home
over ons
clicker-methode
gehoorzaamheid
K.K.U.S.H.
doelstellingen
inrichting
het brevet behalen
wedstrijdprogramma's
overgangen
agility
nog meer informatie
sitemap
|
De hond wordt achtergelaten in een door de geleider gekozen houding, op een
door de keurders gekozen plaats. De geleider begeeft zich dan naar een eveneens
door de keurders aangeduide plaats in een vooraf bepaalde houding.
De geleider roept, op teken van de keurders, de hond naar zich en zal deze, op
een door de keurders aangeduide plaats, doen stoppen en liggen met een bevel of
teken. De hond moet dan 30 sec. op deze plaats blijven.
Op een teken van de keurders zal de geleider de hond opnieuw naar zich
toeroepen waarbij deze dan bij de geleider in "midvoor" moet komen. Hiervoor
mag nog een afzonderlijk
bevel gegeven worden maar de hond mag op dat ogenblik niet verder dan 1 m. van
de geleider verwijderd zijn.
De hond blijft ook in deze houding tot de keurders het einde van de oefening
aangeven.
Telkens wanneer de hond wordt geroepen zal hij zich rechtstreeks en in een vlot
tempo naar de geleider begeven.
Vanaf het punt waar de hond moet stoppen (plaats aangeduid door de keurders)
krijgt de hond 4 m. zonder verlies van punten. Na deze 4 m. zal de hond echter
bestraft worden met 1 punt per meter die hij meer nodig heeft om te stoppen.
Bij de onderbreking zijn de tijd en de afstand de voornaamste factoren. Ze
kunnen echter variëren volgens het temperament van de verschillende rassen.
Niettegenstaande kunnen de honden dewelke niet rechtstreeks, te langzaam of
ongeïnteresseerd naar de geleider toekomen hiervoor gestraft worden.
Brevetproef :
De afstand tussen de aangeduide plaats voor de hond en de plaats waar de
geleider zich dient op te stellen bij de uitvoering van de oefening is ca. 30
m., in een rechte lijn en met duidelijke merktekens voor het "onderbreken". Op
dit traject zullen geen hindernissen of obstakels voorkomen.
Onderweg naar de aangeduide plaats mag de geleider nog omkijken naar de hond,
eventueel bijbevelen geven om deze te doen blijven (5 gratis bijbevelen) en mag
zich eventueel ook achterwaarts verwijderen.
Op 3 m. van de plaats waar de hond dient achtergelaten zullen de keurders een
duidelijke markering plaatsen. Indien de hond zich verplaatst tot voorbij dit
merkteken vooraleer de geleider op de voor hem aangeduide plaats is aangekomen,
zal deze de hond moeten herplaatsen. Dit herplaatsen wordt echter eenmaal
toegelaten.
Debutantenprogramma :
De afstand tussen de aangeduide plaats voor de hond en de plaats waar de
geleider zich dient op te stellen bij de uitvoering van de oefening is
tenminste 40 m. en maximum ca. 60 m., in een rechte lijn en met duidelijke
merktekens voor het "onderbreken". Op dit traject zullen geen hindernissen of
obstakels voorkomen.
Onderweg naar de aangeduide plaats mag de geleider nog omkijken naar de hond,
eventueel bijbevelen geven om deze te doen blijven doch zich niet achterwaarts
verwijderen.
Op 3 m. van de plaats waar de hond dient achtergelaten zullen de keurders een
duidelijke markering plaatsen. Indien de hond zich verplaatst tot voorbij dit
merkteken vooraleer de geleider op de voor hem aangeduide plaats is aangekomen,
zal deze de hond moeten herplaatsen. Dit herplaatsen wordt slechts eenmaal
toegelaten.
GP 1 :
De afstand tussen de aangeduide plaats voor de hond en de plaats waar de
geleider zich dient op te stellen bij de uitvoering van de oefening is
onbepaald en wordt aangeduid door de keurders. Op het af te leggen traject
kunnen ook hindernissen of obstakels voorkomen maar dienen vooral duidelijke
merktekens voorzien voor het "onderbreken".
De geleider zal zich, op teken van de keurders, naar de aangeduide plaats
begeven in een door de keurders opgelegd tempo.
Onderweg naar de aangeduide plaats mag de geleider nog omkijken naar de hond,
eventueel bijbevelen geven om deze te doen blijven doch mag zich niet
achterwaarts verwijderen.
Op 3 m. van de plaats waar de hond dient achtergelaten zullen de keurders een
duidelijke markering plaatsen. Indien de hond zich verplaatst tot voorbij dit
merkteken vooraleer de geleider op de voor hem aangeduide plaats is aangekomen
stopt de oefening. Herplaatsen van de hond wordt hier niet toegestaan.
STRAFBEPALINGEN
-
Elk bijbevel om op de aangeduide plaats te blijven : -1 punt.
-
De hond verandert duidelijk van houding vooraleer hij opgeroepen wordt : -1
punt.
-
De hond verplaatst zich vooraleer hij opgeroepen wordt : -1 punt per meter.
-
Het "markeren" van eventuele hindernissen die door de hond moeten genomen
worden, wordt bestraft à rato van de invloed op de uitvoering van de oefening.
-
Elk bijbevel voor terugroeping : -2 punten.
Dit zowel in het eerste gedeelte van de oefening als in het tweede gedeelte.
Voor deze 2 punten krijgt de geleider 10 sec. (ononderbroken) om de hond te
"lokken". Bij een onderbreking van deze 10 sec. lokken en herbeginnen worden
telkens opnieuw 2 punten afgetrokken.
-
In de handen klappen wordt ook als bijbevel beschouwd evenals het veranderen
van houding door de geleider.
-
Van de plaats verwijderen door de geleider is niet toegestaan (verlies van alle
punten).
-
Langzaam of ongeïnteresseerd naar de geleider toekomen door de hond wordt
bestraft zowel in het eerste als in het tweede gedeelte van de oefening (tempo)
: telkens max. –4 punten.
-
Onrechtstreeks komen kan worden bestraft, zowel in het eerste gedeelte als in
het tweede gedeelte van de oefening. (telkens maximum –2 punten).
-
Sterk afremmen door de hond wordt bestraft, dit zowel in het eerste als in het
tweede gedeelte van de oefening : telkens max. –4 punten.
-
Onderweg duidelijk stilstaan door de hond, anders dan voor het overzien van
een te nemen hindernis : -5 punten per keer.
-
Elk bijbevel om de hond te doen stoppen op de aangeduide plaats, hetzij met
stem, gebaar of anderszins : -3 punten.
-
Wanneer de geleider in het zicht van de hond van houding verandert wordt dit
aanzien als bijbevel : -3 punten.
-
Een "niet-natuurlijke" houding van de geleider kan worden aanzien als constant
bijbevel (interpretatie van de keurders) : bestraffen à rato van de invloed op
de uitvoering van de oefening.
-
Te vroeg roepen om te stoppen : -1 punt per meter.
-
Te vroeg roepen om te stoppen met de bedoeling om een hindernis te vrmijden of
het omzeilen van een moeilijkheid wordt bestraft à rato van de invloed op de
uitvoering van de oefening.
-
Niet aannemen van de liggende houding : -1 punt.
-
Duidelijk veranderen van houding : -1 punt.
-
Verplaatsen van de hond na het stoppen voor de onderbreking : -1 punt per m.
-
Na het onderbreken slechts komen tot op twee meter van de geleider : -3 punten.
-
Niet komen in "zit-voor" : -1 punt.
-
Niet blijven in "zit-voor" totdat de oefening beëindigd is : -1 punt.
|