regie, de atmosfeer van de fotografie, de muziek, de totale aankleding, ze weerspiegelen visie noch stijl. (…) Deze film waarschuwt dan toevallig tegen alcohol, ziet eruit als een opdrachtfilm, maar het is niet eens een opdrachtfilm. 25 jaar zat Willy Breebaart al in het filmvak voor er een eerste lange speelfilm uit is gekomen. Op basis van DORST zou het niemand hoeven spijten als Breebaarts volgende lange speelfilm andermaal 25 jaar op zich laat wachten.” Ab van Ieperen in ‘Vrij Nederland’ d.d. 19 maart 1988: “Alexanderen van Heteren is een acteur die er aangenaam uitziet, en hij speelt zijn rol tegen de klippen op met respectabele lichtheid, maar het scenario schildert hem af als zo’n totale hufter dat zijn charme voor andere personages in de film nergens aannemelijk wordt. Het heeft er bijna de schijn van dat Breebaart als coscenarioschrijfster dermate weerzin jegens haar hoofdpersoon had dat ze haar acteur én zichzelf als regisseuse vrijwel kansloos maakte. (…) Carla Hardy als de vriendin krijgt zo mogelijk nóg minder contour. (…) Sylvia Millecam, in een verder volstrekt potsierlijke rol (…) Het is allemaal zo probleem- en daardoor spanningsloos, dat de aandacht verschuift naar een derde hoofdpersoon (…) Gijs van Scholten Aschat heeft een intrigerende présence op het doek die ook helpt, maar het vermoeden dat er bij hem meer speelt dan alleen zijn schuldig verleden houdt een film lang de interesse voor hem gaande, al blijft de toeschouwer ook daarmee danig in de kou staan.”
Première: 10 maart 1988
K-87 minuten

DROWNING BY NUMBERS
Peter Greenaway

met: Joan Plowright (Cissie Colpitts 1), Juliet Stevenson (Cissie Colpitts 2), Joely Richardson (Cissie Colpitts 3), Bernard Hill (Henry Madgett), Jason Edwards (Smut), Bryan Pringle (Jake), Trevor Cooper (Hardy), David Morrissey (Bellamy), John Rogan (Gregory), Paul Mooney (Teigan), Jane Gurnett (Nancy), Kenny Ireland (Jonah Bognor), Michael Percival (Moses Bognor), Joanna Dickens (Mrs. Hardy), Janine Duvitski (Marina Bellamy), Michael Fitzgerald (Mr. 70 Van Dyke), Edward Tudor Pole (Mr. 71 Van Dyke), Natalie Morse (The Skipping Girl), Arthur Spreckley (Sid the Gravedigger), Ian Talbot (The Police Detective), Roderic Leigh (The Policeman), Vanni Corbellini (The Hare), Jose Berg (Skipping Girl's Mother)

Brits-Nederlandse coproduktie. Scenario: Peter Greenaway. Oma, moeder en dochter, alle drie Cissie Colpitts geheten, verdrinken ieder hun echtgenoot en verleiden een pathaloog-anatoom om de feiten te vervalsen. Een film vol met getallen en wiskundige constructies. Muziek: Michael Nyman. Camera: Sacha Vierny. Producenten: Kees Kasander, Denis Wigman (Allarts) voor Film Four International/Elsevier/Vendex Film i.s.m. VPRO Televisie/NOS. In Cannes bekroond met een prijs voor de beste artistieke bijdrage.
Première: 22 september 1988
K-119 minuten

HERSENSCHIMMEN
Heddy Honigmann

met: Joop Admiraal (Maarten Klein), Marja Kok (Vera Klein), Melanie Douane (Phil Taylor), Rick Collins (Philip), Lionel Douchette (dr. Eardly), Robert Dodds (William), Catherine ten Bruggencate (Sylvie), Inge Marit van der Wal (Lotje), Peer Mascini (Karl Simic), Catherine Kuhn (barmaid bowling), Maria Oerlemans (school teacher), Max MacDonald (Montpellier), Carol Bloom, Jennifer Hunt (nurses), Chris de Vries (Maartens vader), Saša Spanjerberg (Maartens moeder), Anne Kloppenburg Pyle (kleine Maarten), Stefan van de Staak

Nederlands-Canadese co-produktie. Scenario: Heddy Honigmann, Otakar Votoçek, naar het boek van J. Bernlef uit 1984. Maarten Klein is twintig jaar geleden met zijn vrouw Vera naar Canada geëmigreerd en vier jaar geleden gepensioneerd als directie-secretaris. Nu wonen ze in een alleenstaand huis op een witte sneeuwvlakte. Langzaamaan merkt Maarten hoe zijn herinneringen hem ontglippen, hoe hij elk gevoel voor tijd en ruimte begint kwijt te raken en hoe hij niet meer weet dat hij zijn meest intieme gedachten hardop uitspreekt. Vera doet haar best hem te begrijpen, maar slaagt hierin nauwelijks. Het dementieproces verloopt steeds sneller en het onderscheid tussen heden en verleden vervaagt steeds meer: soms lijkt de nieuwe dag een kantoordag, die hij -als in het verleden- dan ook letterlijk zo invult; steeds niet begrijpend noch herkennend wie hij tegenover zich ziet. Uiteindelijk wordt Maarten opgenomen en behandeld zoals toen hij nog een kind was, met dezelfde angsten als toen hij nog een kind was: 'Ik mag niet gaan slapen. Ik zou wel willen. Maar ik mag het niet...' Muziek: composities van Joseph Haydn. De dementerende man wordt zowel sprekend als met innerlijke monologen op de geluidsband gezet, zodat we deel worden van zijn aftakelingsproces. Buitenopnamen gemaakt hartje winter in Nova Scotia - Canada. 34.620 bezoekers.
Première: 21 januari 1988
K-90 minuten

HONNEPONNETJE
ook: HONEYBUNCH
Ruud van Hemert

met: Nada van Nie (Honneponnetje), Marc Hazewinkel (Harry), Hans Man in 't Veld (Evert, vader van Honneponnetje), Marijke Merckens (Gerda, moeder van Honneponnetje), Coen Flink (Desiderius), Herbert Flack (Apollo Romansky), Nora Kretz (moeder-overste), Annette Nijder (soeur Francisca), Linda Krijgsman (soeur Petronella), Josephine Peper (soeur Magdalena), Greet Groot (soeur Theresia), Jacqueline Blom (soeur John Gielgud), Agnes van Leuven (soeur Clara), Kees Hulst (Benno), Lieneke le Roux (Sofie), Jet van der Meij (taxichauffeur), Johnny Kraaykamp jr. (tv-verslaggever), Bert Kuizenga (agent), Arthur Boni, Sacco van der Made, Martine van Os, Suze Broks, Martin Schwab

Scenario: Ruud van Hemert. Een dochter van rijke ouders wordt in het streng katholieke internaat Johanna Regina verre van de feiten van het leven gehouden. Zij ontsnapt op een kwade dag om de wijde wereld in te trekken, daartoe opgehitst door het liefdesromannetje 'Annets Liefdeszang'. De nieuwsgierige Honneponnetje veroorzaakt met haar krappe hemdje in de grote stad een chaos. De ouders van Honneponnetje hebben inmiddels het idee gekregen dat hun dochter ontvoerd is. In de stad ontmoet ze de aardige student Harry bij wie ze wel mag blijven logeren. Ze brengt hem flink in de war met al haar vragen over de liefde. De volgende dag moet Harry een tentamen afleggen en Honneponnetje ontmoet regisseur Apollo Romanski, die dol is op jonge meisjes. Zijn spelletje met haar onder de zonnebank wordt onderbroken door de aankondiging op televisie van Honneponnetjes ouders dat ze bereid zijn de ontvoerders een losgeld te betalen. Honneponnetje wil graag nog wat in de stad blijven en belt haar ouders met de vraag of ze vijfhonderd mag hebben. Dat wordt volledig verkeerd begrepen en in allerijl scharrelt men op de bank van haar vader vijfhonderdduizend gulden als losgeld bij elkaar. De bank is een complete vesting wanneer Honnepon arriveert in een taxi, waarin toevallig ook twee Arabieren zitten. Één van de Arabieren is zo aardig om de koffer even op te halen en die avond gaan Honnepon en Harry uit eten. Wanneer Harry nietsvermoedend een briefje van duizend probeert te wisselen, wordt hij gearresteerd en Honnepon wordt teruggestuurd naar het klooster. Maar Harry laat het er niet bij zitten: terwijl in de kerk de mis in volle gang is weet hij tot Honnepons kamer door te dringen en de twee bedrijven de liefde. Wanneer Honnepon haar vriendinnen vertelt hoe het was, verlaten die en masse het klooster. Muziek: Peter Schön en Ruud van Hemert. Song: 'Honneponnetje' door Ellen ten Damme. Nada van Nie, dochter van regisseur René van Nie, kreeg de hoofdrol, hoewel ze niet was geselecteerd bij de door Veronica uitgezonden verslag van de audities in Hotel Krasnapolsky. Zowel met Nada van Nie als Ellen ten Damme werd drie weken gerepeteerd, allebei met hun eigen tegenspeler om ze een echte kans te geven. Ellen was als actrice het beste volgens regisseur Ruud van Hemert, maar Nada was als karakter qua uiterlijk en uitstraling de beste. De oorspronkelijke producent stapte op en Van Hemert besloot om de film zelf te produceren met Jos van der Linden, maar dat boterde niet. De produktie liep vertraging op toen tegenspeler Kenneth Herdigein tijdens de opnamen zijn kniebanden scheurde bij een sprong van een trap. In aller ijl werd hij vervangen door Marc Hazewinkel. Opvallende 'Story'-reclame. Recensies waren slecht, de film een aardig succes. Nummer 10 over 1988, 356.851 bezoekers.
Première: 30 juni 1988
K-95 minuten

JACOBA
Joram ten Brink

met: Johan Omvlee (Salco ten Brink), Coby Omvlee (Hendrina ten Brink), Gezienus Omvlee (Jozef ten Brink), Jan Omvlee (Meijer ten Brink), Ellen Omvlee (meisje op fiets), Jurrie Omvlee (stem van Leo ten Brink)

Scenario: Joram ten Brink. Documentaire speelfilm van Joram ten Brink over de lotgevallen van zijn joodse familie, gebaseerd op documenten uit de Tweede Wereldoorlog. Het titelpersonage, Jacoba Omvlee, laat vier leden van de familie Ten Brink bij haar onderduiken nadat zij een brief had ontvangen van haar zoon Leo, die hem uit de trein gooide op weg naar Auschwitz. De familie schuilt tweeënhalf jaar op een zolder boven het winkeltje van Jacoba. Haar verhaal wordt via getuigenissen van haar kinderen in het eerste deel verteld. In het tweede deel laat men zien wat er allemaal zo bij kwam kijken voor de familie Ten Brink om zo te kunnen blijven onderduiken. Produktiemaatschappij: Studio Nieuwe Gronden, NOS tv. Camera: Goert Giltay, Philip Hering, Frederieke Jochems. Licht: Ton Peters. Montage: Ton de Graaff. Geluid: Lukas Boeke, Pjotr van Dijk, Jan van Sandwijk. Muziek: Eric Hennes. Opgenomen in Nieuw-Amsterdam en Coevorden in Drenthe. Nieuw-Amsterdam was voor de bezetting het middelpunt van een bloeiende joodse veehandel.
Première: 23 september 1988 (Nederlandse Filmdagen)/3 mei 1989 (Rialto-Amsterdam)
K-65 minuten (16 mm; geluid)

ONNO 23
Bea Reese

met: Ina van der Molen, Wally Tax, Har Smeets, Ad Fernhout, Huub van der Lubbe, Janke Dekker, Merel van Neerbos, Filip Bolluyt, Jack Monkau

Scenario: Bea Reese. Experimentele film over een depressieve, eenzame student uit het ik-tijdperk. Stapels kranten en foto's van wereldleed kenmerken de woning van een contactarmoedige geschiedenisstudent, waar getormenteerde gasten zijn verjaardag vieren. De theaterwet van 'eenheid van plaats, tijd en handeling' wordt toegepast.
Première: 26 maart 1989
K-73 minuten

PAPEGAAI, DE
Hans Hylkema

met: Ger Smit (stem van Pedro, de papegaai), Miriam de Boer (Karin van Dam), Maarten Pinxteren (Teun van Dam), Peter Tuinman (Johan van Dam), Ineke Holzhaus (Vera van Dam), Arend-Jan Heerma van Voss (generaal), Frank Groothof (Hans Tergragt), Tom Jansen (buurman), Bartho Braat (eigenaar papegaai), Tetske van Ossewaarde (Johans zus), Huib Rooymans (Johans zwager), Tom van Beek (tv-omroeper), Michiel Hennus (rector), Ed Lautenslager (stem nieuwslezer)

Nederlands-Belgische co-produktie. Scenario: Hans Hylkema. Johan van Dam zit in het verzet nadat militairen in Nederland de macht in handen hebben genomen. Evenals de geschiedenisleraar van zijn kinderen Karin en Teun, Hans Tergragt, probeert hij de mensen bewust te maken van het onrecht dat plaatsvindt. Wanneer Johan moet onderduiken begrijpt alleen zijn vrouw Vera de situatie maar geeft bij een huiszoeking geen krimp. Slechts de papegaai roept 'weg met de militairen'. Toch wordt Van Dam gevonden en in de gevangenis gezet. Ondanks martelingen houdt hij stand. Vera krijgt dan het bericht dat een actiecomité op Tyros, een Grieks eiland, politieke vluchtelingen uit Nederland wil opnemen en het gezin mag per vliegtuig vertrekken. Het viertal arriveert in een voor hen totaal vreemde omgeving. Het wonen (in een tent), de school en het eten zijn anders, terwijl ze van de taal geen woord verstaan. Karin past zich het beste aan. Twee jaar later spreekt Johan nog steeds de taal niet en moet Karin inschakelen als tolk bij een interview met de krant. Johan en enkele andere ballingen wachten echter tevergeefs omdat Karin met haar Griekse vriend in een bootje de zee op is en motorpech krijgt. Johan ontsteekt bij haar thuiskomst in woede, vooral wanneer ze verongelijkt inheemse muziek gaat draaien. Karin loopt daarop van huis weg. Ze is getuige van een aanslag op straat en bemerkt dat het slachtoffer de doodgewaande geschiedenisleraar is. Opeens begrijpt ze haar vaders verzetsdrang. Hoewel ze het leven op Tyros wel ziet zitten, biedt ze aan met haar geldige paspoort naar Nederland terug te keren. Muziek: Daniël Schell. DE PAPEGAAI wordt in de film op niet chronologische wijze verteld, terwijl de educatieve, zesdelige IKON-BRT televisieserie die lineaire structuur wel kende. Veel blijft abstract in de film. Motieven van wie dan ook worden niet gegeven, met als gevolg dat een verregaande schematisering en een aaneenschakeling van clichés is ontstaan.
Première: 18 januari 1989
K-90 minuten

SHADOWMAN
ook: SCHADUWMAN
Piotr Andreyev

met: Tom Hulce (Shadowman), Jeroen Krabbé (Theo), Manouk van der Meulen (Monique), Trudy Labij (mevrouw Wisse), Thom Hoffman (Fuchs), Karin Bloemen (Bella), Hans Hoes (Brosch), Hans Dagelet (postbode), Jasper Faber (barman), Roelant Radier (rechercheur), Vincent Lancee (politie-agent)

Scenario: Piotr Andreyev. Amsterdam in oorlogstijd. Shadowman is een angstige Poolse vluchteling die door zwarthandelaar Theo aan een onderduikadres wordt geholpen. Zijn hulpvaardigheid verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer blijkt dat het bevende scharminkel geen cent bezit. Shadowman weigert echter de zolderkast te verlaten, want de patrouilles op straat jagen hem meer angst aan dan Theo. Deze laatste is zo goed niet of hij brengt zijn onderduiker af en toe wat eten. Intussen probeert hij de benedenbuurvrouw, mevrouw Wisse, ervan te overtuigen dat er alleen maar een rat op zolder zit. Theo woont samen met Monique, een knappe jonge vrouw die hem bewondert maar die ook geschokt is door zijn cynisme. Bovendien vermoedt ze dat Theo slippertjes maakt met de blonde lellebel Bella. Monique dringt er op aan dat Theo haar aan Shadowman voorstelt. Haar medelijden met die arme jongen in zijn donkere kast is zo groot dat ze zich pardoes aan hem geeft. Mevrouw Wisse, toch al in de war nadat haar zoon aan het front gesneuveld is, wordt bang van de aanhoudende geluiden op zolder en belt de politie. Op het moment dat de agenten de kast willen open maken, springt Shadowman met een houten pistool tevoorschijn. Theo schiet hem te hulp en wordt doodgeschoten. Shadowman duikt de gracht in en verdwijnt spoorloos. Jaren later krijgt mevrouw Wisse een brief uit Amerika... Muziek: fragment 'Ase's Tod', 'Der Brautraub (Ingrid's Klage)' uit Peer Gynt (Edvard Grieg) en 'The Fosse' van Wim Mertens. Een verhaal dat volgens de regisseur niet in de tijd is afgezet, maar op de Tweede Wereldoorlog lijkt, zij het uiterst knullig; haardracht, kleding en omgeving (Amsterdammertjes) representeren een modernere tijd. Vele problemen bij de voorbereiding van de film; o.a. Kees Kasanders Allarts Productions trok zich terug en de hele produktie ging over naar Gijs Versluys' Riverside Pictures. Ook de casting leverde veel problemen op: de Britse Patsy Kensit belde vlak voor de eerste draaidag af in verband met plaatopnames. Na veel heen en weer gepraat werd toen gekozen voor de Nederlandse 'reserve' Manouk van der Meulen. Budget: 1,8 miljoen gulden. Recensies waren slecht voor deze film van de sinds 1982 in Nederland woonachtige Poolse politieke vluchteling. Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 6 oktober 1988: "Tom Hulce (...) zit de hele tijd op een zolder te lijden, zonder dat zijn ellende tot medelijden oproept. Jeroen Krabbé loopt kloek en met veel flair als de helper door het verhaal (...) Alles in de film lijkt op een aftreksel van eerdere in Amsterdam spelende oorlogsfilms. (..) Allemaal veel te gezwollen. Alles is te dik. (...) Over de vele onmogelijke details (zoals hedendaagse sigaretten en slecht gecamoufleerde auto's langs de gracht) moet maar helemaal niet gepraat worden. En liefhebbers van mooie muziek zullen ineenkrimpen bij het horen van een stukje Grieg, dat honderden keren herhaald wordt om aan te geven dat het Drama weer en steeds opnieuw een hoogtepunt beleeft. Er is eigenlijk heel weinig goeds te zeggen over deze mislukte poging de mythe van Amsterdam in oorlogstijd vorm te geven. (...)" W. Wielek-Berg in 'Trouw' van 6 oktober 1988: "Het zit stikvol belegen, uitgeslagen en beschimmelde clichés. De arme jood (...) zit van angst te snuiven, te snotteren en te snikken, maar geil is hij wel. (...)En tot slot slaat de muziek je met doofheid (...)de eerstvolgende veertig jaar wik ik geen Grieg meer horen." A.K. in 'Algemeen Dagblad' van 6 oktober 1988: "(...) ratjetoe van oorlogsleed, erotiek en overlevingsdrang (...)Rollend oorlogsmaterieel uit 1940 wordt vrolijk geparkeerd naast 'Amsterdammertjes' uit 1988. Dat is een wel heel gemakzuchtige manier om aan het door Andrejev gewenste 'onbepaalde tijdsbeeld' te komen." Joyce Roodnat in 'NRC Handelsblad' van 6 oktober 1988: "Films kunnen om uiteenlopende redenen mislukken. (...) film die nieuwsgierigheid wekt naar het oorspronkelijk scenario. Wat hebben ze erin gezien, de proudcent Gijs Versluys, de leden van de beoordelingscommissie van het Fonds voor de Nederlandse film, de afdeling drama van de AVRO-televisie? (...)vergeefs mooi gespeeld door Jeroen Krabbé (...)" Eric Koch in 'de Telegraaf'van 6 oktober 1988: "Manouk van der Meulen, opnieuw niet in de gelegenheid om iets met haar mogelijkheden te doen (...) Waarom? Dat blijft in nevelen gehuld, net zoals de reden waarom sommige personages Engels spreken en andere Nederlands. Thom Hoffman, in een onthutsend rolletje als landverrader, gooit er zelfs een paar zinnetjes Duits tegenaan. Het beoogde internationale niveau wordt er niet mee bereikt. SHADOWMAN is een pijnlijke vergissing van alle betrokkenen." In 1989 verscheen het stageverslag van Universiteit van Amsterdam-student Erik de Bruyn onder de titel 'Shadowman : Een Nederlands-Pools speelfilm-debacle : Aantekeningen van een stagiaire'.
Première: 6 oktober 1988
K-96 minuten

SPOORLOOS
ook: THE VANISHING
George Sluizer

met: Bernard-Pierre Donnadieu (Raymond Lemorne), Gène Bervoets (Rex Hofman), Johanna ter Steege (Saskia), Gwen Eckhaus (Lieneke), Bernadette le Saché (Simone Lemorne), Tania Latarjet (Denise), Lucille Glenn (Gabrielle), Roger Souza (bedrijfsleider), Caroline Appéré (cassière), Pierre Forget (boer Laurent), Didier Rousset (tv-journalist), Raphaëline (Grisèle Marzin), David Bayle (Lemorne, 16 jaar), Robert Lucibello (leraar), Doumée (dame Prisunic), Eric Jacquet (pompbediende), Aziz Djahnit (pompbediende), Linda Wise (Engelse toeriste), Ian Magilton (Engelse toerist), Mieke de Groot (Belgische toerist), Jean Grandeau (Duitse toerist), Faustine Wünsche (klein meisje), Ghislaine Gazaix (liftster), M. Martinez (cafébaas), François Guizerix (politieagent en sportcommentator)

Nederlands-Franse co-produktie naar het boek 'Het gouden ei' van Tim Krabbé (1984). Scenario van Tim Krabbé en George Sluizer. Tijdens een vakantie in Zuid-Frankrijk verdwijnt Saskia. Haar vriend Rex ziet haar voor het laatst bij het benzinestation waar ze uitstapt om wat te kopen en ondanks intensief speurwerk van de plaatselijke autoriteiten wordt haar verdwijning nooit opgelost. Elke volgende zomer brengt Rex in de Provence door in de hoop een spoor van Saskia te vinden. Hij verspreidt affiches en doet oproepen op de televisie, maar alle verkregen reacties lopen steevast op niets uit. Vier jaar na de verdwijning wordt hij in zijn woonplaats aangesproken door een Fransman. Deze zegt het lot van Saskia te kennen en belooft alles te zullen vertellen mits Rex meteen meegaat naar Zuid-Frankrijk. Verbijsterd wil Rex de man te lijf gaan, maar deze waarschuwt dat hij bij elke vorm van verzet alleen zal vertrekken zodat de jongen nooit het lot van zijn vriendin zal vernemen. Rex beseft hoezeer de man hem in zijn houdgreep heeft; zijn nieuwsgierigheid zal het altijd winnen van zijn angst en afschuw. De gedachte zo dicht bij de waarheid te staan doet hem besluiten het aanbod aan te nemen en ze vertrekken naar Frankrijk. Eenmaal bij het bewuste pompstation aangekomen slaan bij Rex de twijfels toe, maar de man herhaalt zijn dreigement. Als de jongeman vervolgens opnieuw instapt, krijgt hij een slaapmiddel toegediend met de verzekering dat hij exact Saskia's voetsporen zal volgen. Hij komt bij in een kist, veilig weggestopt onder grond in de tuin van de moordenaar wiens identiteit hij nooit zal kennen. Muziek: Hennie Vrienten. Producenten: Anne Lordon en George Sluizer. Camera: Toni Kuhn. Montage: Lin Friedman en George Sluizer. Het budget van de film was één miljoen dollar. De recensies van de film waren jubelend. Frans Kotterer in 'Het Parool' van 26 oktober 1988: "SPOORLOOS is en hele spannende en hecht in elkaar zittende film, waarin redelijk tot zeer goed (de Fransman Bernard-Pierre Donnadieu) wordt geacteerd. Sluizer heeft je van meet af aan in z'n ban en het enige verwijt dat je hem kan maken, is dat hij soms wat te veel uitlegt en wat weinig vertrouwen stelt in de opmerkingsgave van de kijker. (...) Sluizer heeft het einde zo sterk verfilmd dat je met stokkende adem toeziet en bijna meevoelt wat op het doek gebeurt. Blijven ademen dus, anders loopt het slecht af." De produktie en distributie verliepen niet zo vlekkeloos als de media-ontvangst. Preston zou de film produceren, Holland Film Releasing zou SPOORLOOS distribueren, maar beide maatschappijen werden meegesleurd door de artistieke en financiële ramp die NITWITS heette. Sluizer nam, met tegenzin, de produktie in eigen handen, samen met zijn vrouw. In allerijl een nieuwe distributeur vinden, gaf grotere problemen. Uiteindelijk werd Goedings van The Movies bereid gevonden. Deze wilde echter maar met één of twee kopieën uitkomen, terwijl Sluizers minimum op vijf of zes lag. Inmiddels had SPOORLOOS zijn wereldpremière in Montreal beleefd en was daar dusdanig positief ontvangen (o.a. door het filmvakblad 'Variety') dat Goedings alsnog op Sluizers eisen inging. Een juiste beslissing: Gouden Kalf voor de beste speelfilm en de Persprijs tijdens de Nederlandse filmdagen. Felix voor Johanna ter Steege; beste vrouwelijke bijrol. Nominatie beste Europese film. Andere prijzen: Internationaal filmfestival Brussel 1988: best screenplay, Geneve festival of Geneva 'star of tomorrow' Johanna ter Steege/award of the public 1989, Madrid International film festival-imagfic 'best actor': B.P. Donnadieu 1989, Sydney filmfestival: best film of festival 1989. In 1993 is door George Sluizer zelf, met een budget van 20 miljoen dollar, een remake gemaakt in de Verenigde Staten onder de titel THE VANISHING met Jeff Bridges -in de rol die Bernard-Pierre Donnadieu in het origineel heeft-, Kiefer Sutherland en Nancy Travis. Het zwarte einde is daarin vervangen door een happy-ending. Het verhaal zelf werd, zonder flashbacks, lineair verteld. Tim Krabbé vond de tweede verfilming een verkrachting van het originele meesterwerk. Nummer 36 over 1988, 81.103 bezoekers. Nummer 65 over 1989, 37.355 bezoekers.
Première: 27 oktober 1988
K-107 minuten

VICTIM OF THE BRAIN : A FILM ABOUT THE IDEAS OF DOUGLAS R. HOFSTADTER
Piet Hoenderdos

met: Frances Barber, Adrian Brine, Rodney Beddall, Roderic Leigh

Scenario naar het boek 'Gödel, Escher, Bach' van Douglas R. Hofstadter uit 1979. Documentaire speelfilm waarin een speurtocht wordt ondernomen naar de werking van het menselijk brein aan de hand van de opvattingen van Douglas Hofstadter. Voor het Centraal Station in Boston ontmoeten een man en een vrouw elkaar per ongeluk. Ze blijken een gemeenschappelijke belanstelling te hebben: Hofstadters ideeën. In een mengeling van fantasie en werkelijkheid volgt de film het tweetal op hun reis door Hofstadters wereld. De film tekent met een interview met Hofstadter zelf, science fiction, animaties, gespeelde en echte personen de hoofdlijnen van Hofstadters model op een weer heel andere manier dan het boek, om tenslotte uit te komen op een aarzelende verkenning van de morele aspecten van kunstmatige intelligentie. Geluid: Lucas Boeke.
Première: 6 mei 1988 (De Balie)
K-86 minuten


1989

AVONDEN, DE
ook: EVENINGS
Rudolf van den Berg

met: Thom Hoffman (Frits van Egters), Rijk de Gooyer (Frits' vader), Viviane de Muynck (Frits' moeder), Pierre Bokma (Maurits), Elja Pelgrom (Bep), Dela Maria Vaags (Pim), Jobst Schnibbe (Wim), Gijs Scholten van Aschat (Viktor), Kees Hulst (Joop Egberts), Gwen Eckhaus (Ina), Gijs de Lange (Jaap), Hilde de Mildt (Joosje), Sylvia de Leur (Stien), Leen Jongewaard (Arie), Cees van Oyen (Wening), Kees Coolen (rector), Wigbolt Kruyver (Gestapoman), Frank Sheppard (G.I.), Diane Meulbroek (droom Pim), Jannie Houweling (ouvreuse)

Scenario: Jean Ummels met dialoogadviezen van Ischa Meijer. Naar de roman van Simon van 't Reve (Gerard Reve) uit 1947. Het jaar 1946 loopt ten einde. Frits van Egters, begin twintig, woont nog bij zijn ouders in Amsterdam. Uit zijn baan in een stoffig archief put hij weinig bevrediging, maar het is vooral zijn vader die zijn bestaan grondig verknalt. Hij laat boeren en winden, schept met zijn eetlepel uit de suikerpot en is -deels door zijn doofheid- niet aanspreekbaar voor kritiek. Met zijn moeder heeft Frits een wat beter contact, al mist zij ook iedere geestelijke bevlogenheid. Haar zorgelijke, beperkte bestaan roept bij Frits een mengeling van ergernis en medelijden op. Iedere avond na het werk gaat Frits op stap. Zo bezoekt hij met zijn broer Joop en schoonzusje Ina een reünie van zijn oude HBS. Een korte ontmoeting met een oud-leerling, Wim, maakt op hem een onvermoed grote indruk. Frits legt ook bezoeken af aan vrienden, zoals Viktor en Jaap, wiens kind één jaar geworden is. Een vrolijke gast is hij niet: wanneer hij de kans krijgt, begint hij over vreselijke ziektes, aftakeling en dood. Ook mag Frits zijn vrienden graag wijzen op hun naderende of voortschrijdende kaalheid. Het is niet alleen de huiselijke situatie die zorgt voor innerlijke onvrede; Frits zit ook in de knoop met zichzelf, meer specifiek met zijn sexuele identiteit. Een aantal keren loopt hij langs de herenmodezaak waar Wim werkt, maar wel bij voorkeur als de winkel gesloten is. Op een avond vergrijpt hij zich koortsig en onbeholpen aan een oude vriendin Bep, maar als blijkt dat zij wel wil vrijen rent hij weg. In zijn dromen wordt hij achtervolgd door sexuele fantasieën waarin zowel mannen als vrouwen een rol spelen. Op een dag verneemt Frits terloops dat Wim zelfmoord heeft gepleegd. Hij is geschokt, maar laat niets blijken. De oudejaarsavond is vol tragiek. Frits' moeder dacht wijn gekocht te hebben, maar het blijkt vruchtewijn: appel-bessen. Frits wordt verscheurd door één gedachte: voor het jaar om is moet hij zijn vader wezenlijk bereiken. Dan slaat de klok twaalf. Na een nachtelijke wandeling, waarbij Frits luidop uiting geeft aan zijn gevoelens, kruipt hij in bed en droomt dat zijn ouders hem begrijpen. Muziek: Bob Zimmerman, uitgevoerd door het Metropoolorkest. Thom Hoffman beschouwt DE AVONDEN onbetwist als zijn meest geslaagde film. En dat terwijl Rudolf van den Berg eigenlijk een nog onbekende, jonge acteur wilde. Rik Hendriks, Jop de Vries, Eric Corton, Dick van den Toorn en Erik van Muiswinkel waren ook in de race geweest voor de rol van Frits van Egters. Rijk de Gooyer heeft Rudolf van den Berg zelfs opgebeld voor een rol in de film, daar 'De avonden' zijn lievelingsboek is. Opgenomen tussen 20 februari en 14 april 1989. Thom Hoffman schreef ook het boek '23 brieven aan Frits van Egters over het maken van De Avonden' (1989). Het scenario van de film is verschenen als 2e deel in de reeks 'Het Nederlands Scenario' (1990). De film is niet alleen gebaseerd op de roman, maar er is ook gebruik gemaakt van wat er na het verschijnen van het boek over de schrijver bekend is geworden. Daarnaast is de film een spanningsopbouw meegegeven rondom de vraag wat Frits zijn ouders zo graag wil, maar niet kan zeggen, waarbij wordt doorgeschemerd dat dat iets met de, van de latere Reve bekende, homoseksualiteit te maken heeft. Het affiche van de film werd gemaakt door Joost Veerkamp, zijn naam werd echter niet genoemd in de advertenties. Film werd vrij goed ontvangen, alleen de muziek van Bob Zimmerman werd slecht ontvangen ('pompeus, misplaatst en clichématig'). Gouden Kalf voor de beste speelfilm en voor Thom Hoffman (beste acteur). Beste buitenlandse film op het Houston International Film Festival 1991. Nummer 40 over 1989, 67.158 bezoekers. Nummer 54 over 1990, 57.609 bezoekers.
Première: 8 december 1989
K-122 minuten

BODA SECRETA
ook: SECRET WEDDING
Alejandro Agresti

met: Tito Haas (Fermin), Mirtha Busnelli (Tota), Sergio Poves Campos (Pipi), Nathan Pinzon (dominee), Floria Bloise (Dona Patricia), Elio Marchi (Leandro), Carlos Roffe (Merello)

Nederlands-Canadees-Argentijnse co-produktie. Scenario: Alejandro Agresti. De film opent met een naakte man, die vanuit een duistere gang van de metro naar het daglicht van de stad Buenos Aires loopt. Niet alleen zijn naakte mollige gestalte, ook zijn onwetendheid verwijst naar een geboorte. Op het het politiebureau blijkt de man, Fermin geheten, in 1976 tijdens de dictatuur verdwenen te zijn. De politieagenten lichten hem in over de nieuwe situatie. Hij krijgt op het bureau geld en kleren van een overledene en mag gaan. In de stad is het nodige veranderd in de dertien jaar van zijn miraculeuze afwezigheid, maar in het dorp op het platteland, waar hij destijds woonde, niet veel. Op het platteland zijn de sociale verhoudingen en de mentaliteit ongewijzigd gebleven. De bevolking van het dorpje illustreert dat. De pastoor en de rijkaard maken de dienst uit, twee homo's doen alsof ze broers zijn en Fermin, die zich Alberto noemt, wordt van alle kanten tegengewerkt. Tota, de vrouw met wie hij destijds zou trouwen, herkent hem niet meer. Na zijn verdwijning is ze krankzinnig geworden. Alberto vertelt haar niet wie hij eigenlijk is, maar probeert haar opnieuw voor zich te interesseren. Hij probeert de draad van zijn leven weer op te pakken, maar dat lukt niet. Tenslotte zal hij de reactionaire pastoor om het leven brengen. En Tota ziet weer haar geliefde verdwijnen. Want zij is van Alberto gaan houden, omdat hij zoveel op Fermin lijkt. Aldus herhaalt zich de geschiedenis. Muziek: Paul Michael van Brugge. Opgenomen in Argentinië, waar Agresti geboren is, maar waar hij om politieke redenen vandaan vluchtte. Spaans gesproken. Gemaakt met hulp van de Nederlandse producenten Kees Kasander en Denis Wigman, derhalve kon het gebeuren dat deze Spaans gesproken film van een Argentijnse regisseur op de Nederlandse Filmdagen uitgeroepen werd tot beste Nederlandse film.
Première: 29 september 1989
K-95 minuten

COOK THE THIEF HIS WIFE & HER LOVER, THE
ook: COOK, THE THIEF, HIS WIFE AND HER LOVER
Peter Greenaway

met: Richard Bohringer (Richard Borst), Michael Gambon (Albert Spica), Helen Mirren (Georgina Spica), Alan Howard (Michael), Tim Roth (Mitchel), Ciaran Hinds (Cory), Gary Olsen (Spangler), Ewan Stewart (Harris), Roger Ashton Griffiths (Turpin), Ron Cook (Mews), Liz Smith (Grace), Emer Gillespie (Patricia), Janet Henfrey (Alice), Arnie Breevelt (Eden), Tony Alleff (Troy), Paul Russell (Pup), Alex Kingston (Adele), Ian Sears (Phillipe), Willie Ross (Roy), Ian Dury (Terry Fitch), Diane Langton (May Fitch), Prudence Oliver (Corelle Fitch), Roger Lloyd Pack (Geoff), Bob Goody (Starkie), Peter Rush (Melter), Pauline Mayer (fish girl), Ben Stoneham (meat boy), Andy Wilson (1st dinner), John Mullis (2nd dinner), Flavia Brilli (cabaret singer), Brenda Edwards, Sophie Goodchild (dancers), Alex Fraser, Michael Clark, Gary Logan, Tim Geary, Saffron Rainey, Hywel Williams Ellis, Michael Maguire, Patricia Walters, Sue Maund, Nick Brozovic, Karrie Pagano (waiters kitchen staff)

Engels-Frans-Nederlandse co-produktie. Scenario: Peter Greenaway. Elke avond dineert Albert Spica in het luxueuze restaurant 'Le Hollandais' samen met zijn vrouw Georgina en een stel trawanten, die voor hem vuile zaakjes opknappen, waaraan hij veel geld verdient. Onder de gasten in het restaurant bevindt zich op een avond een zekere Michael, die de aandacht van Georgina trekt. De twee ontmoeten elkaar op de damestoiletten, waar ze haast op heterdaad worden betrapt door Spica. Als ze elkaar later in de keuken beminnen, stormt Spica opnieuw binnen en dankzij de chef-kok Richard kunnen ze net op tijd in een vleeswagen ontsnappen. Ze duiken onder in een boekendepot van Michael, waar ze door de chef-kok via het keukenhulpje Pup regelmatig van voedsel worden voorzien. Hun romance wordt wreed verstoord door Spica en de zijnen die hun schuilplaats hebben ontdekt. Spica laat Micheal tot stikkens toe de strot volproppen met boeken over de Franse revolutie, maar Georgina laat hij ongemoeid. Deze besluit wraak te nemen op haar man, van wie ze zich herinnert dat hij ooit heeft gezworen haar minnaar te vermoorden en op te eten. Georgina haalt Richard over om het lijk van Michael als vleesschotel op te dienen. Spica is ontzet bij het zien van dat gerecht, maar wordt onder bedreiging van Georgina's revolver gedwongen ervan te eten. Het lukt hem niet echt, en daarop schiet Georgina hem neer. Muziek: Michael Nyman. Produktie ontwerpers: Ben van Os en Jan Roelfs. Co-producent: Kees Kasander. Kostuums: Jean-Paul Gaultier. Montage: John Wilson. Make-up: Sjoerd Didden en Sara Meerman. The Cook (Richard Bohringen) heet Richard Borst. Een Fransman en eigenaar van het restaurant ‘Le Hollandais’. Aan een van de wanden hangt het schilderij ‘Maaltijd van de officieren van de Sint Jorisschutterij te Haarlem’ waarop Frans Hals in 1616 officieren van de schuttersvereniging aan een banket vereeuwigde. The Thief (Michael Gambon) heet Albert Spica. Een veertigjarige gast, die aan tafel zijn gestolen waar toont. The Wife (Helen Mirren) heet Georgina. Een vrouw die voortdurend wordt afgesnauwd door haar man Albert. The Lover (Alan Howard) heet Michael. Een zwijgzame gynaecoloog, die later boekhandelaar blijkt te zijn. Onder het eten bij Richard leest hij in ‘De vlucht naar Varenne’ en ‘De Franse revolutie’ van Pascal Astruc-Latelle. Zijn passie voor Georgina is dodelijk. De kok gedoogt de dief, omdat zijn geld hem in staat stelt de verfijnste gerechten te maken. Minstens vijf ideeën vormen de grondslag van de film: kleuren, Jacobijns theater, tafelgroeperingen, gebruik van menselijke figuren als sculpturen en eten. Kleuren en kleding spelen een belangrijke rol in The Cook, The Thief, His Wife and Her Lover. De film is strak opgebouwd rond de kleuren blauw, geel, rood en wit, die horen bij de verschillende lokaties waar de gebeurtenissen zich afspelen: het parkeerterrein, de keuken, het restaurant, de toiletten en de bibliotheek. Van de blauwe buitenlucht op de parkeerplaats en de groene keuken, tot de rode eetzaal en het witte toilet, het geel van het ziekenhuis en het goud van de bibliotheek. De kostuums werden gemaakt door de Parijse ontwerper Jean-Paul Gaultier, die al sinds 1976 een van de belangrijkste waarden in de modewereld is. De dief en zijn maten dragen het donkerrode en zwarte fluweel met kanten kraag van de zeventiende eeuwse Hollandse koopman, zoals die te zien is op de schuttersstukken. Het bedienend personeel draagt rood fluweel. Opvallend bij de kleding is dat de kleding verandert als het personage zich naar een ander terrein begeeft; hierbij wordt de continuïteit doelbewust losgelaten. Greenaway zegt dat hij zich bij het maken van de film sterk heeft laten beïnvloeden door het Jacobijns theater, waarin een grote rol is weggelegd voor erotiek en geweld, en dan vooral de lichamelijke kanten daarvan. Ook kunstenaars als Jarry, Artaud, Bataille en Bunuel dienden als voorbeeld. Kees Kasander produceerde de film, Denis Wigman, Pascale Dauman en Daniel Toscan du Plantier co-produceerden. Kees Kasander werkt sinds 1978 in de Nederlandse filmwereld. Hij begon als hoofd van de distributiemaatschappij Film International, dat ook het International Filmfestival Rotterdam organiseerde. Van 1982 tot en met 1985 was Kees Kasander de officiële producent van dat festival. Kees Kasander ontmoette Peter Greenaway voor het eerst op het filmfestival van Edinburgh in 1982. Daar werd THE DRAUGHTSMAN’S CONTRACT vertoond. Kees nodigde Greenaway uit voor het filmfestival in Rotterdam en daar ontstonden de plannen om samen te werken. A ZED AND TWO NOUGHTS was daarvan het eerste resultaat. Na DROWNING BY NUMBERS was THE COOK, THE THIEF, HIS WIFE AND HER LOVER de derde gezamenlijke film. De opnamen vonden plaats tussen februari en april 1989 in de Goldcrest Elstree Studios in Engeland. De muziek bestaat uit composities van de Brit Michael Nyman (Londen, 23 maart 1944). Het camerawerk in cinemascope is van de hand van de Fransman Sacha Vierney. De Nederlandse bijdrage bestaat naast co-producenten Kasander en Wigman onder andere uit de production designers Ben van Os en Jan Roelfs, acteur Arnie Breevelt, first assistant director Gerrit Martijn en, electrician Piotr Kukla. Zij starten hun samenwerking in de filmindustrie in 1983. De Engelse acteur Michael Gambon was in 1989 vooral bekend onder de tv-kijkers van The Singing Detective, waarin hij de hoofdrol speelde. De Franse acteur Richard Bohringer speelde eerder in DIVA (1981) van Jean-Jacques Beineix en LE GRAND CHEMIN van Jean-Loup Hubert (1986). De Engelse actrice Helen Mirren speelde in vele toneelstukken en films; waaronder MOSQUITO COAST (1984). De Britse acteur Alan Howard speelde vooral vele rollen op het toneel met de Royal Shakespeare Company. Peter van Bueren in ‘de Volkskrant’ van 23 november 1989: “Peter Greenaway maakt zijn beste film. Geniaal spel van intimiteit en walgelijke liederlijkheid. (...) een hoogtepunt in het oeuvre van een genie.” Pauline Terreehorst in ‘de Volkskrant’ van 17 september 1993: “een film als een boek, of een gedicht dat na iedere keer herlezen rijker wordt. Dan wordt ook duidelijk op hoeveel niveaus de film aan de vele verwachtingen voldoet. (...) Greenaway daagt uit tot interpretatie, maar je kunt hem ook laten praten en je laten meevoeren door de beelden. In beide gevallen zul je je geen moment vervelen.” Hans Kroon in ‘Trouw’ van 23 november 1989: “Ondanks de knappe constructie, de gruwelijke thematiek en de al geromd bijdragen van Roelfs, Van Os en Gaulthier werd ‘The Cook’ toch niet de aangrijpend ervaring die het had kunnen zijn. Zoals vaker spreekt Greenaway ook deze keer weer meer tot het hoofd dan tot het hart. Ook ‘The Cook’ is te vaak zo’n post-modern artistiek cryptogram, dat emoties verstikt en alleen door gevorderde kunstknners ontcijferd kan worden. Uit de film bevalt bijvoorbeeld niet zo maar af te leiden waarom het restaurant ‘Le Hollandais’ heet en waarom het schuttersstuk van Hals zo’n prominente rol speelt. Heel irritant, het geeft de kijker het gevoel dat hij een nitwit is en vermindert hierdoor zijn betrokkenheid bij de film.” Op tv vertoond op 18 september 1993 om 22.31 uur op Nederland 3.
Première: 24 november 1989
K-124 minuten (3397 meter)

DILEMMA
Freddy Coppens

met: Alexandra Vandernoot (Karen Vincke), Johan Leysen (Jan Rijckaert), Inte Gilles (Thomas), Thom Hoffman (Jef Mees), Renée Fokker (Nora Nagels), Jan Decleir (Leon Bekkers), Marc Janssen (onderzoeksrechter), Jaak van Hombeeck (Louis Vincke), Viviane Chantel (moeder Vincke), Gène Bervoets (Zeger), Helga Demeyre, Chiel van Berkel, Anne de Roover, Doriane Moretus, Eric van Herreweghe, Steve Plytas, Dre van Daele, Dirk van Dijck, Jo de Caluwe, Daniela Bisconte, Luc d'Heu, Fred van Kuyck, Gerda Marchand, Wim Meuwissen, Daan Hugaert, Marleen Maes, Max Schnur, Rebecca Huys, Robbe De Hert; stemmen: Guusje van Tilborgh (Karen Vincke), Walter Claessens (Louis Vincke), Emmy Leemans (moeder Vincke)

Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Freddy Coppens, met advies van o.a. Guido Pieters. Jong, modern en dynamisch. Het ontbreekt Karen en Jan werkelijk aan niets. Ze hebben een droom van een villa, een schat van een kind, een toegewijde huishoudster en elk een dure auto. Karen maakt carrière als sociaal bewogen advocate en Jan doet in niets voor haar onder als zelfbewust zakenman. De eerste scheurtjes in het huwelijk komen aan de oppervlakte als ze zakelijk met elkaar te doen krijgen. Karen bemoeit zich namelijk onbewust met Jans werk. Zij houdt de gelegenheidsboef Jef Mees uit de gevangenis door hem een baan aan te bieden in het familiebedrijf van haar vader. Manlief Jan runt het bedrijf en is met dit aanbod weinig ingenomen. Jef krijft emplooi als bijrijder en veroorzaakt een verkeersongeluk met verstrekkende gevolgen. Het eens zo idyllische huwelijk krijgt het nog zwaarder te verduren als Karen ontdekt dat haar ambitieuze echtgenoot er een stiekeme relatie met haar collega op na houdt. En het door Jef veroorzaakte ongeluk dreigt een regelrecht milieuschandaal aan het licht te brengen. Voor Karen betekent dit dat ze een keuze moet maken. Het is een keuze tegen haar man, de kwade genius achter het schandaal of voor de rechtvaardigheid. Zij kiest voor het laatste. Er is voor Karen geen weg meer terug als Jef -de belangrijkste getuige- onder verdachte omstandigheden komt te overlijden. Zij gaat eigenhandig op onderzoek uit om de immorele praktijken van haar man aan de kaak te stellen. Uiteindelijk mondt het schandaal uit in een gigantische explosie in de fabriek. De ontploffing symboliseert het eens zo vruchtbare huwelijk dat uit elkaar ploft. Net als de zakenpraktijken van Jan leek het huwelijk te berusten op leugen, intrige en bedrog. Er volgt nog een slotscène vol symboliek waarin Jan zijn gram probeert te halen bij zijn vrouw. De eindstrijd speelt zich af op het dak van het Pullman Park Hotel (sponsor van deze film). Een ijselijke kreet maakt duidelijk dat het onrecht alsnog zegeviert. Muziek: Loek Dikker. Mixage: Pjotr van Dijk. Camera: Gilberto Azevedo, Michel Houssiau. Montage: Henri Erismann. Art director: Hubert Pouille. Producenten: Hans Otten, Willem Thijssen. Een Cineté Production Antwerpen/Amsterdam. De stemmen van Karen Vincke, Louis Vincke en moeder Vincke werden nagesynchroniseerd. Film bevat fragment uit JAN ZONDER VREES van Jef Cassiers en van het BRT journaal. Opgenomen in Antwerpen.
Première: 8 juni 1990/17 september 1990
K-96 minuten

GUESTS OF HOTEL ASTORIA, THE
ook: MEHMANAN-E-HOTEL ASTORIA/DE GASTEN VAN HOTEL ASTORIA
Reza Allamehzadeh

met: Shohreh Aghadashloo (Pori), Mohsen Marzban (dhr. Karimnia), Hooshang Touzi (dhr. Mohseni), Vida Ghahremany (Mahin Khanom), Bahram Vatanparast (hotel-manager), Soraya Mophid (mevr. Ziaee), Vacheh Mangasarian (dhr. Tabatabace), Naser Rahmany Nejad (dhr. Taghy), Kamran Nozad (dhr. Ziaee)

Nederlands-Amerikaans-Turkse co-produktie. Scenario: Mohammed Reza Allamehzadeh. Het Astoria-hotel in Istanboel is een doorgangshuis voor Iraanse vluchtelingen die, na de eerste stap om het land uit te komen, wachten op de volgende, moeilijker etappe: een visum krijgen voor toelating tot een westers land. De vluchtelingen worden het slachtoffer van oplichters en houden zich overeind met hoopvolle fantasieën. De film volgt de omzwervingen van een jong stel. Dramatische wending aan het slot van de film: de man verliest zijn vrouw en mag daarom wel de Verenigde Staten in. Hoewel de film een feitelijk uitgangspunt heeft en in menig opzicht de werkelijke situatie van de vluchtelingen documenteert, heeft het de vorm van een speelfilm. Bij de omzwervingen van het jonge stel wordt ook Nederland aangedaan, maar verder dan het opvangcentrum voor asielzoekers komen ze niet. Muziek: Esfandian Moufanedzadeh. Om toestemming te krijgen om op Schiphol te mogen filmen, vroeg de Marechaussee inzage in het scenario. Op Schiphol mocht namelijk aanvankelijk niet gefilmd worden, omdat er een scène in het scenario voorkwam waarin de mannelijke hoofdpersoon zich helemaal moest uitkleden tijdens het fouilleren. Dat gebeurde nooit op Schiphol, zei men, terwijl het de regisseur zelf in Nederland wèl was overkomen. De film werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van vermogende Iraanse vrienden uit de VS. Film heeft gedraaid op het festival van Venetië.
Première: 25 mei 1989
K-124 minuten

IN KRAKENDE WELSTAND
ook: SQUATTERS' DELIGHT
Mijke de Jong

met: Sophie Hoeberechts (Eveline), Ottolien Boeschoten (Kaat), Matthias Maat (Michiel), Angela van de Zon (Hansje)

Scenario van Mijke de Jong en Jan Eilander. Speelfilm die door het scenario en het acteren documentaire kwaliteiten krijgt. Eveline woont in een Amsterdams kraakpand. Als werkstuk voor de School voor de Journalistiek maakt ze een videoreportage over het huis, haar medebewoners en de kraakbeweging. Kaat is de beste vriendin van Eveline. Ze is haar principes trouw gebleven en houdt zich nog steeds bezig met harde acties. Michiel is ook een kraker van het eerste uur, maar hij heeft andere ambities gekregen. Hij staat aan het begin van een reclamecarrière en wordt door de andere bewoners voor burgerlijk versleten. Dan is er nog Maurice, een vluchteling uit Ghana, die zich voorlopig wat op de achtergrond houdt. Als de gemeente aanbiedt het pand te kopen, op te knappen en weer aan de bewoners te verhuren is Michiel er als de kippen bij. Hij vindt het heel normaal dat er straks een flinke huur betaald moet worden. Kaat beschouwt het kraakpand als een symbool van verzet en peinst er niet over om haar idealen op te geven. Zeker niet als blijkt dat Maurice het slachtoffer van Michiels plannenmakerij dreigt te worden. Het conflict wordt steeds grimmiger. Behalve ideologie spelen ook persoonlijke omstandigheden mee. Eveline heeft problemen met haar studie en Kaat heeft het er nog steeds moeilijk mee dat haar vriend haar verlaten heeft. Kaat zoekt troost bij Maurice en Eveline knoopt een relatie aan met haar nieuwe vriendin Hansje. Als Eveline niet durft mee te doen aan een nieuwe actie van Kaat zet dat hun vriendschap verder onder druk. Kaat wordt opgepakt en komt in de gevangenis. Michiel probeert van de gelegenheid gebruik te maken om de andere bewoners tegen haar op te stoken. Voor Eveline is dit het moment om een keuze te maken. Samen met Hansje en enkele enthousiaste jonge mensen beraamt ze een herkraak van het inmiddels aangekochte pand. Voor Michiel is daar geen plaats meer. Camera: Peter Mariouw Smit. Prijs van de stad Utrecht tijdens de Nederlandse Filmdagen 1989.
Première: 23 maart 1990
ZW-65 minuten

JAN RAP EN ZIJN MAAT
ook: TOUGH
Ine Schenkkan

met: Jasperina de Jong (Elly), Heidi Arts (Gemma), Paul de Leeuw (Derek), John Leddy (Klaas), Jan Pontier (Louis), Jack Spijkerman (Koen), Erik Arens (Charrie), Edwin de Vries (Tymen), Erna Bos (Lennie), Jaloe Maat (Ali), Dora van der Groen (dokter Jo), Hans Breetveld (Edje), Floris Vermeulen (Klaasje), Ellis van den Brink (Ina), Hero Muller (Chiel), Marc Hazewinkel, Maartje Paans, Tamar van den Dop, Thomas Koenen, Dennis Milton, Dan van Steen, Celia Nufaar (moeder Gemma), Hans Veerman, Mara Otten, Natasja Hoekstra, Jan Majoor, Rolf Muller, Regina Floor, Cootje Admiraal, Bea Tieleman, Koosje (baby), Rik Launspach, Ine Veenhoven, Pollo de Pimentel, Beppie Melissen, Lieneke le Roux

Scenario Yvonne Keuls en Ine Schenkkan, met adviezen van Ivo de Wijs en Gerard Soeteman, naar het boek van Yvonne Keuls uit 1977. In een pas geopend opvanghuis in Amsterdam ontfermt een aantal hulpverleners zich over van de rails geraakte jongeren. Van alles krijgen ze over de vloer: zwangere meisjes, een agressieve drugsgebruiker, een dwepende nicht, een hysterica, een epileptische krachtpatser en nog meer types. De hulpverleners hebben, op klusjesman Klaas na, allen gestudeerd. Ze mogen dan niet uit de goot komen, in het welzijnswerk blijven het prille beginners. Het ontbreekt hen aan doelstellingen, zoals de praktische Klaas meermalen opmerkt. In het tehuis speelt zich het ene drama na het andere af rond de verschillende probleemjongeren. Uit een aantal van de gebeurtenissen, zoals de zelfmoordpoging van het zachtaardige punkjongetje Klaasje, blijkt het hopeloos tekort schieten van het personeel. Ze kunnen het niet aan, beseffen hun onvermogen en raken een voor een overspannen. Wat hen uiteindelijk de nek breekt is de vernietigende kracht van de epilepticus. Ten prooi aan ontreddering slaat hij het interieur volledig aan barrels. Het opvanghuis wordt door iedereen verlaten en lijkt klaar voor de sloop. Muziek: Hennie Vrienten. Liedjes: o.a. 'My roof is rainproof' (Peter Koelewijn) door Jan Rap en zijn maat, 'South Africa' door Revelation time, 'Twilight zone' door Golden earring, 'Que sera mi vida' door Gibson brothers, 'Live is life' door Opus, 'Born to be alive' door Patrick Hernandez en 'History' door Mai tai. Art direction: Harry Ammerlaan. Geluid: Peter Flamman. Montage: Ton Ruys. Camera: Goert Giltay. Uitvoerend producent: Remmelt Remmelts. Producent: Gijs Versluys. Opgenomen in Amsterdam (onder andere Centraal Station). Ine Schenkkan maakte na deze film geen films meer. Ze overleed in 2001. Frans Kotterer in 'Het Parool' van 15 februari 1989: "Het is weer eens zover: een nieuwe Nederlandse film en een nieuw dieptepunt. (...) met Jan Rap gaat Schenkkan reddeloos onderuit en met haar vrijwel de hele cast, inclusief Jasperina de Jong. De acteurs hebben daar weinig aan kunnen doen, want de ergste fouten lijken voor én na de opnamen gemaakt te zijn. In het scenario en in de montage dus. De niet in de wereld van Jan Rap ingewijde kijker raakt voortdurend het spoor bijster. Het is één lange aaneenschakeling van scènes die de samenhang van los zand in een orkaan hebben. De personages staan elkaar te vertrappen voor de lens. (...) Schenkkan slaagt er niet in de kinderen meer te laten zijn dan clichés uit de omgevallen kaartenbak van de hulpverlening. (...) Jan Rap gaat over problemen, niet over mensen. De staf komt er al niet beter van af. (...) Ze had om te beginnen duchtig moeten schrappen in het aantal karakters. (...) Los daarvan geeft ze er blijk van (...) geen moment gevoel te hebben voor dosering en timing. Als de onvermijdelijke poging tot zelfmoord aan bod komt, propt Schenkkan er maar liefst twee in paar minuten. Wat alles slaat is een allerbelabberdst gemaakt videoclipje, dat zomaar midden in de film opduikt. (...) Dat clipje is niet alleen een blijk van onkunde, dat is als een regisseur de schoenen van de producent likken." Nummer 37 over 1989, 73.691 bezoekers. Yvonne Keuls stond in 1989 achter de regisseur, maar in 2005 zegt ze in 'VARA TV magazine': "Ik ben niet bitter en ik kan er zoveel jaar later best nog naar kijken. Maar het is gewoon een ander verhaal geworden. (...) Het speelt zich af in de hippietijd. Om, zoals Ine Schenkkan deed, het uit zijn tijd weg te halen, vind ik respectloos. (...) Daarbij heeft ze geschoven met de hoofdpersonen. In het boek is Gemma de hoofdpersoon; uit publiciteitsoverwegingen verlegde ze het perspectief naar Paul de Leeuw die toen up and coming was, maar een groot acteur, nee. Ze deed ook wel aan vriendjespolitiek. Liep er opeens een kok rond, waar ze die rol vandaan had gehaald. Bleek ook weer een vriend, dus die moest er ook in. De enige openbaring was voor mij Jack Spijkerman, die speelt heel mooi. Hij is een van de weinigen die echt voldeed."
Première: 16 februari 1989
K-113 minuten

JAS, DE
Nico Verhoeve

met: Sjef Nijsten, Bertha Paulissen, Jo Janssen, Peter Bult

Scenario: Nico Verhoeve. Speelfilm in Limburgs dialect over de herinneringen van een leren jas aan de oorlogservaringen van een voormalige eigenaar. Produktie/Geluid/Camera/Montage/Muziek: Nico Verhoeve. Produktiemaatschappij: Aloys Bonpere Filmgroep.
Première: 21 september 1989 (Nederlandse Filmdagen)
K-65 minuten

KASSIèRE, DE
ook: LILY WAS HERE
Ben Verbong

met: Marion van Thijn (Lily), Thom Hoffman (Arend), Coen van Vrijberghe de Coningh (pooier Ted), Truus te Selle (moeder), Huib Broos (vriend moeder), Con Meyer (Sjaak), Dennis Rudge (Alan), Adrian Brine (Doesburg), Yvonne Ristie (Rita), Monique van de Ven (vroedvrouw Conny), Jeroen Planting (inspecteur Wester), Gunar Gritters-Doublet (man met scheve neus), Eric Beekes (juwelier), Hans Kesting (Piccolo), Kees Hulst (Emile), Jaloe Maat (Helen), Beppie Melissen (bankbediende), Richard Messina, Boudewijn van Hulzen (American Officer), Arnon Grünberg (puber), Otto Sterman (grijze neger), Erika Kuyten (verkoopster babywarenhuis), Wilma Bult (verpleegster), Paul Meyer (pensionhouder), Venus Veldhoen (hoertje), Willem Boogaard, John Schoonhoven (motorrijder), Deniz Pedük (cassière), Jan Willem Ruyter (portier)

Scenario: Ben Verbong, Sytze van der Laan, naar een idee van Willem Jan Otten en Ben Verbong. Treurige lotgevallen van het jonge meisje Lily (Marion van Thijn, dochter van de toenmalige burgemeester van Amsterdam Ed van Thijn). Lily slijt haar dagen achter de kassa van een supermarkt. Thuis bij haar egoïstische moeder en diens vriend heeft ze niets te zoeken. De enige bij wie ze zich thuis voelt is haar zwarte Amerikaanse vriend, van wie ze een kind verwacht. Als de vriend bij een rascistische steekpartij om het leven komt besluit ze, tegen de wens in van haar moeder, het kind geboren te laten worden. Ze trekt naar de grote stad, waar ze al snel in handen valt van een pooier. Ze ontvlucht hem en gaat in haar levensonderhoud voorzien door winkels en banken te beroven. De roofovervallen gepleegd door het langzamerhand hoogzwangere meisje blijven uiteraard ook voor de politie niet onopgemerkt. Met behulp van een hulpje van de pooier (Thom Hoffman) en van een zorgzame vroedvrouw weet ze uit handen van de politie te blijven en kan haar baby in de technische ruimte van de metro geboren worden. De baby belandt in een ziekenhuis, maar als de politie een oogje dichtknijpt kan Lily hem daar weghalen en naar het buitenland vluchten. Muziek: David A. Stewart. Liedjes: 'Here comes the rain again' door de Eurythmics en 'Lily was here' door David A. Stewart en Candy Dulfer. Het laatste nummer behaalde de eerste plaats in de Nederlandse hitparades. Art director: Dorus van der Linden. Kostuums: Yan Tax. Montage: Ton de Graaff. Camera: Lex Wertwijn. Producenten: Haig Balian en Chris Brouwer. Coen van Vrijberghe de Coningh is de zoon van acteur Cruys Voorbergh. Nummer 18 over 1989, 211.769 bezoekers. Nummer 83 over 1990, 26.264 bezoekers. Totaal: 238.033 bezoekers.
Première: 10 november 1989
K-112 minuten

KUNST EN VLIEGWERK
ook: AT STALLING SPEED
Karst van der Meulen

met: Inge Alkema (Chantal), Maurice Beeke (Jeroen), Sandy van der Brink (Nicky), Vincent van der Hoek (Marcel), Arjan Roodenburg (Rogier), Toon Agterberg (Frans Meyer/UFO), Herman van Veen (vader Drost), Saskia van Basten Batenburg (moeder Drost), André van den Heuvel (buurman Veldhuis), Kitty Janssen (buurvrouw Veldhuis), Serge Henri Valcke (Van Rossum), Jan van Eijndthoven (dhr. Kramer), Marieke van Leeuwen (mevr. Kramer), Paul Gieske (Bertus), Eric Winder (Jannus), Jim Berghout (agent Ard), Lieneke le Roux (agente Keesje), Frederik de Groot (projectontwikkelaar), Tonny Eyk (vader Marcel)

Scenario van Karst van der Meulen en Piet Geelhoed. Jeugdfilm. De drie kinderen van een kunstenaar zijn ondernemend en zien hun zelfgebouwde raket in hun achtertuin tot voorwerp van allerlei verwikkelingen worden. De buurman die eigenaar van het huis is, heeft er nogal last van en wanneer een filmstuntman bij toeval in hun raket raakt en gelanceerd wordt, verliest deze zijn geheugen en wordt door de kinderen UFO genoemd. De buurman ziet in hem een misdadiger en nog eens een reden om het merkwaardige gezin uit zijn huis te krijgen, maar moet na een wilde achtervolging toezien hoe alles door zijn toedoen voor de kinderen toch nog goed afloopt. Vijfdelige televisie-serie bij de NCRV. Muziek: Tonny Eyk. Liedje: 'Kunst en vliegwerk' door Herman van Veen. Gouden Beer op het Kinderfilmfest Berlijn 1990.
Première: 24 maart 1989
K-114 minuten

LAURA LEY
Jenne Sipman

met: Hilde van Mieghem (Laura Ley), Tom Jansen (wethouder Mike Daniëls), Miguel Stigter (Harrie Zeirsky), Maurits Martijn (Raoul), Martin Lüttge (Trucking Teddybeer), Renée Fokker (Jeanet), Silvana Span (Agnes), Dries Smits (Fred), Hans Ligtvoet (barman), Anneke Klerks (Karin), Ruud Mooij (man achter balie), Frans Vogel (pratende pater), Ellen van Rossum (journaliste), Christof van Basten-Batenburg (journalist), Fred van der Hilst (Fred RCD), Mike van Rijn (Karin), Pepijn Gunneweg (Dennis), Myrthe Venema (moeder Dennis), John de Haas (baas van het motel), Anne de Regt en Alida van der Spui (kamermeisjes), Jos Vandermissen (buurvrouw 1), Jan Eilander

Scenario: Jenne Sipman, i.s.m. Leo de Boer. Bij een snelle uitspraak klinkt LAURA LEY al snel als Lorelei en daar heeft dit speelfilmdebuut van Jenne Sipman dan ook alles mee te maken. Het bekende verhaal over de langharige schone die de schepen in de Rijn op een rots liet lopen is naar deze tijd gehaald en aangepast aan de modernste verleidingstechnieken. Met haar 27 MC zender zoekt Laura erotische contacten met automobilisten die in de buurt rijden. Daardoor gebeuren er ongelukken en stelt iemand van de Radio Opsporingsdienst alles in het werk om haar te traceren. Maar ook de wethouder van Volksgezondheid en Milieu is naar haar op zoek en terwijl zijn huiselijke problemen nog eens worden vergroot door een weken durende staking van de vuilnismannen, wordt het duidelijk dat de vrouw de mannen in de val laat lopen. Een uiteindelijke confrontatie tussen de twee loopt voor één van hen niet goed af. Muziek: Henk Hofstede. Producenten: Kees Kasander en Denis Wigman. Art direction: Ben van Os en Jan Roelfs. Acteur Pepijn Gunneweg (dan 12) debuteerde weliswaar in deze film, maar zijn rol sneuvelde in de montage. Hij speelde een jongetje dat op een vuilnisbelt door ratten gebeten werd.
Première: 16 maart 1989
K-89 minuten

LEEDVERMAAK
ook: POLONAISE
Frans Weisz

met: Catherine ten Bruggencate (Lea), Pierre Bokma (Nico), Kitty Courbois (Ada, moeder van Lea), Peter Oosthoek (Simon, vader van Lea), Annet Nieuwenhuijzen (Riet), Rijk de Gooyer (Zwart), Sigrid Koetse (Duifje), Edwin de Vries (Hans), Hugo Haenen (Alexander), Marjon Brandsma (Dory), Hugo Koolschijn (Daniel), Ingeborg Loedeman (Pien), Margo Dames (Janna), Dennis Rudge, Colla Marsman, Mirjam de Rooij, Mirjanna Boon, Arthur Schlemper, Job Redelaar, Dan van Steen (collega's van Nico)

Scenario van Judith Herzberg en Frans Weisz, naar het toneelstuk van Judith Herzberg. Dit werd voor het eerst gespeeld in 1982 door Toneelgroep Baal. Begin jaren zeventig. Ada en Simon, overlevenden van Auschwitz, geven een groot feest ter gelegenheid van het derde huwelijk van hun enig kind Lea met de succesvolle dokter Nico. Het feest wordt overschaduwd door wrokgevoelens, herinneringen aan de holocaust, jaloezie en frustraties. Ondertussen doet iedereen hard zijn best om het feest een feest te laten blijven. Als het feest zijn hoogtepunt bereikt, trekken de gasten door de tuin in een polonaise die uitpakt als een danse macabre. Wanneer het feest voorbij is, lijkt het huwelijk gestrand voordat het is begonnen. Muziek: Theo Nijland. Themasong: 'There will never be another you' van Mathilde Santing. Door The Bach boys uitgevoerde songs: Those were the days, Wals uit Serenade voor strijkers, Venus, Nights in white satin, Waterloo sunset, Air. Licht: Tom Erisman. Producent: Gijs Versluys. Uitvoerend producent: Remmelt Remmelts. Co-producent: NOS televisie. Art direction: Ben van Os, Jan Roelfs. Kostuums: Inger Kolff. Casting: Hans Kemna. Geluid: Marcel de Hoogd. Montage: Ton Ruys. Camera: Goert Giltay. LEEDVERMAAK schetst de manier waarop de jodenvervolging van 1940-1945 generaties lang doorwerkt in de joodse gemeenschap. Opgenomen in Huize Ter Leede te Sassenheim. Low budget film van 1 miljoen gulden. In 20 koude aprilnachten herschiepen cast en crew de 83 scènes. Rijk de Gooyer speelde tegelijkertijd vader Van Egters in DE AVONDEN. Gouden Kalveren voor de beste regie en voor Pierre Bokma en Annet Nieuwenhuijzen (als de lieve vrouw die Lea tijdens de oorlog opvoedde). De bekroonde rol van Annet Niewenhuijzen werd in het toneelstuk gepeeld door Elsje de Wijn. Kitty Courbois heeft ook auditie gedaan voor de rol van Riet. In de bijlage 'Twintig nachten Leedvermaak' van Vrij Nederland, d.d. 23 september 1989, wordt het ontstaan van de film uit de doeken gedaan. Persreacties: Antoinette Polak in ‘NRC Handelsblad’ d.d. 5 oktober 1989: “LEEDVERMAAK is juist zo aangrijpend door een intelligent soort understatement, en soms zelfs bevrijdend door lakonieke reacties, uitmuntend gespeeld door een ensemble acteurs waarin hooguit Pierre Bokma iets te jong oogt en een enkele zin wat toneelmatig in de lucht blijft hangen. Weisz stelde zich bescheiden op en verfilmde het geheel tactvol, attent en discreet zonder zich te laten verleiden tot gemakkelijke, want ‘filmische’ terugblikken naar het verleden. (…) Een miniem bezwaar is de figuur van Daniël in het stuk van een rugzak voorzien als ‘de wandelende jood’ en hier gehuld in rokkostuum. (…) Voor niet ingewijden is de figuur te vaag, al is er ook wel wat voor te zeggen dat hij als joods fenomeen gehandhaafd bleef. LEEDVERMAAK is per slot van rekening een specifiek joods stuk. De problematiek is niet universeel - het zou wat aanmatigend zijn het oorlogsleed te willen confisceren - maar kan door de vorm die Weisz en Herzberg eraan gaven, wel door iedereen worden meegevoeld.” Peter van Bueren in ‘de Volkskrant’ d.d. 5 oktober 1989: “(…) Al meteen valt op dat het acteren gestoord wordt door te lange teksten, zinnen die zijn uit-geschreven. Meestal mooie zinnen, zoals er later veel indrukwekkende zinnen komen. (…) Voor anderhalf uur worden in feite te veel thema’s aangesneden, alles wat binnen een dergelijk gezelschap aan de orde kan komen, komt ook aan de orde, terloops of min of meer uitgediept. (…) Er is sprake van een bewonderenswaardig hecht ensemble-werk, waarop intensief (drie weken) is gerepeteerd. En Frans Weisz toont meer dan ooit zijn sterkste kant als regisseur: de mis-en-scène. Er zitten door de film heen schitterende momenten, prachtig gecomponeerde scènes, uitgewerkt als een choreografie. (…) Het toneelstuk is ontleed, uit elkaar getrokken en weer tot zoiets als film samengelijmd, maar het geheel is een verzameling van toneelfacetten. (…) Juist de scènes die het meest aan toneel doen herinneren, zijn het sterkst in de film. LEEDVERMAAK laat mij als film koud, hoe goed de onderdelen ook zijn. (…) Rijk de Gooyer heeft de meest natuurlijke film-presence en, om nog een voorbeeld te geven, Erwin de Vries [sic] de minste. De inhoud, de boodschap, van LEEDVERMAAK is natuurlijk van grote betekenis en zal ongetwijfeld iedereen beroeren, maar de daardoor opgeroepen emotie heeft niets te maken met de principiële vraag in hoeverre Frans Weisz van het theater ook een goede film heeft gemaakt. Nee dus.” Hans Kroon in ‘Trouw’ d.d. 5 oktober 1989: “(…) imposante film. Er kleeft maar één schoonheidsfoutje aan. Weisz heeft, misschien omdat hij met Herzberg samenwerkte, wat te vel respect voor het toneelstuk. Zo zag hij over het hoofd dat nogal wat figuren (en met name van die van de tweede generatie) voor een psychologische en realistische film te onbehouwen en ondoordacht zijn.” Frans Kotterer in ‘Het Parool’ d.d. 5 oktober 1989: “(…) prachtige afgewogen film, waarin voorbeeldig wordt geacteerd. Bovendien gaat hij ergens over. (…) Het voordeel van de film boven het toneelstuk is dat de camera er dichter op kan kruipen. Je kan als het ware beter accenten leggen. Het is de grote verdienste van Frans Weisz dat hij precies weet waar hij de accenten moet leggen, zonder zich te verliezen in overbodige mooifilmerij. (…) Niemand steekt er bovenuit, niemand heeft last van een gezwollen ego. Er staat een hecht, vrijwel ongenaakbaar blok dat geen enkele zwakke plek heeft. Het enige dat je Weisz kunt verwijten is dat hij het verhaal te duidelijk vastpint op de jaren zeventig. (…) Afgezien van dit enige punt van kritiek is LEEDVERMAAK niet minder dan een bescheiden en indrukwekkend meesterwerk.”
34.958 bezoekers.
Première: 6 oktober 1989
K-92 minuten

LOOS
ook: NO POTATOES
Theo van Gogh

met: Tom Jansen (Loos), Renée Fokker (Anna Montijn), Marie Kooyman (Maria), Leen Jongewaard (Dorrius), Max Pam (Harry Wery), Cas Enklaar (De Vries), Matthijs van Heijningen (gevangenisbewaarder), Karel van het Reve (rechter), J.M.A. Biesheuvel (rechter), Jaap Hoogstra (rechter), Carmen de Witt (officier van Justitie), Diederik Hummelinck (griffier), Edgar Cairo (Frank Benninkmeijer), Heleen Hummelen (Marlies Benninkmeijer), Karin Holla (mevr. Swart), Roelant Radier (hotelreceptionist), Leontien Ceulemans (Els), Dik Boutkan (barkeeper 'Showtime club'), Frank Krom, Erwin Olaf (barkeepers 'De sport')

Scenario: Guus Luijters en Theo van Gogh. Een advocaat heeft in het verleden vele vieze zaakjes opgeknapt en wil daar wel eens mee stoppen. Echter doordat hij een SM-relatie heeft met Anna Montijn, wordt hij door de nachtclubeigenaar Wery, die Anna laat verdwijnen, gemanipuleerd en moet hij diens verdediging bij weer een nieuwe lustmoordzaak opnemen. Wanneer de vrouw echter definitief verdwijnt, schakelt de advocaat haar lesbische vriendin in om wraak op Wery te nemen. Muziek van Rainer Hensel. Opgenomen in o.a. subtropisch zwemparadijs Tropicana aan de Maasboulevard te Rotterdam. Affiche van fotograaf Erwin Olaf, waarop een vrouwelijk achterwerk op hoge benen omsnoerd met een rode telefoondraad staat, kreeg meer bekijks dan de film. In de film is een fototentoonstelling van zijn werk te zien (en hijzelf). Liz Snoyink was in de race voor een rol in deze film. Veronica zou aanvankelijk voor drie ton meefinancieren, maar nadat Theo van Gogh in een van zijn onstuimige columns de toenmalige omroepbaas Rob Out had omschreven als een aan coke verslaafde losbol, 'gespecialiseerd in secretaresses over het balkon werpen', trok de zendgemachtigde zich terug. Er bleef toen nog zeven ton over om LOOS te maken. Vrijdag 23 september 1994 zond Veronica LOOS alsnog uit (Rob Out is dan inmiddels al opgestapt) in het kader van 'sextember'. Dat kon alleen als in twee spraakmakende scènes het mes werd gezet. Het fragment dat in close-up aanschouwelijk maakt hoe simpel een blote penis is vast te spijkeren aan het hardhout van een piano en de passage waarin Tom Jansen een realistische video bestudeert van het bloedspuwende, omzwachtelde hoofd van een ter dood veroordeelde op de elektrische stoel sneuvelden.
Première: 11 mei 1989
K-97 minuten

LOST IN AMSTERDAM
Pim de la Parra

met: Kenneth Herdigein (Max Binger), Sabine van den Eynden (Rebecca), Ira Goldwasser (Scotty), Manouk van der Meulen (Laura Binger), Bonnie Williams (Bonnie), Barbara Martijn (Princess Carmen), Ralph Wingens (Mr. Johnny), Frank Rigter (Tom), Marie Kooyman (Sister Joyce), Jake Kruyer (Jupiter), Bodil de la Parra (Bo), Colla Marsman (Annabelle), Bart Oomen (Max's manager), Erik de Vogel (Orlando da Silva), Charlie Norden (Charlie), Saïna Zwart (Laura's friend), Linda de Wolf (sister), Ellen van Harmelen (sister), Frank Sheppard (Rex Griffin), Hank Strijbos (Josef Block), Merel van Neerbos, Pief Weyman, Miranda de Vries, Camilla Braaksma, Pauline Vodegel Matzen, Rob du Mée, Edmund Welles, Antoinette van Rossum, Jan Lopez, Stephen Tye, Iris Wielkens, John Serkei, Suzan IJzermans, Cleo Campert, Sylvia Holstijn, Odette Haringsma, Noortje van der Putten, Cocky Visser, Erzi Hoogveld, Igor Binsbergen, Gerjan Evelo, Gerita Haringsma, Nicole Oei, Tamara Beudeker, Kietje Sewrattan, Asha Jodha, Galassia, Yvonne Ristie, Clamy Os, Mary Feyr, Sita Girbaran, Tatiana Brinkman, Marina Kaptijn, Debora Korper, Carlina de Lorenzo, Romana de Lorenzo, Manon Nieuweboer, Karina Meeuwse, Ray Oei, Carla Bonnet, Leonard Retel Helmrich, Medina Schuurman, Paul Ruven (man die foto maakt), Wally Tax (Wally Tax), Philip Mechanicus, Sarah (the dear pitbull)

Scenario: Pim de la Parra, Paul Ruven. Minimal-movie. Na vijfentwintig jaar actief te zijn geweest in New York is de Amerikaanse privé-detective Scotty een bureautje begonnen in Amsterdam, United Detectives. Op een dag krijgt Scotty via de autotelefoon van zijn vriendin Bonnie te horen dat er een sjieke vrouw op zijn kantoor zit met een opdracht. Het blijkt Laura Binger te zijn die haar man, de oorlogsfotograaf Max, al twee maanden niet heeft gezien en graag wil dat Scotty hem weer thuis bezorgt. Maar Max heeft zijn handen vol aan het fotograferen van Rebecca, een mooie vrouw die connecties heeft met de onderwereld. Scotty gaat met zijn assistent Tom op onderzoek uit in de Amsterdamse penose, waar net een strijd om de macht aan de gang is tussen gangsterbaas Mr. Johnny en zijn kornuiten en een andere bende van drugsdealers. Scotty krijgt van Mr. Johnny de waarschuwing zich nergens mee te bemoeien, maar de detective trekt zich daar niets van aan en gaat gewoon door met het schaduwen van Max en diens nieuwe vriendin Rebecca. Hij leert zijn assistent Tom de kneepjes van het detective-vak en lijkt zich op straat beter thuis te voelen dan thuis, waar hij toch alleen maar ruzie heeft met zijn twintig jaar jongere vriendin. Scotty is er getuige van hoe Max op straat een nieuwe vriendin versiert met wie hij, zoals gebruikelijk, binnen de kortste keren in bed belandt. Kort daarop maakt hij kennis met Max en vertelt hem wat zijn opdracht is. Maar Max voelt er niets voor om terug te keren naar zijn vrouw. Rebecca heeft intussen van prinses Carmen, de leidster van een sekte van priesteressen, opdracht gekregen Mr. Johnny te verleiden en hem te vermoorden. Zo gezegd, zo gedaan. Als beloning wordt ze ingewijd in de sekte van priesteressen. Ook Scotty slaagt er daarna in zijn opdracht te voltooien. In een telefoongesprek weet hij Max en Laura weer aan elkaar te koppelen, waarna de twee elkaar in de armen vallen en Scotty zelfgenoegzaam een nieuwe Cubaanse sigaar opsteekt. Muziek: Patrick Sedoc, uitgevoerd door Fra Fra Sound. Liedje 'Alone again' door Exit Stage Left. Muziekproduktie: Boudewijn de Groot. Camera: Dirk Teenstra, Jan Wich, Nils Post. Regie-assistentie: Paul Ruven. Licht: Jan Jeroen Rietman. Art direction: Rebecca Geskus. Catering assistent: Pimm Jal de la Parra. Montage: Herman P. Koerts. Producent: Fransjoris de Graaf. Engels gesproken. Opgenomen in elf dagen met een budget van slechts 75.000 gulden. Film kwam tot stand zonder steun van de Nederlandse filmfondsen. Opgedragen aan Jacques Ledoux & Hubert Bals (dan net overleden directeur van het filmfestival Rotterdam). Desondanks ging de film niet in Rotterdam in première. Ira Goldwasser is in werkelijkheid een Amerikaans psychiater. Meest gesproken woord in de film door hem is 'dick' en ook de 'dog shit' in Amsterdam blijft niet onvermeld. Opgenomen met zichtbare medewerking van Barbizon Palace Hotel en Holiday Inn Crown Plaza Hotel. Hans Kroon in 'Trouw': "te infantiel voor woorden (...) Niet meer om aan te zien zijn de uit De la Parra's vorige films al bekende platte scènes. (...) Met film, met de filmische verbeelding van seksuele en erotische gevoelens, heeft het niets te maken." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad': "Voorwaarde om ervan te genieten is een zekere ontvankelijkheid voor de dromen van Pim de la Parra, en dat voorrecht is niet voor iedereen weggelegd." 41 bezoekers gingen naar de bioscoop.
Première: 9 februari 1989
ZW-115 minuten

MAX & LAURA & HENK & WILLIE
ook: MAX & LAURA & HENK & WILLY
Paul Ruven/Sabine van den Eynden

met: Marina de Graaf (Willie), Pim de la Parra (Max), Manouk van der Meulen (Laura), Jake Kruyer (Henk), Marleen Stoltz (Veronica), Wim Verstappen (meneer Gisbers), Gerardjan Rijnders (Gerardjan Rijnders), Jenny Arean (voorzitster kunstcommissie), Herman Pohle, Frank Lucas (kunstcommissieleden), Rob van Houten (dronkelap), Gert-Jan Louwe, Barbara Sobels, Steven van Galen (vertegenwoordigers), Frank Ketelaar (ex-vriend Laura), Tamara Beudeker (meisje in bed), Gabriella van Daatselaar (relatietherapeute), Hugo Haenen (röntgenoloog), Yip Zandwijken (caterer at party), Henk & Theo Eissens (de tweeling), Robert Vogtländer, Nico Witteveen, Ludo Keeris (verhuizers), Kees Prins (radiostem)

Scenario: Pim de la Parra, Paul Ruven, Sabine van den Eynden. Minimal movie. Max, een Amsterdamse apotheker, is niet helemaal tevreden met zijn LAT-relatie met Willie. Daarom heeft hij er sinds kort een platonische relatie naast, met de mooie arts Laura. Willie is nog niet helemaal los van Henk, een kunstschilder. Vooral als zij kwaad is en dat is hij regelmatig, vindt ze hem nog steeds erg aantrekkelijk. Op een kwade dag wordt Laura door haar ex-vriend, die intussen een nieuwe vriendin heeft, op straat gezet. Ze staat met haar koffer bij Max voor de deur en blijft logeren. De volgende avond komt ze weer aanwaaien. Willie is toevallig bij Max en reageert agressief op het bezoek. Maar als Max op een matrasje in de apotheek ligt, hoort hij de twee vrouwen gieren van de pret, voornamelijk om hem. Dan ontmoet Laura Henk en de twee vallen als een blok voor elkaar. Laura trekt bij Henk in, maar erg lang gaat dat niet goed. Ze pakt haar biezen en verhuist naar Willie's etage. Toch is het niet echt over met Henk, dus ook Henk trekt half en half bij Willie in. Dan houdt Willie het niet meer uit en deelt Max mee dat ze bij hem komt wonen. Max is niet gelukkig met dit voornemen, maar ook voor hem is er een oplossing: de woning van Henk. De keurige Max treft het slecht: Henks atelier is een grote puinhoop. Gedreven gaat Max aan de slag en als hij de boel op orde heeft, geeft hij een feest. Bij die gelegenheid duikt Henk het bed in met de apothekersassistente, dus er zal snel weer een nieuwe woningruil moeten plaatsvinden. Muziek: Adriaan van Noord, Hans Dulfer, Walther de Graaff. Semi-gewichtige titelkaarten (zoals: Laura krijgt een telefoontje) verluchtigen de vorm. Film is in zes en een halve dag opgenomen. Kosten: 66.000 gulden. De kosten konden alleen zo laag blijven dankzij de inzet en zuinigheid van de medewerkers (o.a. geen salarissen). Na hun laatste samenwerking in 1975 met MENS ERGER JE NIET is dit de eerste samenwerking van Pim & Wim (destijds van Scorpio film). Op de titelrol staat de vermelding: 'Deze film kwam tot stand zonder steun van de Nederlandse filmfondsen'.
Première: 13 oktober 1989
K-82 minuten

MIJN VADER WOONT IN RIO
ook: MY FATHER LIVES IN RIO
Ben Sombogaart

met: Wenneke (Liesje), Geert de Jong (An), Theu Boermans (Frits), Hans Veerman (opa), Peter Faber (Jacob), Paul Meijer (postzegelhandelaar 1), Michiel Romeyn (postzegelhandelaar 2), Gerard Thoolen (klant), Wim de Haas (oudere man), Ryan van de Akker (Marjolein), Nora Kretz (directrice reisbureau), Jurg Molenaar (gevangenisbewaarder), Jan Willem Hees (grafredenaar)

Scenario: Burny Bos en Ben Sombogaart naar het boek 'Mijn vader woont in Rio' van Burny Bos. Jeugdfilm. Na de begrafenis van haar opa denkt de tienjarige Liesje nog vaak terug aan de verhalen die hij haar vertelde. Vooral zijn onderduikperiode tijdens de oorlog intrigeert haar. De speciale traptree die hem voor bezoek waarschuwde bestaat nog steeds en soms trekt Liesje zich op zijn schuilplaats terug. Ze wil er een opa-museum van maken. Liesje ontvangt regelmatig een brief van haar vader uit Rio, maar wat zij niet weet is dat hij deze brieven vanuit de gevangenis aan haar moeder stuurt. De nagemaakte stempels moeten voor Liesje verhullen dat haar vader niet in Zuid-Amerika woont. Intussen raakt Liesjes moeder meer en meer bevriend met 'oom' Frits, die na een tijdje ook bij hen in komt wonen. Wanneer Liesje voor een werkstuk op school informatie over Rio de Janeiro haalt bij een reisbureau, vat ze het plan op om te gaan sparen voor die reis. De 1800 gulden worden bijeengebracht door de kostbare postzegelverzameling van opa beetje bij beetje te verkopen. En terwijl haar nachtmerries over een strijd met krokodillen toenemen, raakt ze vastbesloten alleen naar Rio te gaan. Ze schrijft haar vader een brief over haar komst, maar vlak voor ze gaat vertrekken komt de brief onbestelbaar retour. Hoewel Frits het niet eens is met de wijze waarop moeder en vader handelen, sturen ze de brief toch door naar de gevangenis. Daar merkt vader dat een en ander uit de hand is gelopen. Terwijl moeder met haar vriend na de ontdekking van Liesjes verdwijnen naar het vliegveld snelt, krijgt vader toestemming om zijn dochtertje daar tegen te houden. Nog juist voor het vliegtuig vertrekt, wordt Liesje door de politie opgehaald. Muziek: Nout Grupstra, Karel von Kleist; gezongen door Jenny Arean, Wenneke. Zowel het Productiefonds als het Fonds voor de Nederlandse Film zagen het scenario van MIJN VADER WOONT IN RIO niet zitten en voelden zich in de voorbereidings- als ook in de produktiefase niet geroepen om regisseur Ben Sombogaart en producent Dirk Schreiner te steunen. Prijs van de Nederlandse Filmkritiek 1989. Gouden Beer 1989 op het Kinderfilmfest Berlijn. 15.958 bezoekers.
Première: 3 mei 1989
K-97 minuten

MURDER STORY
Eddie Arno/Markus Innocenti

met: Christopher Lee (Willard Hope), Bruce Boa (Corrigan), Alexis Desinof (Tony Zonis), Stacia Burton (Marty), Kieron Jecchinis, Jeff Harding (Larry DeLeo), Kate Harper (Swan), Garrick Hagon, Marie Stillin, Bill Bailey

Nederlands-Engelse co-productie. Scenario: Markus Innocenti. Tony Zonis is een jonge schrijver die in Amsterdam woont. Hij kopieert de techniek van zijn grote voorbeeld Willard Hope. Als Tony zijn held ontmoet bij een boeksigneersessie en hoort dat hij ook in Amsterdam leeft, vraagt hij hem om hulp. Ondertussen worden krantenknipsels getoond, die de basis vormen van een moordmysterie. Tony, Willard en Tony's vriendin Marty speuren naar de daders en worden op die manier doelwit van moordenaars die zich bezighouden met gestolen wetenschappelijk onderzoek. Het open einde lost het mysterie niet op… Produktiemaatschappijen: Murder Story Holland for Reeve & Parner Film Co., Contracts International, Elsevier-Vendex Film Beheer. Producenten: Tom en Jim Reeve, Ronnie Gerschtanowitz. Productiemanager: Simon Jansen. Camera: Marc Felperlaan. Regie-assistentie: Will Koopmans. Art direction: Morley Smith. Montage: Rodney Holland. Geluid: Victor Dekker. Muziek: Wayne Bickerton. Engels en Nederlands (?) gesproken. Produktiejaar: 1989. Slechts in één bron ('Variety', 9-15 augustus 1989, pagina 25) wordt de Nederlandse produktiemaatschappij 'Murder Story BV Holland' vermeld; waarschijnlijk een 'tax shelter company'.
Première: geen? Waarschijnlijk meteen op video uitgebracht.
K-90 minuten (35 mm; geluid)

ONGEDAAN GEDAAN
ook: DEED UNDONE
Frans van de Staak

met: Thom Hoffman (Anton), Martien van den Ouwelant (Anton), Olga Zuiderhoek, Catherine ten Bruggencate (Brigitte), Titus Muizelaar, Hans Hausdörfer (Clemens), Chris Jolles, Lineke Rijxman (Diane)

Scenario: Frans van de Staak, Gerrit Kouwenaar, Stan Lapinski, naar aanleiding van poëzie van Gerrit Kouwenaar. Experimentele film. Na de opening, het tonen van een gedicht, zien we Gerrit Kouwenaar aan het werk achter de typemachine. De titel 'Ongedaan gedaan' verschijnt in beeld. Wat volgt kan eenvoudigweg omschreven worden als een aaneenschakeling van scènes, waarin acht personen, alleen of met zijn tweeën, allerlei handelingen verrichten. De manier waarop deze vier mannen en vier vrouwen hun handelingen uitvoeren is belangrijker dan het resultaat dat zo'n handeling oplevert. Vaak zijn deze handelingen alledaags: het wassen van handen, het snijden van een rode kool, het smeren van een boterham en hoe die wordt gegeten, het nemen van een douche, het wakker worden 's ochtends en het opstaan, het naar bed gaan. Als er twee personages worden getoond (altijd één vrouw en één man) volgen, spaarzaam en met korte zinnen, de dialogen. Ze lijken op tekstfragmenten uit een gedicht. Muziek: Bernard Hunnekink.
Première: 25 mei 1989
K-73 minuten

PLAN DELTA
Bob Visser

met: Ralph Wingens, Hans Man in 't Veld, Anna Visser, Aram Visser, Mia Reichardt, Pieter Boekschoten, Bruce Geduldig

Scenario: Bob Visser. Deltaplan-werkeiland Neeltje Jans en de watersnoodramp van 1953 aangegrepen voor futuristische fantasie. Er is sprake van een verhaal dat zich afspeelt rond het jaar 2300. Er zijn twee steden, één voor de rijke elite en één voor de armen. De rijke mensen verliezen hun vruchtbaarheid, maar de armen blijven potent. De rijken nemen een arme, maar mooie vrouw mee naar hun stad. Wat daarna volgt blijft onduidelijk. Muziek: Tuxedomoon, L. Anemaet, Kiem, Interranean. Slecht ontvangen.
Première: 2 februari 1989
K-90 minuten

RITUELEN
ook: RITUALS
Herbert Curiël

met: Derek de Lint (Inni Wintrop), Thom Hoffman (Philip Taads), Sigrid Koetse (tante Theresa), Ton Lensink (Arnold Taads), Jérôme Reehuis (Roozenboom), Johan Ooms (Riezenkamp), Sheryn Hylton Parker (Zita), Camilla Braaksma (Petra/Sanne), Roswitha Bergman (duivenmeisje), Christina van der Horst (Lyda), Bert André (monseigneur), Edo Douma (makelaar), Jaap Hoogstra (oom Louis), George Konig (fotograaf), Phons Leussink (man in soos), Julius Vischjager (Pianist), Max Teeuwisse ('flipper'), Lex Wierts (barbezoeker), Fred Butter (barbezoeker), Nicky Baarveld (manicure)  

Scenario: Herbert Curiël, naar de gelijknamige roman van Cees Nooteboom uit 1980. Zwarte Maandag, de beurskrach van 19 oktober 1987, wordt voor de in Amsterdam levende speculant Inni Wintrop -telg uit een Brabantse katholieke textieldynastie- een keerpunt in zijn leven. Op een en dezelfde dag verliest hij zijn vermogen en zijn echtgenote Zita, die hem laat zitten voor een fotograaf. Bij een van zijn omzwervingen door het Amsterdamse kunstwereldje ontmoet hij de zonderlinge jongeman Philip Taads, de verstoten zoon van een vroegere huisvriend van Wintrops familie in Brabant. Philip roept bij Inni herinneringen op aan diens vader Arnold Taads, een adviseur en vriend van de Wintrops die Inni destijds verzekerde van een deel van het familiefortuin van de Wintrops en hem ook inwijdde in het leven. Ook wordt Inni zich door Philip bewust van de waarde die rituelen hebben in het leven van de mens. Philip ontleent deze rituelen aan de klassieke Japanse cultuur. Inni ontdekt de waarde van het contact met de wereldvreemde, meditatieve maar niettemin wijze Philip, die emoties in hem losweekt die hij al jaren geleden had weggestopt. Met afgrijzen zien hij en de kunsthandelaar, die Philip een oude Japanse theekom verkoopt waar hij jarenlang naar gezocht heeft, dan ook hoe Philip bij zijn laatste ritueel -een Japanse theeceremonie- de uiterste consequentie trekt en de dood prefereert boven het leven. Muziek: Eric van Tijn en Jochem Fluitsma. Titelsong: 'Beauty of the ritual' door Mathilde Santing. De critici waren verdeeld over de film (met name over het gebruik van de voice-over en in de vergelijking met het boek). In het boek gaat het vooral om de rituelen in het dagelijks leven waarvan de hoofdpersoon zich steeds sterker bewust wordt, een thematiek die in het boek met nogal wat monologues interieurs wordt uitgewerkt. Curiël transplanteerde het verhaal naar het eind van de jaren tachtig en handhaafde veel van de literaire stijlmerken.
Première: 20 april 1989
K-97 minuten

ROSE GARDEN, THE
ook: DER ROSENGARTEN
Fons Rademakers

met: Liv Ullmann (Gabriele Schlüter-Freund), Maximilian Schell (Aaron Reichenbach), Peter Fonda (Herbert Schlüter), Jan Niklas (Pässler, journalist), Kurt Hubner (Arnold Krenn), Hanns Zischler (Prof. Eckert), Gila Almagor (Ruth Levi), Katarina Lena Muller (Tina), Mareike Carriere, Georg Marischka, Nicolaus Sombart, Ozay Fecht, Achim Ruppel, Friedhelm Lehmann, Lutz Weidlich, Peter Kortenbach, Marco Kroger, Hans Jurgen Schatz, Dagmar Cassens, Horst Scheel, Roland Schafer , Uwe Schawz, Rolf Mautz, Martin Hoppe, Helga Sloop, Helmut Kraus, Hans-Martin Stier, Barbara Werz, Sylvia Martin, Andreas Schmidt, Deirdre Fitzpatrick, Ines Fridman, Evelyn Kussmann, Ute Brankatsch, Jean-Theo Jost

Amerikaans-Duits-Nederlandse co-produktie. Scenario van de Oostenrijker Paul Hengge. De Duitse advocate Gabriele moet een oude man verdedigen. De man heeft op een vliegveld een oude Duitser aangevallen, die een onfris oorlogsverleden heeft. De aanvaller heeft in een concentratiekamp gezeten en is twee zusjes kwijt geraakt; de één is dood, van de ander is niets bekend. De zusjes maakten deel uit van een groep van twintig kinderen die in koelen bloede werden vermoord. De oud-nazi spant een proces aan tegen zijn aanvaller. THE ROSE GARDEN gaat over de moord op de kinderen van de Bullenhuser Damm, die onder leiding van Strippel, Obersturmführer van het concentratiekamp Neuengamme, op de verjaardag van Hitler werden opgehangen, terwijl de oorlog op 20 april 1945 bijna was afgelopen. De kinderen, tussen vijf en twaalf, waren gebruikt voor medische experimenten. Ze kregen tuberculose-bacillen toegekend, om na te gaan hoe mensen daarop reageerden en moesten uit de weg geruimd omdat Britse troepen de stad introkken. In 1976 werd Strippel vrijgesproken. In 1985 liep de tweede juridische poging spaak wegens de zwakke gezondheid van Strippel. De man -in de film Krenn genaamd- die deze veelvoudige moord op zijn geweten heeft, leeft nog steeds en de film eindigt dan ook met: 'This film is fully fictious, but resemblance to people dead or alive is no coincidence. The childkilling actually took place'. Muziek: Egisto Macchi. Montage: Kees Linthorst. Regie-assistent: Lili Rademakers. Opgenomen in Berlijn, Frankfurt en Hamburg in 8 weken. Budget: vijf miljoen dollar. Hoewel de film in Duitsland speelt wordt er Engels gesproken. De film was in augustus 1989 voor het eerst te zien tijdens het Noorse filmfestival in Haugesund, kreeg een matige recensie in Variety, had weinig succes in Los Angeles waar hij in december 1989 in première ging. Actrice Liv Ullmann kreeg een Golden Globe voor haar rol van de Duitse advocate, die een oude man moet verdedigen. Zeer slecht ontvangen bij de Nederlandse pers. Hans Kroon in 'Trouw' van 8 februari 1990: "Zeker, ook een Oscar-winnaar mag af en toe een lor van een film afleveren. We zouden Rademakers THE ROSE GARDEN dan ook snel kunnen vergeten. Ware het niet, dat deze film een ontknoping heeft, die in 1990 echt niet meer kan. (...) Alsof hij de 45 jaar na de oorlog niet meemaakte, probeert Rademakers hier met de ordinairste dramatische trucs bij het publiek afschuw voor de oorlog bij te brengen. Dat maakt THE ROSE GARDEN tot een wel heel gênant brevet van onnozelheid en wereldvreemdheid." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 8 februari 1990: "(...)een pijnlijk oppervlakkige en onhandige film. (...) een tv-film zonder allure (...) het onderwerp is te belangrijk en ligt te gevoelig om een zo domme en clichématige benadering te kunnen verdragen." Frans Kotterer in 'Het Parool' van 8 februari 1990: "Zijn film wankelt lange tijd tussen falen en slagen en gaat in de slotfase uiteindelijk reddeloos onderuit. Met als belangrijkste oorzaak bombast - in het acteren, de beelden en de muziek. (...) De voertaal had, juist met dit onderwerp, natuurlijk Duits moeten zijn. De grootste fout maakt Rademakers echter tegen het eind, als hij de grenzen van de goede smaak en eerlijkheid overschrijdt en verzandt in grof effectbejag. (...) Hij heeft het gruwelijke verhaal verbeeld in een flash-back. En dus zit je te kijken naar gespeelde gruwelijkheden met de bekende, iets te gezond ogende acteurs en actrices. En opeens weet je het weer: ach, het is maar film. En bovendien valse film." Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 8 februari 1990: "er valt wel wat op aan te merken, maar zo slecht kan de film niet zijn wanneer ik er met een brok in mijn keel vandaan kom. Voor een 'gewone', traditionele, ouderwetse Hollywood-produktie is THE ROSE GARDEN een technisch uitstekende, sterk gespeelde en bekwaam vertelde film, met bovendien een gegeven dat minstens zo aangrijpend is als bijvoorbeeld dat van het overal zo bejubelde SOPHIE'S CHOICE met Meryl Streep. (...) Er zijn momenten waarop in de oude Hollywood-fout vervalt door emoties nog eens extra te onderstrepen met een op dat moment storend vioolaanzetje of door een volstrekt overbodig detail toe te voegen (...) Ook is het verloop van het verhaal nogal voorspelbaar, zit de rechtszaak vol cliché's en zijn enkele personages niet al te sterk uitgewerkt (zoals de gescheiden vader van het meisje). Maar er is geen enkele aanleiding om deze zwakheden aan te grijpen voor een vernietigend oordeel. THE ROSE GARDEN is hecht geconstrueerd, heel soepel gemonteerd door Kees Linthorst en met name Schell bewijst weer eens het gevoel voor acteren en dus acteursregie dat Rademakers heeft. (...) er is geen enkele Nederlandse regisseur die zo'n degelijk melodrama zo vakkundig had kunnen vertellen. THE ROSE GARDEN drijft op het verhaalthema, het spel en de persoonlijkheid van Rademakers. Eerdere en veel slechter films van hem hebben wel eens een groter, soms onverdiende positieve, reclame gehad." De op video uitgebrachte versie is bijna 31 minuten ingekort.
Première: 8 februari 1990 (11 theaters)
K-112 minuten

SAILORS DON'T CRY
Marc Didden

met: Hilde van Mieghem (Hilde), Josse de Pauw (Guy), Johan Leysen (Paul), Din Meysmans (Styn), Hilde Wils (Anna)

Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Marc Didden en Annemarie Vandeputte, gebaseerd op een verhaal van Annemarie Vandeputte. Kort na de geboorte van haar zoontje Styn wordt Hilde in de steek gelaten door haar man Paul. Hij gaat varen. Hilde werkt als barjuffrouw in een zeemanscafé aan de haven. Zij heeft een relatie met Guy, een stugge man met als grote hartstocht motorfietsen. Guy en Styn kunnen het goed met elkaar vinden. Hilde's vriendin Anna heeft veel desillusies in haar leven gekend. Op een dag duikt Paul weer op. Er ontstaan spanningen met Hilde en ook met Guy. Styn is er zich als achtjarige goed van bewust wat er gaande is. Om wat meer tijd voor elkaar te hebben besluiten Hilde en Guy de jongen op een kostschool te plaatsen. Ze trekken er vervolgens samen op uit en belanden in een motel, waar het tot een knallende ruzie komt. Hilde slaat Guy met een asbak bewusteloos en gaat terug naar huis. Inmiddels is Styn van huis weggelopen. Hij zoekt Paul die een zeilboot heeft gebouwd. Hilde voegt zich bij hen en gedrieën kiezen zij het ruime sop, nagestaard door Guy die op zijn motor met Anna achterop naar het strand is gereden. Muziek: Raymond van het Groenewoud. Titelsong gezongen door Els Helewaut. De film is opgenomen op het brede strand van Rockanje, op een Rotterdamse kade en een Rotterdamse studio waar ook het exterieur van het Belgische café werd opgetrokken. Din Meysmans was bij de opnamen nog geen zeven jaar jong. Goed ontvangen.
Première: 8 juni 1990
K-100 minuten

THEO EN THEA EN DE ONTMASKERING VAN HET TENENKAASIMPERIUM
ook: THEO & THEA AND THE SEVEN DWARFS
Pieter Kramer

met: Arjan Ederveen (Theo), Tosca Niterink (Thea), Marco Bakker (Marco Bakker), Adèle Bloemendaal (Brigitta Berger), Leny Breederveld (Magda), Beppie Melissen (Ingrid), Cecile Heuer (mevr. De Vries), Paul van der Lec (Van Zwieten), Henry Guns (Domme Blonde), Olga Zuiderhoek (Edith), Kees Prins (André), René Groothof (Frits), Germaine Compier (Titiana Venduta), Mike Meyer (Franz), Anita Heins (Fiona de Frima), Jannie Baay (koningin Beatrix), Loes Luca (masochistische huishoudster), Michiel Drommel (studio-opnameleider), Gaston B. Buyckhuysse (jazzclubeigenaar), Trudie (de hond Trudie), Bobby (de hond Ronnie), Will Simon (special appearance), Gerard Joling (NIET de knappe prins)

Scenario: Arjan Ederveen en Tosca Niterink. Theo en Thea (bekend van de VPRO zondagochtend jeugdtelevisie) willen het sprookje van Sneeuwwitje op hun eigen wijze verfilmen. De opnamen vinden plaats in een museum. Theo en Thea spelen aanvankelijk de koning en koningin van Oranje Nassi. Er ontstaat onenigheid met personeelsleden van het museum, maar die wordt opgelost als zij in de film mogen meespelen. De scène waarin Thea als koningin de tweeling Sneeuwwitje baart en zelf in het kraambed overlijd, kan nu zonder problemen worden opgenomen. Thea en Theo zijn de tweeling Sneeuwwitje. Een ernstiger probleem vormt het afzeggen van Gerard Joling, die de rol van prins zou spelen. Na enig dubben komt men op Marco Bakker als vervanger van Joling. Theo en Thea benaderen de operettester, maar die wil niets van hen weten. Dan besluiten de twee zich voor te doen als de vrouwelijke producenten van de film. Daarvoor moet Theo in travestie. Aangezien Marco Bakker valt op middelbare dames die op grote voet leven, raakt hij gecharmeerd van Theo. Dit tot groot verdriet van Thea. Na een screentest aan de Van Boetzelaarstraat 17, waarvan de bewoners door Theo en Thea onder valse voorwendsels richting tv-studio Aalsmeer worden gestuurd, krijgt en neemt Marco Bakker de rol. Omdat Marco precies op tijd dat de opnamen voor de film plaatsvinden een tv-opname in Oostenrijk heeft, neemt hij de hele filmploeg mee naar Oostenrijk. Daar onthult Theo hem zijn ware identiteit. Marco zoekt troost bij zijn vriendin Brigitta, die een kasteel bewoont. Brigitta heeft tegen de liefde gekozen en voor geld en macht. Via een bepaalde kaassoort, die zij ontwikkelt met behulp van Marco Bakker, een koor van opera- en operettezangeressen en haar eigen teennagels, doet zij zelfs een greep naar de wereldmacht. Maar Thea en Theo steken daar een stokje voor en turnen de heks zelfs om tot een goede fee. Als beloning mogen de twee thee drinken bij de koningin, die bij de gelegenheid verzucht: 'Ik wou dat ik zulke lieve kinderen had'. Muziek: Patty Trossèl, Marina Bodbijl. Ruim twee jaar voor de première vroeg Laurens Geels het televisieduo een script te schrijven voor een speelfilm van anderhalf uur. Geels vond het script niet verfilmbaar, want te ingewikkeld. Kees Kasander dacht daar anders over en produceerde deze film. Niterink en Ederveen hadden hun script met storyboard en al, al helemaal rond de figuur van Marco Bakker geschreven, zonder te weten of hij er wel voor zou voelen. Kosten film: 1,4 miljoen gulden. Met titelsequentie in zelf ontworpen letters met veel goudbrokaat. De aftiteling werd door Ruud van Empel met de hand geschreven, in kinderhandschrift met veel koninklijke krulletters en talrijke doorhalingen en verbeteringen. Gouden hart van de stad Rotterdam. Frans Kotterer in 'Het Parool' van 14 december 1989: "De bezoeker aan THEO EN THEA EN DE ONTMASKERING VAN HET TENENKAASIMPERIUM is bij voorbaat gewaarschuwd. Hem wachten verschrikkingen als ondraaglijke pijn in de kaken, een stalen klem op het middenrif en schier onvoorstelbare fysieke uitputting. Het zijn allemaal symptomen van wat in de medische wereld bekend staat als een derdegraads lachsyndroom. (...) Grote humor gedijt alleen maar als de komieken in de onmiskenbare chaos een ijzeren zelfdiscipline op kunnen brengen. (...) een aaneenschakeling van flauwe, melige en uiterst grappige humor. Daarnaast is het ook nog eens een goed gemaakte film. (...) die recht doet aan het aanwezige talent. (...) De filmliefhebber kan, tussen de tranen door, allerlei verwijzingen ontdekken nar bestaande genres zoals de Dracula-films. Plus een briljante verwijzing, die tegelijk persiflage is, naar THE SOUND OF MUSIC (...) Eén van de meesterwerkjes in de film is het bezoek aan koningin Beatrix. (...) het is verstandig van tevoren even aan de fysieke conditie te werken." Nummer 17 over 1989, 209.040 bezoekers. Nummer 30 over 1990, 131.750 bezoekers. Totaal: 340.845 bezoekers.
Première: 15 december 1989
K-106 minuten

TROUBLE IN PARADISE
ook: DE ONHEILSBODE
Robbe de Hert

met: Beatie Edney (Ann Kusters), Peter Firth (Adrian), Freark Smink (Freddy de Jonge), Carl Huybrechts (Carl), Eric Schneider (Eric Kusters), Gees Linnebank (Johan van Zuylen-Worms), Jasper de Moor (Dirk), Rik Hancké (Jean-Pierre Miro), Patty Pontier (Myrthe, secretaresse Kusters), Edmond Classen (Paul de Vos), Jack Coulter (Jack, chauffeur), Alexandra Vandernoot (Francine), Monika Dumon (Claire), Peter Hoeksema (Anton Meijer), Sonja Barend (hoofdredacteur), Adriaan van Dis (maître d'hotel), Cees van Ede, Thijs Ockersen, Marina de Vos, Chiem van Houweninge

Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Chiem van Houweninge, Robbe de Hert. Ann Kusters, een tolk bij het Europese Parlement en vrouw van de Rotterdamse scheepsmagnaat Eric Kusters, heeft een relatie met een Frans lid van het Europese Parlement. Die werkt in het geheim aan een onderzoek naar de betrokkenheid van de lidstaten bij de illegale wapenhandel. De op de radicale actiegroep Onkruit gebaseerde groep Redpeace dreigt foto's van het intieme samenzijn van Ann Kusters en het Franse parlementslid aan Eric Kusters te sturen als Ann hen niet geheime documenten van het geheime wapenhandelonderzoek toespeelt. Als daarna het Franse parlementslid wordt vermoord, zoekt Ann Kusters contact met een oude vriend, een Belgische journalist. Samen met een Nederlandse collega die al langer achter de internationale wapensmokkel aanzit, probeert de Belgische journalist Carl het complot te ontrafelen. Het spoor voert via Straatsburg, Antwerpen, Caïro, en Den Haag naar Rotterdam, naar Ann's echtgenote, Eric Kusters. Eric Kusters stapt in zijn auto om te vluchten, draait het contactsleuteltje om en wordt opgeblazen door een bom. Muziek: Jack van Poll (ook gespeld als Van den Poll). Na veel moeilijkheden om de film gefinancierd te krijgen, slagen Luc Pien en Otto Wobma er pas in om voldoende geld te krijgen, als Wobma in contact komt met de Amerikaanse firma JP Four die, op voorwaarde dat er een Engelse versie komt en er internationale sterren worden aangetrokken, een fors bedrag wil fourneren. Terwijl de opnamen vorderen, waarbij eerst wel en toen weer niet en uiteindelijk toch in het Europese Parlement mag worden gefilmd, blijkt dat de Amerikaanse geldschieters niet met hun geld over de brug komen. De produktie raakt in grote moeilijkheden en crew en cast dreigen op te stappen. De film zou op 16 juni 1988 in Straatsburg in première gaan, maar is dan nog niet af. Het negatief ligt op dat moment in de kluis van een Nederlands laboratorium en het wachten is op het betalen van de rekeningen van acteurs, crewleden, het laboratorium en anderen. Uiteindelijk slagen de producenten er toch in geld voor onbetaalde rekeningen en de afwerking van de film bijelkaar te krijgen en de film in het voorjaar van 1989 in de bioscoop te brengen.
Première: 25 mei 1989
K-97 minuten

VERHAAL VAN KEES, HET
André van Duren

met: Herman Veerkamp (Kees), Herman Finkers (vader), Nelleke Zitman (moeder), Sandy Käveker (Tineke), Frank Groothof (Gerrit), Henny Voerman (Dieka), Ezra Davidson (David), Laus Steenbeeke

Scenario: Willem Wilmink en scripteditor Peter van Gestel. Twente, tijdens de zomer van 1944. Kees, een tienjarige jongen, kan de bombardementen op zijn woonplaats niet langer verdragen. Hij verhuist naar het platteland om tot rust te komen. Op de boerderij gaat er een wereld voor de stadsjongen open. Hij leert de vijftienjarige Dieka en gekke Gerrit kennen, speelt met zijn joodse vriendje David en vergeet de oorlog... Produktie: Dieke van Waveren. Willem Wilmink, zelf van Twentse origine, nam zijn eigen jeugdherinneringen als uitgangspunt voor de film. "De oorlog speelt op de achtergrond", zegt hij. "Voorgrond is de betoverende kinderwereld. Er zit ook iets in van het paradijs, waar iedereen van droomt. In dit geval is dat de boerderij, het leven op het land." Voor televisie gemaakte film. Voor het eerst vertoond op NCRV televisie op zaterdag 15 april 1989 (op Nederland 1 van 21.02-22.02 uur). Eervolle vermelding door de Stichting Nipkow 1998. Geselecteerd voor '30e Festival International de Television de Monte-Carlo 1990'. Geselecteerd voor 'The Banff Television Festival 1990' in Canada.
Première: 21 september 1989 (Nederlandse Filmdagen)
K-62 minuten (16 mm)

VINCENT & THEO
ook: VINCENT EN THEO/VINCENT ET THÉO
Robert Altman

met: Tim Roth (Vincent van Gogh), Paul Rhys (Theo van Gogh), Johanna ter Steege (Jo Bonger), Vladimir Yordanoff (Paul Gauguin), Jip Wijngaarden (Sien Hoornik), Anne Canovas (Marie), Jean-Pierre Cassel (Dr. Paul Gachet), Bernadette Giraud (Marguerite Gachet), Adrian Brine (uncle Cent), Adelheid Roosen, Hans Kesting (Andries Bonger), Jean Francois Perrier (Leon Bouscod), Vincent Vallier (René Valadon)

Engels-Frans-Nederlands-Westduitse co-produktie. Scenario: Julian Mitchell. Op een veiling bij Christie's in Londen verwisselt Vincent van Gogh's 'Zonnebloemen' voor 22,5 miljoen Engelse ponden van eigenaar. Ruim honderd jaar daarvoor bijt de aankomend kunstenaar nerveus op zijn pijp. Vincents domineecarrière in de arme Belgische mijnstreek de Borinage is mislukt. Nu wil hij schilder worden, zo vertrouwt hij zijn broer Theo toe. Vincent gaat naar Den Haag, waar hij familie in de kunsthandel heeft. Hij neemt er lessen en ontpopt zich al snel als een kunstenaar die koppig zijn eigen weg zoekt. Hij gaat samenwonen met Sien, een voormalige prostituée, die vaak voor hem model staat. Na een jaar komt het tot een breuk. Broer Theo heeft in Parijs een kunsthandel en haalt Vincent over naar de Franse hoofdstad te komen. In Parijs maakt Vincent kennis met de impressionisten. Toch wordt hij in die kringen niet echt geaccepteerd. Hij blijft een buitenstaander. Alleen Paul Gauguin neemt het voor hem op. Het is het begin van een vriendschap die veel voor Vincent zal betekenen. Vincent vertrekt naar het zuiden, naar Arles. Gauguin voegt zich bij hem. Samen schilderen ze in de brandende zon. Vincent werkt als een bezetene en maakt het zichzelf en zijn omgeving steeds moeilijker. Hij bedreigt Gauguin en tijdens een uitbarsting snijdt hij zich uit wanhoop met een scheermes in zijn oor. Bang voor nieuwe aanvallen laat hij zich opnemen in een zenuwinrichting in Saint Rémy. Zijn broer Theo, intussen getrouwd met de Zeeuwse Jo Bonger, trekt zich het lot van zijn broer steeds meer aan. Na zijn herstel vindt Vincent onderdak bij dr. Gachet in Auvers-sur-Oise. Tijdens het schilderen van het 'Korenveld met Kraaien' staat hij op, loopt een eindje het veld in en schiet zich een kogel in het lijf. Twee dagen later sterft hij. Theo is ontroostbaar. Hij kwijnt weg en overlijdt een jaar na zijn broer. Muziek: Gabriel Yared. Art direction: Dominique Douret (Frankrijk), Ben van Os en Jan Roelfs (Nederland). Montage: Francois Coispeau en Geraldine Peroni. Camera: Jean Lepine. Producent: Ludi Boeken. Engels gesproken. Vincents domineeachtergrond is in de film geheel verdonkeremaand. Tevens tv-serie van vier maal 50 minuten. Engels gesproken.
Première: 27 april 1990
K-130 minuten

WEER-BERICHT
ook: WEATHER FORECAST
Barbara Meter

met: Conny Brak, August Willemsen, Heidi Vreugde, Richard Boulez, Carolien Heikens, Debby Kowsoleea, Joost (Bep) Mous, Corrie de Boer

Scenario: Barbara Meter. Het gedicht 'De moeder en de vrouw' van Nijhoff brengt een aantal mensen ertoe naar de oever van de Waal te gaan en daar in het zicht van de brug van Zaltbommel te picknicken. Een vrouw en een man ruziën wat aan de afwas. Een man stofzuigt. Drie vrienden stappen min of meer in travestie over de stoep van een straat. Een meisje vertelt over haar dromen. Een aantal mensen steken een weide over waar geen einde aan lijkt te komen. Een man zet ongezouten verrukkingszout weg. Off screen zegt een vrouwenstem teksten als: 'Zij kwamen bijeen om de belevenissen van de dag nog eens te beleven', 'Het water blijft altijd hetzelfde', 'Wat je verwacht gebeurt niet, maar toch gebeurt er wel iets onverwachts', 'Een weide oversteken is een eindeloos karwei, want je hebt geen houvast in die vlakte' en 'Hij kwam om zware woorden en ongezouten verrukkingszout op hun plaats te zetten'. Muziek: Hugo van Nes.
Première: 21 september 1989 (Nederlandse Filmdagen)
K-73 minuten

WILDE HARTEN
ook: WILD HEARTS
Jindra Marcus

met: Alexandra van Marken (Alison), Han Oldigs (Quinten), Herbert Flack (Martin), Wim van Rooij (Primo), Frank Schaafsma (Tommie), Joop Doderer (Ormas), Andrea Domburg (Dora), Tom de Ket, Yorrick van Wageningen (handlangers), Dries Smits, René van Asten, Fred Florusse (cabaretiers), Hein Boele (choreograaf) Tingue Dongelmans (verpleegster), Ronald Beer (arts), Rob Fruithof (journalist), Ab Abspoel (politieman in ziekenhuis), Rita Veth (Heilssoldate), Fred Vaassen (eigenaar strandtent), Coen van Vrijberghe (visser/afficheplakker), Marnix Kappers (makelaar), Rosita Steenbeek (hoertje)

Scenario: Jindra Markus. Alison, een jonge, mooie vrouw, is hard op weg een ster te worden in de showbizz. Haar impressario Martin heeft haar weggehaald uit de wereld van de kleine theatertjes en gaat haar nu 'groot' brengen. De tamelijk louche impressario heeft een jongere broer, Quinten, die ook niet helemaal zuiver op de graat is. Hij is verslaafd aan coke en pillen en financiert dat door banken te beroven en valse cheques in te wisselen. Alison en Quinten ontmoeten elkaar voor het eerst bij het afscheidsoptreden van Alison en haar oude theatergroep. Alison betrapt Quinten terwijl hij wat binnenzakken rolt, maar ze houdt haar mond. Het komt tot een tweede ontmoeting op het strand, waar Quinten zich schuilhoudt voor de politie. Opnieuw verraadt Alison hem niet en er ontstaat een gepassioneerde verhouding tussen de twee. Quinten voorziet Alisons huis van nieuwe meubels en niets lijkt hun geluk in de weg te kunnen staan. Maar Quintens coke-dealer doet opnieuw een beroep op hem en intussen probeert Martin Alison geld af te troggelen. Bij een bankoverval die Quinten pleegt met enkele maten schiet een van hen Quintens vader Ormas, die toevallig aanwezig is in de bank, neer. Op zijn sterfbed vertelt Ormas aan Quinten dat hij niet zijn echte vader is. Ook Quinten belandt in het ziekenhuis. Door zijn ongezonde manier van leven heeft zich een tumor in zijn hoofd ontwikkeld. Bij de operatie gaat iets fout, waarna Quinten met opgezwollen hoofd en lichaam verder moet. Hij probeert het opnieuw met Alison, maar dat loopt op niets uit. In een laatste poging om nog iets van zijn leven te maken verhindert Quinten dat Martin er met Alisons geld vandoor gaat. Als gevolg van die actie komt hij om het leven tussen de draaiende reclamezuilen bovenop het theater waar Alisons show wordt voorbereid. Muziek: Michiel Jansen, Erik Brusse. Titelsong door Alexandra van Marken. Tijdens de opnameperiode bleek al dat er veel te weinig dagen waren om alles uit het script in beeld te brengen. Halverwege de produktie werd er derhalve geschrapt. Zeer slecht ontvangen bij de pers. 13.926 bezoekers.
Première: 1 september 1989
K-103 minuten

ZWERFSTERS
ook: TRAVELLING LIGHT
Marja Kok

met: Loudi Nijhoff (Louise), Catherine Holland (zwerfster), Catherine ten Bruggencate (Catherine), Helmert Woudenberg (Jaap), Liesbeth Coops (Ineke), Peer Mascini (Leo), Margreet Blanken (Martha), Cas Enklaar (Romein), Annemarie Prins (schooljuffrouw), Mauricio Rubinstein, Floris de Rijke, Thijs Bayens, Frans van Lier, Jan Woudenberg, Gijs ten Kate, Ana Wessel

Scenario: Marja Kok. Louise is een oude, nette vrouw uit Amsterdam-Zuid. Zelfstandig leeft ze met haar twee bejaarde katten op een etage. Ze heeft een goed contact met haar familie, met dien verstande dat die ook hun eigen gang gaan; door middel van een antwoordapparaat vangt Louise boodschappen op van haar dochter Catherine. Natuurlijk, ouderdom komt met gebreken. Alles gaat niet meer zo vlot als vroeger, vrienden en vriendinnen zijn dood en begraven, maar het ergste is wel haar vergeetachtigheid. Zo vergeet Louise, als ze na een zondagmiddagdutje een stukje gaat wandelen, haar huissleutels. Ze kan niet meer naar binnen en ook alle slotenmakers zijn dicht. Doelloos zwerft ze door de stad. Steeds wordt haar pad gekruist door een zwerfster die in alle opzichten van Louise verschilt. Ze volgt de intrigerende figuur door de stad. Samen steken ze zo het IJ over met de pont en uiteindelijk maakt Louise een praatje met de zwerfster. Nog steeds kan Louise haar huis niet in, dus besluit ze het voorbeeld van de zwerfster op te volgen en brengt de nacht door op een parkbankje. Dat bevalt boven alle verwachtingen wonderwel. Thuis blijken de sleutels gewoon in het slot, maar de katten zijn weg. Vreemd. Wanneer haar familie op bezoek komt, negeren ze haar. Langzaam dringt het tot Louise door dat de zwerfster gelijk had. Eerst met grote tegenzin moet ze bekennen dat ze allang dood is. Haar ziel zal ook door de stad blijven zwerven en dat is nog niet eens zo'n slecht vooruitzicht. Muziek: Rob Boonzajer Flaes, Paul Prenen. Laatste rol van de in 1900 geboren Loudi Nijhoff. De film was aanvankelijk geschreven over Loudi Nijhoff, maar zij was het daar niet mee eens, dus is er in overleg een personage ontwikkeld naast de werkelijkheid en is Loudi Louise geworden. ZWERFSTERS is een produktie van De Vereniging VideoDrama; de film is op 16 mm opgenomen, maar wel op video gemonteerd.
Première: 20 april 1989
K-70 minuten


1990

ALISSA IN CONCERT
Erik van Zuylen

met: Frances-Marie Uitti (Alissa), Michael Matthews (Justice), Pim Lambeau (oude dame), Guido Lauwaert (ceremoniemeester), Johan Leysen (ziekenbroeder), Hans Veerman (huisbaas/koopman), Trudy de Jong (vrouw), Gonnie de Regt, Jan Steen (livreiknecht), Victor Reinier, Emile Seghers, Robert Mauricio, Martin Bakker, Henri Kalb, Henk Lux, Paul Vink, Peter van Gameren, Jacques van Heijningen, Fred van der Hilst, Theo Hensen, Carel Alphenaar

Scenario: Erik van Zuylen. Een vrouw is koortsachtig op zoek naar haar geliefde. Ze heet Alissa en bespeelt de cello, een instrument dat ze gedurende de hele zoektocht met zich mee torst. Alissa laat zich nog het best vergelijken met de mythische Orpheus die in zijn wanhoop zijn geliefde Eurydice volgt tot in het dodenrijk. In haar speurtocht belandt Alissa in angstige en surrealistisch aandoende situaties. Situaties die ze zelf door de magie van haar spel lijkt op te roepen. Haar geliefde Justice (Engels voor rechtvaardigheid) lijkt die liefde niet te delen. Overal waar Alissa opduikt is hij zojuist verdwenen. Alissa zoekt haar geliefde tussen de baren in een als mortuarium dienstdoende balzaal. Later betreedt ze die balzaal opnieuw. Dan schuifelt ze schuchter tussen groteske balgasten om haar opwachting bij een oude adellijke dame te maken, die haar sommeert om te doen waarvoor ze gekomen is, nl. spelen. Zeker niet elke handeling doet Alissa in hogere sferen belanden, haar zoektocht drijft haar naar banalere sferen. Zo ontmoet ze een druivenkoopman die een kamer aan Justice blijkt te verhuren. Justice echter verzuimde de huur te betalen, waardoor de man Alissa's cello als betaling wenst. Niemand dan Alissa haalt echter zulke zoetgevooisde klanken uit het instrument. Wanneer ze het instrument weer heeft weten terug te krijgen, betovert ze met haar magische klanken het gezelschap, waarna ze veilig de aftocht kan blazen. Tegen het einde blijkt definitief dat Alissa alleen in haar liefde staat. Dan zet een Amerikaanse neger in enkele heldere lijnen uiteen hoe zijn relatie met de vrouw verging, hoe deze afliep en hoe dat hem verder koud liet. Muziek: Frances-Marie Uitti. Camera: Alejandro Agresti. Eerder was de film 'Alissa in concert' onderdeel van een theatervoorstelling die door het land trok. In die voorstelling becommentarieerden de hoofdrolspeelsters, celliste Frances-Marie Uitti en Michael Matthews, vanaf het podium de scènes op het witte doek.
Première: 5 oktober 1990
ZW-75 minuten

AVA & GABRIëL - UN HISTORIA DI AMOR
Felix de Rooy

met: Nashaira Desbarida (Ava Recordina), Cliff San-A-Jong (Gabriel Goedbloed), Theu Boermans (Father Fidelius), Carol Brown Winkel (Carlos Zarius), Dolf de Vries (Bishop Hildebrand), Geert de Jong (Louise van Hansschot), Edmond Classen (Governor van Hansschot), Frederik de Groot (Pieter van Knippenveld), Janine Vieren (Elise van Knippenveld), Serge Ubrette (Maurice), Rina Penso (Shon Arlina Recordina), Norman de Palm (Shon Francois), Burny Every (Shon Carolina), Ana Muskus (Farida), Helen Kamperveen (Delia), Truus Dijk (Mother Superior), George Curiel (Shon Union Hernandez), Willy Westermann (Mieke Herandez), Fifi Rademaker (Shon Bonheer), Hetty Oster (Mrs. Bonheer), Corrie van Heijningen (Leonora Zarius), Chopi van der Ree (Fete Zarius), Nadelia Walfenzao (Claudette Zarius), Jasper de Windt (Pieter Paul Zarius), Alexander Ventura (El Testigo), Gerda Gosepa (Mimi Resado), Marjorie Petrona (Yuya Bokadushi), Leendert Hogerwerf (Bishop's secretary), Ifna Isenia (sister Angela), Mercedes Winkel (sister Felicité), Gilbert Sparen (Hooligan)

Scenario van Norman de Palm naar een verhaal van Felix de Rooy. Curaçao, eind jaren veertig. Op verzoek van pastoor Fidelius arriveert de Surinaamse schilder Gabriël Goedbloed uit Nederland om een muurschildering te maken van de heilige maagd Maria. Gabriël kiest de donkere, jonge onderwijzeres Ava Recordina om model te staan voor de Madonna, tevens begint hij een verhouding met haar. De lokale bevolking en de bisschop zijn geschokt, maar de pastoor zwicht uiteindelijk voor het idee. Inmiddels wordt er rondom Gabriël een web van spanningen gesponnen waarin de vrouw van de gouverneur een rol speelt: zij wil zowel de schilder als zijn werk aan haar collectie toevoegen. Wanneer zijn schilderij van haar ten overstaan van vele notabelen onthuld wordt, blijkt dat Gabriel de vrouw prominent heeft afgebeeld met een ontsierend litteken. Ondertussen gaat het werk aan het fresco door, maar stapelen de problemen zich op. Op Koninginnedag, 31 augustus 1948, bereiken spanningen en intriges een climax. Zo komt de verloofde van Ava, politiechef Carlos, achter de ontrouw van zijn vriendin Ava en tuigt Gabriel af. Ava zelf is ondertussen het middelpunt van een actieve heiligenverering geworden, die onstond na merkwaardige verschijnselen in de kerk. Dan grijpt bisschop Hildebrand in. Hij gelast dat het werk aan de muurschildering gestopt wordt en dat de kunstenaar zijn biezen pakt. Terwijl Gabriel zich opmaakt voor vertrek, wordt in de kapel zijn fresco witgekalkt. Muziek: Roy Louis, Ced Ride. De hoofdrol is voor de dan 21-jarige Antilliaanse Nashaïra Desbarida, die sinds haar 15e in Nederland woont. Zij reageerde op aanraden van haar zus op een advertentie uit de krant. NCRV's Paperclip: "De film kunnen we helaas niet van harte bij je aanbevelen. Het verhaal is warrig, de acteerprestaties zijn wisselend en de film verondersteld bovendien een brede kennis van de cultuur en geschiedenis van Curaçao". Speciale Juryprijs tijdens de Nederlandse Filmdagen 1990.
Première: 9 november 1990
K-100 minuten

CITY LIFE, THE INTERNATIONAL EPISODE FILM
Alejandro Agresti/Gabor Altorjay/José Luis Guérin/Krzysztof Kieslowski/Clemens Klopfenstein/Tato Kotetishvili/Ousmane William M'Baye/Eagle Pennell/Carlos Reichenbach/Dick Rijneke & Mildred van Leeuwarden/Mrinal Sen/Béla Tarr

met: diverse acteurs uit vele landen

Scenario: naar een idee van Dick Rijneke en Mildred van Leeuwarden en filmcriticus Jan Heijs. Twaalf-luik over modern leven in steden over de gehele wereld. Aan bod komen: het stedenconglomeraat in Nederland, Tbilisi in de Sovjet-republiek Georgië, Sao Paolo in Brazilië, Houston in de Verenigde Staten, Warschau in Polen, Buenos Aires in Argentinië, Boedapest in Hongarije, Hamburg in Duitsland, Barcelona in Spanje, Dakar in Senegal, Bevagna in Italië en Calcutta in India. Elke episode duurt ongeveer 20 minuten. Het doel van de film is een impressie geven van de snelle veranderingen in de moderne maatschappij. Als verbindend principe is gekozen voor het lichten van de legendarische Titanic, maar ook de toren van Babel speelt met zijn spraakverwarring een belangrijke rol. Motto van de film (afkomstig uit het werk van de Italiaanse schrijver Italo Calvino): 'Steden, net als dromen, zijn opgebouwd uit verlangens en angsten, ook al is de draad van hun verhaal geheim, zijn hun regels absurd, de perspectieven bedriegelijk, en verbergt iedere zaak een andere zaak'. De Nederlandse Argentijn Alejandro Agresti levert een humoristisch verhaal, A SHORT STORY ABOUT NOTHING/UNA HISTORIA BREVE SOBRE NADA, waarin hij het imago van de swingende vrijgezel in de grote stad (elke dag is een avontuur, je moet het alleen willen grijpen) ontzenuwt. Met: Quique Morales, Lidia Lugo. K-10 minuten. Dick Rijneke & Mildred van Leeuwarden leveren URBAN JUNGLES/RANDSTAD: In een kantoor (het Van Nelle gebouw in Rotterdam) strooit een vrouwelijke yuppie (Carla Mulder) haar wufte beschouwingen omtrent de hedendaagse stadsontwikkeling rond. Daar tegenover volgen we in een metrocoupé het treiterige gekwetter van een groepje doelloos rondhangende jongeren. Met: Carla Mulder, Bert van der Kruk. K-20 minuten. De elf regisseurs zijn geselecteerd in overleg met Hubert Bals, directeur van het Filmfestival Rotterdam. Muziek: Zbigniew Preisner. Vanuit Rotterdam geproduceerd. Zes jaar lang is er aan deze film gewerkt. Getz World Peace Prize 1990 te Chigago op het International Film Festival. Gold Jury Award op het 25ste filmfestival van Houston 1992. British Samuelson City Experience Film Award. Onderscheiding van de USSR Filmmakers Unie 1991.
Première: 25 januari 1990
K-240 minuten

GROT VAN PLATO, DE
Joris Baudoin/Douwe Jan Wiersma

met: Gordon Eccles (Gordon), Immanuel Derks (Broetske), Wouter Krijbolder (Wouter), Pauline Wolbers (Pauline)

Scenario: Joris Baudoin, Douwe Jan Wiersma, Gordon Eccles. Gordon, Broetske, Wouter en Pauline zijn vier jongelui in Amsterdam die zich als geroutineerde werkontwijkers wijden aan de kunst om van verveling een deugd te maken. Rondtoeren op een oud mobyletje, proletarisch winkelen, pokeren, biljarten en zelfs een bankoverval zijn de zaken waarmee zij de tijd doden. Pauline experimenteert met het schilderen van zwart-witte abstrakten. Ook het gebruik van drugs is opgenomen in hun levenspatroon. Het is hun wens om het leven in de marge op een goede dag in te ruilen voor het goede, het ware, het schone. Bijvoorbeeld een geriefelijk huis, luieren op het strand of lekker eten en drinken. Dit ideaal kunnen zij verwezenlijken doordat het schilderij dat Wouter met een partij poker heeft gewonnen een Van Gogh blijkt te zijn. Vertaling van Plato's grotparabel naar het alledaagse banale leven van nu, waarin de grote vraag is of de hoofdpersonen erin slagen te ontsnappen aan de 'grot'. Opgenomen tussen 1987 en 1990 met een tweedehands camera en met her en der bijeengesprokkelde restjes 16 milimetermateriaal leverde dat op den duur een 85 minuten durende film op. Aanvankelijk zonder geluid, maar toen een distributeur en een paar enthousiaste vaklui interesse kregen in hun maaksel, kon er muziek en een voice-over-tekst over heen gezet worden en werd de montage wat aangescherpt. Het laatste halfuur van de film, als de personages het schimmige bestaan in hun grot verlaten hebben, is in kleur. Slecht ontvangen.
Première: 7 september 1990
ZW/K-78 minuten

GULLE MINNAAR, DE
ook: THE GENEROUS LOVER
Mady Saks

met: Peter Faber (Peter Heg), Mariska van Kolck (Mascha Silman), Lieneke le Roux (Oekje), Ella van Drumpt (Kiki), Sylvia Millecam (Hedda), Maarten Spanjer (Freek), Ian Smith (Tommie), Herbert Flack (Jimmy), Adèle Bloemendaal (Pina Overgauw), Jan Lenferink (talkshowhost), Rik Launspach (Lucas), Frank Groothof (Freddy), Lex de Regt (Kalewijn), Hans Beijer (Van der Leeuw), Hester van de Vijver (Beatrijs), Chiem van Houweninge (uitgever), Christiane Ramseijer (Violetta Damast), Sylvie Allard (Jessica), Merlijn van Veen (Egbertje), Joop Braakhekke (galahost), Rob Veldhuijsen (geluidstechnicus), Walter Crommelin (televisiedirecteur), Ab Van der Linden (Piet Geel), Nelleke Burg (journaliste), Kees Prins (bladredacteur), Ursul de Geer (spot-regisseur), Duck Jetten (televisiedirecteur), Els Wenink, Hugo Koolschijn (makelaar), Monique Emmen (fee), Marika Nardi, Thijs Starreveld, Jacques Fortuné, Chris Gorter, Sascha Hoogerwerf, Arie Jan Rietdijk, Residence Big Band, Buffel (de hond)

Scenario: Rob Houwer, vrij naar 'De feminist' en 'De dag dat de mayonaise mislukte' van Marjan Berk. Peter Heg verdient zijn brood als grafisch tekenaar. Zijn vrouw heeft hem verlaten, waardoor hij alleen staat voor de opvoeding van zijn tienjarig zoontje Tommie. Peter brengt hem dagelijks naar school. Hij lijkt daarin niet door vaderliefde gedreven, maar eerder door de ontmoetingen met de vele hitsige moeders die het allemaal op Peter voorzien hebben. Op een dag botst Peter met zijn fiets op het kleine autootje van Mascha. Mascha's ogen zijn omfloerst door liefdesverdriet en Peter propt zijn fiets in het kleine autootje en neemt robuust het stuur over. Al op weg naar huis ontdekken de twee dat het hier liefde op het eerste gezicht betreft en Mascha trekt dan ook subiet bij Peter in. Mascha presenteert een culinair programma, maar weet van koude melk nog geen warme melk te brouwen. Peter daarentegen beheerst de kookkunst als geen ander. Hij zit echter nog met de erfenis van zijn vorige liefdesleven en de dames laten zich niet zo gemakkelijk afdanken als hij wel zou wensen. Vooral de domme, geile Hedda zint op wraak. Zij laat haar ex-man opdraven, een fotograaf bij één van de roddelbladen. Twee andere vriendinnen brengen Peter in een ondubbelzinnige situatie, waarbij de ex, gelegen in het struikgewas, zijn rolletje volschiet. Het roddelblad brengt het pikante verhaal breed uitgemeten. Mascha pikt dat natuurlijk niet en verlaat de volmaakt onschuldige Peter. Mascha stort zich vervolgens in de armen van een fabrikant die een erotische film met haar wil produceren. Als apotheose moet Mascha het op het 'Grand Gala Culinair' opnemen tegen een Franse kookspecialiste. Natuurlijk redt Peter haar uit die precaire situatie. Muziek: Hennie Vrienten. Song: 'Message of love' gezongen door Mariska van Kolck. Mady Saks (ADEMLOOS, IRIS) liet nadrukkelijk weten dat zij zich voor deze klus liet inhuren. Het was Robs film. Zij zag Peter Faber ook niet zitten 'een prima acteur, maar geen Don Juan'. Marjan Berk heeft altijd geweigerd om de film te bekijken en zette ook naderhand bij de tv-uitzendingen de tv niet aan. Ze had bij het lezen van het scenario al het gevoel of iemand haar pronkstukken uit haar mooie kamer had geroofd. De twee boeken waar de film op gebaseerd waren, zijn volgens Berk niet te mengen, want hebben niets met elkaar te maken. Verschillende Duitse producenten hadden belangstelling getoond in De Dag dat de Mayonaise mislukte, maar Rob Houwer gunde ook de regisseuse van de bekroonde Duitse televisiefilm Sweethearts de door hem gekochte rechten niet. Vele reclamespots in de film; zo moet zoontje Tommie de wonderlijkste capriolen uithalen om al fietsend een blikje Fristi leeg te drinken. Wanneer hem dat gelukt is, moet hij het blikje in een vuilnisbakje werpen. Langzaam komt dan het vuilnisbakje in beeld en wordt er traag ingezoomd. Vervolgens blijft de camera welgeteld vijf volle seconden bij het lege blikje rusten. Zeer slecht ontvangen. De reactie van de pers werd leuker gevonden dan de film. 'Het Parool' sprak van 'één aaneenschakeling van grove lol, ongekende platheden en klootloze humor'. Ook de andere dagbladen waren niet mals in hun oordeel: 'Niemand is gebaat bij deze achterhaalde rommel' (Algemeen Dagblad), 'Die film deugt niet'(NRC Handelsblad) en 'Een vunzig filmpje' (Trouw). Producent Rob Houwer was vol vertrouwen dat het publiek de film wel zou waarderen, maar de film werd weinig strategisch uitgebracht in het weekend van de finale van het WK voetbal en ook in de weken daarna gaf het publiek door weg te blijven blijk van geen interesse. De film haalde slechts 30.048 bezoekers, goed voor plaats 79 in de bioscoop top 100 over 1990. Peter Faber over de opnamen: "De opnamen waren buitengewoon plezierig, de screentests zijn zelfs meesterlijk. De improvisaties van zangeres Mariska van Kolck doen Faber zelfs sterk aan Goldie Hawn denken. Yech, om te zien wat daarvan overblijft in handen van regisseur Mady Saks. Te braaf, te oppervlakkig. Persreacties uitgebreid: Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 5 juli 1990: "De brutaliteit waarmee de wansmaak zich emancipeert maakt van DE GULLE MINNAAR een mijlpaal in de Nederlandse filmgeschiedenis. Vanaf de openingsscène (...) is het een staalkaart van de onbenulligheid die in de jaren negentig luider dan ooit victorie kraait. (...) Een begaafd regisseur als Frans Weisz of Pieter Verhoeff had van Houwers dolgedraaide consumptiekermis nog een absurde of tegendraadse komedie kunnen bakken. Mady Saks heef daarentegen de vloedgolf over zich heen laten komen en verdrinkt reddeloos. Sommige scènes zijn zo knullig van spel, mise-en-scène en timing dat je je kunt afvragen of er wel een regisseur aan te pas is gekomen. (...) Maar het is niet de reactionaire, kleinburgerlijke en de pretcultuur propagerende inhoud die DE GULLE MINNAAR tot de slechtste Nederlandse film sinds 1971 maakt. (...) Die film deugt niet, vanwege de liefdeloosheid, de slordigheid, de laat-maar-waaien-mentaliteit van de makelij. Daarmee wordt namelijk het publiek (...) beledigd." Hans Kroon in 'Trouw' d.d. 5 juli 1990: "DE GULLE MINNAAR is kortom een terugval in de met grove seks, overdadig bloot en vakmatige onvolkomenheden zo rijkelijk gelardeerde begindagen van de moderne Nederlandse speelfilm. Een gênante misser, waar we ons maar niet al te druk over moeten maken. Deze 'Hollandse nieuwe' zegt namelijk alles over de vieze man Rob Houwer en niets, helemaal niets over al die Nederlandse filmvaklieden die de afgelopen twintig jaar wél veranderden en wél vooruitgang boekten." 'de Volkskrant' d.d. 5 juli 1990: "Is er helemaal niets goeds te melden? Twee punten, na lang nadenken en in een plotselinge bui van mededogen. Hoe vermoeiend vitaal Peter Faber ook nu weer door het beeld draaft, hij speelt zijn rol tenminste nog zoals niemand anders dat zou kunnen. (...) En geheel los van de vraag of zij kan acteren is de aanwezigheid van Mariska van Kolck verre van onaangenaam." 'Het Parool' d.d. 5 juli 1990: "Wat is er misgegaan met Mady Saks en haar film? Ze is bekend geworden met integere films als ADEMLOOS en IRIS en ze vertilt zich nu hopeloos aan een flutwerkje dat gebaseerd is op de boeken van Marjan Berk. (...) Het lijkt wel of Saks dezelfde fout heeft gemaakt als collega Schenkkan die een fraai debuut afleverde met VROEGER IS DOOD (...) en daarna plat op haar gezicht ging met de komedie JAN RAP. (...) Mady Saks hinkeldepinkelt als een zwaar aangeschoten reiger naar het einde van het verhaal, waarin al snel geen enkele plaats meer is voor logica, menselijkheid en geloofwaardigheid. Het is één aaneenschakeling van groffe lol, ongekende platheden en klootloze humor. Driewerf gadverdamme." Rob Houwers reactie op de hartgrondige afkrakingen in alle recensies: "Je denkt toch niet dat ik veel anders had verwacht? Maar dat het zo extreem zou worden, vind ik verwonderlijk. Ik heb er kennis van genomen; nou en dat was het dan. DE GULLE MINNAAR is een film zonder artistieke pretenties en daar wordt te zwaar aan getild." Mariska van Kolck in 'TeleVizier' nummer 15-2001: "DE GULLE MINNAAR is niet bepaald een hoogtepunt uit mijn carrière. Nu moet ik er onbedaarlijk om lachen, maar toen vond ik het vreselijk wat ze ermee hadden uitgespookt. Omdat ik geen ervaring had met nasynchronisatie sprak iemand anders mijn rol in. Vreselijk! Ik weet nog dat ik bij de première wel door mijn stoel kon zakken. Ik ben daarna ook meteen weggegaan. Als ik de beelden uit die periode terugzie, zie ik mezelf enorm hard mijn best doen. Breeduit lachend sta ik heel overtuigend te wezen, maar de uitstraling klopt gewoon niet." Rob Houwer over Mady Saks in 'de Volkskrant' van 20 oktober 2005: "(...) 'Ik had van Mady Saks Iris gezien, en dacht: die past bij De gulle minnaar. Ik wist toen niet dat cameraman Frans Bromet Iris eigenlijk had gemaakt.' Een verkeerde inschatting. 'Mady heeft tijdens het draaien van De gulle minnaar haar volgende huwelijk voorbereid. Kun je nagaan met wat voor instelling ze op de set heeft gestaan."
Première: 6 juli 1990 (23 bioscopen)
K-87 minuten

HAN DE WIT
ook: HANK WHITE
Joost Ranzijn

met: Koen de Bouw (Han de Wit), Nelly Frijda (moeder), Jim van der Woude (vader), Jaloe Maat (Nellie), Huub van der Lubbe (zeeman), Hans Beijer (boekhouder), Kees Hulst (dokter), Leny Breederveld (dokter), Hans Trentelman(doktor), Mimi Kok (psychiater), Patrick Muller (blinde Douwe), Sonja Paal (Surinaamse buurvrouw), Han Kerckhoffs (brillenverkoper), Ria Marks (verpleegster skelet), Annette Nijder (verpleegster prik), Paulien Leussink (verpleegster kast), Rik Hoogendoorn (barkeeper), Bert Koster, Jan Pontier (vuilnismannen), Porgy Franssen (deurwaarder), Theo Pont (Van der Velde), Bert Luppes (koper klok)

Scenario: Jane Waltman, Joost Ranzijn, zeer vrij naar het boek 'Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp' van Heere Heeresma. Han de Wit is een brave, enigszins wereldvreemde scholier. Thuis (Han is het verwende enig kind) weet hij alles beter dan zijn ouders, eveneens brave en simpele zielen. Na het ontslag van zijn vader bij de staalfabriek moet het arbeidersgezin hun knusse huisje verlaten en verhuizen naar een kleine flat in een industriewijk. Het is afgelopen met Hans beschermde leventje. Het gezin kan het schoolgeld niet meer betalen en dus komt Han terecht bij het bedrijf waar zijn vader vuilnisman is. Vanwege zijn goede ideeën over de planning van vuilnisophaalroutes maakt Han snel promotie en krijgt het gezin het iets beter. Han zelf is in de wolken van het meisje Nellie dat bij hem in de buurt woont en werkt in het café. Dan komen er opnieuw onweerswolken. Hans vader krijgt een ongeluk met de vuilniswagen en moet het bed houden met een been dat niet meer te genezen lijkt. Han zelf stapelt binnen het bedrijf de ene fout op de andere, zodat hij ontslagen wordt. In opperste nood probeert hij het been van zijn vader zelf te herstellen door hem met hulp van zijn moeder te opereren. Voordat hij de operatie uitvoert, experimenteert Han op een eend, een hond en zelfs een blinde voorbijganger. Na de operatie blijkt van Hans plan niets terecht te zijn gekomen; vader kan nog steeds niet lopen. Woedend laat zijn vader hem keuren en Han wordt gezond bevonden om te functioneren in Afrika. Vier jaar zal hij weg zijn. Han en Nellie beloven op elkaar te zullen wachten. Wanneer Han wegrijdt om de boot naar Afrika te halen, blijkt dat de operatie wel geslaagd is. Muziek: Kees van der Vooren, Wilfrid Snellens. Producenten: Jane Waltman, Joost Ranzijn. Camera: Lex Wertwijn. Montage: Herman P. Koerts. Opgenomen bij de staalfabriek Cockerill Sambre in Charleroi (België). Matig ontvangen. De film verdween al snel uit de theaters.
Première: 16 februari 1990
K-93 minuten

HOW TO SURVIVE A BROKEN HEART
Paul Ruven

met: Bonnie Williams (Gina), Erik de Bruyn (D.C.), Alejandro Agresti (Giro), Gerard Thoolen (Brack), Jim Cook (Clay), Isabella van Rooy (Nola), Frank Sheppard (barman), Mylène d'Anjou (Iris), Kim Soepel (Mik), Richard Messina (Frank), Ruben Morales (bookmaker), Ardalic Milenko (Bookie), Hanne Hansen (Emmy), Dawn Mastin (Joannie), Camilla Siegertsz (nurse), Chip Bray (friend of the family), Roy Ward (creepy man in cab), Michael Manicardi (Bum), Erik Luyten (car salesman), Stan Schram (truck driver), Nadia Bloemberg, Diana Perez, Nicolien Graat van Rogge, Gigi Gommers (girlfriends of D.C.), Marcelle Boulangé (Extra), Elsa Jansen (Frank's new woman)

Scenario: Paul Ruven, Pim de la Parra en P.J. Vernu. Screenplay advisor: Steven van Galen. Verhaal speelt zich af in de periferie van Amsterdam, waar de Urban Cowboy D.C., Gina en Giro zich staande proberen te houden. D.C. is door zijn vriendin Nola in de steek gelaten, wil naar Hollywood en doet uit wanhoop en geldgebrek mee aan 'chicken-races'; een hachelijk evenement waarbij men per auto een bepaald traject op de weg aflegt zonder te stoppen. Gina is zwanger en in de steek gelaten door haar vriend Frank. De Rus Giro is werkloos en woont in zijn auto. Gina valt op Giro. D.C. probeert Giro te strikken om zijn plaats in te nemen bij een chicken-race. Hij valt wel op de charmes van Gina. Muziek: Marcel de Groot en Åke Danielson. Songs: 'How to survive a broken heart'; tekst van Boudewijn de Groot, muziek van en gezongen door Marcel de Groot en 'Live fast, die young' gezongen door Erik de Bruyn. Montage: Herman P. Koerts. Vrij citaat van de trappen-/kinderwagen-scène uit PANTSERKRUISER POTEMKIN. Producent: Boudewijn de Groot. Production advisor: Bastiaan Anink. Zijn structuur ontleent de film aan het citeren van tien geestige geboden op het gebied van de liefde, vrij naar 'The 10 commandments of love', een liedje uit de jaren vijftig van M. Paul.
Première: 5 april 1991
ZW-84 minuten

KOKO FLANEL
Stijn Coninx

met: Urbanus (Placide Smellekens), Bea van der Maat (Sarah), Willeke van Ammelrooy (Madame Germaine), Herbert Flack (Arlondo), Jan Decleir (Azère), Ann Petersen (Dora), Henri Garcin (Didier de Merengue), Koen Crucke (Jean-Claude), Philippe Kerjean (Helmut de Merengue), Isabelle Noah (Orphelia), Leontien Nelissen (Hildeke), Marc-Henri Wajnberg (Frederic), Cris Cauwenberghs (Fritz), Romain De Coninck (vader van Azère), Katrien Devos (moeder Grote Markt)

Belgisch-Nederlandse (?) co-produktie. Scenario: Stijn Coninx, Urbanus i.s.m. Alain Berliner en Luc Janssen. Placide Smellekens woont in een caravan. Op zijn sterfbed vraagt zijn pa aan hem om toch te trouwen en kindjes te krijgen. Placide heeft echter een probleem: hij vindt zichzelf lelijk en wil alleen met een heel mooie vrouw trouwen. Gelukkig voor hem loopt hij op een dag vrij stuntelig dwars door een fotosessie voor een modereportage heen en zo ontmoet hij de knappe Sarah. De balorige en bologige Placide wordt zelf een succesvol mannelijk fotomodel in de modewereld en versiert bovendien de onschuldige Sarah... Producent: Erwin Provoost. Productiemaatschappij: Motion Picture Group. Muziek: Dirk Brossé. Camera: Willy Stassen. Montage: Susanna Rossberg. Art direction: Hubert Pouille. Kostuums: Yan Tax. Tweede film met Urbanus in de hoofdrol. Debuut van Bea van der Maat, in België bekend als televisiepresentatrice en -ook in Nederland- als zangeres van de groep Won ton ton (hit: 'I lie and I cheat'; 7 weken top 40 in Nederland in 1988 met als hoogste notering 13).
Première: 23 februari 1990
K-95 minuten

KRACHT
ook: VIGOUR
Frouke Fokkema

met: Theu Boermans (Bert Bollens), Anneke Blok (Roos Rozemond), Dave van Dinther (Thomas), Khaldoun el Mecky (Jeu), Bert Geurkink (Jo), Jaap Spijkers (slager), Mieke Verheyden (moeder), Marisa van Eyle (slagersvrouw), Marieke Heebink (Maria), Ivo Jacobs, Rogier Gerardu (slagerszonen), Eelco Vellema (Hubert), Dea Koert (Marie Louise), Myranda Jongeling (marktvrouw), Rik Launspach (Sjors), Lukas Dijkema (pastoor), Frans Veugen (grafdelver), Alain Lamour, Martin Baay (misdienaartjes), Fanfare Sippenaeken (fanfare), Toneelvereniging 'St. Laurentius' Voerendaal, Toneelvereniging Palliter, Volkstoneel Amstenrade, bewoners van Sippenaeken e.o. (figuratie Limburg)

Scenario: Frouke Fokkema. Scenario-adviezen: Theo van Gogh. Boer Bert Bollens heeft onlangs zijn vrouw verloren. De teraardebestelling loopt niet van een leien dakje, omdat de doodgravers met motorpech te kampen hebben. In arren moede besluit de boer de kist met paard en wagen naar de begraafplaats te vervoeren, waar hij te laat arriveert. De plaatselijke pastoor is echter onvermurwbaar. Uiteindelijk verbrandt de boer zijn vrouw in een zelfgeknutseld oventje. Haar as wordt in een zwarte urn op de schoorsteen geplaatst. Het verlies van zijn vrouw valt Bert Bollens zwaar. Zij immers vormde het brein achter het familiebedrijf. Met haar wegvallen verliest de boer zelfs aan kredietwaardigheid bij de banken. Bollens wentelt zich in rouw en verwaarloost in zijn wanhoop beesten en bedrijf. De pastoor raadt hem aan er eens op uit te gaan. Bollens bezoekt de landbouwtentoonstelling in Amsterdam. Schilderes en fotografe Roos Rozemond merkt hem op en raakt gefascineerd. Ze brengen de nacht samen door. Het blijkt al snel dat het geen liefde is die hen bindt. Zijn drijfveren zijn duidelijk: hij zoekt een nieuwe kracht en een moeder voor zijn zoon. Toch trekt Roos naar zijn boerderij. Berts zoontje verwelkomt Roos Rozemond op de vierkantsboerderij. De boer biedt haar de ruimte om haar stadse bestaan op het platteland voort te zetten, maar het gemis van een heuse boerin blijft. Om dichter bij Bert te komen, probeert Roos meer en meer op zijn overleden vrouw te lijken. Maar het maakt de afstand tussen de twee alleen maar groter. Na een hevig conflict wordt duidelijk dat Bert en Roos elkaar vanuit hun verschillende 'werkelijkheden' nooit kunnen bereiken. Roos ziet geen weg terug en verhangt zich aan een balk. Boer Bollens moet voor de tweede keer een vrouw ten grave dragen. Muziek: Lodewijk de Boer. Filmdebuut van toneelschrijfster Frouke Fokkema. Gedeeltelijk in dialect gesproken, Nederlands ondertiteld. Goed ontvangen. Rutger Hauer kocht de rechten op het scenario. Gouden Kalf voor beste regie. Grote prijs van de jury op het Festival International de films des femmes 1991.
Première: 21 september 1990
K-104 minuten

KROKODILLEN IN AMSTERDAM
ook: CROCODILES IN AMSTERDAM
Annette Apon

met: Yolanda Entius (Nina), Joan Nederlof (Gino), Hans Hoes (Jacques), Olga Zuiderhoek (mevrouw Top), Marcel Musters (Jerry), Trudie Lute (Charlotte), Jaap ten Holt (Peter), Truus te Selle (moeder), Evert van der Meulen (Adje), Cahit Olmez (Alex), Khaldoun el Mecky (Koos), Fried Mertens (Mike), Carel Alphenaar (oom Victor), Daria Mohr (Theresa), Wim Meuwissen, Peter Blok (makelaars), Ed Pols (garagehouder), Nancy Gould (toeriste), Lieneke le Roux (Inez), Marcel Jansen ("Jacques"), Nynke van de Velde (meisje), Hans Hausdörfer (nachtwaker), Gerard van Kooten (ober)

Scenario: Yolanda Entius, Annette Apon, Henriëtte Remmers. Komedie. De film gaat over de meiden Nina en Gino (voorheen Els). De één weet zich als uitvreter een heerlijk leventje te bezorgen, de ander staat als activiste klaar om de wereld naar haar inzichten om te buigen. Daar is geld voor nodig en wanneer Nina daarvoor een rijke patser wil overvallen loopt ze in de armen van zijn nichtje Gino. De vonk springt over, maar de vriendschap moet wel door beiden worden veroverd. Dat gebeurt tijdens hilarische tochten door Amsterdam, tijdens welke hondjes, ex-minnaars, telefooncellen, blauw en krokodillen hun aandacht opeisen. De bedoeling is alsnog de oom van zijn geld te verlossen en daarmee iets nuttigs te verrichten, maar daar komt het maar niet van. Tijdens die tochten groeien ze naar elkaar toe, niet door te veranderen, maar wel door elkaar te accepteren. Zonder elkaar is het tenslotte een stuk saaier. De twee zo verschillende karakters zijn uitgegroeid tot hartsvriendinnen en ze filosoferen erover hoe het zou zijn om krokodillen in Amsterdam tegen te komen. Zou je ze wel tijdig herkennen in het hoge gras langs de Amstel en zou je dan eerst je vriendin redden of er zelf het eerst vandoorgaan? Muziek: Henk van der Meulen i.s.m. Michel Mulders. Goed ontvangen. Gerdin Linthorst in 'de Volkskrant' van 17 mei 1990: "Zelden heb ik 'normaler' dialogen in een Nederlandse film gehoord, een ware verademing. Des te groter is het contrast met de verhaalopbouw. In plaats van een ideaal, een drift of wat personages dan ook normaliter beweegt, gebruikt Apon een fascinatie voor de kleur blauw als motor voor de gebeurtenissen. (...) Talloze kleine grapjes verlevendigen de show, die met groot gemak en een verfrissend elan wordt gestolen door Jolanda Entius (...) Dit alles wil niet zeggen dat KROKODILLEN IN AMSTERDAM als meesterwerk de geschiedenis in zal gaan. Hier en daar trekt het wat in het ritme, wordt aan gewekte verwachtingen niet helemaal voldaan en stellen de verrassende wendingen wat teleur (...)." Joyce Roodnat in 'NRC Handelsblad': "Een fenomenale, alles omverblazende climax, dat mist KROKODILLEN IN AMSTERDAM." Monique van de Sande in 'Algemeen Dagblad' van 18 mei 1990: "Het resultaat is een komedie waarmee je niet meeleeft, maar tegenaan blijft kijken. (...) Apon schiet wel raak met een schitterende slapstickscène, waarin Olga Zuiderhoek haar blinde woede koelt op Gino's motor, en met een mal verhaal over twee hondjes die een afspraak maken in het park. De dynamische montage komt hier volledig tot zijn recht. (...) deze krokodillen zwalken." W. Wielek-Berg in 'Trouw' van 17 mei 1990: "Hoewel het positieve verreweg overheerst, is KROKODILLEN IN AMSTERDAM zeker niet perfect. Er zijn te veel ideeën in gestopt, daardoor krijgen sommige scènes niet genoeg adem.(...)" Peter van Ulsen in 'Kunststof' van maart 1994: "Sommige films blijven op je netvlies steken. Niet omdat ze zo knap, veelzeggend en interessant, maar alleen omdat ze zo leuk zijn. KROKODILLEN IN AMSTERDAM is zo'n film. (...) Regisseuse Annette Apon leverde met deze film een komedie af die als een stoomwals over je netvlies rolt. (...) Bovendien schuwt ze geen enkel vormexperiment en weet ze daarmee de aandacht goed vast te houden. Een nadeel is misschien dat de film eigenlijk een aaneenschakeling van sketches blijft (...) maar het enthousiasme waarmee deze film is gemaakt, vergoedt dat volledig. (...) Bovendien weten de actrice Joan Nederlof en Yolande Entius met veel verve hun rollen neer te zetten." Tweede prijs op het Montreal Festival de films des femmes.
Première: 18 mei 1990
K-88 minuten

LAST ISLAND, THE
Marleen Gorris

met: Paul Freeman (Sean), Shelagh McLeod (Joanna), Patricia Hayes (Mrs. Godame), Kenneth Colley (Nick), Marc Berman (Pierre), Ian Tracey (Jack), Mark Hembrow (Frank)

Scenario: Marleen Gorris. Feministische film. Een verkeersvliegtuig stort neer op een Caraïbisch eiland. Zeven inzittenden en een hond overleven de ramp: de oudere mevrouw Godame, de jonge juriste Joanna, de Franse bioloog Pierre, de Schotse zakenman Sean, de militair Nick en twee jongemannen Frank en Jack. Nadat ze de doden hebben verbrand, gaan ze op onderzoek uit en komen tot de ontdekking dat het eiland onbewoond is. Na een vergeefse poging het eiland met een zelfgemaakte boot te verlaten, onstaan er gaandeweg spanningen. Jack wil met alle geweld Joanna veroveren, terwijl zij niets van hem wil weten. Bij één van zijn toenaderingspogingen wordt hij door een slang in de hand gebeten. Nick hakt hem radicaal de verwonde hand af, hoewel de slang helemaal niet giftig blijkt te zijn. Jack sterft onder helse pijnen. Nick ontpopt zich als een religieuze fanaat, die vindt dat de anderen zich bij zijn opvattingen moeten neerleggen. Hij ergert zich dermate aan Sean, die een homofiele verhouding met Frank is begonnen, dat hij hem doodschiet. Frank zint op wraak. Hij doodt Nick, waarna hij zelf overlijdt. Pierre, die tussenbeide wilde komen, sterft daarbij eveneens. De twee vrouwen blijven alleen over. Samen besluiten ze een nieuwe boot te bouwen. Muziek: Boudewijn Tarenskeen. Geheel in het Engels opgenomen op het Caraïbische eiland Tobago met vrij onbekende acteurs uit het Angelsaksich taalgebied. In THE LAST ISLAND zitten vele verwijzingen naar de bijbel; het 'Adam en Eva in het paradijs'-verhaal is in het scenario echter sterk gewijzigd. Het scenario van THE LAST ISLAND is samen met die van DE STILTE ROND CHRISTINE M. en GEBROKEN SPIEGELS gepubliceerd als 3e deel in de reeks 'Het Nederlands Scenario' (1990). 10.978 bezoekers.
Première: 16 november 1990
K-96 minuten

LET THE MUSIC DANCE
Pim de la Parra

met: Boudewijn de Groot (Adam Adamus), Eugenie Schellen (Alexandraf), Bonnie Williams (Donna Steele), Marc Hazewinkel (Maurits Dahlberg), Ingrid Willemse (Bijou), Pim de la Parra (Zep Friday), Hedda Oledzky (Hannah Friday), Renée van Egmond (Ruby), Paul Egbers (Zack), Bart Oomen (de heer Draak), Esther Beste (Lydia, secretaresse van Adam), Ben Cramer (Ben Cramer), Marion van Thijn (dame in de nacht), Hennie Vrienten (Vinnie Heretent), Hans Dulfer (Dulver), Ben Herman (saxofonist), Woody Bienemann, Otto Cooymans, Michiel de Groot, David van der Heijden, Leen Kievit, Martino Latupeirissa, Marco Legemaate, Chris van Maasdijk, Maarten Regtien, Frank Sheppard, Dick Schulte Nordholt, Rik Tijhuis, Hans Waterman (muzikanten), Peppina Brouwers, Lia Sijberden, Annemiek van Vlerken, Suzan IJzermans (zangeressen), K.S. Kuang, Jackie Jai (Japanse dansers), Nancy Gould (eigenaresse nachtclub), Margreet Dijk (assistente van Ben Cramer), Henk Hoogkamer (schoonmaker in studio), Jan Willem van Goor (portier Holiday Inn), Laurence van Haren (technica), Carel Donck, Johan Schulmaijer, Jan Spoel, Eva van Vliet (leden Europese Commissie), Michel boersma, Jacques Driessen, Daniel Kelaton, Eddy Liebenwein, Michael Manicardi, Cennie Suurlant, C.E.F. Thomas, Els Lyesen, Aurora Martin, 'Beertje' Noorbergen, T. Swart, M.J. Willemsen, de beo Doerak, de herder Asja (figuranten)

Scenario: Pim de la Parra, Paul Ruven en P.J. Vernu. Minimal movie. Componist Adam Adamus wordt ruw uit zijn slaap gewekt door vriendin Donna. Ze maakt muziek, zingt, danst en als dat niet helpt vertelt ze schuine moppen. Schijnbaar kent Adamus dit ochtendritueel en het irriteert hem mateloos. Donna zal dan ook spoedig de laan uit worden gestuurd. Adamus heeft het zo al moeilijk genoeg. Zijn louche manager Zep Friday heeft er voor gezorgd dat Adam het Europese volkslied mag componeren. Twee problemen spelen hem hierbij parten: het ontbreken van een zangeres en de belastinginspecteur die het Adam bepaald niet gemakkelijk maakt. Om Adams taak een beetje te verlichten krijgt hij de vrouwelijke secretaresse Alexandra toegewezen. Adam is daar weinig van gediend, al valt ze goed in de smaak bij belastinginspecteur, die maar blijft plakken. Omdat de Europese Commissie de volgende dag zijn compositie al komt beluisteren, wordt voor Adam de druk intussen steeds groter. Ook voor Zep stijgt de druk, want hij vliegt de laan uit als hij niet met een zangeres komt. Alsof er nog geen vrouwen genoeg zijn in het leven van Adam, maakt ook de struise Byoux haar opwachting. Ze heeft twee vliegtuigtickets voor Las Vegas en vraagt Adam ten huwelijk. Tussendoor wandelt een popzanger een scène binnen en hij geeft een perfecte imitatie van Tom Waits ten beste. De relaties worden steeds onoverzichtelijker. Hannah, de vrouw van Zep, lijkt iets met een donkere trompettist te hebben, die later evenwel haar zoon blijkt te zijn. Naarmate de compositie vordert krijgt ook de verhouding tussen Adam en Alexandra meer gestalte. De twee zullen elkaar dan ook vinden, maar niet nadat Adam afscheid van zijn vorige vriendinnen heeft genomen. Dat levert een scène op met Byoux die in een nachtclub een striptease ten beste geeft. Muziek: Åke Danielson, J.P. den Tex. Deze film kwam mede tot stand dankzij een bijdrage van het Fonds voor de Nederlandse film.
Première: 21 september 1990
K-89 minuten

LUBA
Alejandro Agresti

met: Bozena Lasota (Luba), Elio Marchi (Roberto), Adrian Brine (professor), Michael Matthews (Mike), Alex van der Wijck (Spencer), Viveca Lindfors (madam), Amelita Baltar (zangeres)

Nederlands-Argentijnse co-produktie. Scenario: Alejandro Agresti. Rotterdam, 1941: een Argentijnse schrijver-dichter Roberto wordt achtervolgd door twee Amerikanen van de geheime dienst. Met twee benen van een vrouwelijke etalagepop -Roberto heeft ook een onverslijtbare panty uitgevonden- vlucht hij een bordeel binnen. Daar huurt hij de prostituée Luba voor een hele nacht. Een spel van afstoten en aantrekken tussen de schrijver en de hoer krijgt zijn beslag. Intussen weet de hoerenmadam de twee achter- volgers buiten het bordeel te houden. Een zangeres zingt Argentijnse liederen. Vermomd als clown blijkt ook een professor van wie Roberto vroeger college heeft gehad te zijn ondergedoken in het bordeel. Bij het ochtendkrieken, als Luba en Roberto elkaar hun liefde hebben verklaard, verlaat het stel het bordeel om een nieuw leven te beginnen. Dit wordt mogelijk omdat een van de achtervolgers zijn maat doodschiet en vervolgens in het bordeel mag onderduiken. 'Luba is een van de mensen die niets hebben te verliezen en daarom geschikt om revolutie te maken', laat Roberto weten. Muziek: Paul M. van Brugge. Viveca Lindfors is de derde Zweedse actrice in een Nederlandse film (na Gunnel Lindblom in DE DANS VAN DE REIGER en Bibi Andersson in TWEE VROUWEN).
Première: 28 september 1990
K-81 minuten

MY BLUE HEAVEN
Ronald Beer

met: Ruud de Wolff (Paatje), Ivon=Yvonne Pelasula (Brenda Benoit), Koen Wauters (Hans van de Broeck), Bo Bojoh (Maatje), Leen Jongewaard (vader Van de Broeck), Michel Sorbach (Boetie), Angelique Corneille (Bella), Remco Djojosepoetrio, Victor Reinier (Mickey), Con Meyer (Meyer), Edda Barends (mevr. Van de Broek), Bert Luppes (Leen), Tatjana Simic (Suzy), Julius Wendrich (Ko), Carola Gijsbers van Wijk, Bert André, Herman Hafkamp, Simone Dresens, Wil Zuidema, Karla Wildschut, Hans Beyer, Ineke Cohen, Hans van den Berg, Mathijs Jansen, Bob Goedhart, Koos Elferink, Nico Schaap, Pier van Brakel, Tim Beekman, Duck Jetten (mevr. Wang), Ronald Beer (dhr. Wang), Job van As, Steve Wong, Yuri Wong, Vincent Stoof, Edwin Bakker, Yvette Valkering, Aniek Kamerlingh, Edu Schalk, Johan Brak, Nico Jansen, Klaas ten Holt, Jan Vriend, Frank van der Endt, Victorien Barendrecht, Marion Krom

Scenario: Ronald Beer. Rotterdam, 1961. De gerepatrieerde Indische familie Benoit komt op het idee om een oude fietsenstalling om te bouwen tot een Indisch restaurant. Voor hen de manier om er in Nederland wat warmer bij te komen zitten. En om een gloeiende ruzie te krijgen met meneer Van de Broeck van de snackbar uit de buurt. Het loop echt uit de hand als de zoon Hans van de Broeck (Koen Wauters, van de Vlaamse popgroep Clouseau) verliefd wordt op Brenda Benoit. Immers 'Pinda's' of 'Peloppers', zoals de Indische Nederlanders genoemd worden, zijn lui, dom, maar bovenal anders, zo vinden de Nederlanders. Muziek: Dick Maas. Song: 'Spiegelbeeld' door Willeke Alberti. Andere liedjes o.a.: 'Vino waar blijft de wijn', 'Ramona' en 'Kom van dat dak af'. Bij de in de film gebruikte N.O.B.-filmarchiefbeelden is de stem van Philip Bloemendaal te horen. Opgenomen in Rotterdam, Amsterdam, Delft, Haarlem, Noord-Scharwoude en de First Floor Features studio. Ruud de Wolff (van de Blue Diamonds) debuteert naast Wauters als de Indische vader. In de Verenigde Staten werd tegelijkertijd een totaal andere film met de titel MY BLUE HEAVEN gemaakt met in de hoofdrol Steve Martin. Nummer 63 over 1990, 50.419 bezoekers. Totaal 90.563 bezoekers.
Première: 21 december 1990
K-93 minuten

NACHT VAN DE WILDE EZELS, DE
ook: THE NIGHT OF THE WILD DONKEYS
Pim de la Parra

met: Pim de la Parra (Waldo van Romondt), Liz Snoyink (Joanna van Romondt), Camilla Braaksma (Carmen Helman), Kenneth Herdigein (Patrick Delprado), Hans Dagelet (Jack de Boer), Manouk van der Meulen (Mathilde Vanessen), Jake Kruyer (John Bob), Marian Morée (Marouska), G.J. Louwe (Laurens Lang), Isabella van Rooy (Lovanna), Martijn Apituley (Vincent de Leeuw), Marie Kooiman (Helen de Boer), Carel Donck (Jan Slokker), Bonnie Williams (Maureen Schwarzenegger), Harriët Beudeker, Elske Falkena (Girlgang), Bodil de la Parra, Joanna Swaan (secretaries), Dana Dool (Joanna's secretary), Albert Blitz (male cliënt), Judy Doorman (female cliënt), Edo Douma (Horatio), Jacques Laureys (Patrick's cousin), Heer Herman & Heer Groenteman (orgeldraaiers), The butchered babies (special appearance), Xaviera Hollander, Rieks Hadders, Theo van Gogh, Herbert Curiël, Isa Hoes, Huub Stapel, Gert Jan Dröge (enkele van de gasten op feest)

Scenario: Pim de la Parra, Paul Ruven, Steven van Galen. Minimal movie. Filmregisseur Waldo van Romond heeft het nog nooit zo moeilijk gehad. Dat een dramatische liefdesscène telkens verkeerd gaat is nog niets vergeleken met de andere problemen die hij aan zijn hoofd heeft. De actrice Carmen, die hij dolgraag als hoofdrolspeelster wil, heeft nog steeds niet toegezegd. De Duitse co-producent (de kleinzoon van Fritz Lang) wordt ongeduldig en stelt eisen: er moet een 'bankable star' zijn en de film moet in kleur worden opgenomen. Ook Waldo's privéleven ligt overhoop. Zelf woont hij in een tentje op zolder terwijl zijn vrouw Joanna bezig is te verhuizen naar een nieuw appartement waar ze een psychiatrische praktijk heeft. De spanningen reageert ze af op haar patiënten. Bovendien is er nog steeds geen geld. Het Lower European Filmfund, onder voorzitterschap van Jan Slokker, vindt het scenario van 'De nacht van de wilde ezels' maar niets. Teveel symboliek. Waldo werpt tegen dat alleen de titel al geld waard is. Het hele verhaal in één zin samengevat. De onverstoorbare scriptgirl is benieuwd hoe het zal aflopen en schrijft intussen lange brieven aan haar moeder. De chaos wordt zo groot dat de produktieleider de regie moet overnemen. De liefdesscène wil nog steeds niet lukken, ook niet met andere acteurs. Waldo probeert op een feestelijke receptie de stemming er in te houden. De relatie met zijn vrouw is op een dieptepunt. Joanna gaat verkleed naar decadente feestjes en in een verlaten treinwagon doet ze aan wilde seks met een van de filmacteurs. Ondanks Waldo's optimisme is de toestand onhoudbaar. Actrices maken ruzie, het fonds zegt definitief nee, het verhaal over het Fritz Lang kapitaal blijkt geheel verzonnen en medewerkers lopen weg. Het is de eerste film van Waldo die mislukt. 'Misschien was de titel niet goed', verzucht hij. Gelukkig wil Joanna nu weer bij hem terugkomen. Muziek: Patric Sedoc, Ben Herman. Camera: Alejandro Agresti. Montage: Lorraine T. Miller. Art direction: Bartel Meyburg, Suzan IJzermans. Muziekproduktie: Boudewijn de Groot. Producent: Emjay Rechsteiner. De vijfde minimal movie vanaf De la Parra's come-back in 1985 is opgenomen met steun van het Productiefonds. Pim de la Parra speelde zelf de hoofdrol, omdat Gerben Hellinga opeeens geen zin meer had in de rol. De film kreeg zijn première op het filmfestival in Rotterdam. Marian Morée is de later uit de tv-serie Baantjer bekende Marian Mudder.
Première: 9 februari 1990 (Kriterion-Amsterdam)
K/ZW-108 minuten

OPENBARINGEN VAN EEN SLAPELOZE
ook: REVELATIONS OF AN INSOMNIAC
Pim de la Parra

met: Miguel Stigter (prof. mr. dr. drs. J.A. Wierook), Marian Morée (Anna Wierook), Liz Snoyink (Lydia), Bart Oomen (1st research assistant), Bodil de la Parra (2nd research assistant), Joanna Swaan (3rd research assistant), Johan Leysen (visitor), Camilla Braaksma (visitor), Jacob Smolders (truckdriver)

Scenario: Pim de la Parra, J.P. Vernu. Minimal movie. Professor Johannes Antonius Wierook is een briljante geleerde. Hij leeft met zijn zuster Anna in een groot huis, dat hen tien jaar geleden is nagelaten na de onverwachte dood van hun ouders. Broer en zus hebben sindsdien in een shocktoestand geleefd en zijn in een spel van wederzijdse aantrekking en afstoting terechtgekomen. Dit heeft eens in een hotel in Barcelona tot een incestueuze liefdesnacht geleid. De aankomst van een mysterieuze gast, Lydia, veroorzaakt een kettingreactie. Zowel broer als zus voelen zich tot haar aangetrokken en dit doorbreekt hun spel. Anna verlaat haar broer en wanneer Lydia ook vertrekt, blijft Johannes alleen achter. Muziek van Sergei Rachmaninov. Opgenomen in drie dagen zonder script. Deze film kwam tot stand dankzij een bijdrage van het Fonds voor de Nederlandse film.
Première: 17 mei 1991
K-82 minuten

PASSAGIERS
ook: PASSENGERS
Ben van Lieshout

met: Olga Zuiderhoek, Hans Hausdörfer, Manouk van der Meulen, Titus Muizelaar, Huub van der Lubbe, Felix-Jan Kuypers, René Eljon

Scenario: Bert Bisperink, Ben van Lieshout. Het pad van twee stellen kruist zich: een getrouwd stel en een principieel zwerversechtpaar. Een buschauffeur en zijn jonge vrouw verhuizen naar een nieuw huis in een polderlandschap, terwijl een sjofele man en vrouw door de kale polder zwerven. Als de buschauffeur hen vindt op zijn route door de polder, biedt hij hen onderdak in zijn bus aan. Hij laat hen overnachten in de bus als hij de bus terugbrengt naar de garage. Als het stel door een conducteur uit de bus wordt gegooid, haalt de buschauffeur de man en vrouw na zijn dienst met zijn eigen auto weer op. Hij brengt hen naar een verlaten bouwkeet. Het stel vernielt langzaam maar zeker de keet en steken het in de brand voordat ze verder trekken. Ondertussen kan de vrouw van de buschauffeur niet wennen in haar nieuwe huis; ze is niet in staat om het in te richten en vervalt tot apathie. Uiteindelijk verlaat zij haar man. Geen muziek.
Première: 22 maart 1990
ZW-86 minuten

PHOENIX MYSTERIE, HET
ook: THE PHOENIX MYSTERY
Leonard Retel Helmrich

met: Luc Boyer (architect Alhamy Albakry), Liz Snoyink (wethouder Natasja Merckelbacht), Manouk van der Meulen (Malou), Rutger Weemhoff (Johan Cooyman), Jake Kruyer (Frank Smulders), Martijn Oversteegen (Remon Dominicus), Berry van Oudheusden (Twan van Berkel), Koos Elfering (sloper Mari), Gerrit Ph. Brokx (burgemeester), Hans Krosse (wethouder), Jan Naaijkens (directeur architecten bureau), Bram Wiersma (poppenspeler), Roel den Ouden (hotelbediende), Huub Mensen (stationchef), Lieveke Roelofs (toiletjuffrouw), Eddie Schenkers, Bodil de la Parra (studenten), Gemeenteraadsleden (gemeenteraadsleden), Hans Leeuwenkamp (persvoorlichter), Toine van Corven, Ewalt Smits, Paul Verlinden, Kees van de Ven, Jack Mensink, Niek Hermans, Gerard van de Wielen, Jack Aarts, Francien van de Werde, Piet Hermans (persfotografen), Lieke Abbehuize, Bart van Zummeren, Roland Spinnenwijn (journalisten), André Joore (taxi chauffeur), Armand van Gillis (computer installeur), Magdy Albakry (shoarma verkoper), Harry van Hoof, Joris Naaykens (vechtende mannen), Errol Hernandez en 304 figuranten (Caribische dans groep)

Scenario: Leonard Retel Helmich. Minimal movie, gemaakt met steun van de Tilburgse overheid en het bedrijfsleven. Hoofdpersoon van HET PHOENIX MYSTERIE is de Egyptische architect Alhamy Albakry, die een prijsvraag voor de bouw van een openbaar gebouw in Tilburg gewonnen heeft. Rond die opdracht is een heel gedoe ten stadhuize gaande. De medespelers in het ambtelijke drama hebben daarnaast nog allerlei persoonlijke sores. Tweede hoofdpersonage is wethouder Natasja Merkelbach. Zij heeft niet alleen een scheiding achter de rug, maar ze treurt ook om de dood van haar zusje, die als spookverschijning door de stad rent. De komst van de Egyptische architect brengt de Egyptische mythologie naar Brabant en daarin zit voor de harde wethouder een therapeutische les. Parallel aan de herrijzing van de stad (er gaat gebouwd worden op het terrein van de voormalige textielfabriek De Phoenix) loopt voor haar het accepteren -via een love story- van de dood. Bovendien beleeft Tilburg tijdens het carnaval een reprise van de geschiedenis van de vrouwelijke farao Hatsjepsoet en haar bouwmeester Senmoet. Muziek: Lauran van der Sanden. Liz Snoyink en Leonard Retel Helmrich zijn beiden in Tilburg geboren.
Première: 19 oktober 1990
K-93 minuten

PINK ULYSSES
Eric de Kuyper

met: José Theunissen (Penelope), Jos IJland, Dolf Wilkens, Erik de Bruyn, Margie Smit, Daan Jansen

Scenario: Eric de Kuyper, met bijdragen van Peter Delpeut, Ine van Dooren, Emile Poppe, Stef Tijdink en Erik de Bruyn. PINK ULYSSES toont een reeks 'willekeurige' beelden die dramatisch gezien op zichzelf staan en die door de montage in een volgorde zijn gerangschikt. Grofweg onderscheiden zich drie groepen: 1) Beelden uit bekende en minder bekende zwijgende films zoals LA CADUTA DI TROIA van Piero Fosco, POTEMKIN van S.M. Eisenstein, OP HOOP VAN ZEGEN van Maurits H. Binger en STRIKE van S.M. Eisenstein. 2) De in weekends gedraaide korrelige zwart-wit beelden van ondermeer een ontbloot jongenslichaam voor een strijkplank (bezig met het strijken van een spijkerbroek), de dansende onderbenen van een jongeman, een strelende mannenhand over een bloot mannenlichaam, een jonge heer die de bloemblaadjes van een roos nuttigt, een tussen gedrapeerde lakens op een bed rollende jongen, een kruisaflegging door een in lappen gehulde groep mensen en een via drie spiegels in beeld gebrachte masturbatiescène met in elke spiegel een verschillende uitsnede van de zichzelf bevredigende jongeman. 3) Tussen al deze beelden zijn -in kleur- scènes te zien uit de Odyssee van Homerus. Te zien zijn Odysseus' omzwervingen in decors van bordkarton; zijn ontsnapping aan de sirenen, vastgebonden aan de mast van zijn schip en het wachten van Penelope; alleen in haar paleis tussen papieren pilaren en hangende, licht bewegende kleden, terwijl ze werkt aan haar kleed of belaagd wordt door een naar haar hand dingende groep van jongemannen. Muziek: 'Le Sacre du Printemps' van Igor Strawinsky, 'Il Ritorno d'Ulisse in Patria' en 'Ardo Avvampo' van Claudio Monteverdi, 'Ich steh im Regen' van Zarah Leander, 'Cinderella' van Prokofjev, 'Al Bint el Chalabiya' van Fairuz, Ravel, e.a. Montage: Ton de Graaf. Camera: Stef Tijdink. Decorontwerp: Herman Coenen. Producent: Suzanne van Voorst. PINK ULYSSES bevat geen dialogen. Het is een zwijgende film, met hier en daar citaten als tussentitels. Voor het eerst vertoond op het International Film Festival Rotterdam in januari 1990.
Première: 20 april 1990
ZW/K-98 minuten

ROMEO
Rita Horst

met: Monique van de Ven (Anne Herden), Johan Leysen (Matthijs), Ottolien Boeschoten (Nel), Peter Bolhuis (Chiel), Hans Croiset (dokter), Pieter de Wijn (Verhoeven, oude man), Coby Timp (moeder van Anne), Bob van den Berg (vader van Anne), Pim Lambeau (dame met hondje), Mouna Goeman Borgesius (verpleegster), Theo de Groot (co-assistent), Nettie Blanken (tweede dokter), Judy Doorman (kennis Matthijs), Elja Pelgrom (kennis Anne), Arjan Kindermans (Frank), David Jansen (Tommie), Wick Ederveen (directeur), Quintijn Janse (regie-assistent), Devika Strooker (actrice), Dirk Zeelenberg (acteur), Joke Hoolboom, Leoni Jansen, Magdalena Jansen, Maeve van der Steen, Dela Maria Vaags (vriendinnen), Dick van den Toorn (kennis op feest), Peter Bos (kennis op bezoek), Nico Schaap (controleur tram), De Gebroeders Flint (tram muzikanten), Dean Kaye-Creatrix (baby Romeo)

Scenario van Rita Horst. Anne Herden en haar vriend Matthijs wonen in Amsterdam. Zij tekent en hij is acteur. Beiden verheugen zich op de geboorte van hun eerste kind. Als Anne bijna zeven maanden zwanger is, blijkt dat het ongeboren kind versteende nieren heeft, nieren die niet functioneren. Het houdt in dat het het kind niet levensvatbaar is en waarschijnlijk tijdens of vlak na de geboorte zal sterven. De dagen na het onheilsbericht zijn voor Anne en Matthijs ondraaglijk. Uiteindelijk besluiten ze het advies van de gynaecoloog op te volgen en de geboorte te laten opwekken. In het ziekenhuis komt het onvolgroeide kind ter wereld en sterft onmiddelijk. Het is een jongetje en Anne noemt hem Romeo, de naam die ze voor haar zoon in gedachten had. Anne en Matthijs gaan naar huis met alleen een paar foto's van Romeo. Matthijs probeert de draad van het leven weer op te pakken, maar Anne kan de afschuwelijke ervaring niet verwerken. Ze praat over niets anders, laat iedereen de foto's zien en vervalt tot apathie. Matthijs doet zijn best om haar op te beuren, maar Anne verwijt hem dat de hele gebeurtenis hem blijkbaar koud laat. Langzaam maar zeker drijven de twee uit elkaar. Dan ontmoet Anne op een kerkhof een oude man die het graf van zijn jong gestorven zoon bezoekt. De man vertrouwt haar toe dat hij nog dagelijks gesprekken met hem voert in gedachten. Hij is de eerste die haar begrijpt en haar bevestigt in haar gevoelens. Ze is niet kinderloos, zoals de omgeving haar ziet, ze is wel degelijk de moeder van haar zoon. Anne put zoveel kracht uit deze ontmoeting dat ze de confrontatie met Matthijs weer aankan. Ook hij beseft uiteindelijk dat zijn oplossing -het verdringen van zijn verdriet- niet de beste was. Muziek: Boudewijn Tarenskeen. Camera: Theo Bierkens. Geluid: Hugo de Vries. Art direction: Philippe Graff. Montage: Ot Louw-Het Materiaal. Producent: Frans Rasker. ROMEO is een coproductie van Horizon Filmproductions en de NOS, met cofinanciering door de Stichting Coproductiefonds Binnenlandse Omroep.Deze film kwam mede tot stand dankzij een bijdrage van het fonds voor de Nederlandse Film. Fragment uit MONUMENT VOOR EEN GORILLA ter beschikking gesteld door Bert Haanstra. Het echtpaar Johan Leysen en Rita Horst maakten dit alles in de realiteit mee. Voor Rita Horst was het schrijven van het scenario therapeutisch. In werkelijkheid overleed in december 1993 het anderhalf jaar oude zoontje van Monique van de Ven en haar man Edwin de Vries. Monique van de Ven in 'VARA TV Magazine' 48-2006: "Was de eerste keer dat ik een script las, waarbij ik dacht: dit moet ik maken, geen twijfel mogelijk. (...) Heb me enorm vastgebeten in die rol. Ik had steeds voor ogen: er mag geen moment zijn dat je het niet geloofd. Dan is de hele film weggegooid. (...) Ik kan er nog naar kijken. Toen het mezelf overkwam, dacht ik alleen maar: ik doe nooit meer een film waarin het slecht met me afloopt of waarin me iets gebeurt. Je gaat echt even denken: loopt mijn eigen leven parallel aan mijn filmleven. Dat kan toch niet waar zijn. (...)" Prijs van de Nederlandse Filmkritiek 1990. Gouden Kalf voor Monique van de Ven. Nummer 40 over 1990, 87.608 bezoekers. Goed ontvangen bij de Nederlandse pers. In 'Acteren voor de camera : methode van onderzoek naar acteerprestaties in realistisch drama van acteurs en actrices in Nederlandse speelfilms na 1989' van Joost J. Njio (Theater-, film- en televisiewetenschap - Universiteit Utrecht, maart 1999) worden de acteerprestaties van de hoofdrolspelers uit ROMEO, DE KLEINE BLONDE DOOD, ADVOCAAT VAN DE HANEN en DE POOLSE BRUID geanalyseerd.
Première: 13 april 1990
K-94 minuten

ROSA ROSA
Martin Uitvlugt

met: Guusje van Tilborgh (Rosa), Johan Leysen (Heinz/Herman), Marieke van der Pol (Pauline, vriendin van Rosa), Herbert Flack (Eric, ex-man van Rosa), Sanderien van Rooy (Ine, Rosa’s dochter), Raymond Campfens, Wilma Borgman (presentatoren), Stef de Niet (deskundige), Oof Verschuren (glazenwasser), David Blake (collega Heinz/Herman), Jan Blom (man met krant), Ruben Uitvlugt (Duitse soldaat), Ank van Straalen, Ans Kroon (clienten)

Scenario: Martin Uitvlugt. Psychologische thriller over een gescheiden, zich vervelende kapster in Den Haag, die op een terrorist valt. Rosa Brand heeft een kapsalon. Op een avond komt na sluitingstijd een onverzorgde man binnen. Hij heeft een brief van Rosa's ex-man bij zich, die in Duitsland als journalist werkt. De onverzorgde man beweert een collega van Eric te zijn. Hij wil dat Rosa zijn uiterlijk verandert, maar staat niet toe dat zij vragen stelt. Hij ondergaat een metamorfose en vertrekt zonder een woord te zeggen. Rosa kan hem niet uit haar gedachten zetten en begint een zoektocht naar hem. Bij toeval komt ze een man tegen die het evenbeeld is van de vreemde. Het lukt haar om met hem in gesprek te komen door zich voor zijn auto te werpen. Zijn naam is Herman en hij zegt dat hij een computer traffic controller is. Ze krijgen een gepassioneerde verhouding totdat Herman plotseling verdwijnt. Een bezoek aan Eric om meer te weten te komen over Herman levert niets op. Ondertussen hoort Rosa via het journaal steeds meer over een in Europa actieve terroristische organisatie. Ze ziet een foto op tv van een gezochte terrorist, die lijkt op haar vriend Herman. Rosa, die verliefd en nieuwsgierig is, komt van het ene mysterie in het andere terecht. Camera: Piotr Kukla. Geluid: Bert Koops. Licht: Pawel Edelman, Onno van der Wal. Art direction: Rob Vermeulen, Diana van den Vossenberg. Montage: Arno Hagens. Muziek: Robert Jan Stips en Hi Ho Silver (‘Poll’). Producent: Cesar Messemaker. Meatball-produktie. Opgenomen op locaties in Den Haag, Scheveningen en op het Kagereiland. De film van distributeur Cor Koppes werd alleen om contractuele redenen een weekje in de Amsterdamse bioscoop Cinecenter gedropt. De recensies waren vernietigend. Enkele kreten: 'Derrick tien keer beter', 'raar debuut', 'alleen voor zij die verslaafd zijn aan Nederlandse films'. Pieter van Lierop in ‘Utrechts Nieuwsblad’ d.d. donderdag 19 maart 1992: “Dit door Martin Uitvlugt geregisseerde filmdrama begint nochtans zeer beloftevol. Als je tenminste voorbij wil gaan aan het temende pianodeuntje dat al binnen drie minuten op je zenuwen werkt, maar dat door de met zijn compositorisch talent woekerende Robert Jan Stips in nauwelijks merkbare variaties door de hele film heen wordt getrokken zodat na anderhalf uur je oorschelpen gaan schilferen. (…) Wat verder volgt is hemeltergende onzin. (…) De dialogen zijn vaak van onbeschrijflijke houterigheid. (…) Qua plot, boodschap of visie bezit ROSA ROSA niets dat verfilming de moeite waard maakte. Maar de manier waarop het allemaal in scène gezet werd - zo stijf, zo vreugdeloos saai - dat had zelfs dit slechte scenario niet verdiend.” Mark Moorman in ‘Het Parool’ d.d. donderdag 12 maart 1992: “De distributeur heeft het geheim niet langer op de plank kunnen laten liggen (…) [dat] bijna twee jaar op uitbreng [moest] wachten. (…) Het slecht geconstrueerde scenario, om eens een constructieve opmerking te maken, (…) uiterst beroerd bordkarton. Gebrek aan geld is nooit een excuus. Andere regisseurs hebben bewezen dat visuele vindingrijkheid en een klein budget elkaar niet noodzakelijkerwijs uitsluiten.” Joyce Roodnat in ‘NRC Handelsblad’ d.d. donderdag 12 maart 1992: “(…) inconsistent ratjetoe van vage ideeën en gedachtetjes. De medewerking van twee acteurs die in andere films lieten zien grootse prestaties te kunnen verrichten heeft niet mogen baten (…) dat zegt vooral veel over Uitvlugts acteursregie, over de overdadige pingelmuziek en over de blikken montage. Camera en licht werden zonder allure gebruikt, in de oppervlakkige stijl van het voor snelle consumptie bedoelde, mindere televisiespel (…) Er blijven alleen maar vragen over. Waarom valt Rosa juist op hem? Waarom valt hij voor Rosa? Wat wil Uitvlugt kwijt over terreur op Europees niveau? En wat is de bedoeling van zogenaamde diepzinnigheden als ‘Ik heb altijd sterke banden gehad met het alledaagse, Herman’ of ‘Ik vind het leuk mensen te veranderen’of ‘We moeten blijven wat we zijn’? (…) In afwachting van een volgende, wellicht meer voor openbaarheid geschikte fase in Uitvlugts ontwikkeling, had ROSA ROSA op de plank moeten blijven liggen, misschien met een in weemoed gestrikt lint om de filmblikken - als een herinnering aan een onvolgroeide poging die wellicht een eerste opstapje was.”
Première: Nederlandse Filmdagen 1990/13 maart 1992 (Cinecenter - Amsterdam)
K-90 minuten

SCHERZO FURIOSO, EEN
ook: A SCHERZO FURIOSO
Marianna Dikker

met: Will van Kralingen (Stephanie), Hans Dagelet (Laurens), Joke Tjalsma (Marieke), Johan Ooms (Guus)

Scenario van Marianne Dikker. Laurens en Stephanie zijn acht jaar getrouwd en dat is aanleiding voor een feest. Maar Laurens heeft er geen enkele moeite mee om tussen het schrijven van de uitnodigingen door af en toe met een andere vrouw in bed te stappen, zoals hij dat in feite al die tijd heeft gedaan. Soms leidt dat tot een bitse woordenwisseling of een kussengevecht tussen hem en Stephanie, maar het is eigenlijk al heel wat dat ze nog bij elkaar zijn. Stephanie lijkt de avontuurtjes van Laurens te accepteren als iets dat erbij hoort, als die vriendinnen maar van haar make-up spullen afblijven. Totdat alle vrienden en vooral vriendinnen verzameld zijn op het feest en Stephanie een voor Laurens nogal onverwachte toespraak houdt. Ze spreekt een woord van dank uit aan de ongeveer dertig vriendinnen die Laurens in acht jaar tijd heeft versleten en laat weten dat nu het moment is gekomen dat Laurens en zij uit elkaar gaan. Laurens veinst dat dat in goede harmonie gebeurt, maar in werkelijkheid voelt hij zich verraden. Dat wordt nog versterkt als de volgende dag Marieke, een van zijn vriendinnen, voor de deur staat met haar echtgenoot. Marieke wil scheiden en met Laurens een nieuw leven beginnen omdat ze van Stephanie gehoord heeft dat zij Laurens' nieuwe grote liefde is. Niets blijkt minder waar te zijn, tot verdriet van iedereen. En 's avonds staat dan Stephanie opeens weer bij Laurens in de slaapkamer, al krijgt haar terugkeer een andere wending dan Laurens in zijn vreugde vermoedt. Muziek: Loek Dikker. Scenario won in 1987 de Prix Genève Europe. Winnaar Lilian Gish Award van het Woman in Film Festival 1990 in Hollywood. Goed ontvangen bij de Nederlandse pers. Vooraf: HET SEIZOEN van Rob Mooy (NL 1989-20 minuten met: Cas Enklaar, Lineke le Roux, Joris Rijnberg, Jules Croiset) over het jachtseizoen voor mannen en vrouwen.
Première: 5 januari 1990
K-63 minuten

WAY UPSTREAM
ook: STROOM OPWAARTS
Sander Francken

met: George van Houts (Aldert-Jan), Celia van den Boogert (Joke), Aus Greidanus (Kees), Geert de Jong (Wendy), Gees Linnebank (Jim), Juul Vrijdag

Scenario: Hugo Heinen, Sander Francken, naar een toneelstuk van Alan Ayckbourn. Twee stellen gaan op vakantie met een plezierjacht. De verwende Wendy verafschuwt haar brallerige echtgenoot Kees, Alder-Jan is een teleurgesteld ei en zijn huwelijk met Joke is een sleur. De onderlinge frustraties worden verscherpt door de komst van een vreemdeling, Jim, die de boot uit een benarde situatie redt, daarna als gast een eindje meevaart en vervolgens het commando meer en meer overneemt. Hij ontpopt zich als een machtswellusteling, die uiteindelijk (bijna) zelfs over leven en dood van de passagiers beslist. Muziek: Het Paleis van Boem. Opgenomen in de Spiegelpolder bij Nederhorst den Berg. De film was oorspronkelijk gepland voor de VARA-televisie. Slecht ontvangen; alleen de acteerprestatie van Celia van den Boogert werd geprezen.
Première: 27 september 1991
K-88 minuten

WIJ HOUDEN ZO VAN JULIO
ook: (WE HOUDEN ZO VAN) JULIO/WE HOUDEN ZO VAN JULIO/WE LOVE JULIO
Ramon Gieling

met: Heyn van der Heyden, Anneke Blok, Marieke Heebink, Sylvia Poorta, Isabelle Guillaume, Barbara Feldbrugge, Hans Hoes, Annette Apon, Stefan van de Staak

Scenario: Ramon Gieling. Losse, bijna experimentele komedie met lichte toon. Julio strijkt als een soort onschuldige engel uit de hemel neer op aarde. Vijf vrouwen en een man mijmeren over hun geliefde jongeman die maar niet volwassen wil worden. In flash-backs wordt de relatie die Julio met de diverse personen had getoond. Aan het slot laat Julio zijn weldoeners ontgoocheld achter. Muziek: Bach, Beethoven, Ravel. Fotografie: Guus van Geffen. Geluid: Marcus Nijssen, Frans van de Staak, Lukas Boeke. Art direction: Ruben Schwartz, Serge van Opzeeland. Montage: Ton de Graaff, Jan Dop. Producenten: Suzanne van Voorst en Floor Kooij voor Yuca Film.
Première: 9 maart 1990
K-77 minuten

WINGS OF FAME
Otakar Votoçek

met: Peter O'Toole (Cesar Valentin), Colin Firth (Brian Smith), Marie Trintignant (zangeres Bianca), Andréa Ferréol (Theresa), Maria Becker (Dr. Frisch), Gottfried John (Russische dichter Zlatogorski), Walter Gotell (receptionist), Ken Campbell (gerant), Robert Stephens (Merrick), Terry Raven (mysticus), Luc Boyer (Kobayashi), Michiel Romeyn (Baldesari), Pat Roach (guerilla 1), Jerry Di Giacomo (guerilla 2), Ellen Umlauf, Peter Firth, Nicolas Chagrin, Ken Campbell, Mark Tandy, Dagmar Schwarz,Phil Warnett, Herman=Hermann Lause (schaker),Terry Raven, Jonathan Hackett, Eva Kryll, Emilio Linder, Pat Roach, Jerry Di Giacomo, Klaus Kelterborn, Bruno Eiron, Remo Rostagno, Luc Boyer, Bernard Fontaine, Tina van Baren, Jürgen Schornagel, Michael Harrican, Luc Walter, Gylan Kain, Ian Elliot, Patrick Le Barz, Jean-Jacques Delbo, Stacey Whorton, Adam Fresco, Harry Barrowclough, Mary Donovan, Richard Graydon, Eric Fostinelli, David Doyle, Robert Darame, Joe Weston, Michael Krass, Keith Adrian, Grant Coburn, Juri Voogd, Josyane Cianelli, Colin Scott, Moune Duvivier, Sander Brouwer

Scenario: Otakar Votoçek, Herman Koch. Het is 1966, het succesjaar van de Beatles, maar ook van Cesar Valentin, een filmacteur op het toppunt van zijn roem. Hij is een van de belangrijke gasten op een internationaal filmfestival waar ook de onbekende schrijver Brian Smith zich onder de aanwezigen bevindt. Smith heeft nog een appeltje te schillen met Valentin, omdat de filmacteur volgens hem zijn manuscript heeft gestolen. Het manuscript bevatte een biografie over het leven van Cesar Valentin, die er heel handig een autobiografie van heeft gemaakt met als titel 'Wings of Fame'. Na een aantal tevergeefse pogingen om de ijdele en arrogante acteur te spreken te krijgen, schiet Smith hem voor het filmpaleis neer. Maar nog in dezelfde minuut komt hij ook zelf om het leven onder een neerstortende filmlamp. Samen arriveren ze per roeiboot in het hiernamaals. Dat blijkt een luxueus hotel op een eiland te zijn, waar alle aardse beroemdheden zijn samengebracht. Zo logeren in het hotel mensen als Einstein en Hemingway, naast Albert Speer, de baby van Lindbergh en de filmhond Lassie. Valentin krijgt vanwege zijn beroemdheid een comfortabele, luxe kamer toegewezen, maar Smith die slechts bekend is geworden als de moordenaar van Valentin moet zich met minder luxe tevreden stellen. Smith ontdekt al snel dat de mate van comfort bepaald wordt door de roem die iemand na zijn dood nog heeft op aarde. En is die tanende dan wacht hem of haar een schamele zolderkamer of een verblijf in de kelder. Valentin heeft intussen kennis gemaakt met zijn moordenaar en probeert er achter te komen wat het motief is geweest voor de moord. Verder houdt hij zich bezig met het popzangeresje Bianca, tot jaloezie van Smith die hevig verliefd op haar is geworden. Zij lijdt aan geheugenverlies en is de enige die denkt dat ze nog leeft. Haar roem heeft ze te danken aan een enkel tophitje dat ze tot vervelens toe draait op haar koffergrammofoon. Na verloop van tijd wordt tot zijn grote woede ook Valentin verplaatst naar een andere kamer. Hij kan zich niet voorstellen dat hij al zo snel in de vergetelheid begint te raken. Maar de wetten van het hiernamaals zijn genadeloos. Dat blijkt wanneer tijdens een gemeenschappelijke bijeenkomst bepaald wordt wie er nog in het hotel mag blijven wonen en wie er bij de naamlozen in zee wordt geworpen. Ook Valentin, en met hem zijn moordenaar, moeten het hotel verlaten, maar tijdens een loterij wint Smith de hoofdprijs: de terugkeer naar de aarde. Hij mag een persoon met zich meenemen en dat wordt na lang aarzelen Valentin. Het is 1988 als ze allebei weer terugkeren in het leven. In een jukebox klinkt de tophit van Bianca en in een bioscoop wordt een retrospectief gewijd aan de films van Valentin. Samen gaan ze erheen. Muziek: Paul M. van Brugge. Montage: Hans van Dongen. Producenten: Laurens Geels en Dick Maas. Camera: Alex Thomson Montage: Hans van Dongen. De regisseur, de Nederlandse Tjech Otakar Votoçek, is visueel gehandicapt. Producenten: Dick Maas en Laurens Geels. Het budget van de film liep tegen de tien miljoen gulden. Opgenomen in Zuid-Frankrijk. Film werd goed ontvangen; vooral het originele gegeven en de locaties werden geprezen. 'Gold Special Jury Award' van het International Film Festival Houston 1991. Tevens ontving de film prijzen voor art direction en kostuums op het filmfestival van Viareggio (Italië, 1990: Benedict Schillemans kreeg voor zijn werk aan WINGS OF FAME de Fellini Award), de Speciale Prijs van de buitenlandse jury en de Prijs van de kritiek op het Internationaal Festival van de Fantastische Film te Avoriaz en de Publieksprijs van het filmfestival van Angers (Frankrijk). 9.170 bezoekers.
Première: 23 maart 1990
K-116 minuten
Terug naar de homepage


This page is hosted by GeoCities. Get your own Free homepage
Teller GeoCities

Copyright © 1999: René van Dam.
URL: http://www.oocities.org/Hollywood/Theater/2180/