Paulicianen:
De Paulicianen werden ongeveer in 653 n.C. voor het eerst opgemerkt, met
ene Constantijn van Armenië als oprichter. Anderen geloven dat ze
van een apostolische origine zijn en dat ze in de eerste eeuw in Armenië
waren begonnen en dat ze daarna over Mesopotamië en Perzië waren
verspreid. In de Syrische-Babylonische woestijn werden ze Sabianen (Baptisten)
genoemd en van hen ontleende Mohammed veel van zijn bijkomstigheden. “De
leringen van Paulus namen zo'n grote plaats onder hen in dat ze naar de
naam van de apostel genoemd werden. Jezus als voorbeeld nemende, werden
ze op dertigjarige leeftijd in een rivier gedoopt.” (Hoad).
“Om een goede landbebouwing en een deugdzaam burgerschap tot
stand te brengen, verhuisden ze naar Bulgarije. Ze namen deel aan andere
volksverhuizingen en hun naam werd veranderd in Bogils, waaruit later de
Chatari (“de reinen”) voortkwamen.” (Hoad).
“Hun standaarden van christelijke moralen waren zo hoog dat hun toenemende
vergadering in twee klassen van discipelen werd verdeeld. Paulicianen waren
bekend om de titel ‘medepelgrim’, doordat ze zeer sober leefden, doordat
ze veel bezieling en kennis hadden en doordat ze enkele buitengewone giften
van de Heilige Geest hadden.”(Orchard).
“De Paulicianen/Cathari floriseerden in de twaalfde eeuw in Noord-Italië,
Zuid-Frankrijk en Noord-Spanje. Ze waren vurige zendelingen en ze breidden
hun invloed uit tot in het noorden van Europa. Ze publiceerden geschriften
in verscheide-ne inheemse talen.” (Hoad)
Pauliciaanse
praktijken:
Personen van andere gemeenschappen behoren niet tot de gemeente. Dopen op een volwassen leeftijd. Wederdoping door onderdompeling. Afschaffing van alle visuele objecten die voor aanbidding bedoeld waren. Inzettingen beperken tot gelovigen. Drieëenheid. Geen onderscheidend ambt als voorganger. Kandidaten voor een lidmaatschap werden ondervraagd over hun overtuigingen. |
Albigenzen:
Een ander kerkgenootschap dat misschien al sinds het begin van het christendom
bestaat zijn de Albigenzen. Ze zijn genoemd naar een Franse stad in een
vallei, Albi. Het is mogelijk dat deze beweging uit Novatianen, Donatisten
en Paulicianen was opgebouwd, omdat zij zich beroemden op de ouderdom van
hun beweging. Dat een rein leven een hoog doel was bij de Albigenzen, kunnen
we zien aan de verdeling van de gemeente in twee groepen; de volmaakten
en de onvolmaakten. Hun bezieling resulteerde in het bouwen van gemeenten,
scholen en liefdadigheidsinstellin-gen. Maar er was geen fysieke vrede
voor de Albigenzen, omdat ze aan de Katholieke vervolgingen overgeleverd
werden en in 1244 n.C waren ze practisch uitgeroeid.
Praktijken van de Albigenzen: De gemeente bestaat uit eerbare mensen en het heeft niet de macht om wetten te ontwerpen. Er werden geen eden gedaan. Het is niet wettelijk om te doden. De gemeente moet anderen niet vervolgen. Het O.T. is geen levensregel voor het leven van christenen. Priesters zijn niet nodig.Doop door onderdompeling. Verwerping van de kinderdoop. Onderrichting alvorens de doop. RoomsKatholieke Kerk wordt als afvallig gezien. |
Paterines:
Deze beweging duikt voor het eerst op in 800 n.C. in Italië en daarvandaan
verspreidden zij zich over Europa.
“De ware oorsprong van de secte waardoor het kerkgenootschap van de Anabaptisten (Wederdopers) wordt verkregen... is verborgen in de diepten van de oude grijze oudheid...” John von Mosheim, Lutherse historicus. |
"EEN KERKGENOOTSCHAP VAN BLOED.
Christus & Zijn Gemeenten door de eeuwen heen."
Hoofdstuk 15
Paulicianen & Albigenzen
Geschreven door: G. Albert Darst
Copyright ©
Vertaald door: Mischa F. A. Bosters
Geplaatst op het net door T.
I. Lopez