Na
enkele jaren muzische werken binnen mijn klaspraktijk, merkte ik op het einde
van vorig schooljaar op dat ik we aangetrokken werd tot het werken met liederen
en muziek. Dat zowel de kinderen als ikzelf er enorm van genoten, maar dat
bij nadere beschouwing dat aspect van cultureel werken toch gemakkelijk aan
de kant werd gezet. Daarmee bedoel ik dat voor mij er geen echt stramien of
doordachtheid of opbouw zit in mijn werken met muziek.Ik besloot dus deze
vakantie een poging te wagen om dieper op muziek en zijn verschillende mogelijkheden
binnen de klas in te gaan. Ik wou ook een poging doen voor mezelf om de waarde
van muziek binnen mijn praktijk te kaderen. Muziek neemt binnen het dagelijkse
leven een grote plaats in. De radio's, de cd's, de walkmans; ergens komt muziek
bij alle leeftijden gemakkelijk binnen en heeft het tevens een grote invloed
op ons gevoelsleven. Het doet ons dikwijls goed voelen, het laat ons even
uitbarsten, we komen tot rust, het verdrijft de eenzaamheid, het brengt ons
in bepaalde sferen en zo kunnen we nog even doorgaan.
Muziek heeft dus duidelijk te maken met ons handelen en
ons gevoelsleven; het laat ons toe dat we gemakkelijk kunnen aansluiten. Muziek
heeft een aantalbasiselementen waaruit het is opgebouwd dat maakt dat het
voor ons toegankelijk is. Kijken we maar naar de vorm, zoals een begin en
een einde, kijken we naar verschillende thema's, naar refreinen, repetitieve
elementen, ritmes, klanken. Ik moet maar even denken aan het nu summiere gebruik
van muziek in de klas. Het stille rustgevende new age muziek voor in werktijden,
het leuke zingen ter onderbreking van de concentratie, het klappen van ritmes
voor het leren luisteren en dan denk ik daar kan het eigenlijk niet bij stoppen.
Bij het lezen van enkele werken over muziek kwam ik vrij
vlug tot de bevinding dat dit een vrij complex medium is. Na overweging kwam
ik tot de gedachte dat ik twee peilers dit jaar verder zou willen vormgeven.
Het
eerste luik, het leren genieten van muziek. Met moet geen kennis hebben van
notenleer om zich te kunnen overgeven aan muziek. In deze klankenwereld spreekt
men van een overgave aan, waarbij dan een groot oceanisch ik-gevoel ontstaat
waarbij tijdsbesef, ruimtegevoel en jezelf zijn voor een stuk wegvalt, je
wordt immers de muziek zelf. Dit is het moment waarop onze gedachtewereld
stilstaat. Het innerlijk stil worden is immers een belangrijk gegeven, het
geeft ruimte aan opnemen, maken van beelden in je hoofd, creëren van
nieuwe klanken, het openen van je eigen belevingswereld.
Welke soorten muziek we vervolgens gaan binnenbrengen, laat
ik over aan een ruggespraak met de kinderen en de ouders om zowel de verschillende
culturele stromingen als etnische achtergronden de kans te geven in onze belevingswereld
binnen te komen.
Het
tweede luik, namelijk zelf actief met muziek omgaan, maakt het genieten van
muziek denk ik nog veel interessanter. Voor mezelf denk ik dat de structuur
van bestaande muziek - of de opbouw van een structuur die men in een improvisatie
kan steken naargelang men werkt met het kaderen van een ritme, of menen van
verschillende toonhoogten - de kinderen meer inzicht geeft in eenvoudige partituren
en hen tevens in staat brengt om die partituren van begin tot einde te lezen,
te structureren en te spelen en bespelen.
Dat wordt voor mij en de klas een uitdaging en het begin
van een heerlijk muzikaal avontuur. Het klinkt wonderwel in de oren, ritme,
percussie, zingen, blokfluiten, neuriën en voor sommigen brommen. Ik
hoop dat het in onze klas gaat klinken en na een jaar laat ik jullie zeker
weten waar we aanbeland zijn op onze muzikale reis.