Onze school staat midden in het ware leven
Wat zou
U ervan denken als ik U vertelde dat er een land bestond waar alle restaurants
aan één en dezelfde wetgeving onderworpen waren; waar in de hoofdstad
professoren en ambtenaren druk eenheidsmenu's opstellen die geen rekening houden
met de regionale specialiteiten, noch met de smaak en de eetlust van de hongerigen?
Zou
U het niet doodnormaal vinden indien de mensen dan zouden mopperen over de opgelegde
kost en dat zij voedsel zouden eisen aangepast aan hun behoeften? Dat zij zouden
trachten te ontsnappen aan die dwaze en mensonwaardige regeling? Dat zij misschien
zelfs zouden wegkwijnen indien ze niet elders aan het nodige voedsel zouden
geraken?
Iets
wat men nooit zou willen opleggen voor het voedsel van ons lichaam, omdat men
dit direct als abnormaal en schadelijk ervaart, heeft men wel gepresteerd voor
het geestelijk voedsel dat men aan onze kinderen geeft.
De
leerplannen en de uurroosters worden in Parijs opgesteld, de boeken worden aldaar
geschreven en uitgegeven, en omdat zij in theorie voor het gehele land moeten
kunnen dienen, zijn ze in werkelijkheid aan niemands maat of smaak aangepast.
Dergelijk schoolsysteem leidt tot intellectuele ondervoeding, tot verspilling
van individuele en plaatselijke mogelijkheden, tot een afkeer voor de lessen
en voor de taken die als een dwang worden aangevoeld, in plaats van als een
verrijking en een bron van genoegen.
In
onze school veronachtzamen wij de adviezen en richtlijnen van Parijs niet, en
wij gebruiken kant-en-klaar maaltijden van de Parijse schoolboeken naar best
vermogen. Maar wij zoeken onze echte, levendige en werkzame methode eerst en
vooral in de levenswijze en in de behoeften van onze kinderen en in het milieu
dat hen zo sterk beïnvloedt (familie, dorp, veld en bos); in hun natuurlijke
drang naar kennis, naar bezigheid en naar werk.
Daarom
hoort U ons zo dikwijls spreken over vrije teksten, over drukpers, schoolkrant
en correspondentie, over projecten en ateliers. Maar U zal ook uw kinderen enthousiast
zien worden voor een school die hen eindelijk het soort voedsel verschaft dat
zij nodig hebben.
Geen huistaken meer!
- Geef
hen maar veel huiswerk! ...
Eronder te verstaan: intussen laten ze ons gerust!
U
meet soms de kwaliteit van de onderwijzer af aan de hoeveelheid huiswerk die
hij oplegt. Wij zijn echter tegen elke vorm van huiswerk, althans het soort
huiswerk dat de kinderen maken met tegenzin of zonder enthousiasme, omdat zij
wel moeten.
Wij
zijn tegen huistaken om een dubbele reden:
Vooreerst
hebben onze kinderen ernstig gewerkt gedurende zes uren, een intellectuele arbeid
die meer inspanning vergt dan handenarbeid, en dus hebben zij behoefte aan ontspanning
en rust. Anders overbelasten we hen met alle gevolgen vandien.
Daarnaast
is het zo dat onze methode bij de kinderen interesse opwekt voor een ander soort
werk dat U wel zal leren appreciëren.
U
zal zien dat uw kinderen, die geen taak of les naar huis meekregen, zich gaan
interesseren voor diverse aspecten van het leven rondom hen, waarbij zij hun
bedenkingen noteren. Dat zij U vragen stellen, dat zij geboeid naar hun grootouders
luisteren, dat zij teksten opschrijven die later in onze schoolkrant zullen
komen. Dat zij tekenen of knutselen aan een werkstuk dat zij op school begonnen
zijn, en dat zij absoluut willen afwerken.
U
zegt dikwijls over uw kinderen: "van zodra het hen interesseert..."
Daar
gaat het om: als het hen niet interesseert, dan zijn de huistaken noch min noch
meer een straf. Maar
als de school hen op de goede weg gezet heeft en gemotiveerd heeft voor levende
activiteiten, dan doen ze 's avonds gewoon voort. Ontmoedig hen niet, omdat
dit soort werk niet gelijkt op het soort huiswerk dat U zelf vroeger maakte.
Help hen integendeel; help de school uw kinderen de smaak van kennis en werk
te pakken te krijgen. En met dergelijke verworvenheden, die het verdere leven
bepalen, kunnen ze het erg ver brengen!
Geen punten noch rangschikkingen
Onze
school quoteert niet op punten of op volgorde. U vindt het misschien spijtig
dat uw kinderen niet meer met een mooi rapport naar huis komen, al roepend:
"ik heb drie goede punten!... Ik ging twee plaatsen vooruit!"
Maar
de "slechte" leerling, die geen goed punt kreeg of die enkele plaatsen
achteruit ging - en als er iemand vooruit gaat, dan gaat er toch ook een ander
achteruit - die houdt zich op de vlakte, teleurgesteld of verongelijkt, hij
schept er over op of liegt er over, zoals de visser die met lege handen thuiskomt.
U
meent dat er toch wat wedijver nodig is, en wij gaan hiermee akkoord. Maar voor
wie is die wedijver goed, en wie is er het slachtoffer van? Voor twee of drie
koplopers van de klas die dolfier zijn, krijgen wij een stel ontmoedigde kinderen,
die de grote groep domoren gaan vervoegen en die op hun manier reageren op de
tweederangspositie waarin U hen gemanoeuvreerd heeft.
Het
moet toch beter kunnen, en wij proberen dat te bereiken.
De
punten en de rangschikkingen worden volgens foute maatstaven opgesteld. Omdat
uw kind bij de laatsten is moet het daarom niet veroordeeld worden Het komt
er soms maar op aan zijn aanleg en zijn interessepunten te ontdekken om hem
opnieuw vertrouwen te geven en een nieuwe start mogelijk te maken.
Punten
en rangschikkingen zijn onrechtvaardig. Zij belonen knappe leerlingen die slagen
zonder inspanning; zij straffen en ontmoedigen de noeste werkers die wat minder
begaafd zijn of die zich interesseren voor het soort zaken die de school overbodig
acht.
Wij
willen dat elk kind deel kan hebben aan het slagen en aan het succes.
Punten
en rangschikkingen zijn gevaarlijk. Zij brengen een immorele sfeer in de school
van ongezonde competitie, van gesjoemel en gesjacher, van naijver en jaloezie.
Met
alle middelen die inspanning bevorderen legt onze school er zich op toe van
de klas een groep te maken die taakgericht werkt en die vooruit wil, en waar
eenieder, naargelang het moment, aan de kop van het peloton kan staan.
En,
zinvol werk bevat een beloning op zichzelf.
Uit het hoofd kennen is niet kennen
- Maar
ons kind zal niets onthouden als U het niet verplicht dingen uit het hoofd te
leren.
Denk
eens na over wat U eigelijk heeft onthouden van al die herkauwde kost, die ellenlange
samenvattingen die U met veel moeite uit het hoofd leerde en die U niet kon
afdreunen zonder de hulp van die medeplichtige souffleur in de bank achter U.
Hebben
al die samenvattingen U inzicht in de geschiedenis bijgebracht, hebben de vele
definities U de werking van de natuurverschijnselen verklaard, en hebben zij
u toegelaten U nuttige aardrijkskundige begrippen werkelijk eigen te maken?
Het is alsof wij aan een kind zouden zeggen: je kent nu alle onderdelen van
de fiets en we hebben je uitgelegd wat evenwicht is, nu ben je klaar voor het
kampioenschap. Het zou ons antwoorden: maar ik moet toch nog leren rijden!
Op onze school leren
wij ze fietsen, maar ook kennis eigen te maken: zij bestuderen de documenten
die de bouwstenen van de geschiedenis zijn. Zij manipuleren werktuigen en doen
proeven, want zonder praktijk ontstaat geen wetenschappelijk inzicht. Ze doen
uitstappen en correspondentie, kijken naar foto's en films die het werkelijke
leven weergeven en verwerven op die manier inzicht in aardrijkskunde. We laten
ze schrijven zonder vloedgolf aan grammaticale regels, en zo leren ze taal te
hanteren, net zoals iemand leert fietsen zonder eerst de geheimen van statica
en dynamica te doorgronden.
Het
is gewoon een andere manier van onderwijs, en wij kunnen de goede afloop ervan
garanderen.
Is straf nodig?
U wordt
niet graag berispt, laat staan gestraft. Als de politie U met een proces-verbaal
bedenkt, verwenst U hen, zelfs al was het terecht.
Kinderen reageren op dezelfde manier. Als U hen berispt worden,
en zeker als ze het onterecht vinden, lopen ze rood aan, verzetten ze zich soms
wild en komen in opstand tegen elke autoriteit.
U denkt: we moeten ze 'drillen'! Bent U er wel zeker van
dat kinderen moeten worden gedrild? En als ze op bepaalde momenten misschien
wel eens zouden moeten worden gedrild, moet dit dan met de autoriteit van gendarmen
die ongenadig elke fout penaliseren?
Straffen zijn nooit een remedie. Ze zijn bijna altijd fout.
Schapen houden zich doorgaans gedeisd voor de herdershond,
tenzij zij plots voor hem op de loop gaan, panisch, zonder te weten waarheen,
om zo in de afgrond te sukkelen. Een goede herder vermijdt de eide reacties.
Hij leidt zijn schapen naar de vette weiden, waar de noodzakelijke ordehandhaving
dan ook veel makkelijker verloopt.
Onze school toont ook de weg. Wij organiseren het werk en
het leven van onze kinderen. Wij voeden hun natuurlijke behoefte aan activiteit
en voldoening. Wij vermijden autoritaire sancties en bewerkstellen een nieuwe
vorm van discipline, die het kind begrijpt en die het verlangt, en die een sociale
vorm van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid dichterbij brengt.
Dwang levert niets op
U denkt
succes geboekt te hebben, omdat U vandaag met stokslagen aan uw ezel duidelijk
kon maken dat hij de afsluiting met het klaverveld niet mag vertrappelen.
Maar morgen zal hij zich wat meer haasten, en vooraleer U
er met uw stok bij bent, zal hij al zijn portie klaver binnen hebben.
Uw jachthond is waardeloos geworden, zegt de kennelmeester. Je hebt hem verkeerd
aangepakt en hem willen slaan en straffen alsof hij je kind was. Nu reageert
hij schichtig, en met iets schichtigs kan je niets meer aanvangen. Als je op
hem roept, verliest hij de controle over zichzelf. Hij gehoorzaamt misschien
wel, maar dat is geen goede kwaliteit voor een jachthond.
Bedenk, ouders, dat dwang met kinderen al even weinig oplevert
als met een ezel of met een hond.
Zelfs de meest ingenieuze dam zal bergstroom niet tegenhouden.
Je kan het water indijken, kanaliseren, maar je kan het niet beletten naar beneden
te stromen.
Welaan dan, zegt U, wij zullen ons kind dus niets meer bevelen,
we zullen het maar zijn zin laten doen en het de grootste dwaasheden laten begaan.
Dat is niet wat wij bedoelen.
Heeft U reeds opgemerkt dat uw kinderen buitengewoon braaf
en handelbaar werden telkens U hen boeiend werk op hun niveau kon geven? En
hoe fier ze waren naast U te staan werken als een volwassene?
In plaats van overal nutteloze verbodsborden te plaatsen,
geven wij onze kinderen werk. Wij maken ze enthousiast voor correspondentie,
voor de drukpers, voor lectuur en voor projecten, voor wetenschappelijke proeven
en voor handenarbeid. Zo bereiken wij een ideale vorm van discipline, de discipline
die heerst bij een ploeg in een milieu waar respect voor arbeid bestaat.