De lijn van de autoriteit
van God geschonken aan de gemeente
Matt.28:16-20
“Wanneer iets wordt gemachtigd, ontvangt de gemachtigde de gedelegeerde
autoriteit om in naam van een ander te handelen. De gemachtigde persoon
of rechtspersoon handelt niet langer op zijn eigen autoriteit, wanneer
hij volgens zijn officiële bevoegdheid handelt, maar functioneert
in de naam van en ten behoeve van en volgens het uitdrukkelijke bevel van
de superieur die de machtiging gaf.” (Curtis Pugh)
In Mattheus 28:18-20 vergaderden
de elf discipelen zich als de eerste gemeente om de opgestane Christus
te ontmoeten. Jezus herhaalt Zijn door God gegeven autoriteit (“Mij
is gegeven alle macht in hemel en op aarde”) en schenkt de “Grote Opdracht”
aan de gemeente (“Ga, maak discipelen, doop, onderwijs”)
Enkele overwegingen:
-
De elf discipelen vormden, op dat moment, de gemeente die Jezus zei
te gaan bouwen.
-
Als de Grote Opdracht alleen aan de elf gegeven was, zou het met
het doodgaan van de elf geëindigd zijn.
-
De Grote Opdracht is groter dan welke elf discipelen dan ook in zijn
draagwijdte, daarom werd het aan hun gegeven in de lichamelijke
identiteit van de eerste gemeente.
-
Jezus zei dat hij met hen tot de voleinding der wereld zou zijn.
Dit is onmogelijk gebleken voor de elf.
Handelingen 1: 8
Net voor Zijn hemelvaart, verschijnt Jezus aan de bijeenvergaderde discipelen
(de gemeente) om de verantwoordelijkheid van de gemeente te herhalen en
te herbevestigen:
-
Jezus belooft de kracht (“vermogen om te volbrengen”, “de kracht van God”)
om de macht (“autoriteit”) die in Mt. 28:18-20 was gegeven te bezielen.
-
De kracht zal van de Heilige Geest komen, die op u (de gemeente) zal komen.
-
Het resultaat zal de kracht om te getuigen zijn, van Jeruzalem tot het
uiterste der aarde.
-
Alleen de gemeente kan tegelijkertijd in Jeruzalem, Judea, Samaria en het
uiterste der aarde getuigen.
Handelingen 2: 1-5, 38
Onder de autoriteit van God en de belofte van Christus is de kracht
van de Heilige Geest nu aan de bijeenvergaderde gemeente geschonken (Hand.
1:13-14) om alles wat Christus had geboden te voleindigen:
-
Ze waren eendrachtiglijk in een plaats bijeenvergaderd
(vs.1).
-
Een geluid kwam uit de hemel en vervulde het gehele huis (vs.2).
Dit is hetzelfde type “stempel van goedkeuring” dat God gaf toen Hij de
tabernakel en de tempel overschaduwde
-
Verdeelde tongen zaten op een iegelijk van hen en ze werden vervuld (vs.3-4).
-
Het Evangelie werd verkondigd in Jeruzalem, maar verspreidde zich over
elke natie onder de hemel (vs.5).
-
Mensen geloofden, werden gedoopt (vereenzelviging) en werden aan de gemeente
in Jeruzalem toegevoegd, die nu minstens uit 3.120 leden bestond. (Hand.
2:38, 41, 47)
"EEN KERKGENOOTSCHAP VAN BLOED.
Christus & Zijn Gemeenten door de eeuwen heen."
Hoofdstuk 6
De lijn van de autoriteit
van God geschonken aan de gemeente
Geschreven door: G. Albert Darst
Copyright ©
Vertaald door: Mischa F. A. Bosters
Geplaatst op het net door T.
I. Lopez
Vorige
Pagina
Index
Volgende Pagina