home
over ons
clicker-methode
gehoorzaamheid
K.K.U.S.H.
doelstellingen
inrichting
het brevet behalen
wedstrijdprogramma's
overgangen
agility
nog meer informatie
sitemap
|
Deze oefening wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van de keurders.
Zij bepalen het al of niet aangelijnd werken, de plaats van de hond, de plaats
waar de geleider zich moet opstellen en de houding die de hond moet aannemen
bij het begin van de oefening (voorlopige houding).
Telkens op teken van de keurders zal de geleider de hond nog 2 andere houdingen
doen aannemen.
Tijdens de duur van de oefening moeten de geleiders steeds de hond kunnen
zien hetgeen
echter niet wil zeggen dat de honden de geleider moeten zien.
Voor de aftrek van punten wordt de oefening in 3 delen opgesplitst, t.t.z. :
de 1° houding (V.H.) is 2 punten, de 2° en de 3° houding is telkens 4 punten.
Per houding mogen slechts 2 bijbevelen gegeven worden.
Na meer dan de voorziene bevelen per houding wordt de oefening gestopt echter
met behoud van het tot dan toe behaalde aantal punten.
Brevetproef :
In vrij en open veld, met de hond aan de leiband, naast of voor zich, zal de
geleider, op aanwijzingen van de keurders, het bevel geven aan de hond voor het
aannemen van de voorlopige houding "liggen". Vervolgens, telkens op teken van
de keurders, zal de geleider de hond de houdingen "zitten" en "staan" doen
aannemen.
Debutantenprogramma :
De geleider zal, op een door de keurders aangeduide plaats in een vrij en open
veld, op hun teken, de hond, die volgens de richtlijnen van de keurders al of
niet is aangelijnd, het bevel geven voor de voorlopige houding. Deze voorlopige
houding is eveneens door de keurders bepaald.
Wanneer de hond de houding heeft aangenomen, begeeft de geleider zich, op een
teken van de keurders, naar een door hen aangeduide plaats dewelke echter niet
verder dan 3 m. van de hond verwijderd mag zijn.
Vervolgens, telkens op teken van de keurders, zal de geleider de hond nog twee
houdingen doen aannemen, eveneens door de keurders bepaald.
GP 1 :
De geleider zal de hond, die volgens de richtlijnen van de keurders al of niet
is aangelijnd, op een door de keurders aangeduide plaats, eventueel een
hindernis, een obstakel of een toestel, op teken van de keurders, het bevel
geven voor de voorlopige houding. Deze voorlopige houding is eveneens door de
keurders bepaald.
Wanneer de hond de voorlopige houding heeft aangenomen zal de geleider
zich, op teken van de keurders, naar een aangeduide plaats begeven
dewelke echter max. 5 m. van de hond verwijderd mag zijn.
Vervolgens, telkens op teken van de keurders, zal de geleider de hond nog twee
houdingen doen aannemen, eveneens door de keurders bepaald.
STRAFBEPALINGEN
-
Elk bijbevel voor de houdingen, door geluid of gebaar (ook voor de voorlopige
houding) : -1 punt.
-
Vooraleer de geleider zich van de hond zal verwijderen, moet deze de voorlopige
houding aangenomen hebben. De geleider blijft daarom bij de hond tot de
keurders het teken geven om naar de aangeduide plaats te vertrekken.
-
Indien, na het verwijderen van de geleider, de hond van houding verandert en er
bijbevelen nodig zijn voor de voorlopige houding mag de geleider ofwel zich
terug bij de hond begeven ofwel de nodige bijbevelen geven vanop de aangeduide
plaats (keuze van de geleider).
-
Verplaatsing van de hond : -1 punt per meter. Na meer dan 3 m. verplaatsen,
wordt de oefening gestopt, echter met behoud van de tot dan toe behaalde punten.
-
Wanneer in de oefening een hindernis is ingebouwd, geldt deze voor de ganse
oefening en kan hiervoor slechts eenmaal punten afgetrokken worden : -2 punten.
-
Sterke hulp bij de oefening vooraleer de keurders het teken gegeven hebben van
het einde van de oefening : verlies van alle punten.
|