In tijden van extreme kou werd veel water aan de zee onttrokken en opgeslagen in de ijskappen. De zeespiegel daalde wereldwijd wel 150 meter, en ondiepe shelf-zeeen, zoals de Noordzee lagen grotendeels droog. Eens zwierven daar grote kudden mammoeten, neushoorns, bisons, steppenpaarden en verschillende hertensoorten. Deze kudden trokken natuurlijk ook grote roofdieren aan, en het is dan ook geen
wonder dat leeuwen, hyena's en luipaarden hier hun jachtterrein hadden.
Maar ook warme perioden kwamen voor in het IJstijdvak. Zo' n warme periode was het Tiglien.