Het begin van de lijn van dwaling (58 n. C.)

Redding door of in combinatie met werken (Gal. 3:3) (58 n.C.)
Deze dwaling is net zo oud als het hof van Eden, zo vers als het religieuze nieuws van vandaag en zo voortdurend als de heerschapij van Satan. (Titus 3:5).

Autoritisme
“Ik heb aan de gemeente geschreven; maar Diótrefes, die onder hen zoekt de eerste te zijn, neemt ons niet aan.”
(3 Johannes 1:9).

De eerste gemeente in Jeruzalem kwam bijeen in huizen (Handelingen 5:42) vanwege de vervolging en het gebrek aan gebouwen die groot genoeg waren om hun te herbergen. Er is weleens gezegd dat de gemeente in Jeruzalem misschien wel honderduizend leden heeft gehad! Over elke “huisgemeente” was een opziener/ouderling/voorganger (drie beschrijvende woorden voor een taak). Toch waren deze huisgemeenten gezamelijk bekend als de gemeente in Jeruzalem tijdens deze overgangsperiode. Hoewel de hele gemeente elkaar misschien ontmoet heeft bij openluchtontmoetingen, hebben de voorgangers zeer zeker ontmoetingen gehad met de apostelen om gemeentezaken en leerstellingen te bespreken (Handelingen 15:2-6,22) om deze daarna aan de gemeenteleden voor te leggen voor hun goed of afkeuring.

Het is aannemelijk dat er onder de “huisvoorgangers”, na de dood van de apostelen, sommige opstonden en een hiërarchisch systeem begonnen op te zetten. Natuurlijk vonden deze veranderingen niet van het ene op het andere moment plaats, maar stap voor stap, totdat er opzieners over steden, hoofdsteden, regios waren. De top was gevestigd in Jeruzalem, Antiochië, Alexandrië met de paus als het hoofd in Rome.

“Het vitale, organische leven van de Nieuwtestamentische gemeente werd vervangen door een organisatie, waarin het christendom een ‘systeem’ werd en de taak van haar gebied het enige ‘evangelisme’ was dat zij kenden. Terwijl dit proces verder ging, en de doop, het teken van wedergeboorte, de middelen van de Kerk vormden, het avondmaal een offer werd, de ouderling een priester, ‘de gemeente’ niet meer uit ‘de gemeenten’ bestond en de gemeente als een Oudtestamentische bruid voor het Koninkrijk werd voorbereid en niet langer als ‘de bruid die versierd wordt voor haar Bruidegom’, verdween de jonge stroom van het evangelische geloof uit het zicht en werd het een ondergrondse rivier, die nu en dan naar boven stroomde bij verschillende protestbewegingen...” (Griffin).

100-200 n. C.
 
“... in de 3e eeuw n.C. stond de afvallige Kerk al tegenover de Anabaptists(Wederdopers).” Henry Bullinger (1504-1575), Zwitserse Protestantse hervormer. 

De naam “Baptist”

Het woord dopen betekent onderdompelen, indompelen, indopen. De oorspronkelijke betekenis komt van een zinkend schip. Het werd als eerst aan Johannes gegeven als een herkeningsteken (naam), omdat de taak van het dopen van mensen aan hem was toegewezen door God (Johannes 1:6). Johannes is de eerste geweest die anderen doopte. De herkeningsnaam (ana)baptist -(weder)doper- werd geen universele naam tot aan het einde van de eerste eeuw, omdat alle christenen toen Baptisten waren. Toen afvalligheid het nodig maakte om “gelovigen” te “wederdopen” werd de term door meer mensen gebruikt. Het voorvoegsel ana (-weder-) liet men vallen, nadat de Katholieke Kerk veel van haar autoriteit verloor tijdens de Reformatie. (Ana)baptist -(Weder)doper- is net zoals de naam Christen een schimpwoord die aan de ware gemeente is gegeven door de vijanden van Christus. Het is een herkenningsteken van de gemeenten die het dichtst bij het ideaal van het Nieuwe Testament zijn gebleven, ondanks alle vervolgingen van anderen  “religies”. Anderen aanduidingen waren:
1. Discipelen (Mattheus 5:1). 2. Dien Weg (Handelingen 9:2). 3. Heiligen (Handelingen 9:13). 4. Christenen (Handelingen 11:26).
5. Anabaptisten/of Paulicianen, Albigenzen, Waldensen, enz. (2e tot de 16e eeuw) 6. Baptisten (17e eeuw tot de periode van de grote verdrukking)

De doorgaande lijn van dwaling
De tijd dat bisschoppen autoriteit over de Kerken hebben.

"EEN KERKGENOOTSCHAP VAN BLOED. Christus & Zijn Gemeenten door de eeuwen heen."
Hoofdstuk 8
Het begin van de lijn van dwaling (58 n. C.)
Geschreven door: G. Albert Darst
Copyright ©
Vertaald door: Mischa F. A. Bosters
Geplaatst op het net door T. I. Lopez


Vorige Pagina                              Index                              Volgende Pagina