De doorgaande lijn van autoriteit van de gemeente van het Nieuwe Testament

Hoad schreef: “Het Evangelie had alle provincies van het Romeinse Rijk, van Engeland tot de Persische golf en van Danube tot de Lybische woestijn, pas in 180 n.C. bereikt. Dit was te danken aan de grootte van het rijk, de wegen en de vervolging van de christenen.” Justin Martyr schreef dat er geen ras was, Griek of Barbaar, dat rondzwierf of in tenten woonde, dat geen lofoffer aan de Gekruisigde gaf. Tertullianus schreef: “Wij zijn slechts van gisteren, toch hebben wij uw rijk, uw steden, uw vergaderingen, uw eigen kampen, uw stammen, uw bedrijven, uw paleis en uw senaat vervuld; alleen uw tempels zijn voor u overgelaten.”

Engeland: De oude Britten/Welsen/Kelten werden in 56 v.C door Rome aangevallen. Toen ze er niet in slaagden om hun te over-winnen, sloten ze vrede en leefden ze onder elkaar en huwden ze onder elkaar. Het is goed mogelijk dat sommige van deze Engelsen tijdens een bezoek aan Rome door de bediening van Paulus in het huis van Ceasar (Fil.4:22; 2 Tim. 4.21) tot bekering zijn gekomen en daarna het Evangelie naar Engeland hebben gebracht.

Montanist: De eerste van de Nieuwtestamentische gemeenten die tegen de fouten van de afvalligheid opstonden, waren de Montanisten. Genoemd naar hun leider, Montanus, die beweerde dat de Heilige Geest door hem sprak, ontstonden de Montanisten in Frygië in 158 n.C. Ze eisten een terugkeer naar het oorspronkelijke christendom in het licht van de spoedige terugkeer van Christus. “Ze pleitten voor een hoge standaard van heilig leven en bepleitten vasten, vrijgezel zijn en gemeenschap van goederen.” Hun basiskarakteristieken waren ‘Baptistisch.’ Ondanks dat ze teveel nadruk op het werk van de Heilige Geest legden, herinneren ze ons dat de laatste apostel zo'n 60 jaar geleden was gestorven en dat het nodig was om van de snelgroeiende afvallige Kerk te scheiden. De vroege kerkvader, Tertullianus, was hun meest bekende lid.
De Montanisten verspreidden zich door Afrika en Klein-Azië, inclusief Rome zelf. Het lijkt erop dat ze in contact kwamen met de Paulicianen in Fyrgië en dat ze in 722 n.C. nog steeds bestonden.
 
“Ik heb geen enkele twijfel dat er een historische opeenvolging van Baptisten is van de dagen van Christus tot het heden.” John T. Christian, docent, historicus, schrijver.

"EEN KERKGENOOTSCHAP VAN BLOED. Christus & Zijn Gemeenten door de eeuwen heen."
Hoofdstuk 9
De doorgaande lijn van de autoriteit van de gemeente van het Nieuwe Testament
Geschreven door: G. Albert Darst
Copyright ©
Vertaald door: Mischa F. A. Bosters
Geplaatst op het net door T. I. Lopez



Vorige Pagina                              Index                              Volgende Pagina