Transistor is een afkorting van "transfer resistor" wat overdrachtsweerstand betekend. De volgende begrippen komen veel voor;

LF, laagfrequent; een transistor speciaal voor toepassingen beneden de 100 kHz.

HF, hoogfrequent; een transistor speciaal voor toepassingen van 100 kHz en hoger.

Vermogen; een transistor die een groot vermogen aankan. Ook deze worden ingedeeld in LF en HF.

Schakelen; een transistor die speciaal ontwikkeld is voor het schakelwerk.

Lage ruis; een transistor met lage ruis eigenschappen die speciaal vor het versterken van signalen met een kleine amplitude.

Hoogspanning; een transistor die hoge spanningen kan weerstaan.

Stuurtrap; een transistor die met gemiddeldes werkt.

De coderingen van transistoren;

EERSTE LETTER, halfgeleider materiaal;

TWEEDE LETTER, toepassing;

Bij sommige transistoren kan je een derde letter tegenkomen, dit geeft aan dat de transistor bedoelt is voor speciale doeleinden. Als er geen derde letter is dan is het de transistor voor algemeen gebruik.

Bij alle transistoren geldt basis stroom+ collector stroom= emitter stroom

DIODE'S

Ook diode's hebben een codering;

EERSTE LETTER, halfgeleider materiaal;

TWEEDE LETTER, toepassing;

Zenerdiode hebben nog een derde letter die de tolerantie aangeeft;

GEÏNTEGREERDE SCHAKELINGEN

Wat zouden chips zijn zonder codering............

EERSTE LETTER, soort schakeling;

TWEEDE LETTER; serie aanduiding, H staat voor hybride schakelingen

DERDE LETTER, werktemperatuurbereik;

LAATSE LETTER, behuizing;