Voor 
    Célestin Freinet was het duidelijk: inhoud en vorm van zijn onderwijsmethode 
    moesten permanent en steeds opnieuw in vraag gesteld worden. Vooral de ouderparticipatie 
    in de discussie vond hij belangrijk. Het discussieforum 'Freinet 9000' wil 
    hierop aansluiten. Op woensdag 22 november 2000 gaan we van start met een 
    gedachtewisseling over volgende teksten die Freinet in 1950-51 schreef voor 
    zijn boek 'Appel aux Parents'.Onze school staat midden in het ware leven
   Wat zou 
  U ervan denken als ik U vertelde dat er een land bestond waar alle restaurants 
  aan één en dezelfde wetgeving onderworpen waren; waar in de hoofdstad 
  professoren en ambtenaren druk eenheidsmenu's opstellen die geen rekening houden 
  met de regionale specialiteiten, noch met de smaak en de eetlust van de hongerigen?
     Zou 
  U het niet doodnormaal vinden indien de mensen dan zouden mopperen over de opgelegde 
  kost en dat zij voedsel zouden eisen aangepast aan hun behoeften? Dat zij zouden 
  trachten te ontsnappen aan die dwaze en mensonwaardige regeling? Dat zij misschien 
  zelfs zouden wegkwijnen indien ze niet elders aan het nodige voedsel zouden 
  geraken?
       Iets 
  wat men nooit zou willen opleggen voor het voedsel van ons lichaam, omdat men 
  dit direct als abnormaal en schadelijk ervaart, heeft men wel gepresteerd voor 
  het geestelijk voedsel dat men aan onze kinderen geeft.
      De 
  leerplannen en de uurroosters worden in Parijs opgesteld, de boeken worden aldaar 
  geschreven en uitgegeven, en omdat zij in theorie voor het gehele land moeten 
  kunnen dienen, zijn ze in werkelijkheid aan niemands maat of smaak aangepast. 
  Dergelijk schoolsysteem leidt tot intellectuele ondervoeding, tot verspilling 
  van individuele en plaatselijke mogelijkheden, tot een afkeer voor de lessen 
  en voor de taken die als een dwang worden aangevoeld, in plaats van als een 
  verrijking en een bron van genoegen. 
  
   In 
  onze school veronachtzamen wij de adviezen en richtlijnen van Parijs niet, en 
  wij gebruiken kant-en-klaar maaltijden van de Parijse schoolboeken naar best 
  vermogen. Maar wij zoeken onze echte, levendige en werkzame methode eerst en 
  vooral in de levenswijze en in de behoeften van onze kinderen en in het milieu 
  dat hen zo sterk beïnvloedt (familie, dorp, veld en bos); in hun natuurlijke 
  drang naar kennis, naar bezigheid en naar werk.
     Daarom 
  hoort U ons zo dikwijls spreken over vrije teksten, over drukpers, schoolkrant 
  en correspondentie, over projecten en ateliers. Maar U zal ook uw kinderen enthousiast 
  zien worden voor een school die hen eindelijk het soort voedsel verschaft dat 
  zij nodig hebben.
Geen huistaken meer!
   - Geef 
  hen maar veel huiswerk! ...
     Eronder te verstaan: intussen laten ze ons gerust!
     U 
  meet soms de kwaliteit van de onderwijzer af aan de hoeveelheid huiswerk die 
  hij oplegt. Wij zijn echter tegen elke vorm van huiswerk, althans het soort 
  huiswerk dat de kinderen maken met tegenzin of zonder enthousiasme, omdat zij 
  wel moeten.
     Wij 
  zijn tegen huistaken om een dubbele reden:
     Vooreerst 
  hebben onze kinderen ernstig gewerkt gedurende zes uren, een intellectuele arbeid 
  die meer inspanning vergt dan handenarbeid, en dus hebben zij behoefte aan ontspanning 
  en rust. Anders overbelasten we hen met alle gevolgen vandien.
     Daarnaast 
  is het zo dat onze methode bij de kinderen interesse opwekt voor een ander soort 
  werk dat U wel zal leren appreciëren.
     U 
  zal zien dat uw kinderen, die geen taak of les naar huis meekregen, zich gaan 
  interesseren voor diverse aspecten van het leven rondom hen, waarbij zij hun 
  bedenkingen noteren. Dat zij U vragen stellen, dat zij geboeid naar hun grootouders 
  luisteren, dat zij teksten opschrijven die later in onze schoolkrant zullen 
  komen. Dat zij tekenen of knutselen aan een werkstuk dat zij op school begonnen 
  zijn, en dat zij absoluut willen afwerken.
     U 
  zegt dikwijls over uw kinderen: "van zodra het hen interesseert..."
     Daar 
  gaat het om: als het hen niet interesseert, dan zijn de huistaken noch min noch 
  meer een straf. Maar 
  als de school hen op de goede weg gezet heeft en gemotiveerd heeft voor levende 
  activiteiten, dan doen ze 's avonds gewoon voort. Ontmoedig hen niet, omdat 
  dit soort werk niet gelijkt op het soort huiswerk dat U zelf vroeger maakte. 
  Help hen integendeel; help de school uw kinderen de smaak van kennis en werk 
  te pakken te krijgen. En met dergelijke verworvenheden, die het verdere leven 
  bepalen, kunnen ze het erg ver brengen!
Geen punten noch rangschikkingen
   Onze 
  school quoteert niet op punten of op volgorde. U vindt het misschien spijtig 
  dat uw kinderen niet meer met een mooi rapport naar huis komen, al roepend: 
  "ik heb drie goede punten!... Ik ging twee plaatsen vooruit!"
     Maar 
  de "slechte" leerling, die geen goed punt kreeg of die enkele plaatsen 
  achteruit ging - en als er iemand vooruit gaat, dan gaat er toch ook een ander 
  achteruit - die houdt zich op de vlakte, teleurgesteld of verongelijkt, hij 
  schept er over op of liegt er over, zoals de visser die met lege handen thuiskomt.
     U 
  meent dat er toch wat wedijver nodig is, en wij gaan hiermee akkoord. Maar voor 
  wie is die wedijver goed, en wie is er het slachtoffer van? Voor twee of drie 
  koplopers van de klas die dolfier zijn, krijgen wij een stel ontmoedigde kinderen, 
  die de grote groep domoren gaan vervoegen en die op hun manier reageren op de 
  tweederangspositie waarin U hen gemanoeuvreerd heeft.
      Het 
  moet toch beter kunnen, en wij proberen dat te bereiken.
      De 
  punten en de rangschikkingen worden volgens foute maatstaven opgesteld. Omdat 
  uw kind bij de laatsten is moet het daarom niet veroordeeld worden Het komt 
  er soms maar op aan zijn aanleg en zijn interessepunten te ontdekken om hem 
  opnieuw vertrouwen te geven en een nieuwe start mogelijk te maken.
      Punten 
  en rangschikkingen zijn onrechtvaardig. Zij belonen knappe leerlingen die slagen 
  zonder inspanning; zij straffen en ontmoedigen de noeste werkers die wat minder 
  begaafd zijn of die zich interesseren voor het soort zaken die de school overbodig 
  acht.
      Wij 
  willen dat elk kind deel kan hebben aan het slagen en aan het succes.
      Punten 
  en rangschikkingen zijn gevaarlijk. Zij brengen een immorele sfeer in de school 
  van ongezonde competitie, van gesjoemel en gesjacher, van naijver en jaloezie.
      Met 
  alle middelen die inspanning bevorderen legt onze school er zich op toe van 
  de klas een groep te maken die taakgericht werkt en die vooruit wil, en waar 
  eenieder, naargelang het moment, aan de kop van het peloton kan staan.
      En, 
  zinvol werk bevat een beloning op zichzelf. 
Uit het hoofd kennen is niet kennen
   - Maar 
  ons kind zal niets onthouden als U het niet verplicht dingen uit het hoofd te 
  leren.
      Denk 
  eens na over wat U eigelijk heeft onthouden van al die herkauwde kost, die ellenlange 
  samenvattingen die U met veel moeite uit het hoofd leerde en die U niet kon 
  afdreunen zonder de hulp van die medeplichtige souffleur in de bank achter U.
      Hebben 
  al die samenvattingen U inzicht in de geschiedenis bijgebracht, hebben de vele 
  definities U de werking van de natuurverschijnselen verklaard, en hebben zij 
  u toegelaten U nuttige aardrijkskundige begrippen werkelijk eigen te maken? 
  Het is alsof wij aan een kind zouden zeggen: je kent nu alle onderdelen van 
  de fiets en we hebben je uitgelegd wat evenwicht is, nu ben je klaar voor het 
  kampioenschap. Het zou ons antwoorden: maar ik moet toch nog leren rijden!
  
    
  Op onze school leren 
  wij ze fietsen, maar ook kennis eigen te maken: zij bestuderen de documenten 
  die de bouwstenen van de geschiedenis zijn. Zij manipuleren werktuigen en doen 
  proeven, want zonder praktijk ontstaat geen wetenschappelijk inzicht. Ze doen 
  uitstappen en correspondentie, kijken naar foto's en films die het werkelijke 
  leven weergeven en verwerven op die manier inzicht in aardrijkskunde. We laten 
  ze schrijven zonder vloedgolf aan grammaticale regels, en zo leren ze taal te 
  hanteren, net zoals iemand leert fietsen zonder eerst de geheimen van statica 
  en dynamica te doorgronden.
      Het 
  is gewoon een andere manier van onderwijs, en wij kunnen de goede afloop ervan 
  garanderen.
Is straf nodig?
   U wordt 
  niet graag berispt, laat staan gestraft. Als de politie U met een proces-verbaal 
  bedenkt, verwenst U hen, zelfs al was het terecht.
      Kinderen reageren op dezelfde manier. Als U hen berispt worden, 
  en zeker als ze het onterecht vinden, lopen ze rood aan, verzetten ze zich soms 
  wild en komen in opstand tegen elke autoriteit. 
      U denkt: we moeten ze 'drillen'! Bent U er wel zeker van 
  dat kinderen moeten worden gedrild? En als ze op bepaalde momenten misschien 
  wel eens zouden moeten worden gedrild, moet dit dan met de autoriteit van gendarmen 
  die ongenadig elke fout penaliseren?
      Straffen zijn nooit een remedie. Ze zijn bijna altijd fout.
      Schapen houden zich doorgaans gedeisd voor de herdershond, 
  tenzij zij plots voor hem op de loop gaan, panisch, zonder te weten waarheen, 
  om zo in de afgrond te sukkelen. Een goede herder vermijdt de eide reacties. 
  Hij leidt zijn schapen naar de vette weiden, waar de noodzakelijke ordehandhaving 
  dan ook veel makkelijker verloopt.
      Onze school toont ook de weg. Wij organiseren het werk en 
  het leven van onze kinderen. Wij voeden hun natuurlijke behoefte aan activiteit 
  en voldoening. Wij vermijden autoritaire sancties en bewerkstellen een nieuwe 
  vorm van discipline, die het kind begrijpt en die het verlangt, en die een sociale 
  vorm van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid dichterbij brengt.
Dwang levert niets op
   U denkt 
  succes geboekt te hebben, omdat U vandaag met stokslagen aan uw ezel duidelijk 
  kon maken dat hij de afsluiting met het klaverveld niet mag vertrappelen.
      Maar morgen zal hij zich wat meer haasten, en vooraleer U 
  er met uw stok bij bent, zal hij al zijn portie klaver binnen hebben.
  
    
  Uw jachthond is waardeloos geworden, zegt de kennelmeester. Je hebt hem verkeerd 
  aangepakt en hem willen slaan en straffen alsof hij je kind was. Nu reageert 
  hij schichtig, en met iets schichtigs kan je niets meer aanvangen. Als je op 
  hem roept, verliest hij de controle over zichzelf. Hij gehoorzaamt misschien 
  wel, maar dat is geen goede kwaliteit voor een jachthond.
      Bedenk, ouders, dat dwang met kinderen al even weinig oplevert 
  als met een ezel of met een hond.
      Zelfs de meest ingenieuze dam zal bergstroom niet tegenhouden. 
  Je kan het water indijken, kanaliseren, maar je kan het niet beletten naar beneden 
  te stromen.
      Welaan dan, zegt U, wij zullen ons kind dus niets meer bevelen, 
  we zullen het maar zijn zin laten doen en het de grootste dwaasheden laten begaan.
      Dat is niet wat wij bedoelen.
      Heeft U reeds opgemerkt dat uw kinderen buitengewoon braaf 
  en handelbaar werden telkens U hen boeiend werk op hun niveau kon geven? En 
  hoe fier ze waren naast U te staan werken als een volwassene?
      In plaats van overal nutteloze verbodsborden te plaatsen, 
  geven wij onze kinderen werk. Wij maken ze enthousiast voor correspondentie, 
  voor de drukpers, voor lectuur en voor projecten, voor wetenschappelijke proeven 
  en voor handenarbeid. Zo bereiken wij een ideale vorm van discipline, de discipline 
  die heerst bij een ploeg in een milieu waar respect voor arbeid bestaat.